Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739426
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739426/1
Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur voor de gemeente Berkelland 2025
Geldend van 22-05-2025 t/m heden
Intitulé
Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur voor de gemeente Berkelland 2025De burgemeester van Berkelland,
en
het college van burgemeester en wethouders van Berkelland,
ieder voor zover het zijn/haar bevoegdheden betreft;
overwegende, dat de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;
gelet op het bepaalde in de Wet Bibob en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, alsook de relevante bepalingen in de Alcoholwet, de Algemene plaatselijke verordening (als het gaat om gemeentelijke vergunningen), de Algemene subsidieverordening Berkelland 2022 (en zijn rechtsopvolgers), de Aanbestedingswet 2012, de Omgevingswet en bij zorgovereenkomsten vanuit de Jeugdwet en/of de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo).
B E S L U I T E N :
vast te stellen de
Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur voor de gemeente Berkelland 2025
Hoofdstuk 1 Algemeen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De begripsbepalingen in artikel 1.1 van de Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel, tenzij in dit artikel anders is bepaald.
- 1.
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
- a.
bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders;
- b.
betrokkene: de natuurlijke of rechtspersoon die een beschikking aanvraagt.
- c.
beschikking: een besluit van een bestuursorgaan, niet zijnde een besluit van algemene strekking.
- d.
Bibob toets: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan, aan de hand van een Bibob-vragenformulier, wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het Landelijk Bureau Bibob aan te vragen;
- e.
de gemeente: de gemeente Berkelland;
- f.
RIEC: het Regionaal informatie- en expertisecentrum;
- g.
risicogebied: een door het college aangewezen gebied waar een verhoogd risico bestaat op oneigenlijk gebruik van vergunningen of vastgoed.
- h.
semi-overheidsinstanties: rechtspersonen die met enig openbaar gezag zijn bekleed voor zover de aanvraag om een beschikking wordt ingediend in de uitoefening van hun publiekrechtelijke bevoegdheden;
- i.
Wet: de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob);
- a.
Artikel 1.2 Aanleiding eigen Bibob onderzoek
-
1. De gemeente Berkelland zal een eigen onderzoek uitvoeren naar een aangevraagde, reeds verleende beschikking, subsidie, voorgenomen, overeengekomen overheidsopdracht of vastgoedtransactie als hiertoe een aanleiding bestaat op grond van:
- a.
Een tip verkregen vanuit het OM zoals omschreven in artikel 26 Wet Bibob en/of ander bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van de Wet Bibob (artikel 26 Wet Bibob);
- b.
informatie verkregen van het landelijk Bureau Bibob (artikel 11 en/of 11a wet Bibob);
- c.
informatie verkregen van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC;
- d.
informatie verkregen uit de eigen ambtelijke organisatie;
- e.
informatie verkregen uit het Bibob-register;
- f.
andere relevante signalen.
- a.
Artikel 1.3 Geen eigen Bibob-onderzoek
-
1. De uitvoering van een Bibob-onderzoek blijft, tenzij sprake is van een aanleiding als bedoeld in artikel 1.2, achterwege indien aan de orde is dat:
- a.
de betrokkene een (semi)overheidsinstantie betreft;
- b.
de betrokkene een rechtspersoon met een overheidstaak betreft;
- c.
de betrokkene een woningcorporatie betreft die op grond van de Woningwet is aangewezen als toegelaten instelling voor volkshuisvesting;
- d.
de betrokkene een terrein beherende organisatie zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten of Gelders Landschap betreft bij een vastgoedtransactie;
- e.
het gaat om een partij die binnen een periode van 12 maanden meerdere vastgoedtransacties binnen eenzelfde project aangaat met de gemeente. Deze partij zal bij ongewijzigde omstandigheden ten opzichte van de eerdere vastgoedtransactie (bedrijfsstructuur, financiering, zakelijke partners, etc.) kunnen volstaan met een verwijzing naar de reeds eerder aangegane overeenkomst en het daarbij ingevulde Bibob-formulier. Bij gewijzigde omstandigheden dient de partij slechts de gewijzigde omstandigheden aan te geven;
- f.
wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden die niet voorzien waren bij het vaststellen van de beleidsregels;
- g.
Indien strikte toepassing van de beleidsregels zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.
- a.
Artikel 1.4 Weigeren of niet volledig invullen Bibob-vragenformulier
-
1. In geval van een Bibob-onderzoek bij een aanvraag van een beschikking zal deze aanvraag buiten behandeling worden gesteld indien het Bibob-vragenformulier en/of de gevraagde documenten niet (volledig/tijdig) worden aangeleverd. Het buiten behandeling stellen is mogelijk op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht;
-
2. in geval van een Bibob-onderzoek bij een verleende beschikking zal een weigering om het Bibob-vragenformulier en/of de gevraagde documenten (volledig/tijdig) aan te leveren (artikel 4 lid 1 van de Wet Bibob) worden aangemerkt als een ernstige mate van gevaar (artikel 3 van de Wet Bibob). De verstrekte beschikking kan als gevolg daarvan worden ingetrokken;
-
3. in het geval van een Bibob-onderzoek bij een overheidsopdracht of vastgoedtransactie die wordt aangegaan, zal geen overeenkomst tot stand komen, indien het Bibob-vragenformulier of de gevraagde documenten niet (volledig/tijdig) worden aangeleverd;
-
4. in het geval van een Bibob-onderzoek bij een overheidsopdracht of vastgoedtransactie die reeds is aangegaan, zal een weigering om het Bibob-vragenformulier en/of de gevraagde documenten (volledig/tijdig) aan te leveren (artikel 4 lid 1 van de Wet Bibob) worden aangemerkt als een ernstige mate van gevaar (artikel 3 van de Wet Bibob) en kan de overeenkomst worden ontbonden.
Hoofdstuk 2 Publiekrechtelijke beschikkingen
Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen
-
1. Het bestuursorgaan zal de Bibob-toets toepassen bij elke aanvraag om een beschikking zoals vermeld in:
- a.
artikel 3 Alcoholwet voor de uitoefening van het horecabedrijf, met uitzondering van een dergelijke aanvraag ingediend door een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 van die wet en waarvan de horeca-inrichting in eigen beheer van de rechtspersoon is en niet is verpacht aan een derde;
- b.
artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening (exploitatievergunning);
- c.
artikel 2.39 van de Algemene plaatselijke verordening (Speelautomatenhallen);
- d.
artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening (vergunning voor seksinrichtingen);
- e.
artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), voor zover het betreft:
- -
Vechtsportgala’s (of vergelijkbare evenementen)
- -
Ride outs motorclubs, een motortreffen of vergelijkbaar feest van een motorclub en een race met één of meer motorvoertuigen (of vergelijkbare evenementen)
- -
- f.
Artikel 1 lid 1, f en artikel 2:81 van de Algemene plaatselijke verordening (algemene exploitatievergunning)
- g.
Vergunningen voor verhuur van reguliere woonruimten in een aangewezen gebied of verhuur van verblijfsruimten aan arbeidsmigranten zoals bedoeld in artikel 5, lid 1 van de Wet goed verhuurderschap, onderdeel a of b.
- a.
-
2. Het bestuursorgaan kan de Bibob-toets toepassen met betrekking tot aanvragen om een beschikking als bedoeld in:
- a.
Een vergunning zoals bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet voor:
- a.
Een bouwactiviteit;
- b.
Een omgevingsplanactiviteit;
- c.
Een milieubelastende activiteit.
- a.
- b.
Omzettingsvergunning of splitsingsvergunning zoals bedoeld in artikel 21 en 22 van de Huisvestingswet.
- a.
-
3. Het bestuursorgaan zal de Bibob-toets toepassen voor de vergunningaanvragen uit lid 2 als de vergunning is aangevraagd voor één of meerdere activiteiten en/of projecten die vallen onder Bijlage 1 (bouwactiviteit) of die vallen onder Bijlage 2 (risico categorieën);
-
4. Het bestuursorgaan kan de Bibob-toets toepassen als het een aanvraag ontvangt voor één van de onderstaande vergunningen.
- a.
Alcoholwetvergunning voor slijterijbedrijven zoals bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet;
- b.
Bijschrijving (dag)leidinggevende op Alcoholwetvergunning zoals bedoeld in artikel 30a en 30b van de Alcoholwet;
- c.
Aanwezigheidsvergunning kansspelautomaat zoals bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen;
- d.
Overige vergunningaanvragen waarbij de gemeente de Wet Bibob mag uitvoeren, maar die niet in deze beleidsregel of bijlage 2 (risicoactiviteiten) staan.
- a.
Artikel 2.2 Subsidieaanvragen
-
1. Als er sprake is van feiten en omstandigheden zoals genoemd in artikel 1.2 kan een onderzoek naar de integriteit van de betrokkene(n) wordt ingesteld.
-
2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de betrokkene een krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht is.
Artikel 2.3 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen
-
1. Het bestuursorgaan zal een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren met betrekking tot reeds verleende beschikkingen indien:
- a.
de verleende beschikking betrekking heeft op een locatie, die gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van het college na de verstrekking van de beschikking, is aangewezen als risicogebied;
- b.
de verleende beschikking onderdeel uitmaakt van een branche of onderdeel in deze branche, die op basis van een door het bestuursorgaan genomen besluit na de verstrekking van de beschikking is aangewezen voor een Bibob-toets;
- c.
er sprake is van feiten en omstandigheden zoals genoemd in artikel 1.2
- d.
bekend wordt, dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een Bibob-toets een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene in de gemeente een soortgelijke beschikking is verleend;
- e.
een melding wijziging vergunningaanvrager of -houder op grond van artikel 5.37 Omgevingswet wordt ingediend, indien sprake is van een categorie van inrichtingen waar het beleid voor vergunningsaanvragen, zoals bepaald in artikel 2.1 lid 2 onder b op van toepassing is.
- f.
de leidinggevende(n) en/of zeggenschaphebbende(n) van de persoon die de vergunning heeft gekregen is/zijn veranderd.
- a.
-
2. In het geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, zal het bestuur het RIEC om coördinatie in de Bibob-toets verzoeken.
Hoofdstuk 3: Privaatrechtelijke transacties
Artikel 3.1 Overheidsopdrachten
-
1. De gemeente, zijnde een rechtspersoon met een overheidstaak, kan een Bibob-toets uitvoeren met betrekking tot overheidsopdrachten. Van geval tot geval bepaalt de rechtspersoon of het in de rede ligt om bij de gunning van een overheidsopdracht de Wet Bibob toe te passen.
-
2. Als er sprake is van feiten en omstandigheden zoals genoemd in artikel 1.2 kan een onderzoek naar de integriteit van de betrokkene(n) wordt ingesteld.
-
3. De rechtspersoon met een overheidstaak kan in iedere fase van een aanbesteding ter zake een overheidsopdracht, als in het eerste lid van dit artikel bedoeld, een Bibob-toets uitvoeren. Derhalve kunnen aan een Bibob-toets worden onderworpen zowel degenen die de rechtspersoon met een overheidstaak voornemens is te selecteren tot een volgende fase van de aanbesteding, dan wel degene(n) aan wie de rechtspersoon met een overheidstaak voornemens is de betreffende overheidsopdracht te gunnen.
-
4. De rechtspersoon met een overheidstaak kan ook na gunning van een overheidsopdracht als bedoeld in lid 1 van dit artikel besluiten een Bibob-toets uit te voeren. Daartoe zal in de betreffende aanbestede (concept)overeenkomst(en) een nadere bepaling moeten worden opgenomen. Die bepaling heeft als strekking dat de overeenkomst zal kunnen worden ontbonden door het bestuursorgaan indien (alsnog) feiten en omstandigheden in relatie tot het bedrijf of de persoon van de opdrachtgever bekend zijn geworden die, ware deze bekend geweest vóór het tot stand komen van de overeenkomst, aanleiding zouden zijn geweest om de opdrachtnemer uit te sluiten van verdere deelname aan de aanbesteding. De rechtspersoon met een overheidstaak kan in het hiervoor bedoelde geval besluiten niet tot ontbinding over te gaan indien zij van oordeel is dat uit de Bibob-toets gebleken mate van gevaar in voldoende mate valt te reduceren door het stellen van (nadere) uitvoeringsvoorwaarden.
Artikel 3.2 Vastgoedtransacties
-
1. Bij de start van elke onderhandeling over een vastgoedtransactie zal de rechtspersoon met een overheidstaak de wederpartij ervan in kennis stellen dat een Bibob-toets deel kan uitmaken van de procedure.
-
2. De rechtspersoon met de overheidstaak zal in ieder geval een Bibob-toets uitvoeren alvorens een beslissing wordt genomen over de vastgoedtransactie indien er sprake is van feiten en omstandigheden zoals genoemd in artikel 1.2.
- a.
voorafgaand of tijdens de onderhandelingen met een wederpartij er vanuit
- 1.
eigen ambtelijke informatie en/of
- 2.
informatie verkregen van het Bureau en/of
- 3.
informatie verkregen vanuit het Openbaar Ministerie (OM) conform artikel 26 van de wet (OM-tip) en/of
- 4.
informatie verkregen van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC;
- 1.
- a.
-
aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.
-
en/of;
- b.
de wederpartij valt onder de risico-branches zoals genoemd in bijlage 2
- c.
de vastgoedtransactie betrekking heeft op een locatie, die gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van het college is aangewezen als risicogebied.
- d.
bij vestiging van een beperkt recht ten behoeve van de gemeente kan worden afgezien van een Bibob onderzoek.
- b.
-
3. Indien is besloten tot de uitvoering van een Bibob-toets, neemt de rechtspersoon met een overheidstaak geen definitief besluit tot de vastgoedtransactie, tot de Bibob-toets volledig is afgerond.
-
4. Indien wordt overgegaan tot de vastgoedtransactie, dan kan in de overeenkomst een integriteitsclausule worden opgenomen, op basis waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst, indien blijkt van ernstig gevaar, zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.
-
5. Onverminderd lid 1 tot en met 4 van dit artikel, zal voorafgaand aan een vastgoedtransactie met als doel het verwerven of vervreemden van recht op eigendom door een rechtspersoon met een overheidstaak, in ieder geval aanleiding bestaan tot het uitvoeren van een Bibob-toets indien:
- a.
met de vastgoedtransactie een bedrag van minimaal € 750.000,- is gemoeid;
- b.
de hoogte van de bieding of koopsom ongebruikelijk is vergeleken met de waardering van het vastgoedobject;
- c.
sprake is van een hoge mate van financiële complexiteit bij de wederpartij;
- d.
sprake is van een hoge mate van complexiteit met betrekking tot de bedrijfsstructuur van wederpartij;
- e.
sprake is van (ver)koop middels een vastgoedbelegging;
- f.
sprake is van (ver)koop middels veiling;
- g.
sprake is van een exceptioneel financieel risico voor de gemeente.
- h.
als er tevens een aanvraag voor een vergunning of subsidie is of wordt gedaan.
- a.
-
6. De rechtspersoon met een overheidstaak zal afzien van het uitvoeren van een Bibob-toets indien de vastgoedtransactie wordt aangegaan met een overheidsinstantie of een semi-overheidsinstantie.
Hoofdstuk 4: Slotbepalingen
Artikel 4.1 Intrekking beleidsregels
De beleidsregel Bibob gemeente Berkelland, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en door de burgemeester op 13 oktober 2020, wordt ingetrokken.
Artikel 4.2 Datum inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking na de publicatie.
Artikel 4.3 Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Wet Bibob Berkelland 2025
Ondertekening
13 mei 2025
De burgemeester van Berkelland,
drs. J.H.A. van Oostrum.
Burgemeester en wethouders van Berkelland,
de secretaris,
drs. J. Jonker drs.
de burgemeester,
J.H.A. van Oostrum
Bijlage 1 Bouwactiviteit
Toepassingscriteria geldend voor de uitvoering van de Bibob-toetsing bij de aanvraag voor een beschikking als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet = (omgevingsvergunning bouwactiviteit)
Uitgaande van het doel van de Wet Bibob, het waarborgen van de integriteit van het bestuursorgaan en het voorkomen van ongewild faciliteren van criminele activiteiten en daarmee het tegenhouden van vergunningen waarbij een bepaalde mate van criminele beïnvloeding te verwachten valt, zal de uitvoering van de Bibob-toetsing plaatsvinden bij aanvragen, die vallen onder één van de hierna genoemde gevallen:
A.
Bouwsom
In geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit, waarbij sprake is van een bouwsom van meer dan € 750.000,- (exclusief btw). De bouwsom wordt door de gemeente berekend.
B.
Bijzondere gevallen
Vanaf de 4e aanvraag binnen een periode van 24 maanden vanaf de eerste aanvraag van dezelfde aanvrager en/of betrokkene met een bouwsom van meer dan € 50.000,- en minder dan € 750.000,-.
In geval reeds aanvang is genomen met de realisatie van een vergunningplichtig bouwwerk, zonder dat daarvoor de vereiste vergunning is aangevraagd en de bouwsom meer bedraagt dan € 50.000,- (exclusief btw) en minder bedraagt dan of gelijk is aan € 750.000,- (exclusief btw).
Uitzondering bij meerdere aanvragen per jaar voor één project. Indien een partij binnen een periode van 12 maanden meerdere aanvragen binnen eenzelfde project met de gemeente indient, zal de partij bij ongewijzigde omstandigheden ten opzichte van de eerdere aanvraag (bedrijfsstructuur, financiering, zakelijke partners, etc.) kunnen volstaan met een verwijzing naar de reeds eerder verkregen vergunning en het daarbij ingevulde Bibob-formulier. Bij gewijzigde omstandigheden dient de partij slechts de gewijzigde omstandigheden aan te geven.
C.
Risicogebieden/risicocategorieën
Indien de bouwsom meer bedraagt dan € 50.000,- (exclusief btw) en minder bedraagt dan of gelijk is aan € 750.000,- (exclusief btw) en de aanvraag een locatie betreft die gelegen is in een door het college aangewezen risicogebied. Tevens past het college de Bibob-toets toe in de in bijlage 2 opgenomen risicocategorieën.
Bijlage 2 Risicocategorieën
- •
Autobranche (Verkoop- en verhuur auto’s)
- •
Belwinkels
- •
Geldwisselkantoren
- •
Kringloopbedrijven
- •
Im- en exportbedrijven (handelsondernemingen; schoenen, kleren, onderdelen)
- •
Inrichtingen waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet:
- o
dranken worden geschonken (waaronder horecabedrijven), of rookwaren of spijzen (waaronder coffeeshops) voor directe consumptie worden verstrekt;
- o
logies wordt vertrekt (waaronder hotels, kamerverhuurbedrijven, pensions)
- o
- •
Kapsalons/barbershops
- •
Computershops
- •
Motorclubs, Outlaw Motor Gangs (OMG) en daaraan gerelateerde clubs
- •
Niet geregistreerde uitzendbureaus
- •
Overige bedrijven waar in een later stadium een vergunning voor moet worden aangevraagd waar de Wet Bibob op van toepassing kan zijn
- •
Personenvervoer
- •
Religieuze instellingen
- •
Seksinrichtingen en escortbedrijven
- •
Sportscholen
- •
Transportondernemingen;
- •
Vrijplaatsen; locaties waar en/of groepen waartegen een effectief overheidsoptreden wordt belemmerd, leidend tot een maatschappelijk ongewenste situatie, waarbij aanwijzingen bestaan voor het aanwezig zijn van strafbare gedragingen waaronder (fiscale) fraude en waarbij we spreken over handhavingsknelpunten. De belemmering betreft soms een bestaande of vermeende dreiging, soms een sociaal-culturele hindernis (o.a. recreatieparken, woonwagenlocaties en (jacht)havens)
- •
Vuurwerkbranche
- •
Wellnessbranche (o.a. aan massage- en beautysalons, nagel- en zonnebankstudio’s)
- •
Zorgaanbieder (o.a. zorgbureaus en PGB (persoonsgebonden budget)-bureaus)
- •
Woon- of verblijfruimte voor arbeidsmigranten
- •
Vakantieparken, campings- en/of recreatieterreinen
- •
Grow-, head- en smartshops
- •
Afvalbranche
- •
Co-vergisters
- •
Autobranche (autodemontage)
N.B.: Bovenstaande opsomming van risicocategorieën is niet limitatief. Deze risicocategorieën kunnen, indien nieuwe ontwikkelingen dit noodzakelijk maken, door het college van burgemeester en wethouders worden aangepast.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl