Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739460
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739460/1
Mandaatbesluit Veiligheidsregio Kennemerland 2025
Geldend van 20-05-2025 t/m heden
Intitulé
Mandaatbesluit Veiligheidsregio Kennemerland 2025Vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur op 9 april 2025
INHOUDSOPGAVE:
HOOFDSTUK I:Inleiding
HOOFDSTUK II: Kaders Mandaatbesluit VRK 2025
HOOFDSTUK III:Bevoegdheden van het Algemeen bestuur
HOOFDSTUK IV:Bevoegdheden van het Dagelijks bestuur
HOOFDSTUK V:Bevoegdheden van de voorzitter
HOOFDSTUK I: Inleiding
1. Achtergrond
Op 9 december 2019 heeft het Algemeen Bestuur een Algemeen mandaatbesluit 2020 vastgesteld.
Na die datum heeft de organisatie verschillende ontwikkelingen gekend. Met ingang van 1 januari 2020 maakt Veilig Thuis onderdeel uit van de VRK. Met ingang van 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Tevens is de Wet open overheid (Woo) met ingang van 1 mei 2022 in werking getreden. Ook op andere juridische terreinen hebben zich ontwikkelingen voorgedaan. Deze ontwikkelingen geven aanleiding tot wijzigingen in het Algemeen Mandaatbesluit.
Om al deze redenen is gekomen tot een geactualiseerd mandaatbesluit, waarbij overigens de systematiek niet is veranderd. Hieronder wordt de inhoud en systematiek van het besluit kort toegelicht.
Mandaat kan alleen worden verleend voor het nemen van besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Voor het verrichten van feitelijke handelingen (bijvoorbeeld voeren van algemene correspondentie) moet het bestuursorgaan de betrokken functionaris machtigen. Voor het verrichten van privaatrechtelijke handelingen verleent het bestuursorgaan een volmacht aan de betrokken functionaris.
In de Awb staat dat de bepalingen over mandaat van overeenkomstige toepassing zijn op machtiging en volmacht (artikel 10:12 Awb). In dit mandaatbesluit is er daarom voor gekozen om alleen de term (onder)mandaat te hanteren, ook als er sprake is van volmacht of machtiging.
Besluiten die voor (onder)mandatering in aanmerking komen, zijn in elk geval routinematige besluiten, dat wil zeggen besluiten die regelmatig terugkeren en waarbij de kaders en daarmee de bestuurlijke lijnen vastliggen
Het bestuursorgaan blijft altijd verantwoordelijk voor de genomen beslissing. Daarom moet het mandaterend bestuursorgaan ervan uit kunnen gaan dat een besluit wordt genomen dat het bestuursorgaan zelf ook zou nemen. Het is de taak van de gemandateerde om een zaak ter besluitvorming voor te leggen aan het bestuursorgaan wanneer daar twijfel over mogelijk is. In Hoofdstuk II (Kaders Mandaatbesluit VRK 2025) wordt bepaald in welke gevallen van een mandaat geen gebruik mag worden gemaakt.
Of een functionaris al dan niet formeel in dienst is van de VRK, maakt voor de mandatering in principe geen verschil. De mandaatgever kan bij tijdelijke medewerkers uiteraard wel besluiten bepaalde (onder)mandaten te beperken of in te trekken of er specifieke werkinstructies aan te verbinden.
2. Mandaatverlening volgens de Algemene wet bestuursrecht
Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (artikel 10:1 Awb). Essentieel kenmerk van mandaatverlening is dat de verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de bevoegdheid bij het bestuursorgaan blijft liggen (artikel 10:2 Awb). Ofwel, juridisch geldt een in mandaat genomen besluit als een besluit van de mandaatgever. Bij delegatie is dat anders.
Het bestuursorgaan blijft ook altijd bevoegd om zelf de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen (artikel 10:7 Awb) en kan instructies verbinden aan de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid (artikel 10:6 Awb).
Een in mandaat genomen besluit is alleen bindend als dat besluit is genomen binnen de grenzen van de gemandateerde bevoegdheid. Wordt een besluit genomen over een onderwerp dat buiten de bevoegdheid ligt, is er sprake van een onbevoegd genomen besluit. Dan heeft zo'n besluit geen juridische gelding.
Een burger moet uit een besluit kunnen afleiden namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen (artikel 10:10 Awb). Als er sprake is van ondermandaat, dienen in elk geval de oorspronkelijke mandaatgever én de gemandateerde te worden vermeld.
3. Bestuursorganen van de VRK.
De bestuursorganen van de VRK zijn het Algemeen bestuur, de drie bestuurscommissies, het Dagelijks bestuur en de voorzitter. De relatie tussen Algemeen Bestuur en bestuurscommissies is geregeld in de geactualiseerde Gemeenschappelijke Regeling en in de reglementen van bestuurscommissies en Algemeen Bestuur. In dit Mandaatbesluit VRK 2025 mandateert het Algemeen bestuur aan het Dagelijks bestuur een aantal bevoegdheden en staat toe dat de gemandateerde (het Dagelijks bestuur) een aantal van deze bevoegdheden (onder-)mandateert aan specifieke functionarissen van de VRK.
Het Dagelijks bestuur mandateert ook een aantal van zijn eigen zelfstandige bevoegdheden aan de directie (de directeur Veiligheidsregio (VR)/commandant brandweer en de directeur Veiligheidsregio (VR)/ Publieke Gezondheid (DPG), en staat toe dat een aantal van deze bevoegdheden -via ondermandaat- lager in de organisatie worden gelegd.
Tot slot mandateert de voorzitter een aantal van zijn eigen bevoegdheden aan de directie en staat toe dat de directie deze bevoegdheden lager in de organisatie legt via ondermandaat.
Voor de organisatie is de directie eindverantwoordelijk.
In het mandaatbesluit staat bij bevoegdheden, die vanwege hun aard slechts aan een van de directieleden kunnen worden toegekend, alleen de betrokken directeur als (onder)gemandateerde vermeld. In artikel 1 (definities) wordt ter verdere invulling hiervan het volgende bepaald:
-
Directie: De directeur VR/commandant Brandweer en de directeur VR/DPG, ieder voor het eigen takenpakket, waarbij plaatsvervanging wordt ingevuld conform het bepaalde in de organisatieverordening.
Het Mandaatbesluit VRK 2025 omschrijft de gemandateerde bevoegdheden waar dat kan zonder vermelding van specifieke wetsartikelen, om te voorkomen dat wetswijzigingen leiden tot ongeldigheid van het mandaat. Hiervan wordt afgeweken als het noemen van het artikel de duidelijkheid vergroot.
4. Mandaten van externe bestuursorganen en overige bevoegdheden
Naast de bestuursorganen van de VRK hebben ook andere bestuursorganen, zoals gemeenten in de regio, bevoegdheden gemandateerd aan specifieke functionarissen van de VRK.
De wettelijke basis voor mandaat van een extern bestuursorgaan aan functionarissen van de VRK is artikel 10:4, eerste lid van de Awb.
De constructie bij een extern mandaat is de volgende. Het externe bestuursorgaan mandateert specifieke functionarissen bij de VRK om een bepaalde bevoegdheid voor hem uit te oefenen. Omdat deze functionaris werkt onder de verantwoordelijkheid van de VRK, moet ook het Dagelijks Bestuur (als het bestuursorgaan dat de functionaris heeft benoemd) instemmen met het extern verleende mandaat.
Daarnaast kan het voor komen dat een functionaris van de VRK rechtstreeks een bevoegdheid heeft gekregen op basis van een wettelijke bepaling. Een voorbeeld van een dergelijke bevoegdheid is artikel 1.61, tweede lid van de Wet kinderopvang. Hierin staat dat de colleges de DPG aanwijzen als toezichthouder op de naleving van een aantal bepalingen uit de Wet kinderopvang.
Dergelijke bevoegdheden worden door het betreffende organisatieonderdeel bijgehouden. Anders dan in de eerste versie van het mandaatbesluit zijn ze niet in een bijlage verwerkt, omdat dergelijke bevoegdheden geregeld tussentijds kunnen wijzigen.
5. Opzet van het Mandaatbesluit VRK 2025
De opzet van dit mandaatbesluit is de volgende:
- -
Hoofdstuk II bevat de kaders waarbinnen gemandateerden besluiten kunnen nemen. Voorts bevat het bepalingen over zaken als (onder)mandaat, de wijze van ondertekening en de wijze van informatieverstrekking. Voorts staat een aantal situaties omschreven waarin de (onder)gemandateerde geen gebruik mag maken van zijn bevoegdheden;
- -
Hoofdstuk III bevat een omschrijving van de bevoegdheden die het Algemeen bestuur van de VRK verleent aan het Dagelijks bestuur van de VRK. Per bevoegdheid wordt aangegeven of ondermandaat is toegestaan en aan welke functionaris(sen) dit wordt verleend; zo nodig wordt dit aan voorwaarden verbonden.
- -
Hoofdstuk IV bevat een omschrijving van de bevoegdheden die het Dagelijks bestuur van de VRK verleent aan de directie. Per bevoegdheid wordt aangegeven of ondermandaat is toegestaan en aan welke functionaris(sen) dit wordt verleend;
- -
Hoofdstuk V bevat een omschrijving van de bevoegdheden die de voorzitter van de VRK verleent aan de directie. Per bevoegdheid wordt aangegeven of ondermandaat is toegestaan en aan welke functionaris(sen) dit wordt verleend.
HOOFDSTUK II: Kaders Mandaatbesluit VRK 2025
KADERS MANDAAT VRK 2025
Besluiten op basis van dit Mandaatbesluit VRK 2025 worden genomen met inachtneming van de volgende bepalingen:
Artikel 1 Definities
1e niveau: De directeur VR/commandant Brandweer en de directeur VR/DPG, ieder voor het eigen takenpakket, waarbij plaatsvervanging wordt ingevuld conform het bepaalde in het directiestatuut;
2e niveau: (sector) managers/hoofden;
3e niveau: (cluster/team) manager/hoofden;
4e niveau: ploegchefs brandweer en overige leidinggevenden die bij directiebesluit worden aangewezen als 4e niveau;
5e niveau: coördinatoren, medewerkers op de door de directie vastgestelde lijst van budgethouders en andere medewerkers die bij directiebesluit worden aangewezen als 5e niveau.
N.B. Het mandaat geldt onafhankelijk van de soort aanstelling; wel kan een hoger niveau indien gewenst het mandaat van bijvoorbeeld extern ingehuurde medewerkers beperken, intrekken of er een specifieke werkinstructie aan verbinden.
Artikel 2 Mandaatverlening
-
1. Aan het Dagelijks bestuur en de directie wordt mandaat verleend om namens en onder verantwoordelijkheid van het Algemeen bestuur en de voorzitter, besluiten te nemen en die besluiten te ondertekenen, en zo de bevoegdheden zoals vermeld in de Hoofdstukken III, IV en V uit te oefenen.
-
2. Het Dagelijks Bestuur benoemt op basis van artikel 40 van de gemeenschappelijke regeling de directie en overige medewerkers van de VRK. Om deze reden dient het Dagelijks Bestuur in te stemmen met mandaten van externe bestuursorganen aan de medewerkers van de VRK. Na deze instemming zijn de genoemde functionarissen bevoegd tot het nemen van de dergelijke besluiten en het ondertekenen van die besluiten.
Artikel 3 Mandaat, machtiging en volmacht
-
1. Waar wordt gesproken over mandaat, wordt daaronder ook begrepen machtiging en volmacht.
-
2. Voor zover van toepassing, omvat de bevoegdheid om in mandaat besluiten te nemen ook de bevoegdheid tot het stellen van voorschriften aan en beperkingen in de betreffende besluiten.
-
3. De mandaatgever kan een mandaat tijdelijk intrekken. Dit wordt schriftelijk vastgelegd.
Artikel 4 Ondermandaat
-
1. Een mandaatgever geeft per bevoegdheid aan of ondermandaat is toegestaan.
-
2. De gemandateerde geeft aan welke functionarissen ondermandaat wordt verleend.
-
3. Degene aan wie ondermandaat is verleend mag de toegekende bevoegdheid niet verder ondermandateren.
-
4. De gemandateerde kan een ondermandaat tijdelijk beperken of intrekken. Dit wordt schriftelijk vastgelegd.
Artikel 5 Reikwijdte mandaat
-
1. Het mandaat strekt niet verder dan de uitoefening van die bevoegdheden die tot het takenpakket van de (onder)gemandateerde behoren.
-
2. Het mandaat omvat naast het nemen en ondertekenen van besluiten, tevens het verrichten van alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen die bij de uitoefening van de bevoegdheid behoren, zoals:
- a.
het verstrekken van mondelinge en/of schriftelijke informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard
- b.
het verzenden van ontvangstbewijzen
- c.
het voeren van overige correspondentie
- d.
het vragen van adviezen en inwinnen van inlichtingen
- e.
het verzorgen van publicaties.
- a.
-
3. De gemandateerde bevoegdheden worden uitgeoefend binnen de grenzen van het geldend recht en de financiële, beleids- en uitvoeringsregels, waaronder alle relevante interne kaders en richtlijnen.
-
4. Bij afwezigheid van de gemandateerde of de ondergemandateerde wordt het (onder)mandaat uitgeoefend door degene die schriftelijk is aangewezen als plaatsvervanger, met inachtneming van de plaatsvervangingsregeling van de VRK
Artikel 6 Geen gebruik maken van (onder)mandaat
De (onder)gemandateerde maakt geen gebruik van zijn bevoegdheid tot het nemen van een besluit wanneer zich een van de volgende situaties voordoet:
- a.
het besluit leidt tot overschrijding van de toegekende budgetten of van vastgestelde kaders en regelgeving;
- b.
de (onder)gemandateerde heeft een persoonlijk belang bij de uitoefening van de bevoegdheid;
- c.
de bevoegdheid betreft een politiek en/of bestuurlijk gevoelig onderwerp;
- d.
het (onder)mandaat is tijdelijk ingetrokken.
Artikel 7 Informatieverstrekking
De bestuursorganen kunnen zich door de gemandateerden laten informeren over de in mandaat genomen besluiten. Dit laat onverlet de actieve informatieplicht van de directie ten opzichte van het bestuur.
Artikel 8 Ondertekening1
- a.
De door de directie krachtens (onder)mandaat genomen besluiten en overige stukken op basis van de hoofdstukken III, IV en V, worden ondertekend als volgt:
-
‘Het Algemeen Bestuur/het Dagelijks Bestuur/de Voorzitter van de Veiligheidsregio Kennemerland.,
-
namens deze,
-
de directie,
-
______________________
-
(handtekening en naam), directeur Veiligheidsregio / commandant brandweer of directeur Veiligheidsregio/Publieke Gezondheid
- b.
De overige krachtens ondermandaat genomen besluiten en overige stukken op basis van de hoofdstukken III, IV en V, worden ondertekend als volgt:
-
‘Het Algemeen Bestuur/het Dagelijks Bestuur/de Voorzitter van de Veiligheidsregio Kennemerland,
-
namens deze,
-
______________________
-
(handtekening, naam en functie van degene aan wie de bevoegdheid is ondergemandateerd )’
- c.
De krachtens extern mandaat genomen besluiten en overige stukken op basis van hoofdstuk VI, worden ondertekend als volgt:
-
______________________ (het extern mandaterende bestuursorgaan),
-
namens deze,
-
______________________ (functionaris aan wie de bevoegdheid is gemandateerd),
-
______________________
-
(handtekening en naam)’
- d.
Degene die bevoegd is tot het ondertekenen van stukken is tevens bevoegd tot het digitaal ondertekenen van stukken.
Artikel 9 Intrekking oude mandaatbesluiten
Het Algemeen Mandaatbesluit 2020 wordt ingetrokken.
Artikel 10 Inwerkingtreding
Dit Mandaatbesluit VRK 2025 treedt in werking op 9 april 2025.
HOOFDSTUK III: Bevoegdheden van het Algemeen bestuur
aan het Dagelijks bestuur verleende bevoegdheden
- 1.
Algemeen
-
Algemene wet bestuursrecht
-
Wet open overheid
-
AVG en Uitvoeringswet AVG
-
Omgevingswet
-
Wegenverkeerswet
-
Procesrechtelijke handelingen
-
Wet veiligheidsregio’s
- 2.
Financiële zaken
-
Uitgaven
-
Verschuiven van posten
-
Inkomsten
-
Inkoop
-
Overeenkomsten
-
Subsidies
Nr. |
Bevoegdheid: |
Mandaat aan: |
Opmerkingen: |
1. |
Algemeen |
|
|
a. Algemene wet bestuursrecht |
|||
1 |
Afhandelen formele klachten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
Beslissen op formele klachten die zijn voorgelegd aan de klachtencommissie ex art. 9.14 Awb, ex artikel 4.2.7 Wmo en hoofdstuk 3 van de Wkkgz |
|
De VRK heeft een klachtencommissie ex artikel 9:14 Awb, ex artikel 4.2.7 Wmo en hoofdstuk 3 van de Wkkgz. Ondermandaat is niet toegestaan |
3 |
Aanwijzingsbesluit elektronische kanalen publieke dienstverlening |
|
|
b. Wet open overheid |
|||
1 |
Beslissen op verzoeken op grond van de Wet open overheid |
|
Ondermandaat is toegestaan |
2 |
Beslissen op zienswijzen als belanghebbende |
|
Ondermandaat is toegestaan aan juridisch adviseurs |
c. AVG en Uitvoeringswet AVG |
|||
1 |
Beslissen op verzoeken om inzage in de persoonsgegevens van de VRK en correctie of vernietiging van de gegevens |
|
Ondermandaat is toegestaan |
2 |
Het vaststellen van de eisen die gelden voor een gegevensverwerking en het vaststellen van een Privacy beleid en/of Strategisch Beleid Informatiebeveiliging & Privacy |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
3 |
Het melden van een datalek/ informatiebeveiligingsincident bij de Autoriteit persoonsgegevens |
|
Ondermandaat is toegestaan |
d. Omgevingswet |
|||
1 |
het op grond van artikel 18.6, eerste lid, van de Omgevingswet en artikel 61, derde lid, van de Wet veiligheidsregio’s aanwijzen van toezichthouders als bedoeld in artikel 5.11 van de Algemene wet bestuursrecht die belast zijn met toezicht op de naleving van:
|
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
e. |
Wegenverkeerswet 1994 |
||
1 |
Op naam stellen van VRK-voertuigen |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
f. Procesrechtelijke handelingen (civiel recht) |
|||
1 |
Aansprakelijkheidstelling |
|
Ondermandaat is toegestaan |
2 |
Alle rechtshandelingen in verband met het voeren van een civielrechtelijke procedure |
|
Ondermandaat is toegestaan |
g. Wet veiligheidsregio's |
|||
1 |
Aangaan convenanten over regiogrensoverschrijdende brandweerzorg |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
2 |
Reageren op concept jaarplan NIPV |
Leden BCOV worden in staat gesteld input te leveren |
|
2. |
Financiële zaken |
||
a. Uitgaven |
|||
Het opdracht geven tot het doen van uitgaven mits passend binnen de toegekende budgetten en binnen de kaders van de Financiële verordening 212 en de Aanvullende kaders financieel beleid. |
|
De bevoegdheid tot het aangaan van verplichtingen en het doen van uitgaven is vastgelegd in het procuratie-register bij de afdeling F&A. |
|
b. Het overboeken van posten tussen verschillende kostenplaatsen |
|||
Het verschuiven van posten mits passend binnen de toegekende budgetten en binnen de kaders van de Financiële verordening 212 en de Aanvullende kaders financieel beleid. |
|
Ondermandaat overeenkomstig procuratieregister bij de afdeling F&A. Overboekingen binnen een kostenplaats zijn kostencorrecties. Deze worden door F&A geïnitieerd. |
|
c. Inkomsten |
|||
Het verstrekken van een geldlening of het lenen van geld |
|
Treasurystatuut bepaalt de kaders. |
|
d. Inkoop |
|||
alle handeling in het proces van inkoop van werken, leveringen en diensten (incl. verzekeringen) |
|
Mits passend binnen de toegekende budgetten en kaders inkoop- en aanbestedingsbeleid |
|
e. Overeenkomsten |
|||
Het aangaan van een andere overeenkomst dan een in dit mandaatbesluit bedoelde specifieke overeenkomst, mits passend binnen de toegekende budgetten. |
|
Ondermandaat toegestaan |
|
f. Subsidies |
|||
1 |
Het aanvragen van een subsidie en het aanvragen tot vaststelling van een subsidie waarbij de VRK een prestatie levert tegen een te verlenen subsidiebedrag |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
2 |
Besluiten tot het verlenen, vaststellen, intrekken, wijzigen, betalen en terugvorderen van een subsidie |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
HOOFDSTUK IV: Bevoegdheden van het Dagelijks bestuur
aan de directie verleende bevoegdheden
- 1.
P&O zaken
- •
Algemeen
- •
Meest voorkomende P&O besluiten
- •
Bezoldiging en vergoedingen
- •
Vakantie en verlof
- •
Ziekte en arbeidsongeschiktheid
- •
Ontslag
- •
Disciplinaire straffen en ontslag
- •
Opleiding en ontwikkeling
- •
Overige
- •
- 2.
Archiefwet en Archiefbesluit
- •
Interne informatiehuishouding
- •
- 3.
Cyberbeveiligingswet
- •
Algemeen
- •
- 4.
Stekkermandaat
Artikel 40 van de Gemeenschappelijke regeling VRK bepaalt, dat het Dagelijks bestuur de directie en overige medewerkers benoemt, schorst en ontslaat. Uit de Wet gemeenschappelijke regelingen volgt dat het Dagelijks bestuur rechtstreeks bevoegd is ook alle overige rechtspositionele besluiten te nemen.
De regels die hiervoor gelden zijn grotendeels benoemd in de CAR (-UWO) Veiligheidsregio’s (verder CAR). Voor de sector en de meldkamer Ambulancezorg is vanaf 1 januari 2020 de WNRA de juridische basis. Hieronder zijn soms de hoofdstukken uit de CAR expliciet genoemd. Voor de sector Ambulancezorg gelden andere artikelen, deze vallen ook onder het betreffende mandaat.
Aan de voorzitter en portefeuillehouder P&O verleende bevoegdheid:
Beslissen op bezwaarschriften |
|
De voorzitter of portefeuillehouder P&O beslist namens het DB. NB Mandaat geldt niet als het primaire besluit door dezelfde functionaris in mandaat is genomen, artikel 10:3, lid 3 Awb. |
aan de directie verleende bevoegdheden:
Nr. |
Bevoegdheid: |
Ondermandaat aan: |
Opmerkingen: |
|
P&O zaken |
|
|
a. Algemeen |
|||
1 |
Vaststellen reorganisatie- en uitwerkingsplan, de plaatsingsprocedure en het plaatsingsplan bij een grote Reorganisatie conform het Sociaal Statuut |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
2 |
Indienen van een verweerschrift en aanverwante procesrechtelijke handelingen in een bestuursrechtelijke procedure |
|
|
|
|
|
|
b. Meest voorkomende personele besluiten |
|||
1 |
Aanstelling of bevordering van een leidinggevende van het 2e niveau, inclusief de aanloop- en functieschaal en de arbeidsduur per week. Toekennen toelagen, periodieken en onkostenvergoeding. |
Ondermandaat is niet toegestaan. |
|
2 |
Aanstelling of bevordering van een leidinggevende 3e niveau, inclusief de aanloopschaal, functieschaal en arbeidsduur per week. Toekennen toelagen, periodieken en onkostenvergoeding. |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
3 |
Aanstelling of bevordering van alle overige ambtenaren inclusief de aanloop- en functieschaal en arbeidsduur per week. Toekennen toelagen, periodieken en onkostenvergoeding. |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
4 |
Het aangaan van een arbeidsovereenkomst, een overeenkomst van opdracht of een detacheringsovereenkomst, en ontslag of beëindiging. |
|
ondermandaat 4e niveau toegestaan met toestemming directie |
5 |
Vaststellen beoordeling. |
|
Ondermandaat 4e niveau toegestaan met toestemming directie |
c. Bezoldiging en vergoedingen |
|||
1 |
Het betaalbaar stellen van de bezoldiging van een ambtenaar |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
2 |
Beslissing tot het niet-uitkeren van de bezoldiging over de tijd gedurende welke een ambtenaar in strijd met zijn verplichtingen opzettelijk nalaat zijn betrekking te vervullen |
Ondermandaat is niet toegestaan |
|
3 |
Toekenning van een bijzondere beloning in de vorm van een gratificatie tot € 750 netto |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
4 |
Toekenning van een bijzondere beloning in de vorm van een gratificatie tot € 1.500 netto |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
d. Vakantie en verlof |
|||
1 |
Beslissen over stuwmeren verlof |
Ondermandaat is niet toegestaan |
|
2 |
Het verlenen van vakantie |
|
Wettelijke basis is hoofdstuk 6 CAR |
3 |
Het verlenen van een vorm van verlof die met zoveel woorden staat omschreven in Hoofdstuk 6 CAR |
|
binnen kaders en richtlijnen |
4 |
Het verlenen van een niet nader in het AR omschreven vorm van buitengewoon verlof en van onbetaald verlof zoals bedoeld in hoofdstuk 6 CAR |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
e. Ziekte en arbeidsongeschiktheid |
|||
1 |
Beslissen dat geen aanspraak bestaat op doorbetaling van de bezoldiging, op basis van hoofdstuk 7 CAR |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
2 |
Staken van de doorbetaling van de bezoldiging, op basis van hoofdstuk 7 CAR |
|
Idem |
3 |
Het opleggen van een sanctie aan een ambtenaar bij nalatigheid ten aanzien van zijn algemene verplichtingen, op basis van hoofdstuk 7 CAR |
|
Idem |
4 |
Beslissen dat een niet-uitbetaalde bezoldiging wordt uitbetaald aan anderen dan de betrokken ambtenaar of wordt nabetaald, op basis van hoofdstuk 7 CAR |
|
Idem |
5 |
Beslissen op basis van het bepaalde in hoofdstuk 7 CAR |
|
idem |
6 |
Het geven van opdracht aan de arbo-dienst om een ambtenaar aan een geneeskundig onderzoek te onderwerpen, op basis van hoofdstuk 7 CAR |
|
|
7 |
Het indienen van een verzoek bij het UWV om een ambtenaar in aanmerking te laten komen voor maatregelen of voorzieningen in het belang van het herstel van de gezondheid of arbeidsgeschiktheid van de betrokken ambtenaar, op basis van hoofdstuk 7 CAR |
|
|
8 |
Het vaststellen van het recht op bezoldiging, op basis van hoofdstuk 7 CA. |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
9 |
Het vaststellen van documenten (zoals plan van aanpak) zoals bedoeld in artikel 25, tweede lid van de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen), op basis van hoofdstuk 7 CAR |
|
|
10 |
Herplaatsing in passende arbeid, op basis van hoofdstuk 7 CAR |
|
Ondermandaat 4e niveau toegestaan met toestemming directie |
11 |
Verlenen van toestemming aan een ambtenaar om zijn betrekking weer te vervullen na ziekte, op basis van hoofdstuk 7 CAR. |
|
Idem |
12 |
Beslissen op basis van de artikelen 7:18:1, 7:19, vijfde lid, 7:20, 7:21, 7:22, 7:23 en 7:27 (met uitzondering van het vierde lid) CAR |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
13 |
Besluiten of medewerker arbeidsongeschikt is ‘in en door de dienst’ zoals bedoeld in hoofdstuk 7 CAR |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
14 |
Het nemen van alle andere besluiten op basis van hoofdstuk 7. CAR. (‘Aanspraken bij ongeschiktheid wegens ziekte of gebrek’) |
|
Ondermandaat is niet toegestaan. |
f. Ontslag |
|||
1 |
Verlenen van eervol (gedeeltelijk) ontslag op verzoek van de ambtenaar |
|
Wettelijke basis is hoofdstuk 8 CAR |
2 |
Beslissing omtrent het verlenen van eervol ontslag aan een ambtenaar wegens het bereiken van de vereiste leeftijd voor het recht op ouderdomspensioen |
|
Wettelijke basis is hoofdstuk 8 CAR |
3 |
Toekennen status herplaatsingskandidaat (sociaal statuut); beslissing omtrent het verlenen van (gedeeltelijk) ontslag aan een ambtenaar wegens een reorganisatie |
Ondermandaat is niet toegestaan. Wettelijke basis is hoofdstuk 8 CAR. |
|
4 |
Beslissing omtrent het verlenen van ontslag aan een ambtenaar wegens volledige of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid |
|
Ondermandaat is niet toegestaan. Wettelijke basis is hoofdstuk 8 CAR. |
5 |
Verlenen van ontslag aan een ambtenaar op andere gronden dan genoemd in 1 t/m 4 |
Ondermandaat is niet toegestaan. Wettelijke basis is hoofdstuk 8 CAR. |
|
6 |
Vaststellen financiële regeling bij ontslag |
Ondermandaat is niet toegestaan. Wettelijke basis is hoofdstuk 8 CAR. |
|
7 |
Sluiten van een vaststellingsovereenkomst |
Ondermandaat is niet toegestaan |
|
8 |
In (hoger) beroep gaan bij rechtbank en CRvB |
Ondermandaat is niet toegestaan |
|
9 |
Het machtigen van medewerkers of advocaten om de VRK bij een gerechtelijke instantie te vertegenwoordigen |
Ondermandaat is niet toegestaan |
|
10 |
Het indienen van een verzoek bij de kantonrechter tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
11 |
Het instellen van hoger beroep en cassatie tegen rechterlijke uitspraken |
Ondermandaat is niet toegestaan |
|
g. Disciplinaire straffen en ontslag |
|||
1 |
Het opleggen van de disciplinaire straf ‘schriftelijke berisping’, zoals bedoeld in hoofdstuk 16 CAR. |
|
Ondermandaat niet toegestaan |
2 |
Het opleggen van een andere disciplinaire straf dan de schriftelijke berisping aan een ambtenaar, zoals bedoeld in hoofdstuk 16 CAR. |
|
Ondermandaat niet toegestaan |
3 |
Het verlenen van ongevraagd ontslag aan een ambtenaar als disciplinaire straf. |
|
Ondermandaat is niet toegestaan. Wettelijke basis is hoofdstuk 8 CAR. |
4 |
Het besluit om een ambtenaar te schorsen op basis van hoofdstuk 16 CAR. |
|
Ondermandaat is toegestaan. Hier wordt bedoeld de schorsing als ‘orde-maatregel’. En niet de schorsing als disciplinaire straf. |
h. Opleiding en ontwikkeling |
|||
Het vaststellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan. |
|
Mits passend binnen de toegekende opleidingsbudgetten. Wettelijke basis is hoofdstuk 17 CAR. |
|
i. Overige |
|||
Het besluit om het wachtgeld van een ambtenaar geheel of gedeeltelijk vervallen te verklaren |
Ondermandaat is niet toegestaan. Wettelijke basis is artikel 10d:28 CAR. |
||
Het besluit om de uitkering van een ambtenaar geheel of gedeeltelijk vervallen te verklaren |
Ondermandaat is niet toegestaan. Wettelijke basis is artikel 10d:28 CAR. |
||
Nr. |
Bevoegdheid: |
Ondermandaat aan: |
Opmerkingen: |
|
Archiefwet 1995, Archiefbesluit 1995 Archiefverordening 2023 en Beheerregeling informatiebeheer VRK 2023 |
||
a. Algemeen |
|||
1 |
Het opmaken van een specificatie en een verklaring van vernietiging van archiefbescheiden volgens de geldende selectielijst op grond van artikel 8 van het Archiefbesluit 1995. |
3e niveau |
|
2 |
Het vervangen van archiefbescheiden door reproducties, om de vervangen bescheiden te vernietigen op grond van artikel 7 van de Archiefwet 1995 en artikel 6 van het Archiefbesluit 1995. |
3e niveau |
|
3 |
Het opmaken van een verklaring van vervanging van archiefbescheiden door reproducties op grond van artikel 8 van het Archiefbesluit 1995. |
3e niveau |
|
4 |
Het vervreemden van archiefbescheiden op grond van artikel 8, 1e en 2e lid van de Archiefwet 1995 en artikel 7, 1e en 2e lid, artikel 8 van het Archiefbesluit 1995. |
3e niveau |
|
5 |
Het opmaken van een verklaring van vervreemding van archiefbescheiden volgens artikel 8 van het Archiefbesluit 1995. |
3e niveau |
|
6 |
Het overbrengen van archiefbescheiden naar de archiefbewaarplaats volgens artikel 12 1e lid van de Archiefwet 1995 en artikel 9, 1e, 2e en 3e lid van het Archiefbesluit 1995. |
3e niveau |
|
7 |
Het opmaken van een verklaring van overbrenging van archiefbescheiden naar de archiefbewaarplaats volgens artikel 8 van het Archiefbesluit 1995. |
3e niveau |
|
8 |
Het stellen van beperkingen aan de openbaarheid van archiefbescheiden volgens artikel 15, 1e en 2e lid en artikel 16, 2e lid van de Archiefwet 1995 en artikel 10 van het Archiefbesluit 1995. |
|
Ondermandaat is niet toegestaan |
Cyberbeveiligingswet |
|||
1 |
Het melden van significante meldingen bij het Computer Security Incident Responce Team (CSIRT) en de bevoegde toezichthouder |
|
Ondermandaat is toegestaan |
2 |
Het inleveren van een tussentijds-, voortgangs- en eindverslag meldingen bij het CSIRT en de bevoegde toezichthouder |
|
Ondermandaat is toegestaan |
3 |
Het informeren van ontvangers van diensten in kennis stellen van significante incidenten die een nadelige invloed kunnen hebben op de verlening van die diensten. |
|
Ondermandaat is toegestaan |
4 |
Het vrijwillig melden van incidenten, bijna-incidenten en cyberdreigingen bij het CSIRT |
|
Ondermandaat is toegestaan |
5 |
Informatieverstrekking ten behoeve van het nationale register aan de Minister. |
|
Ondermandaat is toegestaan |
Stekkermandaat |
|||
1 |
In urgente en dringende situaties bevoegd om besluiten te nemen om een verstoring van de bedrijfsvoering te voorkomen, beperken of op te lossen. |
Ondermandaat is toegestaan |
|
HOOFDSTUK V: Bevoegdheden van de voorzitter
aan de directeuren verleende bevoegdheden
Nr. |
Bevoegdheid: |
Ondermandaat aan: |
Opmerkingen: |
1. |
Algemeen |
|
|
|
Vertegenwoordiging van de VRK in en buiten rechte. |
|
De bevoegdheid tot vertegenwoordiging bestaat alleen als de bevoegdheid bestaat tot het aangaan van de onderliggende privaatrechtelijke verplichting. |
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl