Beleidsregels evenementen 2025

1.1 Inleiding en aanleiding

Op 24 mei 2018 heeft de gemeenteraad van Loon op Zand het evenementenbeleid vastgesteld. In 2020 is het evenementenbeleid geëvalueerd in opdracht van een unaniem aangenomen motie door de gemeenteraad. De evaluatie is uitgevoerd in de vorm van een informatieavond, een interne evaluatie en een enquête onder zowel inwoners als evenementenorganisatoren. De uitkomst van deze evaluatie is toegelicht aan de gemeenteraad op 17 juni 2021. Aan de hand van deze evaluatie is de conclusie getrokken dat het evenementenbeleid van Loon op Zand moet worden herzien.

Het doel is om een actuele en kaderstellende beleidsregels voor evenementen op te stellen, waarbij een balans is tussen enerzijds het faciliteren en verder stimuleren van aansprekende evenementen in de gemeente en anderzijds het zoveel mogelijk beperken van overlast voor omwonenden.

Het gemeentebestuur van Loon op Zand waardeert evenementen en benadert ze vanuit een positieve invalshoek en wil zich flexibel opstellen. Duidelijke en transparante afspraken tussen de gemeente en evenementenorganisatoren zijn essentieel. We streven ernaar onnodige of ingewikkelde voorschriften zoveel mogelijk te vermijden.

Aangezien evenementen vaak in de openbare ruimte plaatsvinden, spelen de politie, brandweer en de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR) een cruciale rol bij het waarborgen van een veilig verloop, met name door vooraf advies te verstrekken. Een effectieve voorbereiding impliceert het delen van kennis, het inwinnen van informatie en gezamenlijk ontwikkelen en toetsen van scenario's. De gemeente heeft ook een toezichthoudende rol en handhaaft regels indien nodig. Deze diverse aspecten zijn geïntegreerd in de beleidsregels.

1.2 Waarom beleidsregels evenementen?

Zowel organisatoren als de gemeente hebben behoefte aan samenhangende beleidsregels voor evenementen. Door middel van het opstellen van beleidsregels voor evenementen kan er meer sturing gegeven worden aan evenementen en is de gemeente in de mogelijkheid om transparanter en duidelijker naar buiten te treden over onze visie op evenementen. Het aanstellen van een evenementencoördinator binnen de gemeente fungeert als centraal aanspreekpunt voor organisaties die een evenement willen organiseren. Dit versterkt de band tussen gemeente en evenementorganisatoren waardoor er meer grip op evenementen komt en er meer dienstverlening aangeboden kan worden. De regels zijn flexibel opgesteld en richt zich op het toestaan van huidige evenementen, met duidelijke kaders voor nieuwe en toekomstige evenementen. Door organisatoren op hun eigen verantwoordelijkheid te wijzen, blijft de organisatorische vrijheid in stand. De gemeente streeft naar een soepel verloop van evenementen, samen met organisatoren, en handhaaft indien nodig.

De beleidsregels gelden voor de hele gemeente Loon op Zand. De gemeente moet ook ruimtelijk relevante evenementen planologisch borgen. Bij een omgevingsplanwijziging zullen deze moeten worden vertaald naar regels in het omgevingsplan.

Doelstelling De doelstellingen van de beleidsregels zijn als volgt:

• -

  Er is een balans tussen het faciliteren en verder stimuleren van aansprekende evenementen in onze gemeente en het zoveel behouden van een zo goed mogelijk leefklimaat voor omwonenden.

• -

  Het bieden van een toetsingskader voor evenementcoördinatoren, vergunningverlening en handhaving. Dit kader dient als onderbouwing voor het kunnen bieden van advies richting bestuurlijke organen voor het wel of niet kunnen vergunnen van evenementen. Ook bieden de beleidsregels een toetsingskader voor het moeten handhaven/ingrijpen tijdens evenementen.

• -

  Via een participatietraject de belangen van omwonenden, organisatoren en ondernemers inventariseren en verwerken.

  • -

    De direct omwonenden van de evenementenlocaties zijn via een enquête benaderd. De organisatoren zijn op een fysieke bijeenkomst uitgenodigd.

  • -

    De resultaten van de enquête en de bijeenkomst zijn verwerkt waarbij de belangen zijn meegenomen bij het opstellen van de nieuwe beleidsregels. Dit zorgt ervoor dat de beleidsregels een belangenafweging maken van de wensen van bewoners en organisatoren.

• -

  De evenemententerreinen Anton Pieckplein en de Kasteelweide zijn geborgd in het (tijdelijk deel) van het Omgevingsplan. Deze beleidsregels geven aanvullende regels en uitgangspunten om een goede fysieke leefomgeving te borgen en een acceptabel geluidsniveau te hanteren in relatie tot tijdstip en tijdsduur van evenementen.

• -

  Voor (terugkerende) evenementen (in het buitengebied) en andere ruimtelijk relevante evenementen zijn uitgangspunten opgenomen, zodat deze altijd via dezelfde route planologisch gewaarborgd kunnen worden. Dit kader wordt later in het omgevingsplan vertaald naar regels bij een omgevingsplanwijziging.

• -

  Het door de gemeente verzorgen van een overzichtelijk en dienstverlenend evenementenloket. Dit loket dient ten behoeve van inzichtelijkheid in aanvraagvereisten als het aanvragen van evenementenvergunningen.

• -

  Duidelijkheid en transparantie naar de inwoners, organisatoren en andere betrokken partijen over de positie en inzet van de gemeente voor evenementen.

• -

  Heldere uitgangspunten worden opgesteld ten behoeve van het toetsen van evenementen over het mogelijk kunnen verkrijgen van subsidies. De subsidieregeling voor evenementen staat los van deze beleidsregels en kan (jaarlijks) door het college worden herzien.

1.3 Wat is een evenement?

In de beleidsregels hanteren we de definitie uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV): “Elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

• -

  Bioscoop- en theatervoorstellingen

• -

  Markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet en artikel 5:22;

• -

  Kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

• -

  Het in een inrichting in de zin van de Alcoholwet gelegenheid geven tot dansen;

• -

  Betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

• -

  Activiteiten als bedoeld in artikel 2:9 en 2:39;

• -

  Sportwedstrijden, niet zijnde vechtsportevenementen als bedoeld in het tweede lid, onder f.

Onder evenement wordt mede verstaan:

• -

  Een herdenkingsplechtigheid;

• -

  Een braderie;

• -

  Een optocht op de weg, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3 APV

• -

  Een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg;

• -

  Een straatfeest of buurtbarbecue;

• -

  Een door de burgemeester aangewezen categorie vechtsportwedstrijden of -gala’s.

Toelichting definitiebepaling

Commerciële evenementen zijn evenementen met een open karakter waarbij deze gericht is op het behalen van winst, danwel evenementen die georganiseerd worden door instellingen met uitsluitend een winstoogmerk.

Elke voor publiek toegankelijke: dit wil zeggen dat de activiteit een open karakter moet hebben, dus openbaar toegankelijk (niet besloten). Voorbeeld: Een besloten feest (bijv. bedrijfsfeest met uitnodigingenlijst) is niet voor publiek toegankelijk. Wanneer een feest een "besloten" karakter heeft, maar er publiekelijk kaarten worden verkocht en/of reclame wordt gemaakt, is er wel sprake van een evenement;

Verrichting van vermaak: Een activiteit wat de intentie heeft het publiek te vermaken. Een herdenkingsplechtigheid valt hier bijvoorbeeld niet onder, aangezien dit geen verrichting van vermaak is. Om deze reden wordt een herdenkingsplechtigheid specifiek benoemd als ‘evenement’ (zie toelichting artikel 2:24 lid 2 APV).

1.4 Geldigheidsduur en evaluatie

De “Beleidsregels evenementen 2025” zijn vastgesteld voor een onbepaalde periode. Er zal een tussentijdse evaluatie van de regels plaatsvinden na twee jaar om de effectiviteit en werkbaarheid te beoordelen. Op basis van deze evaluatie kunnen eventuele aanpassingen of wijzigingen in de regels worden doorgevoerd. De evaluatie wordt uitgevoerd door de gemeente, in samenwerking met belanghebbenden, waaronder evenementenorganisatoren, omwonenden, en andere relevante partijen.

Loon op Zand benadrukt het cruciale belang van evenementen als een integraal onderdeel van de gemeentelijke identiteit. Evenementen vormen de bouwstenen van het DNA van de gemeente, waarbij ze een positieve bijdrage leveren aan de levendigheid en leefbaarheid1 van Loon op Zand. Deze bijdrage is essentieel om een gunstig woon- en leefklimaat te bevorderen en sociale cohesie te versterken.

Evenementen vinden plaats op verschillende plekken in de wijken of de centra. Dit kan zowel in de openbare ruimte als in bijvoorbeeld schoolgebouwen en sportkantines. Daarnaast voorziet de gemeente Loon op Zand in veel evenementen van verschillende groottes en variëteiten. Het is daarom belangrijk om voor zowel voor de relatief kleine evenementen als de grotere evenementen een duidelijk kader te bieden. In Loon op Zand vinden veel kleine evenementen voor de lokale bevolking plaats, die gestimuleerd blijven worden. We staan in principe ook positief tegenover groei van bestaande evenementen in het buitengebied met oog voor het behoud van veiligheid, duurzaamheid en de impact op de fysieke leefomgeving.

Kenmerkend voor de meeste georganiseerde evenementen in de gemeente Loon op Zand, is de uitvoering van evenementen door vrijwilligers. Dit is bewonderenswaardig voor de kwalitatieve evenementen die neergezet worden. Het organiseren van evenementen is complex en veiligheid dient te worden gewaarborgd. Het is daarom van belang dat de vrijwillig georganiseerde evenementen worden gefaciliteerd door de gemeente. Dit doen we door het evenementenloket zo dienstverlenend mogelijk in te richten. De primaire verantwoordelijkheid voor het aantonen dat de veiligheid en het goede verloop van een evenement wordt gewaarborgd ligt wel bij de organisatoren.

2.1 Omgevingsvisie Loon op Zand

Het belangrijkste doel, ook gesteld in de Omgevingsvisie Loon op Zand, is om evenementen te faciliteren die zorgen voor sociale cohesie en binding aan de dorpen. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar (oudere) jongeren. Ook zij moeten zich vermaken en ontplooien.

2.2 Cultuurbeleid Loon op Zand

Ook het stimuleren van culturele evenementen is van belang voor de gemeente Loon op Zand. Culturele evenementen verwelkomen diversiteit en inclusie door verschillende groepen te verenigen. Door de ‘hands-on’ mentaliteit van onze inwoners worden er creatieve en culturele evenementen georganiseerd, die bijdragen aan de aantrekkelijkheid van onze gemeente. Deze initiatieven blijven we ondersteunen.

2.3 Economische en Toeristisch-Recreatieve Visie Loon op Zand

Loon op Zand staat bekend als een groene, recreatieve en ondernemende gemeente, waar ondernemers de kansen benutten om zo goed mogelijk te ondernemen met respect voor de omgeving, bewust van de cultuurhistorie met oog voor de lokale gemeenschap. Daarin zijn drie doelstellingen opgenomen:

• a.

  Lokale economie: de gemeente Loon op Zand heeft een aantrekkelijk vestigingsklimaat met goed georganiseerde ondernemerscollectieven. De ondernemers en de gemeente zetten samen hun schouders eronder om dit te behouden en te bevorderen.

• b.

  Toerisme en recreatie blijft de belangrijkste economische sector in Loon op Zand en daar zijn we trots op.

• c.

  Identiteit: we weten wat onze unique selling points (USP’s) zijn en waar we voor staan als gemeente en daar zijn we trots op. Ook kennen we de identiteit van de belangrijkste doelgroepen die wij ontvangen in onze groene en recreatieve gemeente.

Deze drie doelstellingen hebben betrekking op de uitvoering van de beleidsregels evenementen. Door de evenementen te laten aansluiten op de economische toeristisch-recreatieve visie, wordt voorzien in een (aan)sluitend geheel.

In het kader van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties voor het waarborgen van een gezond leefklimaat, zijn voor de evenementenlocaties Anton Pieckplein in Kaatsheuvel en de Kasteelweide in Loon op Zand specifieke, ruimere normen en regels opgesteld naast de al geldende regelgeving uit het Omgevingsplan.

2.4 Normen en kaders

De beleidsregels stellen normen en kaders voor alle gelegenheden die zich classificeren als evenement zoals gedefinieerd onder paragraaf 1.4 van deze beleidsregels (APV). Door te bepalen onder welke omstandigheden, hoe vaak en met welk geluidsniveau evenementen georganiseerd kunnen worden, ontstaat duidelijkheid en wordt het organiseren laagdrempeliger.

De gemeente vindt het ook belangrijk dat bezoekers van evenementen zich realiseren dat zij met hun gedrag bepalend zijn voor de veiligheid en de sfeer op een evenement. De gemeente stelt daarbij een harde grens: geen agressie of andere vormen van geweld richting hulpverleners. Als dat gebeurt zal de gemeente zelf actief actie ondernemen om te zorgen dat een aangifte wordt opgepakt.

2.5 Toegankelijkheid

Iedereen deelt op een evenement de liefde voor de muziek, cultuur en de beleving hiervan. Hierin is iedereen gelijk. Inclusie is de norm, daarom willen we als gemeente dat evenementen ook toegankelijk zijn voor iedereen.

Een goed toegankelijk evenement levert winst op voor iedereen. Bezoekersaantallen stijgen, de waardering voor het festival neemt toe en het levert positieve mond tot mond reclame op. Festivalbezoekers met een beperking voelen zich welkom.

Ieder evenement heeft een eigen signatuur. Extra aandacht voor toegankelijkheid is nodig voor bezoekers met een lichamelijke-, zintuiglijke-, mentale- en/of verstandelijke beperking en/of mensen met een chronische ziekte. Daarnaast is iedereen welkom op onze evenementen ongeacht welke achtergrond, geaardheid, leeftijd etc.

We vinden het van belang dat als evenementen worden georganiseerd ook het aspect toegankelijkheid wordt meegenomen. Dit kan heel divers zijn zoals toegankelijkheid voor rolstoelen maar ook bijvoorbeeld een prikkelarm moment. Toegankelijkheid zien we dan ook als een vast onderdeel van de evenementen die zichtbaar moet zijn in de aanvraag. Indien bij een evenement toegankelijkheid lastig te realiseren is bijvoorbeeld door de bereikbaarheid en bruikbaarheid van de locatie dan wordt dit door de organisator aangegeven en ook gecommuniceerd.

3.1 Bevoegdheden

Voor het mogen houden van een evenement is een evenementenvergunning nodig van de burgemeester op grond van de APV. De burgemeester kan een vergunning weigeren in het belang van hetgeen onder artikel 1:8 APV:

• -

  de openbare orde;

• -

  de openbare veiligheid;

• -

  de volksgezondheid2;

• -

  de bescherming van het milieu.

Behalve de evenementenvergunning zijn vaak ook nog andere vergunningen nodig. Voor die vergunningen is het college veelal het bevoegd gezag. Hierbij kan gedacht worden aan, niet uitputtend, een ontheffing voor het geluid, een ontheffing van artikel 35 van de Alcoholwet en/of een verkeersbesluit voor het afsluiten van wegen.

Hiernaast is ook een omgevingsvergunning nodig voor een (buitenplanse) omgevingsplanactiviteit (BOPA) indien een evenement ruimtelijk relevant is, maar niet is geregeld in het (tijdelijke) omgevingsplan. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd gezag. Hiertoe zijn uitgangspunten opgesteld in die later naar het Omgevingsplan worden vertaald. Voor de wijziging van het Omgevingsplan is de gemeenteraad bevoegd gezag. Dit is verder uitgewerkt in het hoofdstuk “Evenementen en het Omgevingsplan” van deze beleidsregels.

Afwijkingsbevoegdheid bevoegd bestuursorgaan

De beleidsregels hebben de juridische status van beleidsregel als bedoeld in artikel 1:3 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In beginsel volgt de gemeente de beleidsregels. Het kan echter voorkomen dat dit vanwege bijzondere omstandigheden onevenredig is in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. In dat geval mag van de regels worden afgeweken. Het bevoegd bestuursorgaan behoudt het recht om van de beleidsregels af te wijken in het kader van openbare orde, veiligheid en bij zaken die niet zijn voorzien bij het opstellen van deze beleidsregels.

3.2 Wetten en regels

De volgende (wettelijke) regelingen komen bij evenementen vaak aan de orde:

• -

  Algemene Plaatselijke Verordening

• -

  De Algemene Wet Bestuursrecht

• -

  Gemeentewet

• -

  Alcoholwet

• -

  Wet Veiligheidsregio

• -

  Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatse

• -

  Zondagswet

• -

  Wegenverkeerswet 1994

• -

  Omgevingswet

3.3 Regels voor uitzonderlijke type evenementen

In deze paragraaf staan alle regelingen voor uitzonderlijke type evenementen. Voor dit type evenement zijn extra regels en kaders van toepassing.

Circussen

Jaarlijks ontvangen wij verzoeken van diverse circussen voor een “speelvergunning”. Een gemeente kan op basis van de ingediende verzoeken besluiten welk circus in aanmerking komt voor een evenementenvergunning. Het verlenen van een vergunning ingevolge artikel 2:25 van de APV ten behoeve van een circus is een bevoegdheid van de burgemeester. De aanvragen om een speelvergunning (evenementenvergunning) voor circussen behandelen we aan de hand van de volgende beleidsregels:

• a.

  Per kalenderjaar verlenen we twee speelvergunningen voor circussen. Dit doen wij als in dat kalenderjaar een geschikte locatie aanwezig is. Deze locatie kan zowel in Kaatsheuvel (Prins Mauritsplein) als in Loon op Zand (Kasteelweide) zijn. Als wij geen geschikte locatie aan kunnen wijzen, verlenen wij geen speelvergunning;

• b.

  Als (evenementen)organisaties particuliere terreinen vinden om een circus te houden en men heeft daar voldoende parkeermogelijkheden, dan dient dit te worden geborgd in het omgevingsplan. De eigenaar van het terrein is verantwoordelijk voor het wijzigen van het omgevingsplan;

• c.

  Een circus dient uiterlijk een aanvraag voor een speelvergunning voor 30 september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het optreden plaatsvindt in. Voor 15 december dient een besluit genomen te zijn en delen wij vervolgens de beslissing aan de circussen mee. De circussen zijn dan in staat om aaneensluitende tournees voor te bereiden;

• d.

  Aanvragen om een speelvergunning dient een circus volledig in. Een aanvraag bevat minimaal:

  • -

    De periode van uitvoering;

  • -

    Een zogenaamd circus- c.q. bouwboek waarin alle technische gegevens van de tent, installaties, stoelenplan, etc. staan vermeld;

• e.

  Ontbreken de gevraagde gegevens dan krijgt de aanvrager de mogelijkheid dit binnen 14 dagen aan te vullen. Voldoet men hier niet aan dan leggen wij de aanvraag buiten behandeling of verklaren wij de aanvraag niet ontvankelijk;

• f.

  Bij de keuze uit de aanvragen worden de volgende selectiecriteria gehanteerd:

  • -

    circussen die in de voorafgaande twee jaren een speelvergunning hebben gekregen, komen voor het jaar daarop niet meer in aanmerking tenzij er onvoldoende aanvragen zijn;

  • -

    de periode waarvoor de aanvraag is ingediend is bepalend. Circussen die een aanvraag voor de onder 2 genoemde periode hebben ingediend krijgen de voorkeur;

  • -

    beoordeling van het circus c.q. bouwboek;

  • -

    ervaringen van voorgaande jaren;

  • -

    ervaringen van andere gemeenten;

  • -

    een kwaliteitstoets op grond van recensies in de circusbladen (onder andere De Piste en Circusnieuwsbrief);

  • -

    het circus moet voldoen aan de gedragscode van de Vereniging Nederlandse Circus Ondernemingen (VNCO);

• g.

  Het maximaal aantal dagen van een speelvergunning is vijf. Dit voorschrift is opgenomen ter beperking van de mogelijke overlast voor de woon- en leefomgeving;

• h.

  Een circus sluiten wij voor twee jaar uit voor een inschrijving als:

  • -

    het circus de voorschriften niet naleeft;

  • -

    het circus aanwijzingen van bevoegd gezag niet opvolgt;

  • -

    wangedrag is geconstateerd;

• i.

  Besloten circusvoorstellingen die geen entreegelden heffen, vallen buiten dit circusbeleid. Denk hierbij aan speciale doeleinden, zoals bedrijfsfeesten en scholen.

Een aanvrager is leges verschuldigd bij het indienen van een aanvraag. Een uitzondering hierop is de inschrijving voor een speelvergunning ten behoeve van een circus. Aan een inschrijving zijn geen kosten verbonden. Een inschrijving is niet hetzelfde als een aanvraag.

Kermissen

Een kermis is een evenement of een onderdeel van een evenement. Een kermis bestaat uit meer dan 3 niet permanente kermisstandplaatsen. Onder kermisstandplaatsen verstaan wij kermisattracties en kermiseetkramen.

Een kermisattractie is:

• -

  een niet permanent geïnstalleerde inrichting ter voortbeweging van personen. Deze is bestemd voor vermaak of ontspanning. De aandrijving gebeurt door een niet-menselijke energiebron;

• -

  een wel of niet roterend attractietoestel. Hiermee kunnen passagiers een snelheid bereiken van niet meer dan 10 meter per seconde. Passagiers kunnen een hoogte bereiken van niet meer dan 5 meter boven het terrein waarop het attractietoestel staat;

• -

  een inrichting bestemd voor vermaak of ontspanning waarbij men gebruik maakt van zwaartekracht of fysieke kracht van de mens;

• -

  tijdelijke bouwwerken, tenten, verzameling speelautomaten en speeltoestellen ter vermaak of gewin.

Onder een kermis eetkraam verstaan wij:

• -

  gebakskraam, suikerspinkraam en zoetwarenkraam (snoepgoed).

Binnen een periode van vier weken mag er niet meer dan één kermis in een kern staan. Dit om ontoelaatbare overlast te voorkomen. Een kermis heeft een impact op de omgeving. Wij vinden het niet wenselijk om meerdere kermissen achter elkaar te houden. Op kleinere evenementen staan wij kermisstandplaatsen toe. Hiervoor geldt een maximum van drie. Aanvragen voor een kermis of voor kermisstandplaatsen op een evenement beoordelen wij op grond van artikel 2:25 van de APV. Wij toetsen de aanvraag aan de hand van de volgende beleidsregels:

• -

  in de kern Kaatsheuvel start de kermis op de vrijdag voor de eerste zondag van de maand juli;

• -

  in de kern Loon op Zand vindt de kermis plaats in het Paasweekend van vrijdag tot en met maandag;

• -

  binnen een periode van vier weken voor of na een kermis verlenen wij geen evenementenvergunning met meer dan 3 kermisstandplaatsen;

• -

  wij verlenen geen vergunning voor het gelijktijdig organiseren van het Pleinfestival met de kermis Loon op Zand;

• -

  wij verlenen geen vergunning voor het plaatsen/exploiteren van meer dan 15 kermisstandplaatsen tijdens het Pleinfestival;

• -

  wij wegen de overige weigeringsgronden mee.

In het kader van brandveiligheid, gelden ervoor kermissen en braderieën enige maatvoeringen voor de plaatsing van brandcompartimenten. Uitgangspunt is dat de afstand tussen brandcompartimenten minimaal 5 meter dient te bedragen op grond van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen. In afwijking van deze maatvoering, geldt voor kramen een minimale afstand van 0,5 meter. Voor attracties geldt een minimumafstand van 1,5 meter. Dit ten behoeve van het ruimtelijk kunnen inpassen van attracties, bouwsels en kramen in verband met de brandveiligheid van het evenement.

Snuffelmarkt/rommelmarkt

We kennen twee soorten markten: een snuffelmarkt en een rommelmarkt. Op een snuffelmarkt verhandelt men in hoofdzaak goederen in een gebouw of op een afgesloten terrein. Als de organisator een markt op de openbare weg houdt, dan is er sprake van een rommelmarkt. Een rommelmarkt valt onder een evenement, en wordt dus ook getoetst als een evenement met de daarbij behorende evenementclassificering en normen. Voor beiden moet de organisator een vergunning aanvragen. Buiten het begrip snuffelmarkten vallen ruimten die nagenoeg geheel en voortdurend in gebruik zijn als winkel. Zij houden zich aan de tijden in de Winkeltijdenwet. Een vergunning voor een snuffelmarkt verlenen wij op grond van artikel 5:23 van de APV. De weigeringsgronden voor de snuffelmarkt zijn de basis weigeringsgronden. Een vergunning voor een snuffelmarkt weigeren wij ook om de volgende reden, als deze strijdig is met het omgevingsplan.

Stuntshows

Het is niet toegestaan binnen de bebouwde kom evenementen te organiseren waarbij met gemotoriseerde voertuigen stunts worden uitgevoerd. Op 11 december 2007 heeft het college dit besluit genomen.

Sportactiviteiten

Als een sportactiviteit een impact op de omgeving heeft, kunnen wij dit als vergunningplichtig evenement beschouwen. Op die manier kunnen wij maatregelen treffen ter bescherming van de openbare orde, de verkeersveiligheid en het voorkomen van overlast. De beoordeling of een activiteit valt onder de definitie van evenement is een bevoegdheid van de burgemeester. Sportverenigingen dienen toernooien en andere activiteiten uiterlijk 8 weken voor de dag van uitvoering te melden.

Vechtsportevenement

Onverminderd de weigeringsgronden kan de burgemeester een vergunning voor een vechtsportevenement als bedoeld in paragraaf 1.4 weigeren als de organisator of de aanvrager van de vergunning in enig opzicht van slecht levensgedrag is. De gemeente voert een Bibob-onderzoek uit.

Evenementen waar gezwommen of gebaden wordt

De Omgevingswet stelt specifieke regels voor evenementen waar gezwommen of gebaden wordt, in verband met mogelijke risico’s voor de gezondheid en veiligheid van deelnemers. Dit is geregeld in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) onder hoofdstuk 15. Indien er op dit evenement gezwommen of gebaden wordt, waarbij deze baden meer dan 24 uur aaneengesloten opengesteld zijn, dan gelden er regels voor deze activiteit. In deze regels staat onder andere dat er een melding gedaan moet worden van deze activiteit. Deze melding dient ten minste 4 weken voor aanvang van de activiteit worden gedaan bij de Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB). Zonder melding is het verboden om de activiteit aan te bieden. In een melding dient de volgende informatie te staan:

• -

  De aanduiding van de activiteit (in dit geval het 'gelegenheid bieden tot zwemmen of baden');

• -

  De naam en het adres van degene die de activiteit verricht;

• -

  Het adres waarop de activiteit wordt verricht;

• -

  Een dagtekening en ondertekening.

3.4 Overige regelgeving

In deze paragraaf staat alle overige regelgeving omtrent evenementen. Deze regelgeving is afkomstig uit andere besluiten (van de gemeente Loon op Zand) die van toepassing zijn op het organiseren van evenementen als het kunnen verlenen van vergunningen.

Bij de actualisatie van de beleidsregels is ook gekeken naar de rol van de gemeente zelf bij deze evenementen, zowel in faciliterende als ondersteunende zin, alsook op het gebied van financiële mogelijkheden en eenduidige en laagdrempelige informatie rondom vergunningverlening. Deze uitgangspunten zijn intern opgehaald binnen de gemeente, met bewoners en met organisatoren.

4.1 Gemeentelijke dienstverlening

Uitgangspunten:

• -

  De gemeente hanteert een evenementencoördinator, van de afdeling Omgeving en Veiligheid, die is aangewezen als aanspreekpunt van het evenementenloket.

• -

  De gemeente kan subsidie geven aan organisatoren van evenementen die passend zijn bij het DNA van de gemeente.

• -

  De gemeente vraagt evenementorganisatoren om in de vergunningaanvraag aan te tonen nagedacht te hebben over de toegankelijkheid van het te organiseren evenement. De gemeente wil dit faciliteren door voor dit soort initiatieven een extra pluscriteria op te nemen in de subsidieregeling.

• -

  Door de opname van een meldingsplicht met de bijbehorende indieningsvereisten, verlaagt de drempel voor evenementorganisatoren om een evenement te organiseren. Door evenementen in de A-categorie te splitsen in vergunningsplichtig en meldingsplichtig, kan de organisatorische drempel worden verlaagd.

• -

  Vrijwilligersorganisaties zijn vrijgesteld van de gemeentelijke leges als wordt voldaan aan de criteria zoals beschreven in de Legesverordening Loon op Zand.

4.2 Evenementenloket

Het evenementenloket fungeert als het centrale aanspreekpunt voor alle zaken met betrekking tot evenementen in de gemeente Loon op Zand. Door als één platform naar buiten te communiceren, behoudt het loket het overzicht en zorgt het voor een gestroomlijnde afhandeling van aanvragen en verzoeken. Binnen het evenementenloket is ook de informatie te vinden omtrent het aanvragen van een vergunning en de daar bijbehorende procedure. Organisatoren kunnen hier ook terecht voor alle bijbehorende formats die nodig zijn voor de gekozen aanvraag. Hierdoor kunnen organisatoren gemakkelijk en efficiënt toegang krijgen tot de benodigde informatie en ondersteuning voor hun evenementen.

Een belangrijk aspect van het evenementenloket is de online beschikbaarheid van informatie. Zo staat de geldende wet- en regelgeving, indieningsvereisten (zie bijlage 3), veel gestelde vragen en informatie van externe partijen ook aangegeven. Daarnaast wordt er ook een koppeling gemaakt met vrijwilligers, waardoor organisatoren toegang hebben tot een pool van vrijwilligers die kunnen helpen bij de uitvoering van evenementen. Dit versterkt niet alleen de betrokkenheid van de lokale gemeenschap bij evenementen, maar biedt ook praktische ondersteuning aan organisatoren.

Verder wordt er een evenementenkalender bijgehouden die online zichtbaar is voor iedereen. Hierdoor kunnen inwoners en bezoekers gemakkelijk zien welke evenementen er plaatsvinden in de gemeente en kunnen zij hierop inspelen. Dit draagt bij aan de promotie van evenementen en vergroot de betrokkenheid van de gemeenschap. Organisatoren zijn zelf verantwoordelijk voor onderlinge afstemming van de evenementenkalender. Organisatoren kunnen hier geen rechten aan ontlenen. Als er geen mogelijkheid is tot afstemming, kan het college van B&W een afweging maken. De kalender wordt officieel bijgewerkt op het moment dat er voor evenementen een vergunningaanvraag ligt. Het bevoegd gezag kan een vergunningaanvraag wel weigeren op het moment dat er tegelijkertijd evenementen plaatsvinden wat de openbare orde en veiligheid in gevaar brengt.

Het evenementenloket streeft ernaar om een dienstverlenende rol te vervullen, waarbij transparantie en toegankelijkheid centraal staan. De gemeente Loon op Zand staat open voor dialoog en fungeert graag als sparringpartner voor organisatoren, om samen te werken aan het succesvol organiseren van evenementen die bijdragen aan een levendige en bruisende gemeente. De gemeente Loon op Zand verwacht wel eigen verantwoordelijkheid van organisatoren.

4.3 Materiële ondersteuning

De gemeente heeft materialen die zij ter beschikking kan stellen aan evenementenorganisaties. Hierbij geldt dat wat aanwezig is, de gemeente uit kan lenen. Wat de gemeente niet in beheer heeft, kunnen de organisaties op eigen kosten ergens anders huren. De dranghekken e.d. zijn gratis af te halen. Voor de bezorging vraagt de gemeente een vergoeding. In de legesverordening Loon op Zand staan alle bedragen op een rijtje.

Naast de materiële ondersteuning, biedt de gemeente ook de evenemententerreinen zelf aan wat als onderdeel van materiële ondersteuning gezien kan worden. Uitgangspunt hierbij is dat er voorafgaand aan een evenement en na het plaatsvinden van het evenement een schouw plaatsvindt. De evenementorganisator draagt hierbij de verantwoordelijkheid en zorg voor het in goede staat achterlaten van de gebruikte ruimte. De gemeente stelt de evenementorganisator aansprakelijk voor alle vastgestelde schade.

Water en stroomgebruik is waar mogelijk te verkrijgen vanuit de gemeente. Hiervoor wordt er een dagelijks tarief zoals aangegeven in de tarievenverordening, te vinden op de website van Loon op Zand.

4.4 Subsidieregeling/stimuleringsfonds

Het stimuleringsfonds geeft de mogelijkheid om evenementen te stimuleren die passend zijn bij het DNA van de gemeente. Ook stimuleren we op deze manier nieuwe en unieke initiatieven. Ten slotte willen we op deze manier een flexibel budget bieden die elke organisatie naar eigen inzicht zelf kan besteden.

De gemeente heeft ervoor gekozen de subsidieregeling te herzien. Met deze herziene subsidieregeling ondersteunt en stimuleert gemeente Loon op Zand evenementenorganisaties om kwalitatieve en waardevolle evenementen te organiseren. De subsidieregeling is een apart vastgesteld document waarnaar verwezen wordt in deze beleidsregels. De subsidieregeling staat los van de beleidsregels. Deze kan jaarlijks door het college worden herzien voor eventuele aanpassingen.

4.5 Ontheffingen Geluidshinder

Een ontheffing wordt verleend op grond van artikel 4:6 van de APV. Het gaat hier om een ontheffing van het verbod om geluidsapparatuur in werking te hebben buiten een inrichting. Dit geldt ook als er handelingen worden verricht buiten een inrichting die geluidhinder voor de omgeving veroorzaken. Het college besluit bij vaststelling van deze beleidsregels om op grond van artikel 4:6 van de APV evenementen vrij te stellen voor een ontheffing geluidshinder buiten een inrichting. In dit artikel staan geen extra weigeringsgronden genoemd. Hiervoor gelden de basis weigeringsgronden in artikel 1:8 en 2:25 van de APV.

Een ontheffing geluidhinder verlenen wij niet:

• -

  Als de organisator onvoldoende kan aantonen dat er geen goed leefklimaat behouden kan worden door ontoelaatbare overlast3 met betrekking tot geluid.

Als tijdens een evenement muziek ten gehore wordt gebracht, verlenen wij geen vergunning of ontheffing buiten de volgende tijden:

• -

  maandag t/m donderdag tussen 09.00 uur en 23.00 uur;

• -

  vrijdag en zaterdag tussen 09.00 uur en 24.00 uur;

• -

  zondag tussen 13.00 uur en 23.00 uur. De gemeente is afhankelijk van de Zondagswet. Hier kan in het gemeentelijk beleid niet van worden afgeweken.

Het bevoegd gezag van de gemeente kan afwijkende begin- of eindtijden voor het evenement bepalen. Dit kan ruimer zijn op verzoek van de organisator omdat dit het evenement beter past of beperkter ter bescherming van het woon- en leefklimaat en/of de openbare orde.

Het maximale geluidsniveau na 24.00 uur wordt in de verleende vergunning opgenomen. Hierbij wordt sowieso tot 01:00 uur het geluid gereduceerd met 10 dBA en C van het maximum. Deze uitzondering wordt alleen gemaakt als er sprake is van een evenement waarbij het volgende van toepassing is:

• -

  het evenement kan alleen in de nachtelijke uren plaatsvinden. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een loopwedstrijd of andere tocht die enige uren duurt. Hieronder verstaan wij niet een evenement met een eindtijd na 24.00 uur vanwege:

  • -

    de duisternis (denk aan oud & nieuw);

  • -

    het tonen van een licht-, vuur- of lasershow;

  • -

    een andere voorstelling of optreden.

  • -

    tijdens het evenement wordt overnacht;

• -

  er is sprake van een lustrumjaar (periode van vijf jaar of een veelvoud daarvan) voor een jaarlijks terugkerend evenement. Uitgangspunt hierbij is dat de omgeving geen ontoelaatbare overlast ondervindt. Bij een lustrum staan wij een maximale eindtijd van 01.00 uur toe op een zaterdag.

Het bevoegd gezag kan besluiten buiten de genoemde tijden een uitloopperiode toe te staan. De afweging vindt plaats door politie, toezichthouders van de gemeente of dergelijk betrokken partijen voorafgaand aan het evenement. De uitloop houdt in dat het evenement in fases wordt beëindigd. Hiermee voorkomen wij dat het publiek negatief reageert op een abrupte beëindiging van het evenement. Of om bezoekers geleidelijk het evenement te laten verlaten in het kader van veiligheid. De wijze waarop het evenement wordt beëindigd, gebeurt op aangeven van de politie of toezichthouders. De organisator hoort de aanwijzingen op te volgen. Deze verplichting om aanwijzingen op te volgen, staat als voorschrift in de vergunning.

De gemeente hanteert uitgangspunten van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant (Veiligheidsregio MWB) omtrent de classificering van evenementen op basis van risico. Risico wordt onderverdeeld in de onderwerpen Activiteitsprofiel, Publieksprofiel en Ruimtelijk profiel. Deze drie profielen hebben elk onderliggende beoordelingscriteria. Op basis van de invulling van evenementen in de beoordelingscriteria en de hierbij behorende risico-inschatting, kan een juiste categorie worden gebonden aan een evenement. Evenementen worden beoordeeld met een behandelclassificatie van A, B of C. Een organisatie van een evenement moet de risico’s kunnen benoemen en laten zien op welke wijze men zich daarop voorbereidt. Afhankelijk van het aantal en de aard van de risico’s vraagt een evenement meer aandacht van de gemeente, de politie en/of VNOG. Soms ook van de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR).

Binnen de ABC classificering, kiest de gemeente ervoor om ook een meldingsplicht op te nemen. Dit zijn de kleinschalige evenementen die volstaan met een melding binnen de risicocategorie A. Voor de overige soorten moet altijd een vergunning aangevraagd worden in verband met het gepaarde risico. De categorie bepaalt verder welke risico’s aan een evenement zitten.

• -

  Categorie A: dit is een kleinschalig niet-risicovol evenement.

  • -

    Vergunningsplichtig evenement

  • -

    Meldingsplichtig evenement

• -

  Categorie B: dit is een enigszins risicovol evenement.

• -

  Categorie C: dit is een risicovol evenement.

Afbeelding 1: Stroomschema behandelclassificatie (Bron: IFV, HEV 2018)

5.1 A-categorie Evenementen: Kleinschalig en laag risico

De A-categorie omvat kleinschalige evenementen met een laag risico. De organisator kan het evenement zelf voldoende voorbereiden en uitvoeren. Voorbeelden zijn buurtfeesten, culturele workshops en kleine markten. Deze evenementen vergen weinig mobiliteits- en veiligheidsmaatregelen, hebben beperkte impact op de omgeving en worden beschouwd als waardevolle initiatieven die de lokale gemeenschap versterken. Het is ook de categorie evenementen waarvoor onderzocht is of kan worden volstaan met een meldingsplicht. A-categorie evenementen kunnen dus zowel vergunningsplichtig als meldingsplichtig zijn. Ongeacht het relatief lage risico dat gepaard gaat met deze classificering, is het gewenst een kort veiligheidsplan aan te leveren bij de vergunningplichtige gevallen.

5.2 B-categorie Evenementen: aandachtsevenement

B-categorie evenementen hebben een groter risico en vereisen een meer gedetailleerdere planning. Het evenement heeft vanuit de gemeente en organisator meer aandacht nodig bij de voorbereiding dan een A-evenement. De gemeente kan het nodig vinden om advies vanuit de hulpdiensten aan te vragen. Deze evenementen kunnen variëren van concerten en grote feesten tot jaarlijkse kermissen. Voor deze categorie wordt een veiligheids- en mobiliteitsplan essentieel geacht. Het streven is om zowel de veiligheid van bezoekers als de leefbaarheid in de directe omgeving te waarborgen.

5.3 C-categorie Evenementen: Grootschalig met hoog Risico

De C-categorie omvat grootschalige evenementen met een hoog risico, zoals festivals met grote bezoekersaantallen en complexe logistieke uitdagingen. Deze evenementen vergen uitgebreide planning, veiligheidsmaatregelen en coördinatie op verschillende niveaus. Ze vragen veel inzet van de gemeente bij de voorbereiding en coördinatie om te komen tot een vergunning waarin de opgelegde maatregelen de risico’s zoveel mogelijk minimaliseren. De impact van de risico’s is zodanig groot, dat de organisator van het evenement moet samenwerken met betrokken hulpdiensten en gemeente. De risico’s moeten duidelijk in kaart worden gebracht. Ook moeten heldere afspraken én beschrijvingen gemaakt worden over de te nemen maatregelen bij een calamiteit.

5.4 Toepassing categorisering op evenementenlocaties

Door het toepassen van de ABC-categorisering sluit de gemeente Loon op Zand aan bij de Regio. De meest voorkomende evenementen in onze gemeente vallen in de categorie A of B. En hoewel volgens de Regio de organisator van een A-evenement veelal zelf het evenement kan voorbereiden en uitvoeren, blijkt in de uitvoering dat juist deze evenementen nogal eens veel aandacht kunnen vragen. Overleg waar nodig en transparante communicatie met organisatoren zijn nodig om ervoor te zorgen dat evenementen niet alleen voldoen aan de verwachtingen van deelnemers, maar ook de leefbaarheid en veiligheid binnen de gemeente behouden. Als evenementen passen binnen de meldingsplichtige gevallen onder categorie A, kan binnen de melding een risico-afweging gemaakt worden waardoor risico’s alsnog in beeld gebracht kunnen worden.

Voor de twee aangewezen evenementenlocaties (Anton Pieckplein en Kasteelweide) zijn de volgende aantallen vastgesteld:

Het Anton Pieckplein en de Kasteelweide zijn de twee evenementenlocaties in de gemeente Loon op Zand. Aan de hand van het evaluatiedocument evenementenbeleid Loon op Zand 2020, het participatietraject, de gevoerde omgevingsdialogen en de Nota Limburg4 zijn de geluidsnormen geanalyseerd en waar nodig aangepast. Uit de resultaten hiervan zijn de volgende geluidsnormen en het aantal evenementencategorieën per locatie gekomen waaraan voldaan dient te worden voor het verkrijgen van een evenementenvergunning. Geluidsbelasting en de evenementen categorieën zijn twee losstaande beoordelingskaders van een evenement. Het kan dus zijn dat een evenement met een hoge geluidsbelasting qua omvang en risico een A – evenement is. In dit hoofdstuk wordt de geluidsbelasting besproken, in voorgaand hoofdstuk zijn de evenementen categorieën benoemd.

6.1 Geluidsnormen

Er zijn geluidsnormen opgenomen ten behoeve van een gezonde leefomgeving. Deze geluidsnormen zijn op basis van de Nota Limburg aangezien deze enige jurisprudentie omvat die toepasbaar is voor evenementen. Door gebruik te maken van nota Limburg, is een gezond leefklimaat te waarborgen.

Een eis van de gemeente is dat organisatoren de best beschikbare technieken (BBT) toepassen. Hiertoe kan een akoestisch rapport worden opgevraagd. Als uit een akoestisch rapport blijkt dat met een lagere geluidbelasting op de gevels gewerkt kan worden, dan wordt de geluidnorm daarop aangepast.

Enkele voorbeelden van BBT zijn:

• -

  Podia en speakers worden in de meest optimale richting opgesteld.

• -

  Speakers moeten zo goed mogelijk gericht zijn op het publiek.

• -

  Het afschermen en/of inpakken van speakers;

• -

  Het toepassen van ‘gerichte’ geluidsystemen met behulp van cardioïde speakers;

• -

  Het beperken (‘wegdraaien’ of affilteren) van de hele lage bastonen onder de 40 Hz;

6.2 Op- en afbouwtijden

Het opbouwen van een buitenevenement kan overlast veroorzaken. Om deze reden mag:

• 1.

  Het opbouwen van een buitenevenement maximaal 3 dagen voorafgaand aan het betreffende evenement tussen 07.00 en 19.00 uur plaatsvinden;

• 2.

  Het buitenevenement moet uiterlijk op de tweede dag na afloop van het evenement om 19.00 uur afgebroken zijn;

• 3.

  Afbouwen moet plaatsvinden tussen 07.00 en 19.00 uur.

Met de op- en afbouwtijden wordt aangesloten bij de tijden in het Activiteitenbesluit en de circulaire Bouwlawaai, omdat deze regelgeving als uitgangspunt heeft om geluidsoverlast zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken. De burgemeester kan in bijzondere gevallen afwijken van bovenstaande tijden en dagen.

6.3 Anton Pieckplein

Het Anton Pieckplein wordt over het algemeen aangewezen als het meest voornaamste terrein om evenementen te organiseren. Door het aanwijzen van het Anton Piecklplein als evenementenlocatie, dienen hier ook passende normen voor opgenomen te worden. In het evaluatiedocument van 2020 “Evaluatiedocument evenementenbeleid 2018-2020” is een akoestisch onderzoek opgenomen voor het Anton Pieckplein. Op basis van het voorgaande beleid en aan de hand van het evaluatiedocument zijn het maximaal aantal evenementen per jaar per categorie bepaald. Het overzicht staat in onderstaande tabel.

Om voor verschillende soorten evenementen een hierop toegesneden pakket aan geluidsvoorwaarden te stellen, is er een indeling gemaakt in geluidscategorie van evenementen op basis van geluidbelasting naar de omgeving. Bij elke categorie wordt aangegeven hoeveel evenementen van deze categorie georganiseerd mogen worden op het Anton Pieckplein. De burgemeester kan bij uitzondering gemotiveerd afwijken van de genoemde aantal evenementen per locatie.

Indien een evenement geen doorgang kan vinden op het Anton Pieckplein, kan met goede reden worden afgeweken naar het Prins Mauritsplein. Een goede reden voor het organiseren van evenementen op het Prins Mauritsplein in afwijking van het Anton Pieckplein kan bijvoorbeeld zijn door het nodig hebben van een zachte ondergrond. De evenementen Jeugdpret en het Circus zijn zulke evenementen die niet plaats kunnen vinden op het Anton Pieckplein.

6.4 Kasteelweide

De Kasteelweide is een aangewezen evenemententerrein met cultuurhistorische waarden. Uit gesprekken met de gemeente en organisatoren is gebleken dat het gebruiken van de Kasteelweide als evenemententerrein zeer wenselijk is. Aangetoond met een draagkrachtberekening in 2018 is echter dat de fysieke draagkracht van de Kasteelweide vaak niet toereikend is voor het kunnen organiseren van evenementen. Bovendien zorgen de cultuurhistorische en archeologische waarden ervoor dat er maximaal 50 cm de bodem in mag worden gegaan. Daarom wordt het terrein te weinig gebruikt als evenemententerrein. De maximale belasting van het terrein is matig en het terrein is vaak drassig. Om de Kasteelweide met zekerheid te kunnen gebruiken als evenementenlocatie waarbij gebruik wordt gemaakt van vrachtwagens/trucks zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk omdat de toplaag onvoldoende draagkrachtig is in de huidige vorm. Uitgangspunt is dus om de draagkracht van het terrein te vergroten. Er kan worden ingezet op het treffen van de volgende maatregelen om de draagkracht te verbeteren:

• -

  Verbeteren van de ondergrond/toplaag

  Bij het verbeteren van de toplaag zal de draagkracht van het gebied licht vergroot worden.

  Door het vermengen van zand in de toplaag zal deze verschraald worden. Het voordeel dat hierbij bereikt wordt is dat de draagbaarheid hoger wordt en dat het water beter kan infiltreren in de ondergrond waardoor de toplaag langduriger betreden kan worden ook bij regenval. Weersomstandigheden kunnen een grote rol blijven spelen in de draagbaarheid van de kasteelweide, voornamelijk als deze te maken krijgt met intensieve betreding. Bij droog en lichte regenval weer zal de draagbaarheid van de graszode goed tot voldoende zijn, bij hevige regenval zal deze echter niet toereikend zijn.

• -

  Toepassen van tijdelijke rijplaten

  Het gebruik van rijplaten is een tijdelijke maatregel die bij elk evenement opnieuw toegepast dient te worden. Door het toepassen van rijplaten zal de draagkracht plaatselijk aanzienlijk vergroot worden. Het nadeel is dat het gevolg hiervan is dit jaarlijks opnieuw toegepast moet worden wat ieder jaar nieuwe transportbewegingen met zich meebrengt. De kosten voor het gebruik van rijplaten zijn te overzien.

Bovenstaande maatregelen in acht genomen, zijn de volgende uitgangspunten opgenomen voor het houden van evenementen op de Kasteelweide vanuit het aspect geluidsbelasting:

In deze beleidsregels is het aantal evenementen op de Kasteelweide en het Anton Pieckplein gelijk gesteld. Het aantal evenementen is hiermee maximaal gelijkgesteld, maar het is altijd aan de burgemeester om op basis van (externe) adviezen wel of geen evenement toe te staan.

6.5 Overige evenementlocaties

Naast de evenemententerreinen Anton Pieckplein en de Kasteelweide, worden er natuurlijk meerdere evenementen op andere plekken georganiseerd. Het Anton Pieckplein en de Kasteelweide zijn onze primaire evenementenlocaties. Hier zijn dan ook voorzieningen aanwezig voor stroom en water.

We hebben ook nog een aantal secundaire locaties binnen de kernen die gebruikt kunnen worden of als uitwijkmogelijkheid als de primaire locaties niet geschikt of bruikbaar zijn. Denk hierbij aan het Prins Mauritsplein in Kaatsheuvel en Oranjeplein/voorzijde dorpshuis in Loon op Zand. Verder hebben we plekken binnen de gemeente als vier terugkerende locaties in het buitengebied.

In het buitengebied zijn er een viertal jaarlijks terugkerende evenementen:

Het buitengebied is een locatie die zich incidenteel biedt als evenemententerrein. Voor evenementen in het buitengebied dient maatwerk geleverd te worden op basis van de uiteenlopende evenementen en locaties. De organisatoren van de locaties dienen zelf een actueel akoestisch onderzoek te overleggen bij de gemeente. Daarbij dienen de evenementorganisator(en), de gemeente en de betrokken veiligheidsorganisaties een afweging te maken met betrekking tot de gestelde normen voor het kunnen verlenen van een vergunning.

Evenementen in het buitengebied kunnen alleen plaatsvinden met toestemming van de terreineigenaren die het betreft. Het is de verantwoordelijkheid van de organisatie om op deze manier voor afstemming te zorgen.

Het duingebied

In het gebied van het Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen is de Duinverordening van toepassing. In dit gebied is een vergunning nodig van de burgemeester voor wedstrijden, evenementen, bijeenkomsten of andere manifestaties. Deze Duinverordening vervangt de APV niet, maar is een aanvulling hierop. In de gevallen waarin de Duinverordening niet voorziet, is de APV van toepassing. De vrijstelling voor een vergunning geldt niet voor activiteiten in het gebied dat valt onder de Duinverordening. De vrijstellingsmogelijkheid is niet in de Duinverordening opgenomen.

Een vergunning voor een activiteit in de Duinverordening toetsen wij op de weigeringsgronden. Een weigeringsgrond die hierbij wordt toegevoegd, is het niet hebben van toestemming vanuit Natuurmonumenten. Indien een evenementorganisatie niet kan aantonen toestemming te hebben van Natuurmonumenten, kan de gemeente de vergunning weigeren.

7.1 Aanvraagformulier

De evenementenorganisator kan via de website van de gemeente het digitale aanvraagformulier invullen. Om het digitale aanvraagformulier in te kunnen vullen heeft de evenementenorganisator een DigiD nodig. Bedrijven, organisaties en verenigingen kunnen gebruik maken van e-Herkenning. Tijdens het invullen wordt er bepaald of de evenementenorganisator volstaat met een melding of dat een evenementenvergunning nodig is.

De evenementenvergunning wordt altijd digitaal ingediend via het evenementenloket.

7.2 Indieningstermijnen

Om een vlotte en zorgvuldige afhandeling van evenementenvergunningen te waarborgen, hanteren we indieningstermijnen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen A, B en C categorie evenementen zoals ook aangegeven in hoofdstuk 5:

• -

  A-evenementen Meldingsplicht: Meldingen dienen uiterlijk 4 weken voorafgaand aan het evenement te worden ingediend.

• -

  A-evenementen: Aanvragen dienen uiterlijk 10 weken voorafgaand aan het evenement te worden ingediend.

• -

  B-evenementen: Aanvragen dienen uiterlijk 12 weken voorafgaand aan het evenement te worden ingediend.

• -

  C-evenementen: Aanvragen dienen uiterlijk 15 weken voorafgaand aan het evenement te worden ingediend.

. Dit is een vrijblijvend kader waarbij er ook een interne beoordeling aan te pas komt door de gemeente als het evenement geen meldingsplichtig evenement is. Indien evenementorganisator niet tijdig een aanvraag indient voor het organiseren van een evenement, is dit een geldige reden voor het bevoegd gezag om de aanvraag te weigeren. De indieningstermijn wordt dus gezien als weigeringsgrond voor de vergunningsaanvraag.

Indien blijkt dat een aanvraag onvolledig is dan krijgen de organisatoren twee weken de tijd om dit op orde te brengen. Deze ruimte is er binnen de termijn zoals hierboven aangegeven.

7.3 Toezicht & Handhaving

Bij evenementen die in categorie B en C vallen wordt er altijd een evaluatie gepland met de veiligheidspartners. Categorie A wordt benaderd voor een evaluatie indien noodzakelijk. Denk er bijvoorbeeld aan als er veel meer bezoekers zijn geweest dan in de vergunning stond.

Verder is inzet van politie en buitengewoon opsporingsambtenaren een integraal onderdeel van de beleidsregels evenementen. Enerzijds vanwege de capaciteit die dit uiteindelijk vraagt en anderzijds voor het creëren van een gelijk speelveld voor de organisatoren. Denk hierbij aan afspraken over handhaving op onderdelen die niet zijn vergund, het regelen van parkeerdrukte, de bereikbaarheid van hulpdiensten. Hiervoor kan per evenement een risicoanalyse gemaakt worden door organisator. Dit heeft te maken met crowd management en crowd control.

Er zijn verschillende momenten waarop het terrein wordt beoordeeld. Om ervoor te zorgen dat evenemententerreinen schoon en onbeschadigd blijven, wordt er een grondige 0-meting uitgevoerd. Voordat de eerste werkzaamheden beginnen, vindt er een 0-meting voorafgaand aan het evenement plaats (). Deze wordt uitgevoerd door de organisatie met de gemeente. Hierbij wordt de algehele staat van het terrein beoordeeld. Deze 0-meting is verplicht voor alle vergunningplichtige (A, B en C) evenementen, onafhankelijk van het advies en profiel van de veiligheidsregio.

Tijdens de 0-meting wordt nauwkeurig gedocumenteerd hoe het terrein eruitziet voordat de organisatie begint met opbouwen. De verantwoordelijkheid voor eventuele vervuiling of schade aan het terrein ligt volledig bij de evenementorganisatie.

Als de opbouw van het evenement gereed is dan vindt een schouw plaats door de gemeente en de partijen die vanuit veiligheid betrokken zijn. Hierbij wordt gekeken naar de onderdelen openbare orde en veiligheid. Als alles veilig en goedgekeurd is wordt het terrein vrijgegeven voor het evenement.

Na afloop van het evenement vindt er een nabeschouwing plaats, waarbij gecontroleerd wordt of het terrein in dezelfde staat is achtergelaten als bij de 0-meting. Eventuele schade of vervuiling wordt in deze fase vastgesteld.

Tot slot wordt er een evaluatiegesprek gevoerd met de organisatie. In het evaluatiegesprek wordt meestal het proces besproken van het evenement. De aanloop, het evenement zelf. Hierin kunnen ook de 0-meting en de oplevering vallen.

7.4. Meerjarige vergunningen

Er worden geen meerderjarige evenementenvergunningen verleend. Dit doen we om volgende reden:

• -

  Elk evenement is uniek en vraagt jaarlijks toch weer om wijziging ten opzichte van het vorige jaar. Wel is het doel om het evenementenloket op de website zodanig in te richten dat organisatoren met minimale wijzigingen toch gemakkelijk in kan worden gediend.

De Omgevingswet biedt geen directe regels met betrekking tot evenementen, gemeentes kunnen specifieke regels hiervoor opstellen. Daarbij is het van belang dat de gemeente regels en bepalingen opneemt in het omgevingsplan ten behoeve van ruimtelijk relevante evenementen. Dit borgt het kunnen organiseren van evenementen in het Omgevingsplan en geeft duidelijke locaties weer waar de activiteit ‘evenemententerrein’ terug kan komen. Gemeenten kunnen in het omgevingsplan bepalen welke activiteiten (waaronder evenementen) meldingsplichtig zijn en welke een omgevingsvergunning vereisen. Voor grotere evenementen kan nog steeds een specifieke omgevingsvergunning nodig zijn. Deze beleidsregels evenementen biedt een kader voor de opname van specifieke regels over geluidsniveaus, veiligheid, locatiecriteria en andere aspecten die relevant zijn voor de organisatie van evenementen.

Niet alles gaat over in het omgevingsplan. Er blijft een toetsingskader in de beleidsregels evenementen. Bijvoorbeeld:

• -

  Alle regels met betrekking tot openbare orde en veiligheid (op basis van de APV)

• -

  Andere regels die niet over de fysieke leefomgeving gaan (regels voor het schenken van alcohol bijvoorbeeld)

• -

  De regels uit het Omgevingsplan voor milieubelastende activiteiten gelden niet voor evenementen. Dit is geregeld in artikel 22.41 Omgevingsplan.

Wat gaat er wel naar het omgevingsplan?

• -

  Gebruiksregels over evenementen die al wel ruimtelijk zijn ingepast in het tijdelijk deel van het omgevingsplan (in dit geval de evenemententerreinen Anton Pieckplein en Kasteelweide) moeten in het nieuwe deel van het omgevingsplan worden opgenomen. Het omgevingsplan moet namelijk altijd voldoen aan de instructieregels uit het Besluit Kwaliteit Leefomgeving. Hierdoor moet het omgevingsplan gebruiksregels bevatten die ervoor zorgen dat deze evenementen aanvaardbaar zijn op de locatie. Bijvoorbeeld regels over aanvaardbaar geluid op een locatie. Instructieregels voor geluid komen dus in het omgevingsplan.

• -

  Gebruiksregels over evenementen die niet ruimtelijk zijn ingepast, mogen in het nieuw deel omgevingsplan worden opgenomen. Evenementen hebben namelijk effect op de fysieke leefomgeving, maar wijzigen de leefomgeving niet permanent. Doel is om dit ook in het omgevingsplan te regelen. Ter uitvoering van deze beleidsregels worden evenementen in het omgevingsplan opgenomen.

8.1 BOPA of wijzigen omgevingsplan

Evenementen hebben vaak een incidenteel of jaarlijks terugkomend karakter op een specifieke locatie waardoor het niet wenselijk is om de activiteit ‘evenement’ op te nemen in het omgevingsplan voor het gehele ambtelijke gebied. Door het verlenen van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA), kan er afgeweken worden van de toegestane activiteiten binnen een gebied, en een bijkomende activiteit mogelijk gemaakt worden. Echter geeft de Omgevingswet de verplichting om deze afwijkende vergunningen te integreren in het Omgevingsplan over een periode van 5 jaar. Door het opnemen van gebiedsspecifieke normen en regels in het Omgevingsplan, zijn evenementen evenwichtig toe te delen aan specifieke locaties in het ambtelijk gebied.

De bestuurlijke en operationele voordelen van het opnemen van evenementen in het omgevingsplan zijn als volgt:

• 1.

  Door het opnemen van evenementen in het omgevingsplan, worden gebieden aangewezen waar een evenement mogelijk is. Door dit te benoemen met de bijbehorende voorwaarden/afwijkingsmogelijkheden, kan er afgezien worden van een buitenplanse Omgevingsplanactiviteit (BOPA) procedure voor het organiseren van een evenement. Voor evenementorganisatoren neemt dit veel procedurele stappen weg waardoor de gemeente meer dienstverlenend kan zijn. Ook zullen leges voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (OPA) lager zijn dan voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten.

• 2.

  Door evenementen op te nemen in het Omgevingsplan, kan op voorhand een evenwichtige toedeling van functies aan locaties gewaarborgd worden. Door op voorhand na te denken en de mogelijkheden te analyseren, worden evenementen op een goede manier geborgd. Als de gemeente dit niet zou opnemen, dient deze afweging telkens opnieuw gemaakt te worden wanneer een BOPA procedure doorlopen wordt.

• 3.

  Door evenementen op te nemen in het Omgevingsplan, en er dus gewerkt kan worden met binnenplanse omgevingsplanactiviteiten procedures (OPA’s) of meldingsplicht, scheelt dit in werkdruk en efficiëntie voor vergunningverlening. Aangezien OPA’s gemakkelijker te toetsen zijn en gemakkelijker te verlenen zijn (indien activiteit past binnen de regelgeving), neemt dit procedurele tijd en gemeentelijke kosten weg.

Door specifieke gebieden aan te wijzen in het Omgevingsplan, kunnen er mogelijke evenementencategorieën per gebied aangesteld worden. Zo kunnen er per gebied specifieke regels en normen gelden waaraan evenementen dienen te toetsen om deze zonder uitzondering op de geldende regels te kunnen uitvoeren. Daarbij is het mogelijk om afwijkingsmogelijkheden op te nemen waardoor andere soort evenementencategorieën ook mogelijk zijn. Dit kan alleen mits deze ten behoeve van de gezonde leefomgeving bijvoorbeeld een akoestisch onderzoek laten uitzetten met daarbij een omgevingsdialoog.

8.2 Beoordeling ruimtelijk relevante evenementen

In deze beleidsregels worden regels opgenomen voor het toetsen van evenementen aan de criteria van ruimtelijke relevantie. Deze regels hebben de volgende opbouw:

• -

  Is een evenement ruimtelijk relevant (zie bijlage 2)?

• -

  Kan een evenement worden getoetst aan het omgevingsplan?

• -

  Hoe wordt er gehandeld als een evenement in strijd is met het omgevingsplan?

Eenmalige/meerjarige OPA of BOPA

De gemeente Loon op Zand kan voor (ruimtelijk relevante) terugkomende evenementen een meerjarige OPA of BOPA verlenen. De evenementen die hiervoor in aanmerking komen en de regels daarbij zijn als volgt:

• -

  Bij éénmalige evenementen en bij evenementen die voor het eerst worden georganiseerd wordt een OPA of BOPA verleend voor één jaar.

• -

  Bij evenementen die plaatsvinden op locaties die niet zijn gewaarborgd in het omgevingsplan moet een omgevingsdialoog met omwonenden worden gevoerd als onderdeel van de vergunningsaanvraag.

• -

  Bij terugkerende evenementen kan een BOPA voor een maximale periode van vijf jaar worden verleend.

• Voorwaarde: de (minimaal 2) voorgaande edities kennen geen zwaarwegende klachten uit de omgeving of negatieve rapportages vanuit hulpdiensten of gemeentelijke toezichthouders en bijzondere opsporingsambtenaren.

Binnen het omgevingsplan is ruimte aanwezig voor het organiseren van evenementen. De kans dat een BOPA moet worden doorlopen door een evenementenorganisator omdat het evenement niet binnen de regels van het omgevingsplan past is klein.