Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739391
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739391/1
Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2025
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 17-05-2025
Intitulé
Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2025De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 maart 2025;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10 en 8.1.1, derde lid van de Jeugdwet;
overwegende dat;
• de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd;
• het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf ligt;
• het naar aanleiding van recente jurisprudentie en wijzigingen in de wet- en regelgeving noodzakelijk is dat de verordening wordt geactualiseerd en opnieuw wordt vastgesteld;
b e s l u i t :
vast te stellen de
Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2025
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt voor de definitie van opgenomen begrippen aangesloten bij de definitie opgenomen in de Jeugdwet. In aanvulling daarop wordt in deze verordening verstaan onder:
- a.
aanvraag: een schriftelijk en ondertekend verzoek van de jeugdige en/of ouder(s) om een besluit te nemen;
- b.
algemene voorziening: voorziening op grond van de wet die rechtstreeks toegankelijk is zonder toegangsbeoordeling of op basis van een beperkte toegangsbeoordeling;
- c.
andere voorziening: voorziening op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, kinderopvang of werk en inkomen, niet vallend onder de wet;
- d.
begeleiding: het bieden van ondersteuning en/of begeleiding aan jeugdigen, ouder(s) en/of hun omgeving. De begeleiding is gericht op het vergroten of behouden van de regie over de eigen manier van leven/opvoeding;
- e.
behandeling: behandeling is gericht op herstel, genezing, ontwikkeling, stabiliseren en/of hanteerbaar maken van het probleem of de aandoening. De behandeling gaat uit van een afgebakende periode, met een onderliggend behandelplan waarin beoogde resultaten zijn opgenomen;
- f.
beschikking: een schriftelijk besluit tot toekenning, afwijzing of buiten behandelingstelling van een aanvraag;
- g.
college: burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;
- h.
deskundige: beroepskracht met specifieke kennis en vaardigheden ten aanzien van de opgroei- en opvoedproblematiek van de jeugdige en/of ouder(s) die voldoet aan de in de branche geldende kwaliteitseisen;
- i.
eigen kracht: mate waarin de jeugdige en de ouder(s), eventueel samen met het sociaal netwerk van de jeugdige en de ouders(s), een oplossing kunnen vinden voor de hulp die nodig is om de vastgestelde opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen te verminderen of weg te nemen;
- j.
formele ondersteuning: ondersteuning die met een vergoeding vanuit het persoonsgebonden budget wordt geboden door een deskundige, niet zijnde een persoon uit het sociaal netwerk van de jeugdige en/of ouder(s);
- k.
gebruikelijke hulp: hulp die, gelet op de leeftijd van de jeugdige, redelijkerwijs mag worden verwacht van ouders en/of andere inwonende huisgenoten;
- l.
individuele voorziening: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de jeugdige en/of zijn ouder(s) toegesneden voorziening;
- m.
informele ondersteuning: ondersteuning die met een vergoeding vanuit het persoonsgebonden budget geboden wordt door een persoon uit het sociale netwerk van de jeugdige en/of ouder(s) of een beroepskracht niet zijnde een deskundige;
- n.
intensiteit: de zwaarte van de behandeling, begeleiding of ondersteuning;
- o.
jeugdbescherming: ondersteuning in de vorm van kinderbeschermingsmaatregelen;
- p.
medewerker gebiedsteam: een SKJ-geregistreerde medewerker of een medewerker die voldoet aan de norm van de verantwoorde werktoedeling van het Kwaliteitskader Jeugd;
- q.
ondersteuningsplan: een plan van aanpak waarin in ieder geval de te bereiken doelen en de daarvoor benodigde ondersteuning worden vastgelegd;
- r.
ondersteuningsprofiel: een algemeen geformuleerd profiel (cluster van hulpvragen) voor jeugdhulp dat de aard van de ondersteuningsbehoefte van de jeugdige en het gezin weergeeft;
- s.
pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken;
- t.
sociaal netwerk: een bestaande sociale relatie van de jeugdige of zijn ouders met een natuurlijk persoon;
- u.
wet: Jeugdwet.
Artikel 2 Vormen van ondersteuning
- 1.
De volgende vormen van algemene voorzieningen zijn beschikbaar:
- a.
preventieve jeugdhulp via de gebiedsteams en de publieke jeugdgezondheidszorg;
- b.
voorzieningen voor spoedeisende situaties;
- c.
basisvoorzieningen via het jongerenwerk;
- d.
opgroei en opvoedondersteuning zorgaanbieder
- a.
- 2.
De volgende vormen van individuele voorzieningen zijn beschikbaar:
a. dyslexiezorg;
b. pleegzorg;
c. wonen;
d. specialistische jeugdhulp;
e. hoogcomplexe jeugdhulp: Jeugdhulp Plus en Open 3 milieus voorziening (O3M);
f. crisiszorg;
g. jeugdbescherming;
h. jeugdreclassering.
-
3. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de in het eerste en tweede lid bedoelde voorzieningen.
Artikel 3 Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist, jeugdarts, rechter of gecertificeerde instelling
- 1.
Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, medisch specialist of jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder.
- 2.
Indien verwijzing plaatsvindt naar een niet-gecontracteerde jeugdhulpaanbieder, is vooraf toestemming van het college vereist.
- 3.
Het college legt de te verlenen individuele voorziening, dan wel het afwijzen daarvan, vast in een beschikking.
- 4.
Het college kan nadere regels stellen over de invulling van de inzet van jeugdhulp bedoeld in het in het eerste lid.
Artikel 4 Toegang jeugdhulp via de gemeente
- 1.
Jeugdigen en/of ouder(s) kunnen zich bij het college melden met een hulpvraag. Deze melding kan telefonisch, schriftelijk, digitaal of persoonlijk worden gedaan.
- 2.
Het college informeert de jeugdige en/of zijn ouder(s) over de mogelijkheid om zich (gratis) te laten bijstaan door een onafhankelijke cliëntondersteuner of vertrouwenspersoon. Een onafhankelijke cliëntondersteuner biedt onafhankelijke ondersteuning en kan helpen bij het regelen van zorg en ondersteuning.
- 3.
Na ontvangst van een melding neemt het college contact op met de jeugdige of zijn ouder(s) om de hulpvraag in kaart te brengen en eventueel een afspraak te maken voor een gesprek om onderzoek te doen naar de ondersteuningsbehoefte.
Artikel 5 Onderzoek en ondersteuningsplan jeugdhulp
- 1.
Een medewerker gebiedsteam stelt namens het college in één of meerdere gesprekken met de jeugdige en/of ouders vast:
- a.
wat de hulpvraag van de jeugdige en/of zijn ouder(s) is;
- b.
welke problemen, beperkingen en/of stoornissen van de jeugdige en/of zijn ouders reden geven voor hulp/ondersteuning;
- c.
welke hulp/ondersteuning naar aard en omvang nodig is;
- d.
welke mogelijkheden de jeugdige en/of zijn ouders hebben om, al dan niet met hulp van hun sociale netwerk, de problemen zelf (gedeeltelijk) op te lossen;
- e.
de wijze waarop een mogelijk toe te kennen individuele voorziening kan worden afgestemd met andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, of werk en inkomen.
- a.
- 2.
Als uit het gesprek of de gesprekken blijkt dat geen individuele voorziening nodig is, kan in overleg met de jeugdige en/of ouders worden afgezien van een ondersteuningsplan.
- 3.
Als uit het gesprek of de gesprekken blijkt dat een individuele voorziening nodig is wordt een ondersteuningsplan opgesteld door de medewerker gebiedsteam.
- 4.
In het ondersteuningsplan worden in elk geval de in lid 1 genoemde punten opgenomen.
- 5.
Het ondersteuningsplan wordt in tweevoud aan de jeugdige en/of zijn ouders toegestuurd met het verzoek om dit ondertekend retour te sturen. Als men niet akkoord is met het ondersteuningsplan kan men tekenen voor gezien/niet akkoord.
- 6.
Het ondertekende ondersteuningsplan wordt aangemerkt als een aanvraag.
- 7.
Na ontvangst van de aanvraag verzendt het college binnen acht weken een beschikking aan de aanvrager.
Artikel 6 Criteria en afwegingsfactoren gebruikelijke hulp en eigen kracht
- 1.
Jeugdigen of ouders komen pas in aanmerking voor een individuele voorziening als zij zelf geen oplossing kunnen vinden voor de hulpvraag binnen hun eigen mogelijkheden en probleemoplossend vermogen (eigen kracht). Hieronder wordt in ieder geval verstaan:
- •
gebruikelijke hulp van ouders en/of andere verzorgers of opvoeders;
- •
bovengebruikelijke hulp van ouders voor zover zij beschikbaar en in staat zijn de noodzakelijke hulp te bieden, dit geen (dreigende) overbelasting oplevert en door het bieden van de bovengebruikelijke hulp geen financiële problemen in het gezin ontstaan;
- •
de ondersteuning vanuit het sociale netwerk;
- •
het aanspreken van een aanvullende zorgverzekering die is afgesloten.
- •
- 2.
Gebruikelijke hulp is hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van ouders en/of andere verzorgers of opvoeders. Zij zijn namelijk verplicht de tot hun gezin behorende minderjarige jeugdigen te verzorgen, op te voeden, te begeleiden en toezicht op hen te houden. Dit geldt ook als de jeugdige een ziekte, aandoening, beperking of andere problematiek heeft. Bij uitval van 1 van de ouders neemt de andere ouder de gebruikelijke hulp over. Dit geldt ook bij gescheiden ouders. Er wordt dan ook rekening gehouden met de gebruikelijke hulp van de ouder waar de jeugdige niet woont.
- 3.
Om vast te stellen of sprake is van gebruikelijke hulp beoordeelt het college of de benodigde hulp uitgaat boven de hulp die een jeugdige van dezelfde leeftijd zonder ziekte, aandoening, beperking of andere problematiek nodig heeft. Het college houdt hierbij rekening met de volgende factoren:
- a.
de leeftijd van de jeugdige;
- b.
de mate van zorg bij activiteiten en handelingen, de mate van toezicht en de mate van begeleiding/stimulans die een jeugdige van die leeftijd nodig heeft;
- c.
de aard en de duur van de hulp en de benodigde ondersteuningsintensiteit van de jeugdige;
- d.
de mate van planbaarheid van de hulp;
- e.
de behoeften en mogelijkheden van de jeugdige.
- a.
- 4.
Als er sprake is van gebruikelijke hulp verstrekt het college geen individuele voorziening tot jeugdhulp. Hierop kan (tijdelijk) een uitzondering worden gemaakt als de ouders door (dreigende) overbelasting de gebruikelijke hulp niet kunnen bieden. Er moet dan wel een verband zijn tussen de (dreigende) overbelasting en de hulp aan de jeugdige.
- 5.
Gaat het om hulp die de gebruikelijke hulp overstijgt, zijn de ouders in eerste instantie nog steeds verantwoordelijk voor het bieden van deze bovengebruikelijke hulp. Het college beoordeelt dan of van ouders verwacht mag worden dat ze deze hulp bieden, zoals in lid 1 staat weergegeven. Het college maakt hierbij onderscheid tussen kortdurende en langdurende situaties:
- kortdurend: er is uitzicht op herstel van het (gezondheids)probleem en de daarmee samenhangende zelfredzaamheid van de jeugdige. Het gaat hierbij over een aaneengesloten éénmalige periode van maximaal drie maanden in één kalenderjaar.
- langdurend: het gaat om chronische situaties waarbij naar verwachting de jeugdhulp langer dan drie maanden nodig is of voor meerdere periodes van drie maanden in één kalenderjaar.
Het college verwacht van ouders dat zij in kortdurende situaties de bovengebruikelijke hulp bieden, tenzij dit gelet op de aard van de hulp niet kan worden verwacht of de ouders door (dreigende) overbelasting de hulp niet kunnen bieden. Er moet dan wel een verband zijn tussen de (dreigende) overbelasting en de hulp aan de jeugdige.
- 6.
Bij de beoordeling in langdurige situaties houdt het college rekening met de volgende factoren:
- a.
de aard en de duur van de hulp en de benodigde ondersteuningsintensiteit van de jeugdige;
- b.
de mate van planbaarheid van de hulp;
- c.
het lichamelijk en geestelijk welzijn van de ouders;
- d.
de manier van omgaan van ouders met de problemen van de jeugdige;
- e.
vaardigheden van de ouders om zelf hulp te bieden (bijvoorbeeld een verpleegachtergrond);
- f.
of er sprake is van problematiek bij de ouders, zoals relationele problemen of schulden;
- g.
welke verplichtingen de ouders hebben, bijvoorbeeld voor werk en sociale verplichtingen;
- h.
het belang van ouders om een inkomen uit arbeid te krijgen en het eventueel ontstaan van financiële problemen;
- i.
de woonsituatie;
- j.
de samenstelling van het gezin en de relatie tussen de gezinsleden (bijvoorbeeld of er sprake is van een wettelijke stiefouder of niet);
- k.
is er een sociaal netwerk en zo ja, wat zijn de mogelijkheden en de bereidheid van het sociaal netwerk om de jeugdige of zijn ouders te ondersteunen;
- l.
overige individuele omstandigheden die door jeugdige en ouders worden ingebracht.
- a.
- 7.
Als bovengenoemde factoren niet leiden tot problemen bij het kunnen verlenen van de hulp door de ouders, bij de beschikbaarheid van de ouders voor het verlenen van de hulp, bij de belasting van de ouders en bij de financiële situatie van de ouders wordt van hen verwacht dat zij de bovengebruikelijke hulp verlenen. Het college verstrekt dan geen individuele voorziening tot jeugdhulp.
- 8.
Bij (dreigende) overbelasting geldt nog het volgende:
- a.
er moet een verband zijn tussen de overbelasting en de zorg aan de jeugdige;
- b.
als de overbelasting ziet op spanningen door het werk (bijvoorbeeld door te veel uren werken of stress) of door andere factoren buiten de zorg van de jeugdige om, moet de ouder eerst een oplossing zoeken in de oorzaak van die spanningen;
- c.
bij een aanvraag voor een individuele voorziening tot jeugdhulp bekijkt het college wat wordt gedaan om die spanningen te verminderen;
- d.
als de (dreigende) overbelasting kan worden verminderd door het herinrichten van het werk of andere sociale/maatschappelijke activiteiten wordt dit eerst van de ouder verwacht;
- e.
het verlenen van hulp aan de jeugdige gaat voor op sociale/maatschappelijke activiteiten;
- f.
een pgb voor het verlenen van hulp aan een jeugdige door een ouder wordt beëindigd als er sprake is van (dreigende) overbelasting. Een andere zorgverlener moet het verlenen van hulp overnemen om de overbelasting te stoppen.
- a.
- 9.
Als ouders een beroep kunnen doen op het sociale netwerk voor het bieden van ondersteuning bij de benodigde hulp aan de jeugdige wordt van hen verwacht dat ze hier gebruik van maken. De ondersteuning die het sociale netwerk biedt, valt onder de eigen kracht. Het college verstrekt hiervoor geen individuele voorziening tot jeugdhulp.
- 10.
Als de jeugdige en/of de ouders een aanvullende zorgverzekering hebben die de benodigde hulp (deels) vergoedt, wordt van ouders verwacht dat zij deze aanspreken. Het college verstrekt dan geen individuele voorziening tot jeugdhulp of alleen een aanvullende voorziening voor het gedeelte dat niet wordt vergoed.
Artikel 7 Beschikking toegang jeugdhulp via de gemeente
- 1.
In de beschikking tot toekenning van een individuele voorziening wordt in ieder geval aangegeven of de voorziening in natura of als pgb wordt verstrekt.
- 2.
In de beschikking worden de afspraken met de jeugdige en/of de ouder(s) vastgelegd.
- 3.
Bij het verstrekken van een voorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:
- a.
welke vorm van jeugdhulp wordt verstrekt;
- b.
als sprake is van pleegzorg of specialistische jeugdhulp, welk ondersteuningsprofiel en welke intensiteit;
- c.
de beoogde resultaten en op welke termijn deze behaald moeten worden;
- d.
welke zorgaanbieder de zorg/hulp gaat verlenen;
- e.
de ingangsdatum en de duur van de toegekende jeugdhulp;
- f.
indien van toepassing, welke andere voorzieningen relevant zijn of kunnen zijn; en
- g.
dat tussentijdse evaluatie kan leiden tot aanpassing van de beschikking.
- a.
-
- 4.
Bij het verstrekken van een voorziening in de vorm van een pgb wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:
- a.
voor welke vorm van jeugdhulp een pgb wordt verstrekt;
- b.
de beoogde resultaten en op welke termijn deze behaald moeten worden;
- c.
de ingangsdatum en de duur van de toegekende jeugdhulp;
- d.
welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb;
- e.
de hoogte van het pgb en op welke gronden dit bedrag is bepaald;
- f.
op welke andere voorzieningen mogelijk aanspraak bestaat; en
- g.
dat tussentijdse evaluatie kan leiden tot aanpassing van de beschikking.
- a.
- 4.
Artikel 8 Algemene bepalingen over het pgb
- 1.
Een pgb wordt verstrekt door het college op basis van een pgb-plan waarin minimaal de volgende onderdelen zijn benoemd:
- a.
een probleemanalyse;
- b.
de motivatie door jeugdige en/of de ouder(s) waarom een individuele voorziening in de vorm van zorg in natura niet past;
- c.
eigen kracht bij eigen inzet van de ouder(s) en het netwerk of de familie;
- d.
de beoogde resultaten van de hulpverlening en ondersteuning;
- e.
waar en hoe de budgethouder de hulp en ondersteuning zal inkopen;
- f.
hoe de kwaliteit van de hulp en ondersteuning verzekerd is;
- g.
de verwachte dan wel gewenste omvang en duur van de ondersteuning; en
- h.
een begroting.
- a.
- 2.
De volgende hulp kan worden ingekocht met een pgb:
- a.
begeleiding;
- b.
persoonlijke verzorging;
- c.
specialistische begeleiding;
- d.
dagbesteding;
- e.
logeren;
- f.
vervoer.
- a.
- 3.
Het college kan nadere regels vaststellen over de aan het pgb verbonden voorwaarden en verplichtingen.
- 4.
Het pgb budget is niet bedoeld voor de volgende kosten:
- a.
kosten voor bemiddeling, coördinatie, tussenpersonen of belangenbehartigers;
- b.
kosten voor de uitvoering van taken die horen bij budgetbeheer;
- c.
reiskosten van de hulpverlener;
- d.
bijkomende zorgkosten zoals opleiding, maaltijden en entreegelden;
- e.
kosten die de jeugdige of de ouder(s) voor het indienen van de aanvraag hebben gemaakt;
- f.
kosten ten behoeve van een feestdaguitkering.
- a.
- 5.
In afwijking van het bepaalde in lid 4, onder c, kan een deel van het pgb budget worden aangewend voor reiskosten. Dit is slechts mogelijk met toestemming van het college en als dit niet ten koste gaat van het budget wat noodzakelijk is voor de jeugdhulp zelf.
- 6.
Als een budgethouder vaste afspraken heeft met een zorgverlener of zorginstelling, kan een betaling van een vast bedrag per maand worden afgesproken.
Artikel 9 Formele en informele hulp
- 1.
In het kader van een pgb maakt het college onderscheid tussen formele en informele hulp.
- 2.
Van formele hulp is sprake als de hulp wordt verleend door onderstaande personen, met uitzondering van bloed- of aanverwanten in de 1e of 2e graad van de budgethouder:
- a.
personen die werkzaam zijn bij een instelling en die voor het uitvoeren van de pgb taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (volgens artikel 5 Handelsregisterwet 2007), en die relevante diploma’s hebben die nodig zijn voor het doen van de taken; of
- b.
personen die een Zelfstandige zonder personeel zijn. Daarnaast moeten ze voor het uitvoeren van de pgb taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (volgens artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en die relevante diploma’s hebben die nodig zijn voor het doen van de taken; of
- c.
personen die ingeschreven staan in het register, zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG-register) of artikel 5.2.1 van het Besluit Jeugdwet voor het uitvoeren van jeugdhulp.
- a.
- 3.
Als de jeugdhulp wordt geboden door een bloed- of aanverwant in de 1e of 2e graad van de budgethouder is altijd sprake van informele hulp.
- 4.
Als de hulp wordt verleend door een andere persoon dan beschreven in het tweede lid onderdeel a, b of c, is sprake van informele hulp.
Artikel 10 Het pgb-tarief
- 1.
De hoogte van het pgb tarief:
- a.
is afgestemd op een door de jeugdige of de ouder(s) opgesteld pgb-plan over hoe zij het pgb gaan besteden;
- b.
is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen;
- c.
bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in deze situatie goedkoopste individuele voorziening op basis van het zorg in natura tarief van de gemeente Súdwest-Fryslân.
- a.
- 2.
Het pgb tarief voor formele hulp is gebaseerd op het zorg in natura tarief Jeugdhulp voor de laagste intensiteit, voortkomend uit de aanbesteding Specialistische Jeugdhulp in Fryslân 2024. Het maximale pgb tarief voor formele ondersteuning wordt gebaseerd op 80% van het zorg in natura tarief. Deze tarieven voor zorg in natura zijn berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatieve goede diensten en zorg in te kopen.
- 3.
Het pgb tarief voor informele hulp bedraagt bij informele hulp 50% van het uurtarief voor begeleiding in natura, met een maximum van € 20,00 per uur. Conform de in lid 4 opgenomen tabel .
- 4.
De tarieven voor begeleiding, logeren en dagbesteding, op basis waarvan de hoogte van het pgb wordt berekend, zijn:
Soort zorg |
Tarief formeel* |
Tarief informeel* |
|||
Begeleiding |
Begeleiding |
€ 74,72 |
Uur |
€ 20,00 |
Uur |
Begeleiding |
Persoonlijke verzorging |
€ 74,72 |
Uur |
€ 20,00 |
Uur |
Begeleiding |
Specialistische begeleiding |
€ 77,34 |
Uur |
€ 20,00 |
Uur |
Logeren |
Logeren herstel/duurzaam (24 uur) |
€ 154,08 |
Etmaal |
n.v.t. |
Etmaal |
Dagbesteding |
Per dagdeel (4 uur) |
€ 58,88 |
Dagdeel |
n.v.t. |
Dagdeel |
*De tarieven zijn inclusief vakantietoeslag en tegenwaarde verlofuren
- 5.
Het pgb tarief voor vervoer is € 0,23 per kilometer tot een maximum van 150 kilometer per retour.
- 6.
De in lid 4 genoemde tarieven zijn uitgedrukt in het prijspeil van 2025 en worden elk kalenderjaar geïndexeerd conform de indexcijfers van de Nederlandse Zorgautoriteit.
- 7.
Het in lid 5 genoemde tarief is uitgedrukt in het prijspeil van 2025. Dit tarief is gelijk aan de onbelaste reiskostenvergoeding die de Belastingdienst vaststelt.
- 8.
Als toepassing is gegeven aan de indexatie als bedoeld in lid 6, of als het tarief in lid 7 is gewijzigd, draagt het college zorg voor het kenbaar maken van de recentelijke gewijzigde bedragen.
Artikel 11 Privacy
- 1.
Het college informeert actief de jeugdige en/of zijn ouder(s) over zijn privacy rechten en de gegevensverwerkingen die in het kader van de ondersteuning plaats vinden.
- 2.
Indien door of aan het college een overdracht plaats vindt ten behoeve van onderzoek naar of het bieden van passende ondersteuning aan de jeugdige en/of ouder(s), verstrekt de betrokken professional – met toestemming van de jeugdige en/of ouder(s)- de informatie die nodig is voor de beoordeling hiervan.
- 3.
Binnentreden van de woning geschiedt in samenspraak met de jeugdige en/of ouder(s), tenzij het in het kader van jeugdhulp binnentreden zonder instemming noodzakelijk is omdat acuut levensgevaar dreigt voor betrokkene en/of een ander dan wel een aanzienlijk risico bestaat op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang.
Artikel 12 Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
- 1.
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, conform artikel 2.3 van het Besluit Jeugdwet, rekening met:
- a.
kosten van beroepskrachten (cliëntgebonden en niet-cliëntgebonden);
- b.
cliëntgebonden kosten anders dan van beroepskrachten;
- c.
overheadkosten, en
- d.
kosten voor indexering.
- a.
- 2.
Het college bedingt bij aanbieders van preventie, jeugdhulpaanbieders of gecertificeerde instellingen dat zij het verlenen van preventie, jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering alleen aan derden uitbesteden als zij die derden daarvoor een reële prijs betalen, die tot stand is gekomen met gebruikmaking van de kostprijselementen bedoeld in het eerste lid.
- 3.
Het college geeft ten minste vorm aan prijs- of tariefdifferentiatie door rekening te houden met de verschillende vormen van ondersteuning.
Artikel 13 Individuele voorzieningen: herziening, intrekking of terugvordering
- 1.
Een jeugdige of zijn ouder(s) doen op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beschikking aangaande een individuele voorziening.
- 2.
Het college kan een beschikking, genomen op grond van deze verordening, beëindigen, wijzigen, herzien of intrekken als het college vaststelt dat:
- a.
de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid;
- b.
de jeugdige of zijn ouders niet langer op de individuele voorziening of het daarmee samenhangende pgb zijn aangewezen;
- c.
de individuele voorziening of het daarmee samenhangende pgb niet meer toereikend is te achten;
- d.
de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van de individuele voorziening of het pgb; of de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening of het daarmee samenhangende pgb niet of voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd.
- a.
- 3.
Als het college een beschikking op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken, kan het college van degene die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft en degene die hieraan opzettelijk medewerking heeft verleend geheel of gedeeltelijk de geldwaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening.
- 4.
Een beschikking tot verlening van een individuele voorziening kan worden ingetrokken als binnen 6 maanden na bekendmaking van die beschikking blijkt dat geen gebruik is gemaakt van die voorziening of in het geval van een pgb, het budget binnen 6 maanden niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.
Artikel 14 Bestrijding oneigenlijk gebruik, misbruik en niet-gebruik
- 1.
Het college informeert jeugdigen en ouders in begrijpelijke bewoordingen over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een jeugdhulpvoorziening zijn verbonden en over de mogelijke gevolgen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.
- 2.
Het college wijst een toezichthouder aan die belast is met het houden van toezicht op de naleving van rechtmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van misbruik, oneigenlijk gebruik en niet-gebruik van deze wet.
- 3.
Het college kan nadere regels vaststellen over de bevoegdheden van de toezichthouder.
Artikel 15 Afstemming met voorschoolse voorzieningen, onderwijs en leerplicht
- 1.
Het college zorgt ervoor dat alle locaties voor kinderopvang, primair en voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs een contactpersoon hebben bij het gebiedsteam van de gemeente.
- 2.
Het college maakt afspraken met het onderwijs en voorschoolse voorzieningen over de toegang tot jeugdhulp.
- 3.
Het college zorgt samen met de ketenpartners voor de afstemming van jeugdhulpvoorzieningen, onderwijszorg en leerplichtzaken. Op individueel niveau worden deze vastgelegd in het ondersteuningsplan van de jeugdige en/of zijn ouders.
Artikel 16 Afstemming langdurige zorg
- 1.
Het college draagt zorg dat het lokale team de jeugdige en/of zijn ouders ondersteunt richting het Centraal Indicatieorgaan Zorg, indien er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de jeugdige in aanmerking kan komen voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg.
- 2.
Als de jeugdige en/of zijn ouders weigeren mee te werken aan het verkrijgen van een besluit van het Centraal Indicatieorgaan Zorg, is het college niet gehouden een individuele voorziening toe te kennen op grond van deze verordening.
Artikel 17 Afstemming gezondheidszorg
- 1.
Het college maakt afspraken met de huisartsen, medisch specialisten, jeugdartsen en de zorgverzekeraars over de voorwaarden waaronder en de wijze waarop de verwijzing, als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, onderdeel g van de wet en artikel 3 van deze verordening, plaatsvindt.
- 2.
Het college draagt zorg dat het gebiedsteam zich, in geval van zorg die vanaf de 18e verjaardag valt onder het basispakket van de Zorgverzekeringswet en er de reële verwachting is dat de zorg na de 18e verjaardag door zal lopen, rekening houdt met de eisen die gesteld worden door de zorgverzekeraars.
- 3.
Het college draagt zorg dat het gebiedsteam zich in de gevallen bedoeld in het tweede lid de jeugdige en zijn ouders wijst op de consequenties dat deze zorg vanaf de 18e verjaardag van de jeugdige onder de Zorgverzekeringswet valt, en zich inspant voor de continuïteit van de zorg indien noodzakelijk.
Artikel 18 Afstemming maatschappelijke ondersteuning
- 1.
Het college zorgt voor een goede afstemming van voorzieningen op grond van deze verordening en voorzieningen voor jeugdigen dan wel ouders op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
- 2.
Het college zorgt voor de continuïteit van ondersteuning, hulp en zorg onder zijn verantwoordelijkheid wanneer de jeugdige de leeftijd van 18 jaar bereikt.
Artikel 19 Afstemming werk en inkomen
Het college zorgt dat het gebiedsteam, jeugdhulpaanbieders en de gecertificeerde instellingen financiële belemmeringen voor het slagen van preventie en jeugdhulp vroegtijdig signaleren en waar nodig jeugdigen en hun ouders helpen de juiste ondersteuning vanuit de gemeentelijke voorzieningen – zoals schuldhulpverlening, inkomensvoorzieningen, re-integratievoorzieningen en armoedevoorzieningen – te krijgen om deze belemmeringen weg te nemen.
Artikel 20 Inspraak en medezeggenschap
- 1.
Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente bij de voorbereiding van het beleid betreffende jeugdhulp overeenkomstig de geldende Inspraakverordening als bedoeld in artikel 150 Gemeentewet.
- 2.
Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen te doen en advies uit te brengen over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp die in voorbereiding zijn. Het college voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
- 3.
Het college zorgt ervoor dat ingezetenen kunnen deelnemen aan periodiek overleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden. Het college voorziet hen van de informatie en ondersteuning die nodig is voor een adequate deelname aan het overleg.
- 4.
Het college stelt nadere regels vast ter uitvoering van het tweede en derde lid.
Artikel 21 Hardheidsclausule
Het college kan afwijken van deze verordening voor zover de toepassing hiervan gelet op het belang van de jeugdige en/of zijn ouders met een vastgestelde ondersteuningsbehoefte leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 22 Intrekken oude verordening en overgangsrecht
- 1.
De Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2024 wordt ingetrokken zodra de Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2025 in werking treedt.
- 2.
Een jeugdige en/of ouder(s) houdt het recht op een verstrekte voorziening, inclusief het daarbij verstrekte persoonsgebonden budget, ook na inwerkingtreding van de nieuwe verordening, tot de einddatum van de beschikking of tot het college op basis van een gewijzigde ondersteuningsbehoefte een nieuw besluit heeft genomen.
- 3.
Op aanvragen, bezwaarschriften en (hoger) beroepsschriften die nog in behandeling zijn na inwerkingtreding van de nieuwe verordening wordt besloten met toepassing van deze nieuwe verordening.
Artikel 23 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.
- 2.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 mei 2025,
mr. drs. J.A. de Vries, voorzitter
G.W. Stegenga, griffier
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl