Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739448
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739448/1
Algemene subsidieverordening gemeente Stein 2026
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2026
Intitulé
Algemene subsidieverordening gemeente Stein 2026De raad van de gemeente Stein;
- -
Gelezen het voortel van burgemeester en wethouders.;
- -
Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
- -
Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat de vigerende Algemene subsidieverordening 2018 in het kader van een herijking van het gemeentelijk subsidiebeleid dient te worden geactualiseerd;
Besluit vast te stellen de volgende verordening:
- -
Algemene subsidieverordening gemeente Stein 2026.
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. |
aanvrager: |
een rechtspersoon resp. (groep van) natuurlijke personen die op de voorgeschreven wijze een verzoek indient om subsidie te verkrijgen; |
b. |
activiteiten: |
bezigheden van een rechtspersoon resp. (groep van) natuurlijke personen ter verwezenlijking van haar doelstelling; |
c. |
activiteitenplan: |
een plan dat een overzicht geeft van door de rechtspersoon resp. (groep van) natuurlijke personen voorgenomen activiteiten en de doelen die hierbij worden nagestreefd; |
d. |
Awb: |
de Algemene wet bestuursrecht; |
e. |
begroting: |
een overzicht van alle verwachte inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode; |
f. |
college: |
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stein; |
g. |
eigen vermogen: |
het vermogen bestaande uit reserves en het gerealiseerde resultaat na bestemming |
h. |
evenementensubsidie: |
een subsidie voor eenmalige en vaak kortdurende activiteiten, die niet onder de andere subsidievormen vallen |
i. |
gemeente: |
de gemeente Stein; |
j. |
raad: |
de gemeenteraad van de gemeente Stein; |
k. |
subsidie: |
de aanspraak op financiële middelen zoals bedoeld in artikel 4:21 eerste lid van de Awb; |
l. |
subsidieplafond: |
het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor het verlenen van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift, overeenkomstig artikel 4:22 van de Awb; |
m. |
subsidievaststelling: |
de beschikking waarbij de subsidie definitief wordt vastgesteld; |
n. |
subsidieverlening: |
de beschikking waarbij de subsidie voorwaardelijk wordt toegekend, en waarbij het maximum van de mogelijke subsidie wordt vermeld of de wijze waarop de subsidie zal worden berekend; |
o. |
verdrag: |
het verdrag betreffende de werking van de Europese unie (VWEU); |
p. |
Woo: |
Wet open overheid. |
Artikel 2. Reikwijdte
-
1. Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college waarover niet bij afzonderlijke verordening of wettelijke regeling een uitputtende regeling is getroffen
- a
deze verordening geldt niet in gevallen als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is).
- a
-
2. Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is, als bedoeld in het tweede lid, kan het college bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.
Artikel 3. Gemeentelijke subsidieregelingen
-
1. Het college kan nadere regels vaststellen ter uitwerking van onderdelen van deze algemene subsidieverordening.
-
2. Het college stelt in de in het eerste lid bedoelde nadere regels vast welke activiteiten in aanmerking komen voor subsidie, waarbij rekening wordt gehouden met de programma’s in de door de raad jaarlijks vastgestelde gemeentebegroting.
-
3. Het college verstrekt subsidie aan subsidieontvangers die activiteiten organiseren die bijdragen aan de doelstellingen uit de gemeentebegroting en in beginsel aansluiten bij de volgende beleidsterreinen:
- a.
cultuur en kunst;
- b.
duurzaamheid;
- c.
erfgoed;
- d.
evenementen;
- e.
leefbaarheid en vitale gemeenschappen;
- f.
maatschappelijke activiteiten;
- g.
verenigingsleven;
- h.
zorg, welzijn en maatschappelijke dienstverlening;
- i.
toerisme.
- a.
-
4. Het college is bevoegd bij het vaststellen van de nadere regels af te wijken van het bepaalde in deze verordening.
Artikel 4. Subsidiebudget, subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud
-
1. De raad stelt in de gemeentebegroting voor het totale subsidiebudget een subsidieplafond als bedoeld in art. 4:22, 4:25 en 4:26 van de Awb vast.
-
2. De raad stelt tevens subsidiebudgetten en subsidieplafonds vast voor elke separate subsidieregeling als bedoeld in artikel 3, eerste lid.
-
3. Het college is bevoegd tussen de in het tweede lid bedoelde subsidiebudgetten te schuiven en nieuwe subsidieplafonds vast te stellen, zulks onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat dit schuiven geschiedt binnen het door de raad in de gemeentebegroting vastgestelde subsidiebudget als bedoeld in het eerste lid. De nieuwe subsidieplafonds kunnen in verschillende tranches en/of voor een bepaalde periode worden vastgesteld.
-
4. Een besluit tot vaststelling of wijziging van subsidieplafonds wordt op de gebruikelijke wijze bekendgemaakt via het Gemeenteblad.
-
5. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen. Tevens worden in de verleningsbeschikking de consequenties vermeld van het niet of niet voldoende ter beschikking stellen van voldoende middelen door de raad.
-
6. De vastgestelde subsidiebedragen kunnen jaarlijks geïndexeerd worden op basis van het indexpercentage zoals vermeld in de kadernota van de gemeente Stein.
Hoofdstuk 2: Subsidieaanvraag
Artikel 5. Aanvraag
-
1. Een subsidie wordt alleen verstrekt aan een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, behoudens het bepaalde in lid 2.
-
2. Het college kan subsidie verstrekken aan (groepen van) natuurlijke personen, als dit voortvloeit uit de activiteiten.
-
3. Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager in ieder geval te voldoen aan de volgende voorwaarden:
- a.
het verrichten van activiteiten die aansluiten bij de beleidsterreinen, als bedoeld in artikel 3, lid 3 van deze verordening, die passen binnen de doelstellingen van de jaarlijks vastgestelde gemeentebegroting en die ten dienste staan van de gemeente Stein en haar inwoners resp. organisaties;
- b.
het aannemelijk maken dat subsidie nodig is om deze activiteiten uit te voeren;
- c.
het aantonen dat er samen met het aangevraagde subsidiebedrag, voldoende financiële middelen zijn om de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd uit te voeren;
- d.
het afstemmen van de activiteiten in samenwerking met soortgelijke organisaties;
- e.
het voldoen aan de voorwaarden en verplichtingen die in deze verordening, de toepasselijke subsidieregeling, als bedoeld in artikel 3 lid 2, en in de beschikking van de subsidieverlening staan;
- f.
het voldoen aan (eventuele) aanvullende eisen die het college stelt aan de subsidieaanvrager, en;
- g.
het niet verrichten van activiteiten die in strijd zijn met wettelijke bepalingen resp. regelgeving.
- a.
-
4. Een aanvraag om subsidie wordt ingediend bij het college met gebruikmaking van het daarvoor bestemde aanvraagformulier. Uit de aanvraag moet blijken dat is voldaan aan de eisen, als bedoeld in het derde lid van dit artikel.
- a.
tenzij het college in nadere regels anders heeft bepaald, overlegt de aanvrager bij de aanvraag de volgende gegevens over: een overzicht van de activiteiten met daarbij een omschrijving waarvoor de subsidie wordt aangevraagd en van de doelen die met de activiteiten worden beoogd;
- b.
een financiële onderbouwing van de aanvraag aansluitend op het overzicht van de kosten. In de onderbouwing staat per activiteit beschreven welke personele- en materiële middelen nodig zijn voor de activiteiten. Tevens is een sluitende begroting bijgevoegd, met daarin alle (overige) inkomsten;
- c.
een opgave van eigen financiële middelen en bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan (indien van toepassing).
- a.
-
5. Indien de subsidieaanvrager een onderneming is, vraagt het college in aanvulling op het derde lid, om onderstaande documenten in te dienen:
- a.
een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;
- b.
een verklaring als bedoeld in de deminimisverordening (deminimisverklaring) (EU nr. 1470/2014) als het een subsidie betreft die per boekjaar aan een rechtspersoon wordt verstrekt, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.
- a.
-
6. Een rechtspersoon die voor de eerste keer subsidie aanvraagt, voegt een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, een recent uittreksel van de Kamer van Koophandel alsmede het jaarverslag (indien aanwezig), de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar toe aan de aanvraag.
Artikel 6. Aanvraagtermijn
-
1. Een aanvraag voor een subsidie wordt ingediend uiterlijk 1 juli voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.
-
2. Bij de subsidieregelingen, als bedoeld in artikel 3, lid 2, kunnen afwijkende termijnen worden gesteld.
Hoofdstuk 3. Subsidieverlening
Artikel 7. Subsidieverlening
-
1. Het besluit tot subsidieverlening bevat in ieder geval:
- a.
een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend;
- b.
de periode waarvoor subsidie wordt verleend;
- c.
het maximale bedrag van de verleende subsidie per activiteit;
- d.
de wijze waarop het maximale bedrag is bepaald, en;
- e.
de voorwaarden en/of verplichtingen die aan de subsidieverlening zijn verbonden.
- a.
Artikel 8. Beslistermijn
-
1. Het college beslist op een aanvraag voor subsidie uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.
-
2. Bij de subsidieregelingen, als bedoeld in artikel 3, lid 2, kunnen afwijkende termijnen worden gesteld.
-
3. Bij aanvragen voor subsidie die overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag worden aangemeld bij de Europese Commissie, wordt de termijn verdaagd totdat de Europese Commissie een eindbeslissing heeft genomen.
Artikel 9. Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden
-
1. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb weigert het college de subsidie in ieder geval:
- a.
als de aanvraag niet of niet in voldoende mate aansluit bij artikel 3, lid 2 van deze verordening;
- b.
als de aanvraag niet of niet voldoende past bij de doelstellingen uit de gemeentebegroting;
- c.
als de aanvrager niet voldoet aan de in artikel 5 gestelde voorwaarden;
- d.
als de aanvraag niet volgens de in artikel 6 gestelde wijze is ingediend;
- e.
als de aanvrager in hetzelfde tijdvak reeds eerder subsidie heeft ontvangen voor dezelfde activiteit(en);
- f.
indien de activiteiten naar het oordeel van het college op een andere toereikende wijze kunnen worden voorzien;
- g.
als de financiële continuïteit van de bedrijfsvoering van de aanvrager niet is gegarandeerd;
- h.
als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift, het algemeen belang of de openbare orde;
- i.
in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;
- j.
als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt, en;
- k.
als het betreft een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.
- a.
-
2. Bij subsidieregeling kunnen aanvullende weigeringsgronden worden gesteld.
-
3. Subsidie kan door de gemeente worden teruggevorderd op basis van artikel 4:57 van de Awb.
-
4. Het college is bevoegd de verleende subsidie geheel of gedeeltelijk te verrekenen met eventuele openstaande schulden van de aanvrager.
Hoofdstuk 4: Verplichtingen subsidieontvanger
Artikel 10. Verantwoording
Voor zover dit niet is bepaald bij de subsidieregeling, wordt in de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.
Artikel 11. Algemene verplichtingen van subsidieontvanger
-
1. Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld aan het college.
-
2. Een subsidieontvanger informeert het college onverwijld schriftelijk over:
- a.
beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging of gedeeltelijke beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;
- b.
relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;
- c.
ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;
- d.
wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon, en;
- e.
een voorgenomen vervreemding of bestemmingswijziging van eigendommen, voor zover dit direct of indirect enige relatie heeft met de verstrekte subsidie.
- a.
-
3. Het college kan in nadere regels afdeling 4.2.8 van de Awb van toepassing verklaren. De subsidieontvanger werkt mee aan een door of namens de gemeente ingesteld onderzoek dat is gericht op het verkrijgen van inlichtingen ten behoeve van de ontwikkeling van beleid, dan wel controle van rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van de subsidie.
Artikel 12. Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen
-
1. Aan een beschikking tot subsidieverlening kunnen verplichtingen worden verbonden met betrekking tot het beheer en gebruik van hetgeen met de subsidie tot stand is gebracht.
-
2. Bij subsidies hoger dan € 25.000,- verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlengd.
Hoofdstuk 5: Subsidievaststelling
Artikel 13. Eindverantwoording subsidies tot en met € 10.000,-
-
1. Subsidies tot en met € 10.000,- kunnen door het college tegelijkertijd worden verleend en vastgesteld.
-
2. In afwijking van het vorige lid kan de aanvrager worden verplicht om op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, daadwerkelijk zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. In dat geval vindt de vaststelling plaats binnen 8 weken nadat de hierop betrekkende hebbende informatie is ontvangen. Indien de aanvrager binnen deze termijn niets van gemeentewege verneemt, geldt de subsidie als ambtshalve vastgesteld;
Artikel 14. Eindverantwoording subsidies tussen € 10.000,- en € 25.000,-
-
1. Bij subsidies boven € 10.000,- doch ten hoogste € 25.000 dient de subsidieontvanger uiterlijk 8 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling per regeling in. De aanvraag tot vaststelling bevat in ieder geval:
- a.
een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en op welk wijze zij hebben bijgedragen aan de doelstellingen uit de gemeentebegroting, als bedoeld in artikel 3, lid 2 van deze verordening, en;
- b.
een financieel verslag met in ieder geval de eindafrekening van de activiteiten, waarin is toegelicht aan welke kostenposten de subsidie is besteed.
- a.
-
2. Bij nadere regels kan worden bepaald dat op een andere manier wordt aangetoond in hoeverre de activiteiten zijn verricht.
Artikel 15. Eindverantwoording subsidies van meer dan € 25.000,-
-
1. Bij subsidies boven € 25.000,- dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling per regeling in:
- a.
in geval van een subsidie per kalenderjaar wordt verstrekt, uiterlijk op 1 mei van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar, en;
- b.
in andere gevallen uiterlijk 8 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht.
- a.
-
2. De aanvraag tot vaststelling bevat:
- a.
een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, welke inspanningen zijn verricht en op welke wijze de activiteiten hebben bijgedragen aan de doelstellingen uit de gemeentebegroting, als bedoeld in artikel 3, lid 2 van deze verordening;
- b.
een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);
- c.
een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop, en;
- d.
een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant.
- a.
-
3. Bij nadere regels kunnen andere termijnen worden vastgesteld of andere gegevens worden verlangd.
Artikel 16. Subsidievaststelling
-
1. Het college stelt de subsidie zoals bedoeld in artikel 14, 15 en 16 vast binnen dertien weken na de uiterste indieningsdatum voor de aanvraag tot vaststelling, tenzij bij subsidieregeling anders is bepaald.
-
2. Indien de aanvraag voor subsidievaststelling niet voor het in het eerste lid genoemde tijdstip is ontvangen, gaat het college zes weken na een eenmalig rappel over tot ambtshalve vaststelling. De vastgestelde subsidie kan dan lager uitvallen.
-
3. Bij subsidieregeling kunnen categorieën subsidieontvangers worden aangewezen waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend.
-
4. De subsidie kan lager vastgesteld worden indien:
- a.
de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel zijn verricht;
- b.
de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;
- c.
de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid, of;
- d.
de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.
- a.
Artikel 17. Openbaarmaking
Het college draagt er zorg voor dat subsidiebeschikkingen in overeenstemming met de in de Woo toepasselijke voorschriften worden openbaar gemaakt.
Hoofdstuk 6: Overige en slotbepalingen
Artikel 18. Intrekking en wijziging subsidie
-
1. Intrekking en wijziging van de subsidieverlening op grond van art. 4:48 Awb werkt terug tot en met het tijdstip van de subsidieverlening en is mogelijk zolang de subsidie nog niet is vastgesteld (ex tunc). Artikel 4:48 Awb geeft een limitatieve opsomming van vijf intrekkings- of wijzigingsgronden.
-
2. Intrekking van subsidieverstrekking op grond van art. 4:49 Awb werkt terug tot en met het tijdstip dat de subsidie is vastgesteld, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald. Artikel 4:48 Awb geeft een limitatieve opsomming van vijf intrekkings- of wijzigingsgronden.
Artikel 19. Onvoorziene omstandigheden
In gevallen waarin deze verordening niet of niet voldoende voorziet, beslist het college.
Artikel 20. Slotbepalingen
-
1. De Algemene Subsidieverordening gemeente Stein 2025 treedt in werking op 1 januari 2026.
[Dit onderdeel bevat een kennelijke verschrijving. Hier wordt bedoeld: De Algemene Subsidieverordening gemeente Stein 2026 treedt in werking op 1 januari 2026.]
-
2. De Algemene subsidieverordening gemeente Stein 2018 wordt ingetrokken per datum van in werking treden van de Algemene subsidieverordening gemeente Stein 2026. Op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor 1 januari 2025 zijn de bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Stein 2018 van toepassing.
-
3. Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening gemeente Stein 2026.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl