Subsidieregeling Erfgoed gemeente Stein 2026

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2026

Intitulé

Subsidieregeling Erfgoed gemeente Stein 2026

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stein;

gelet op de Algemene subsidieverordening Gemeente Stein 2026;

besluit vast te stellen de ‘Subsidieregeling Erfgoed gemeente Stein 2026.’

HOOFDSTUK 1

Artikel 1.1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    aanvrager

de natuurlijke of de rechtspersoon, die het recht van eigendom of een ander gelijkwaardig zakelijk recht heeft op een beschermd erfgoed en die een schriftelijk verzoek indient om subsidie te verkrijgen.

  • b)

    ASV

de Algemene subsidieverordening gemeente Stein 2026. 

  • c)

    erfgoed

materieel erfgoed in de vorm van gebouwen of groen dat door vorige generaties is ontwikkeld en wat nu nog bestaat.

  • d)

    beschermd erfgoed

het erfgoed dat op grond van het omgevingsplan is beschermd: een historisch gebouw, historisch groenobject of historisch groenelement.

  • e)

    bestemmingsplan

het onderdeel bestemmingsplan 'Herziening Erfgoed

Stein' met identificatienummer

NL.IMRO.0971.HerzBPerfgoed-0003 van het

Omgevingsplan Gemeente Stein of zijn opvolger.

  • f)

    bouwhistorisch onderzoek

een onderzoek naar de bouwhistorisch waardevolle elementen in het interieur van een historisch gebouw, uitgevoerd door of namens de gemeente Stein.

  • g)

    bouwhistorische verwachting

de in het omgevingsplan aan een historisch gebouw toegekende bouwhistorische waarde.

  • h)

    bouwhistorisch waardevolle elementen

historische constructies of elementen in het interieur van een historisch gebouw, die vanwege ouderdom, gaafheid en zeldzaamheid van bouwhistorische en cultuurhistorische waarden zijn; het betreft o.a. kelders, oude baklagen, kapconstructies, schoorsteenmantels ter plaatse van stookplaatsen, etc.

  • i)

    college

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stein.

  • j)

    deelsubsidieplafond

een deelbudget van een subsidieplafond.

  • k)

    erfgoeddeskundige(n)

een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen (commissie van) deskundige(n), die het college adviseert over de toelaatbaarheid van wijzigingen aan beschermd erfgoed en de nut, noodzaak en meerwaarde van subsidiëring van een beschermd erfgoed.

  • l)

    gemeente

de gemeente Stein.

  • m)

    historisch gebouw

een in het bestemmingsplan opgenomen gebouw met de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - historisch gebouw'.

  • n)

    historisch groenelement

een in het bestemmingsplan opgenomen groenstructuur met de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - historisch waardevol groenelement'.

  • o)

    historisch groenobject

een in het bestemmingsplan opgenomen groen met de aanduiding 'specifieke vorm van waarde historisch waardevol groenobject'.

  • p)

    instandhoudingswerkzaamheden

onderhouden restauratie of andere werkzaamheden die noodzakelijk zijn om beschermd erfgoed in goede staat te houden dan wel als zodanig in stand te houden.

  • q)

    leidraad subsidiabele instandhoudingskosten

de door de Rijksdienst voor het cultureel erfgoed opgestelde richtlijnen voor de beoordeling van instandhoudingswerkzaamheden aan historisch waardevolle gebouwen.

  • r)

    opheffen verstoringen

het opheffen van verstoringen van de

architectonische waarden aan de voorgevel van een historisch gebouw.

  • s)

    omschrijving

een omschrijving van een historisch gebouw dat deel uitmaakt van het bestemmingsplan.

  • t)

    raad

de gemeenteraad van de gemeente Stein.

  • u)

    subsidiabele kosten

de kosten voor:

  • -

    de (sobere en doelmatige) instandhouding van een beschermd erfgoed;

het opheffen van verstoringen aan de voorgevel van een historisch gebouw.

  • v)

    subsidiecategorie

de verschillende in deze subsidieregeling genoemde werkzaamheden en activiteiten waarvoor subsidie kan worden aangevraagd.

  • w)

    subsidieplafond

het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak maximaal beschikbaar is voor de op grond van deze

subsidieregeling te verlenen subsidies. De raad stelt het subsidieplafond per subsidieregeling jaarlijks vast met de vaststelling van de gemeentebegroting.

  • x)

    waardekaart

de door burgemeester en wethouders vastgestelde kaart met ruimtelijke beschermd erfgoed, die online te raadplegen is.

  • y)

    waardevolle elementen

beschermingswaardige onderdelen van een historisch gebouw:

  • a.

    die in architectonische, bouwhistorische of cultuurhistorische zin bepalend zijn voor de monumentale waarde van het historisch gebouw;

  • b.

    die details bevatten die niet voorkomen in een soortgelijk gebouw of object dat niet is beschermd als historisch gebouw;

  • c.

    waarvan de instandhouding relatief hoge kosten met zich meebrengt in vergelijking tot de overige instandhoudingskosten van het historisch gebouw;

  • d.

    waarvan de instandhouding duidelijk hogere kosten met zich meebrengt in vergelijking tot een soortgelijk gebouw of object dat niet is beschermd als historisch gebouw;

  • e.

    die als zodanig zijn vermeld in de omschrijving van het historisch gebouw.

Artikel 1.2 Doel

Het doel van de subsidieregeling is om de cultuurhistorische waarde en om de historische beeldkwaliteit binnen de gemeente Stein te beschermen, met inachtneming van het onderdeel bestemmingsplan ‘Herziening Erfgoed Stein van het Omgevingsplan Gemeente Stein, 'Paraplubestemmingsplan Erfgoed Stein', de Algemene subsidieverordening gemeente Stein 2026 en de regels in deze subsidieregeling.

Artikel 1.3 Aanvrager

  • 1. De subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend door een natuurlijk persoon of rechtspersoon, zijnde een eigenaar van een historisch gebouw, historisch groenobject of historisch groenelement ten behoeve van de in artikel 1.2 genoemde doelstelling en de in artikel 1.4 beschreven activiteiten.

  • 2. Het historisch gebouw, historisch groenobject of historisch groenelement waar de natuurlijk persoon of rechtspersoon eigenaar van is en waarvoor de subsidie wordt aangevraagd is gelegen in de gemeente Stein.

Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

  • a)

    Het verkrijgen van inzicht in de bouwhistorische waarde van een historisch gebouw;

  • b)

    De instandhouding van (bouwhistorisch) waardevolle elementen van een historisch gebouw;

  • c)

    Het opheffen van verstoringen aan de voorgevel van een historisch gebouw;

  • d)

    De instandhouding en verbetering van de kwaliteit van historische groenobjecten en historische groenelementen.

Artikel 1.5 Subsidiabele kosten

Als subsidiabele kosten kunnen in ieder geval de volgende kosten als subsidiabel worden aangemerkt:

  • a)

    Loon- en materiaalkosten;

  • b)

    De huur of afschrijving van hulpmaterieel (zoals steigers etc.).

Artikel 1.6 Niet-subsidiabele kosten

Als niet-subsidiabele kosten worden de loonkosten aangemerkt die een eigenaar zelf maakt op het moment dat deze zelf werkzaamheden in het kader van restauratie- of instandhoudingswerkzaamheden verricht, tenzij hij die werkzaamheden verricht in het kader van een door hem gedreven onderneming.

Artikel 1.7 Subsidieplafond

  • 1. Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college van burgemeester en wethouders voor de in artikel 1.4 bedoelde activiteiten.

  • 2. Voor de Subsidieregeling Erfgoed gemeente Stein 2026 geldt een subsidieplafond, dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de gemeentebegroting.

  • 3. Het college kan, ten behoeve van een evenredige verdeling van het door de raad vastgestelde budget, per subsidiecategorie zoals beschreven in artikel 1.4 een deelsubsidieplafond vaststellen.

  • 4. Indien op enig moment blijkt dat het deelsubsidieplafond voor een subsidiecategorie is uitgeput, terwijl in andere subsidiecategorieën nog voldoende budget aanwezig is, kan het college verschuivingen aanbrengen in de subsidiedeelplafonds van de subsidiecategorieën.

  • 5. Subsidie wordt slechts verleend tot ten hoogste de in de gemeentebegroting opgenomen subsidiegelden (subsidieplafond). Indien het totale subsidieplafond of bedrag per categorie is bereikt, wordt de aanvraag voor een subsidie (deels) geweigerd.

  • 6. Per aanvrager kan maximaal één keer per jaar op grond van deze regeling een subsidieaanvraag worden ingediend voor dezelfde activiteit.

  • 7. Aan de hand van toetsingscriteria zoals beschreven bij artikel 1.8, wordt de aanvraag beoordeeld en wordt vastgesteld voor welke subsidie de aanvrager in aanmerking komt.

  • 8. Hogere vaststelling van de werkelijke subsidiabele kosten geeft geen recht op een hogere subsidie.

  • 9. Specifieke aanvullende grondslagen zijn per subsidiecategorie erfgoed beschreven in hoofdstuk 2, 3, 4 en 5.

Artikel 1.8 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor subsidie moet de aanvraag aan een aantal criteria voldoen:

  • 1.

    De activiteit die door de aanvrager worden ingediend, draagt naar het oordeel van het college direct dan wel indirect bij aan de gemeentelijke doelstellingen op het gebied van het erfgoedbeleid van de gemeente Stein, zoals opgenomen in artikel 1.2 van deze regeling.

  • 2.

    De begroting van de aanvrager en ten aanzien van de activiteit laat duidelijk blijken dat er een financiële noodzaak tot een subsidieaanvraag is.

  • 3.

    Er is een aanvraag ingediend conform de in artikel 5 ASV beschreven voorwaarden.

  • 4.

    Indien de aanvraag is goedgekeurd, wordt de subsidie voor 100 % als voorschot verleend.

  • 5.

    De werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend moeten binnen een jaar na toekenning van de subsidie worden uitgevoerd en afgerond.

  • 6.

    Indien de werkelijke subsidiabele kosten minder bedragen dan in eerste instantie vastgesteld, wordt de subsidie die als voorschot is verstrekt naar rato teruggevorderd.

  • 7.

    Hogere vaststelling van de werkelijke subsidiabele kosten geeft geen recht op een hogere subsidie.

  • 8.

    Specifieke aanvullende criteria zijn per subsidiecategorie erfgoed beschreven in hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 ASV.

Artikel 1.9 Indieningsvereisten

  • 1. Aanvragen voor subsidies op basis van deze regeling kunnen het hele jaar door worden ingediend. Dit in afwijking van de in de ASV genoemde standaard aanvraagtermijn in artikel 6 lid 1.

  • 2. De aanvraag wordt ingediend middels het daarvoor bestemde aanvraagformulier (te vinden op www.gemeentestein.nl/subsidies). Het formulier vermeldt in elk geval:

    • a)

      Naam en contactgegevens aanvrager;

    • b)

      Beschrijving doel activiteit;

    • c)

      Beschrijving activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd: inclusief verwijzing naar de subsidiecategorie zoals beschreven in binnen artikel 1.4 van deze regeling;

    • d)

      Het beoogde resultaat van de werkzaamheden;

    • e)

      Tijdpad realisatie in de vorm van een planning, waarbij de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, start bij toekenning en wordt afgerond binnen 12 maanden nadat de subsidie is verleend;

    • f)

      Een begroting van inkomsten en uitgaven ten aanzien van de geplande werkzaamheden én toelichting op begroting;

    • g)

      Omschrijving wanneer op welke wijze evaluatie van het initiatief of proces plaatsvindt.

  • 3. Specifieke aanvullende vereisten voor de aanvraag zijn per subsidiecategorie erfgoed beschreven in hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 ASV.

HOOFDSTUK 2 Facilitaire bijdrage instandhouding beschermd erfgoed

Artikel 2.1 Algemene bepalingen inzake facilitaire bijdragen

  • 1. Naast een subsidie kan ook een facilitaire bijdrage worden geleverd. Deze gemeentelijke facilitering is gericht op het bevorderen van de kwaliteit en/of de effectuering van het doel van het gemeentelijk erfgoedbeleid;

  • 2. De kosten van de facilitaire bijdrage worden niet in mindering gebracht op de financiële omvang van de overige te verstrekken subsidie.

Artikel 2.2 Facilitaire bijdrage algemeen

  • 1. De gemeente staat eigenaren van historische gebouwen, groenobjecten en groenelementen, op verzoek van de eigenaar bij zoals aangegeven bij de aanvraag en adviseert deze over:

    • a)

      De bouw- en cultuurhistorische waarden van beschermd erfgoed;

    • b)

      De algemene aspecten ten aanzien van de instandhouding van beschermd erfgoed;

    • c)

      De technische aspecten van de instandhouding van beschermd erfgoed;

    • d)

      Het opheffen van verstoringen aan historische gebouwen;

    • e)

      Het behoud, herstel en versterken van de aanwezige ruimtelijke historische structuur, het ruimtelijk historische beeld en ruimtelijk historische belevingswaarden van groen- en landschapselementen.

Artikel 2.3 Facilitaire bijdrage bouwhistorisch onderzoek

  • 1. De gemeente doet zoals aangegeven bij de aanvraag op verzoek van de eigenaar van historische gebouwen, met bouwhistorische verwachting, onderzoek naar bouwhistorisch waardevolle elementen van het gebouw.

  • 2. Indien er sprake is bijzondere bouwhistorisch waardevolle elementen, waarvoor specialistische kennis nodig is, kan de gemeente voor onderzoek en advisering van de bijzondere elementen deskundigheid inschakelen. De kosten hiervoor komen voor rekening van de gemeente.

  • 3. Indien door of namens de gemeente wordt vastgesteld dat een historisch gebouw bouwhistorisch waardevolle elementen bevat, kan de eigenaar op grond van hoofdstuk 3 in aanmerking komen voor subsidie voor herstel van deze onderdelen.

Artikel 2.4 Facilitaire bijdrage historisch groen

De gemeente geeft zoals aangegeven bij de aanvraag op verzoek van de eigenaar advies over de wijze van onderhoud en instandhouding, herstel en versterking van historische groenobjecten en groenelementen.

HOOFDSTUK 3 Subsidie instandhouding van waardevolle elementen van historische gebouwen

Artikel 3.1 Algemene bepalingen instandhouding van waardevolle elementen

  • 1. Voor subsidiëring komen alleen waardevolle elementen van historische gebouwen in aanmerking die als zodanig in de omschrijving van het historische gebouw zijn vermeld.

  • 2. Voor subsidiëring komen alleen bouwhistorisch waardevolle elementen van historische gebouwen met bouwhistorische verwachting in aanmerking, die op basis van een bouwhistorisch onderzoek als zodanig zijn aangemerkt.

Artikel 3.2 Aanvraag van subsidie instandhouding van waardevolle elementen

In afwijking van artikel 1.9 gelden afwijkende eisen voor de aanvraag van subsidie instandhouding van waardevolle elementen:

  • 1.

    Per historisch gebouw kan door de eigenaar éénmaal per kalenderjaar een aanvraag voor de instandhouding van waardevolle elementen worden ingediend.

  • 2.

    De aanvraag bestaat uit:

    • a)

      Een volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • b)

      Een beknopte beschrijving van de gebreken;

    • c)

      Foto’s waarop de gebreken zichtbaar zijn;

    • d)

      Een beschrijving van de werkzaamheden eventueel toegelicht met een tekening;

    • e)

      Een gespecificeerde offerte (in manuren en materialen);

  • 3.

    Indien naar het oordeel van het college onvoldoende gegevens zijn aangeleverd om de aanvraag te beoordelen, kan het college nadere gegevens opvragen bij de aanvrager.

Artikel 3.3 Subsidiegrondslag en -bedrag instandhouding van waardevolle elementen

  • 1. De maximale subsidie voor schilderwerk aan waardevolle elementen van historische gebouwen bedraagt 25 % van de subsidiabele kosten.

  • 2. De maximale subsidie voor overige instandhoudingswerkzaamheden van waardevolle elementen van historische gebouwen bedraagt 50 % van de subsidiabele kosten.

  • 3. De subsidie voor de in lid 1 en 2 genoemde werkzaamheden aan waardevolle elementen van historische gebouwen bedraagt maximaal € 2.500, - per kalenderjaar.

  • 4. In afwijking van lid 1 tot en met 3 bedraagt de subsidie voor instandhouding van bouwhistorisch waardevolle elementen van historische gebouwen maximaal 50 % van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 5.000,- per kalenderjaar.

  • 5. De subsidiabele kosten voor de activiteiten worden vastgesteld aan de hand van de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten

HOOFDSTUK 4 Subsidie voor het opheffen van verstoringen aan de voorgevel van een historisch gebouw

Artikel 4.1 Algemene bepalingen

Voor subsidiëring komt alleen een historisch gebouw in aanmerking waarvan de architectonische waarden aan de voorgevel zijn verstoord, voor zover dit is aangegeven in de beschrijving van het historische gebouw of door de erfgoeddeskundige(n) is bepaald.

Artikel 4.2 Aanvraag van subsidie

  • 1. Per historisch gebouw kan door de eigenaar eenmalig een aanvraag voor subsidie voor het opheffen van verstoringen aan de voorgevel worden ingediend.

  • 2. De aanvraag bestaat uit:

    • a)

      Een volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • b)

      Een onderzoek naar de oorspronkelijke situatie en/of situaties vóór de aanwezigheid van de verstoring( en);

    • c)

      Een verbeteringsplan;

    • d)

      Een gespecificeerde offerte of kostenraming (in manuren en materialen) van de verbetering.

  • 3. Indien naar het oordeel van het college onvoldoende gegevens zijn aangeleverd om de aanvraag te beoordelen, vraagt het college nadere gegevens op bij de aanvrager.

Artikel 4.3 Subsidiegrondslag en -bedrag

  • 1. Subsidie wordt alleen verleend aan de eigenaar van een historisch gebouw ten behoeve van het opheffen van verstoringen aan de voorgevel.

  • 2. Het opheffen van verstoringen aan de voorgevel levert, gelet op het oordeel van de Erfgoeddeskundige(n), een bijdrage aan het bevorderen van de architectonische kwaliteit en belevingswaarde van de omgeving en daarmee een toeristische of economische impuls geven aan de gemeente.

  • 3. De subsidie voor het opheffen van verstoringen aan de voorgevel van een historisch gebouw bedraagt maximaal 25 % van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 1.250,- per kalenderjaar.

HOOFDSTUK 5 Subsidie voor onderhoud en instandhouding van groen erfgoed

Artikel 5.1 Algemene bepalingen instandhouding van groen beschermd erfgoed

  • 1. Voor subsidiëring komen waardevolle en zeer waardevolle historische groenobjecten en historische groenelementen in aanmerking, die op de waardekaart als zodanig zijn aangemerkt.

  • 2. Voor subsidiëring komen eveneens het herstel en de heraanplant van hoogstamboomgaarden en meidoornhagen rondom weiden en boomgaarden in aanmerking.

  • 3. Subsidie wordt alleen verleend voor zover deze, gelet op het oordeel van de Erfgoeddeskundige(n), in voldoende mate dienen tot behoud en versterking van de cultuurhistorische, natuurlijke en/of landschappelijke waarden van de omgeving.

Artikel 5.2 Aanvraag van subsidie instandhouding van waardevolle elementen

  • 1. Per perceel kan door de eigenaar éénmaal per kalenderjaar een aanvraag voor onderhoud, instandhouding, herstel of heraanplant van waardevolle groenobjecten en groenelementen worden ingediend.

  • 2. De aanvraag bestaat uit:

    • a)

      Een volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • b)

      Een situatietekening, schaal 1: 1000;

    • c)

      Een beschrijving van de werkzaamheden toegelicht met een tekening;

    • d)

      Een gespecificeerde offerte (in manuren en materialen).

  • 3. Indien naar het oordeel van het college onvoldoende gegevens zijn aangeleverd om de aanvraag te beoordelen, kan het college nadere gegevens opvragen bij de aanvrager.

Artikel 5.3 Subsidiegrondslag en -bedrag instandhouding van waardevolle elementen

  • 1. De subsidie voor het eenmalig snoeien van doorgeschoten hagen die zijn aangemerkt als historische groenobject of historische groenelement bedraagt maximaal 50 % van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 4,00 per strekkende meter en maximaal € 1.000,- per kalenderjaar.

  • 2. De subsidie voor het jaarlijks snoeien van hagen die zijn aangemerkt als historische groenobject of historische groenelement bedraagt maximaal 50 % van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 1,50 per strekkende meter en maximaal € 500,- per kalenderjaar.

  • 3. De subsidie voor het door een vakkundig bedrijf laten snoeien van solitaire bomen die zijn aangemerkt als zeer waardevol historisch groenobject bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 1.000,- per kalenderjaar.

  • 4. De subsidie voor het door een vakkundig bedrijf laten snoeien van overige waardevolle of zeer waardevolle historische groenobjecten en historische groenelementen bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 500,- per kalenderjaar.

  • 5. De subsidie voor de aanschaf van plantmateriaal voor hoogstamboomgaarden en herstel en herplanting van meidoornhagen of gemengde hagen rondom weiden en boomgaarden bedraagt maximaal 75 % van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 500,- per kalenderjaar.

  • 6. Het plantmateriaal zoals benoemd in lid 3 moet door de eigenaar zelf worden geplant, waarbij de eigenaar mogelijke aanwijzingen van de gemeente bij het planten opvolgt.

HOOFDSTUK 6 Overige bepalingen

Artikel 6.1 Proces subsidietoekenning

  • 1. Voor de Subsidieregeling Erfgoed gemeente Stein 2026 geldt een subsidieplafond dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de Gemeentebegroting.

  • 2. Indien het totale subsidieplafond zoals vastgesteld door de gemeenteraad in de Gemeentebegroting of deelplafond per categorie is bereikt, wordt de aanvraag geweigerd.

  • 3. De aanvragen, die tijdig en volledig zijn ontvangen en voldoen aan de doelstelling van deze regeling, worden individueel op basis van de in eerdere artikelen omschreven criteria beoordeeld. Wanneer stukken ontbreken en de aanvrager in de gelegenheid is gesteld de subsidie aanvraag aan te vullen, geldt de dag waarop die aanvraag is aangevuld als datum van ontvangst van de volledig ingediende aanvraag.

  • 4. De aanvrager krijgt een schriftelijke bevestiging van de ontvangst van de subsidieaanvraag.

  • 5. De aanvrager ontvangt binnen 13 weken na indiening van de subsidieaanvraag een reactie over het wel/niet ontvangen van de subsidie middels een beschikking/afwijzing.

  • 6. Het college kan de termijn als bedoeld in lid 5 eenmalig en gemotiveerd met maximaal 13 weken verlengen.

  • 7. Indien de aanvraag is goedgekeurd, wordt de subsidie voor 100 % als voorschot verstrekt.

  • 8. Indien de werkelijke subsidiabele kosten minder bedragen dan in eerste instantie vastgesteld, wordt de subsidie die als voorschot is verstrekt naar rato teruggevorderd.

  • 9. In afwijking van artikel 13, 14 en 15 van de ASV stelt het college ambtshalve na indiening van de financiële verantwoording, als bedoeld in artikel 6 lid 2, de subsidie vast aan de hand van een berekening van de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten.

Artikel 6.2 Verplichtingen verantwoording

In aanvulling op artikel 13, 14 en 15 van de ASV gelden afwijkende eisen voor de verantwoording:

  • 1.

    Na afloop van de werkzaamheden zendt de eigenaar binnen 8 weken een financiële verantwoording aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Bij de financiële verantwoording worden gelijktijdig kopieën van rekeningen van de uitgevoerde instandhoudingswerkzaamheden overlegd.

  • 3.

    Na indiening van de financiële verantwoording, als bedoeld in lid 2, stellen het college van burgemeester en wethouders ambtshalve de subsidie vast aan de hand van een berekening van de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten.

Artikel 6.3 Weigeringsgronden

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 en 18 van de Algemene subsidieverordening gemeente Stein 2026 wordt de subsidie in ieder geval (deels) geweigerd/teruggevorderd indien:

    • a)

      De activiteit een (partij)politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming tot doel heeft, een discriminerende inhoud heeft en/of schadelijk is voor natuur en milieu of anderszins strijdig is met de duurzaamheid.

    • b)

      De aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen.

    • c)

      Met het treffen van de voorzieningen het belang van het beschermde erfgoed niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

    • d)

      Het gevraagde subsidiebedrag niet in een redelijke verhouding staat tot het te bereiken resultaat;

    • e)

      Met de werkzaamheden is begonnen alvorens de subsidiabele kosten door het college van burgemeester en wethouders zijn vastgesteld;

    • f)

      De subsidiabele restauratie- en instandhoudingskosten op grond van de Wet op de omzetbelasting op verschuldigde belasting in aftrek kunnen worden gebracht;

    • g)

      Als activiteiten op een andere wijze al door de gemeente Stein of een andere overheidsorganisatie worden gefinancierd.

  • 2. In afwijking van lid 1 sub f kan het college, op verzoek van de aanvrager, schriftelijk toestemming verlenen om vooruitlopende op de vaststelling van subsidiabele kosten en de verlening van subsidie een aanvang te maken met spoedeisende werkzaamheden.

Artikel 6.4 Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als Subsidieregeling Erfgoed gemeente Stein 2026.

  • 2. Deze regeling treedt in werking per 1 januari 2026.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Stein d.d. 15 april 2025.

Burgemeester en Wethouders,

de Secretaris,

de Burgemeester,