Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739393
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739393/1
Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Berkelland 2025
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 22-05-2025 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025
Intitulé
Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Berkelland 2025Burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland;
Gelet op het bepaalde in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, artikel 5.5.2 eerste lid en artikel 8.3.3 achtste lid van de Verordening Sociaal Domein Berkelland 2025, de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Berkelland 2025 en hun rechtsopvolgers;
Gelet op het wettelijk minimumloon;
Besluiten vast te stellen:
Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Berkelland 2025
Inleiding
De regels in dit besluit (hierna: Besluit) vullen de wettelijke regels en de regels uit de Verordening Sociaal Domein Berkelland 2025 (hierna: Verordening) aan. Het zijn regels waarin bepaalde zaken uit de Verordening zijn uitgewerkt en die door het college zijn vastgesteld. In onderstaande tabel is toegelicht welke type documenten er zijn, wat er in deze documenten is geregeld en wie deze documenten vaststelt.
Document |
Wat |
Vaststelling |
Toelichting |
Verordening Sociaal Domein Berkelland 2025 |
Algemeen verbindende voorschriften die gemeente en inwoner binden |
Gemeenteraad |
Het stellen van detailregels wordt vaak gedelegeerd aan het college |
Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Berkelland 2025 |
Verlengstuk van de Verordening: bevat algemeen verbindende voorschriften |
College |
Dit zijn detailregels die gedelegeerd zijn door de gemeenteraad |
Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning en Jeugd Berkelland 2025 |
Algemene regels voor de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of uitleg van wettelijke voorschriften bij gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan. Ze binden alleen het bestuursorgaan dat de regels zelf mag stellen |
College |
Worden vastgesteld op basis van de eigen bevoegdheid van het college. Dit zijn geen gedelegeerde regels vanuit de gemeenteraad |
Artikel 1. Begripsbepalingen
De begrippen die in dit Besluit gehanteerd worden hebben, tenzij anders aangegeven, de betekenis zoals omschreven in de Wmo 2015 en de Jeugdwet, en ook de daarop gebaseerde gemeentelijke Verordening en beleidsregels op het terrein van de Wmo en Jeugdhulp.
Artikel 2. Zorg in natura tarieven
-
1. De tarieven voor Wmo integrale ondersteuning (artikel 3.7.2 van de Verordening) en jeugdhulp (artikel 4.3 van de Verordening) in natura (zin) voor maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gaan uit van een taakgerichte bekostiging met ‘lumpsum financiering’, waarbij de budgetten zijn vastgesteld op basis van ingediende offertes van aanbieders. Daarmee voldoen de tarieven aan artikel 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. Uitzondering is de hoog complexe jeugdzorg met verblijf, dit wordt gefinancierd middels PxQ. PxQ-financiering is een bekostigingsvorm waarbij de kosten worden berekend op basis van de prijs (P) en de geleverde inzet (Q).
-
2. De tarieven voor huishoudelijke ondersteuning (artikel 5.2.2. van de Verordening) in natura voor maatschappelijke ondersteuning zijn vaste tarieven en worden vastgesteld door middel van een objectief tariefmodel waarmee de tarieven voldoen aan de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Reële prijs Wmo 2015. De tarieven worden voorgelegd aan de gecontracteerde zorgaanbieders op basis van marktconsultatie, welke indien van toepassing, jaarlijks worden geïndexeerd.
Hiermee voldoen de tarieven aan artikel 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
Artikel 3. Hoogte persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp voor professionele hulp
Burgemeester en wethouders leggen de berekeningswijze van de budgetten voor de te verstrekken hulp-op-maat in de vorm van een persoonsgebonden budget voor maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp vast op basis van de in artikel 8.3.3 lid 4 en 7 van de Verordening vastgelegde regels. De bedragen zijn opgenomen in bijlage 1.
Daarnaast zijn in de Verordening de mogelijkheden opgenomen voor het in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming in noodzakelijke kosten, artikelen 3.7.6 lid 2 en 5.2.1 lid 2 en 3 van de Verordening.
Artikel 3.1 Hoogte persoonsgebonden budget maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp voor niet professionele hulp, met uitzondering van logeren
Burgemeester en wethouders leggen de berekeningswijze van de budgetten voor de te verstrekken hulp-op-maat in de vorm van een persoonsgebonden budget voor maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp vast op basis van de in artikel 8.3.3 lid 5, 6 en 7 van de Verordening vastgelegde regels. De bedragen zijn opgenomen in bijlage 1.
Artikel 3.2 Vergoeding logeren voor niet professionele hulp Wmo en Jeugd
Voor logeren kan een symbolische vergoeding worden toegekend van maximaal € 141,- per kalendermaand. Er kan geen vergoeding sociaal netwerk voor een etmaal of dagdeel worden verstrekt. Dit op basis van artikel 8.3.3. lid 6 van de Verordening.
Let op! Pgb en een symbolische vergoeding kunnen op cliëntniveau niet gezamenlijk worden verstrekt (artikel 2ab Uitvoeringsregeling Wmo 2015).
Artikel 3.3 Overgangsregeling bij aanpassen van bestaande pgb’s
In dit Besluit zijn de (nieuwe) pgb-tarieven vastgesteld. Aanpassing van deze tarieven, een heronderzoek of een veranderde thuissituatie bij de inwoner kunnen redenen zijn om bestaande pgb’s aan te passen. Om bestaande pgb’s op een verantwoorde en acceptabele wijze aan te passen is een overgang nodig. De overgangsregeling voorziet in het afbouwen van de toegekende budgetten. Het verschil tussen het huidige toegekende budget en het nieuw vastgestelde budget is het afbouwbedrag.
Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn:
- •
De duur van de afbouwtermijn hangt af van de duur van het toegekende pgb;
- •
De afbouwtermijn (zowel duur als het afbouwbedrag) is afhankelijk van de mate waarin de pgb-houder afhankelijk is van het pgb;
- •
De afbouwtermijn (zowel duur als het afbouwbedrag) is afhankelijk van de verplichtingen die hiermee gemoeid zijn;
- •
De duur waarin de pgb-houder het huidige pgb ontvangt speelt geen rol bij deafbouwperiode;
- •
Een overgangstermijn van een half jaar is redelijk in algemene zin;
- •
Een kortere termijn kan in sommige gevallen gehanteerd worden, mits de inwoner tijdig (minimaal drie maanden) van de mogelijke komende wijzigingen op de hoogte is gesteld en/of er goede alternatieven geboden kunnen worden aan de inwoner.
Afbouwregeling bij tussentijdse wijziging
Als de indicatie niet van rechtswege wordt beëindigd, wordt met een besluit de afbouwperiode bekend gemaakt aan de budgethouder. In het besluit staat de reden van de wijziging van het pgb, de hoogte van het nieuwe pgb en de ingangsdatum (deze ligt tussen de 3 en 6 maanden na de bekendmaking). Ook staat er in het besluit hoe de afbouwregeling wordt toegepast en een uitleg dat de benodigde hulp/zorg met het nieuwe budget te betalen is (en/of blijft). De aanpassing van het pgb-tarief staat niet open voor bezwaar en beroep, omdat deze mogelijkheid voor het aanpassen van het tarief is opgenomen in de Verordening. Uitzondering op deze regel is als met het nieuwe tarief niet minstens bij één aanbieder ondersteuning kan worden ingekocht.
Afbouwregeling
Het verschil tussen het huidige toegekende budget en het nieuw vastgestelde budget is het afbouwbedrag.
- •
Als het afbouwbedrag in totaal niet hoger is dan € 250,- per maand/€ 3.000 per jaar is er geen afbouwperiode. Iedereen moet zelf een oplossing kunnen vinden in 3 maanden die er zijn voordat het besluit in gaat.
- •
Als het afbouwbedrag in totaal hoger is dan € 250,- per maand/€ 3.000,- per jaar geldt een afbouwperiode van een half jaar. De afbouw gaat per maand en er vindt een geleidelijke afbouw plaats.
- •
Als het afbouwbedrag in totaal hoger is dan € 833,- per maand/€ 10.000,- per jaar geldt een afbouwperiode van een jaar. De afbouw gaat per maand en er vindt een geleidelijke afbouw plaats.
Omzetting pgb in voorziening in natura
Een omzetting van het pgb in een voorziening in natura, tijdens de toegekende periode, is niet meer mogelijk nadat het pgb is besteed aan een voorziening.
Artikel 3.4 Financiële tegemoetkomingen
In de Verordening is voor een aantal zaken de mogelijkheid opgenomen om in aanmerking te komen voor een financiële tegemoetkoming in de kosten. Deze tegemoetkoming is niet kostendekkend en bedraagt voor:
- 1.
verhuizing en inrichtingskosten: € 2.500,00 (artikel 5.2.1. lid 2)
- 2.
bezoekbaar maken van de woning: € 2.500,00 (artikel 5.2.1. lid 3)
- 3.
sportvoorziening 1x in de 3 jaar: € 3.250,00 (artikel 3.7.6 lid 2)
Voor deze tegemoetkomingen is geen eigen bijdrage verschuldigd.
Artikel 4. Maximumhoogte pgb overige hulp-op-maat
Bij het verstrekken van hulp-op-maat wordt uitgegaan van de goedkoopst compenserende voorziening. Dit betreft altijd maatwerk.
Artikel 5. Afschrijvingstermijnen hulp-op-maat
-
1. Voor een kind-, douchevoorziening en autoaanpassing geldt een technische levensduur van 5 jaar, voor trapliften geldt een technische levensduur van 10 jaar en voor overige Wmo-hulpmiddelen geldt een technische levensduur van 7 jaar. Elk hulpmiddel, dat met behulp van een persoonsgebonden budget of in natura is verstrekt, heeft een afschrijvingstermijn van respectievelijk 5, 7 of 10 jaar en dient dus in principe respectievelijk 5, 7 of 10 jaar mee te gaan. Is een hulpmiddel afgeschreven dan ontstaat niet automatisch het recht op een nieuw of gebruikt hulpmiddel. Zolang het verstrekte hulpmiddel of het via een persoonsgebonden budget aangeschafte hulpmiddel technisch nog voldoet, bestaat geen recht op vervanging van het hulpmiddel. Dit tenzij een medische noodzaak wordt aangetoond.
-
2. Indien met een persoonsgebonden budget een voorziening als genoemd in de beschikking tweedehands wordt aangeschaft, dan wordt verwacht dat deze minimaal nog de in lid 1 genoemde periode meegaat. Het pgb wordt geacht te zijn verstrekt voor de duur van respectievelijk 5, 7 of 10 jaar en er bestaat geen recht op vervanging binnen deze afschrijvingstermijn.
-
3. Het pgb voor het onderhoud en de service van een voorziening kan na afloop van de afschrijvingstermijn van de voorziening doorlopen als de voorziening nog adequaat en passend is. De inwoner dient de nota(‘s) hiervan in bij de gemeente.
-
4. Het is de inwoner (of de erven van de inwoner) niet toegestaan om de met een pgb aangeschafte voorziening te verkopen, zonder hiervoor toestemming te hebben van de gemeente.
Artikel 6. Berekening bijdrage in de kosten collectief vervoer van ZOOV
We hanteren 3 categorieën bij het opleggen van de jaarlijkse bijdrage in de kosten (artikel 3.7.4 lid 4 uit de Verordening) voor collectief vervoer “ZOOV Op Maat”:
- 1.
Bestaande gebruikers: gebruikers die op de peildatum 1 januari in het systeem staan, ontvangen een nota van € 60,- om hun jaarbijdrage te voldoen;
- 2.
Nieuwe gebruikers: het jaarbedrag wordt berekend aan de hand van de maand waarin de toekenning wordt gestuurd; € 5,- voor iedere resterende maand van het jaar. Daarbij wordt de maand van verzending meegerekend als de beschikking vóór de 15e van de maand wordt gestuurd. De totale bijdrage wordt in één keer in rekening gebracht;
- 3.
Tijdelijke gebruiker: deze gebruiker betaalt afhankelijk van de duur van de indicatie een bedrag in de kosten, op basis van € 5,- per maand. Daarbij wordt de maand van verzending meegerekend als de beschikking vóór de 15e van de maand wordt gestuurd. De totale bijdrage wordt in één keer in rekening gebracht.
Restitutie bij stopzetting van de indicatie vindt niet plaats, tenzij de gebruiker is overleden.
Let op! Voor minderjarigen is er geen bijdrage voor ZOOV verschuldigd.
Artikel 7. Bijdrage in de kosten voor hulp-op-maat
De omvang van de eigen bijdrage per maand wordt vastgesteld in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. In artikel 8.5 van de Verordening staan een aantal vastgelegde regels over de bijdrage in de kosten. Hieronder een aanvulling daarop.
In een aantal situaties hoeft iemand geen bijdrage te betalen (artikel 3.8 lid 3 Uitvoeringsbesluit Wmo 2015).
- •
de inwoner betaalt al een eigen bijdrage voor beschermd wonen of voor de Wet langdurige zorg;
- •
voor een inwoner die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, met uitzondering van een woningaanpassing;
- •
als de gemeente, na advies van een instelling voor algemeen maatschappelijk werk, de Raad voor de Kinderbescherming of het AMHK, van oordeel is dat de verschuldigdheid van de bijdrage kan leiden tot mishandeling, verwaarlozing of ernstige schade voor de opvoeding en ontwikkeling van een minderjarige door de ouder, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet;
- •
voor voorzieningen die onder de Jeugdwet worden verstrekt.
Zie artikel 3.8 lid 3 Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 voor de overige situaties.
Artikel 7.1 Bijdragen voor Beschermd Wonen
Uitzondering op de (in artikel 7 genoemde) bijdrage in de kosten is de bijdrage voor beschermd wonen. Deze wordt berekend volgens artikel 3.11 tot en met 3.19 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. Berekening van de eigen bijdrage doet het CAK op basis van het inkomen, vermogen, de leeftijd, de huishouding en de zorg.
Heeft de inwoner een pgb voor beschermd wonen, dan is de hoogte van de bijdrage afhankelijk van de situatie:
- •
voor een pgb Wmo beschermd wonen met vergoeding van de wooncomponent geldt een bijdrage die afhankelijk is van het inkomen of vermogen.
- •
voor een pgb Wmo beschermd wonen zonder vergoeding van de wooncomponent en Beschermd thuis geldt de bijdrage in de kosten, zoals genoemd in artikel 7.
Artikel 7.2 Bijdrage in de kosten voor een Algemene Voorziening
Ook voor een Algemene Voorziening wordt de omvang van de bijdrage in de kosten per maand vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. De inwoner betaalt de bijdrage per maand aan het Centraal Administratiekantoor (CAK). In Berkelland is de Mantelzorgregeling aangewezen als Algemene Voorziening.
Artikel 8. Mantelzorgwaardering en de hoogte van de waardering
De mantelzorgwaardering zoals opgenomen in artikel 5.5.2 van de Verordening is bedoeld voor de mantelzorger(s) van de inwoner (zorgvrager) die woonachtig is in de gemeente Berkelland. De hoogte van de mantelzorgwaardering wordt jaarlijks in dit Besluit vastgesteld door het college en bedraagt in 2025 een éénmalig bedrag van € 50,00.
De mantelzorger kan het hele jaar deze financiële waardering aanvragen met DigiD op de website www.gemeenteberkelland.nl. Het aanvragen kan tot en met 31 december 2025. Binnen 3 weken ontvangt de aanvrager de financiële waardering op het opgegeven bankrekeningnummer.
Artikel 9. Citeertitel, inwerkingtreding, overgangsbepaling en intrekking
-
1. Dit besluit wordt aangehaald als het Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Berkelland 2025.
-
2. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2025.
-
3. Een aanvraag die de inwoner heeft ingediend vóór 1 januari 2025 en waarover de gemeente pas later een besluit neemt, handelt de gemeente af volgens het Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Berkelland 2024, tenzij de toepassing van de bepalingen van de Besluit maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp gemeente Berkelland 2025 gunstiger is.
-
4. Met de inwerkingtreding van dit besluit vervalt het Besluit maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp gemeente Berkelland 2024.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in het college op 13 mei 2025
Burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland,
de secretaris,
drs. J. Jonker
de burgemeester,
drs. J.H.A. van Oostrum
Bijlage 1
Tarieflijsten pgb Wmo en Jeugdhulp 2025 - SDA
Tarieflijsten pgb Wmo en Jeugdhulp 2025 - SDA |
||||
|
|
|
|
|
Segment Integrale Ambulante Jeugdhulp (IAJ) - Professionele hulp |
||||
Subsegment |
Dienstverlening |
code |
Tarief per 1-1-25 |
Eenheid |
Behandeling |
Behandeling Individueel |
45P02 |
€ 108,60 |
uur |
Behandeling Groep |
41P02 |
€ 131,64 |
dagdeel |
|
Generalistische GGZ |
54P01 |
€ 107,40 |
uur |
|
Specialistische GGZ |
54P02 |
€ 122,40 |
uur |
|
Ondersteuning |
Ondersteuning individueel |
45P01 |
€ 66,00 |
uur |
Ondersteuning groep |
41P01 |
€ 59,44 |
dagdeel |
|
Logeren |
44P01 |
€ 189,36 |
etmaal |
|
Persoonlijke Verzorging |
Persoonlijke verzorging |
40P01 |
€ 76,80 |
uur |
Vervoer |
Vervoer |
42P01 |
€ 22,86 |
etmaal |
|
|
|
|
|
Segment Gezins- en woonvormen (GWV) - Professionele hulp |
||||
Subsegment |
Dienstverlening |
code |
|
Eenheid |
Pleegzorg |
Pleegzorg |
43P01 |
€ 54,25 |
etmaal |
Gezinshuiszorg |
Gezinshuiszorg |
43P02 |
€ 193,93 |
etmaal |
Verblijf Groep |
Verblijf Groep |
43P04 |
€ 266,41 |
etmaal |
Wonen gericht op zelfstandigheid |
Wonen gericht op zelfstandigheid |
43P03 |
€ 127,98 |
etmaal |
|
|
|
|
|
Segment Wmo Integrale Ondersteuning (Wmo IO) - Professionele hulp |
||||
Subsegment |
Dienstverlening |
code |
|
Eenheid |
Ondersteuning |
Ondersteuning individueel |
02P03 |
€ 62,40 |
uur |
Ondersteuning groep |
07P01 |
€ 42,44 |
dagdeel |
|
Persoonlijke Verzorging |
Persoonlijke verzorging |
03P01 |
€ 60,00 |
uur |
Vervoer |
Vervoer |
08P01 |
€ 22,86 |
etmaal |
|
|
|
|
|
Segment Wmo Wonen - Professionele hulp |
||||
Subsegment |
Dienstverlening |
code |
|
Eenheid |
Beschermd Wonen |
Beschermd Wonen inclusief wooncomponent |
15P04 |
€ 179,57 |
etmaal |
Beschermd Wonen exclusief wooncomponent |
15P05 |
€ 109,04 |
etmaal |
|
Beschut Wonen |
Beschut wonen inclusief wooncomponent |
15P02 |
€ 152,14 |
etmaal |
Beschut wonen exclusief wooncomponent |
15P03 |
€ 90,00 |
etmaal |
|
Beschermd Thuis |
Beschermd Thuis |
15P01 |
€ 37,88 |
etmaal |
|
|
|
|
|
Segment Wmo Logeren* - Professionele hulp |
||||
Subsegment |
Dienstverlening |
code |
|
Eenheid |
Logeren |
Logeren (excl. Daginvulling) |
04P01 |
€ 103,17 |
etmaal |
Logeren (incl. Daginvulling) |
04P03 |
€ 150,83 |
etmaal |
|
|
|
|
|
|
Wmo Huishoudelijke Ondersteuning* - Professionele hulp |
||||
Segment / Voorziening |
Dienstverlening |
code |
|
Eenheid |
Huishoudelijke Ondersteuning - professioneel |
Ondersteuning |
01P01 |
€ 32,13 |
uur |
|
|
|
|
|
Niet - Professionele hulp |
||||
Segment / Voorziening |
Dienstverlening |
code |
|
Eenheid |
Ondersteuning individueel (Jeugdhulp) |
Ondersteuning |
45P09 |
€ 19,58 |
uur |
Ondersteuning individueel (Wmo) |
Ondersteuning |
02P09 |
€ 24,42 |
uur |
Huishoudelijke ondersteuning (Wmo) |
Ondersteuning |
01P09 |
€ 20,99 |
uur |
NB: deze tarieven omvatten de vergoeding voor zowel directe als indirecte cliëntgebonden tijd, zoals het voorbereiden van een activiteit, verslaglegging in het kader van een activiteit, reistijd van en naar de cliënt of hersteltijd na een intensieve behandelsessie. Hiervoor kunnen geen aparte uren gedeclareerd worden.
Voor het segment Wmo Wonen geldt dat de tarieven inclusief ondersteuning zijn
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl