Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739347
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739347/1
NOTITIE Exoten- en plaagsoortenbeleid Geertruidenberg
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 16-05-2025
Intitulé
NOTITIE Exoten- en plaagsoortenbeleid GeertruidenbergDe raad van de gemeente Geertruidenberg;
- •
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Geertruidenberg.
- •
Gelet op:
Besluit:
1. Beleidsnotitie invasieve exoten;
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 13 maart 2025,
Geertruidenberg,
de raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
G.M. Brunsveld, M. Witte
In- en aanleiding
In heel Nederland komen invasieve exoten en plaagsoorten voor, zo ook in gemeente Geertruidenberg. Voorbeelden van invasieve exoten en plaagsoorten die zowel in de openbare ruimte als op particulier terrein in Geertruidenberg voorkomen, zijn de Japanse Duizendknoop, Reuzenberenklauw, Zilverviltbraam en Eikenprocessierups. Ook de Aziatische Hoornaar maakt zijn aantocht, want deze is reeds aangetroffen in buurgemeente Drimmelen. Invasieve exoten kunnen een negatieve impact op de lokale biodiversiteit en ecosystemen, veiligheid, volksgezondheid en economie hebben (de ene soort meer dan de andere soort). De gemeente Geertruidenberg wil graag haar openbare ruimte duurzaam inrichten en beheren. De aanleiding hiervoor is het huidige proces duurzame inrichting openbare ruimte (DIOR) dat vraagt om aandacht te schenken aan het beheersen van invasieve exoten. Om te zorgen voor structureel aandacht en de aanpak van exoten binnen de gemeente te borgen, is het wenselijk om dit onderwerp te laten landen in het besluitvormingsproces DIOR. In deze notitie leest u meer over de beleidsmatige en organisatorische context en de wijze waarop de aanpak van invasieve exoten op beleidsarme wijze kan worden verwerkt in het gemeentelijk beleid van Geertruidenberg.
Beleidsmatige context
Met betrekking tot invasieve exoten is in 2015 de Unieverordening Invasieve Exoten (EU 1143/2014) in werking getreden. Deze Europese exotenverordening verplicht lidstaten om uitroeiingsmaatregelen, beheersmaatregelen en herstelmaatregelen te treffen. Bijgaand bij de Unieverordening is een Unielijst opgesteld waarin de betreffende soorten invasieve exoten zijn benoemd. Deze wordt jaarlijks uitgebreid en/of herzien.
In Nederland zijn de verantwoordelijkheden voor de uitvoering van de Europese exotenverordening verdeeld zoals weergeven in figuur 1 hieronder.
Figuur 1: Verdeling verantwoordelijkheden voor uitvoering van de Europese exotenverordening (Bron: Ministerie van LNV, ‘Systeemevaluatie implementatie Exotenverordening in Nederland’, eindrapport, 16 juni 2022)
Het Ministerie van LNV heeft een landelijk ‘Masterplan uitroeiing en beheersing Unielijstsoorten’ opgesteld (zie bijlage 2). Hierin zijn de gezamenlijke landelijke ambities en mogelijke maatregelen beschreven. Het NVWA heeft twee soortenlijsten als bijlage bij het Masterplan opgesteld: artikel 17 soorten (voorkomen introductie) en artikel 19 soorten (aanpak reeds gevestigde soorten). Voor artikel 17 soorten (zie bijlage 3) geldt het landelijke ambitieniveau om deze soorten uit te roeien. Voor artikel 19 soorten (zie bijlage 4) geldt het landelijke ambitieniveau om deze soorten te bestrijden en beheersen, aangezien uitroeiing niet meer mogelijk is.
Gedeputeerde Staten zijn verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van beleid voor invasieve uitheemse soorten (art. 3.67, lid 1 Bkl) en hebben een coördinerende rol richting uitvoeringspartners (waterschappen, gemeenten, terreinbeheerders, etc.). De invasieve uitheemse dier- en plantensoorten die onder de provinciale taak vallen, zijn vastgelegd in Bijlage 10 van de Regeling natuurbescherming (Rnb). De Rnb is sinds 1 januari 2024 opgegaan in paragraaf 11.2.10 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en afdeling 3.7 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). De soortenlijst (bijlage 10 Rnb) is over gegaan in bijlage VC van het Bkl. Provincies kunnen ook beleid opstellen met betrekking tot invasieve uitheemse (plaag)soorten die niet op de Unielijst staan (art. 3.67, lid 2 Bkl). De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voeren namens het ministerie LNV toezicht en handhaving uit.
Op 16 oktober 2020 hebben de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant het Plan van aanpak Invasieve exoten Noord-Brabant (hierna: PvA N-B) vastgesteld, zie bijlage 1. Deze is gebaseerd op het landelijke Masterplan. In het PvA N-B werkt de provincie concreet uit hoe zij de bestrijding van invasieve exoten aan wil pakken, inclusief maatregelen die bijdragen aan instandhouding van Natura 2000. Het PvA N-B bevat ook maatregelen met betrekking tot soorten die niet op de Unielijst staan, maar die in Brabant wel tot zorgen leiden (plaagsoorten, bijv. Japanse Duizendknoop) (zie bijlagen 1 en 2 bij het PvA N-B). De provincie voert het beleid uit samen met verschillende partijen, zoals gemeenten, waterschappen en andere terrein-beherende organisaties (zie figuur 1). De provincie heeft een subsidieregeling opgesteld voor partijen (overheid en particulier) die samen invasieve exoten willen aanpakken. Ook informeert zij over wat inwoners zelf kunnen doen en roept zij op om exoten te melden.1
In tabel 3.1 in het PvA N-B staat beschreven welke partij wanneer verantwoordelijk is bij de aanpak van (wijdverspreide) invasieve exoten en plaagsoorten. Andere overheidsorganen zijn verantwoordelijk ingeval het beheersen of uitroeien van invasieve exoten samenvalt met een andere publieke taak van het betreffende orgaan. Specifiek voor gemeenten gaat het om: bermen langs gemeentelijke wegen en oevers langs waterlopen alsook gronden of wateren in bezit van gemeenten. Ook hebben zij een gedeelde verantwoordelijkheid wanneer grondgebied van de gemeente deel uitmaakt van een Natura-2000 gebied of van Natuurnetwerk Brabant (inclusief daarin gelegen vennen en wateren). Binnen het Platform Invasieve Exoten worden afspraken gemaakt wie welke soorten en op welke manier (en eventueel gebiedsgericht) kan of moet bestrijden.
Beleidsruimte gemeente
Gemeenten hebben geen wettelijke verplichting om invasieve uitheemse soorten te bestrijden, maar hebben zeker wel verantwoordelijkheden. Gemeenten staan voor artikel 19 soorten wel degelijk aan de lat, zijn een belangrijke uitvoeringspartner van de provincie (o.a. voor Natura-2000 gebieden) en zijn zoals hierboven beschreven verantwoordelijk voor de aanpak van invasieve exoten (en plaagsoorten) op bermen langs gemeentelijke wegen en oevers langs waterlopen alsook gronden of wateren in bezit van gemeenten. Daarom kunnen gemeenten regels stellen met betrekking tot invasieve exoten en plaagsoorten. Zo kunnen gemeenten (aanvullende) regels in het Omgevingsplan opnemen met als doel om de verspreiding van invasieve exoten bij het grondverzet te voorkomen. Deze regels mogen niet in strijd zijn met Europees, nationaal en/of provinciaal beleid. Voor opzettelijke activiteiten waarvan introductie en/of verspreiding van exoten het gevolg kan zijn, mogen gemeenten alleen regels stellen om redenen anders dan natuurbescherming, gezondheid of milieu (want hiervoor zijn al regels gesteld in paragraaf 11.2.10 van het Bal). Voor onopzettelijke activiteiten waarvan introductie en/of verspreiding van exoten het gevolg kan zijn, mogen gemeenten ook op grond van natuurbescherming, gezondheid en milieu regels stellen. Wel is het van belang dat de gemeente goed afstemt met het ministerie van LNV en de provincie ingeval zij (aanvullende) regels stelt.2
Kortom, er is voldoende beleidsruimte voor de gemeente op dit thema en sommige gemeenten hebben er dan ook voor gekozen om zelf exotenbeleid op te stellen (bijvoorbeeld gemeente Utrecht). Wel dient een duidelijke strategie te worden bepaald alvorens lokaal beleid en/of beheerplannen op te stellen.
- •
- •
Een aantal belangrijke vragen bij het opstellen van de strategie zijn: Wanneer grijpt de gemeente in en wanneer niet (risico en effect)? Als de gemeente ingrijpt, welke (voorkeursvolgorde in) maatregelen past de gemeente dan toe? Hoe wordt verdere verspreiding voorkomen? Welke nieuwe samenwerkingen wil de gemeente aangaan om haar beleid te realiseren? Hoe gaat de gemeente in financiële zin om met de aanpak van exoten en plaagsoorten, ook in de toekomst? Wil de gemeente haar beleid vastleggen in een beleidsnota of in andere gemeentelijke beleidsstukken (Omgevingsvisie, Omgevingsprogramma Groen, Omgevingsplan, APV)?
Samenhang met ander beleid
Het grondgebied van de gemeente Geertruidenberg grenst aan Natura-2000 gebied De Biesbosch en ook Natura-2000 gebied de Langstraat ligt niet ver ten oosten van Geertruidenberg. Tevens bevinden zich drie ecologische verbindingszones binnen de gemeente (de Donge, Amertak en Amerdijk) die deel uitmaken van Natuurnetwerk Brabant (provinciaal beleid).
In haar Omgevingsvisie geeft Geertruidenberg aan dat zij biodiversiteit wilt behouden, actief in wil zetten op de verbindingszones van gebieden waar zij eigenaar van is en mee wil denken over de gebieden waar zij geen eigenaar van is (zie: https://omgevingsvisie.geertruidenberg.nl/gebieden/natuur/detail). Omdat invasieve exoten negatieve effecten (kunnen) hebben op de lokale biodiversiteit en ecosystemen, evenals negatieve gevolgen voor de volksgezondheid (bijvoorbeeld allergische reacties op invasieve uitheemse plantensoorten) en overlast voor burgers, is het beheersen van invasieve uitheemse soorten en plaagsoorten ook in Geertruidenberg van belang en ligt in het verlengde van het huidige proces DIOR.
Huidige inspanningen gemeente
De gemeente is al bezig met de bestrijding en beheersing van invasieve exoten en plaagsoorten. Zo spant zij zich in om de eikenprocessierups in toom te houden, evenals de Japanse Duizendknoop. De gemeente dit doet niet alleen in de openbare ruimte, maar ook op particulier terrein als een particulier aangeeft dat er Japanse Duizendknoop op zijn/haar terrein aanwezig is. Momenteel worden voor de bestrijding vooral chemische middelen toegepast, maar het is de nadrukkelijke bedoeling dat hiervoor zo snel mogelijk niet-chemische methoden worden toegepast. Deze zijn vaak wel arbeids- en tijdsintensiever en kunnen daarmee duurder zijn, maar brengen veel minder schade aan. Door te spuiten met gif worden namelijk ook omringende planten en insecten beschadigd of gedood. Tevens spoelt het gif uit naar de bodem, het grondwater en het oppervlakte water, wat schade toebrengt aan het bodemleven ter plaatse en de aquatische ecologie.
Er is een budget van €40.000,- per jaar opgenomen in de meerjarenbegroting voor de bestrijding van de eikenprocessierups. Deze kan breder worden aangeduid voor de bestrijding van invasieve exoten en plaagsoorten, zodat dit budget kan worden ingezet voor meerdere soorten. Bovendien is regionaal afgesproken dat er minder intensief zal worden geacteerd op de eikenprocessierups, omdat het wegzuigen van nesten en het spuiten van gif in het voorjaar schadelijke effecten hebben op de natuurlijke kringloop. Wel is belangrijk om te realiseren dat dit budget in de (nabije) toekomst wellicht niet meer toereikend zal zijn vanwege nieuwe exoten en plaagsoorten die zich op gemeentelijk grondgebied vestigen. Als zich bijvoorbeeld exoten of plaagsoorten in het stedelijk water vestigen (wat nu gelukkig nog niet het geval is), dan zal het budget verruimd moeten worden om de soort(en) effectief te bestrijden en beheersen.
Het is dus belangrijk om in ieder geval het huidige budget te behouden en een verhoging van het budget kan in de (nabije) toekomst nodig zijn. De verwachting is dat het aantal soorten met het veranderende klimaat zal toenemen. Bovendien is het aantal invasieve exoten en plaagsoorten binnen het grondgebied van gemeente Geertruidenberg nu nog beheersbaar. De locaties zijn in beeld. Door alert te blijven en de ongewenste soorten te blijven bestrijden en beheersen, zal het probleem ook in de toekomst beheersbaar blijven. Als invasieve exoten en plaagsoorten de kans krijgen om zich verder te verspreiden, wordt latere bestrijding en beheersing steeds moeilijker én kostbaarder. Hoe financieel om te gaan met de aanpak van invasieve soorten en plaagsoorten is onderdeel van de op te stellen gemeentelijke strategie.
Beleidsarme insteek invasieve exoten en plaagsoorten in Geertruidenberg
In voorgaande tekst is duidelijk geworden dat gemeenten verantwoordelijkheden hebben als het gaat om de aanpak van invasieve exoten en plaagsoorten. De gemeente is een belangrijke partner van de provincie in de aanpak van dergelijke soorten en is op haar eigen grondgebied verantwoordelijk voor de bestrijding en beheersing van artikel 19 soorten. Gezien de ligging van gemeente Geertruidenberg nabij twee Natura-2000 gebieden en in het Natuurnetwerk Brabant (inclusief daarin gelegen vennen en wateren) is dit onderwerp voor Geertruidenberg erg relevant.
Echter, het opstellen van uitvoerig beleid vergt tijd en afstemming. Daarom is het voor nu realistischer om met betrekking tot invasieve exoten en plaagsoorten slechts enkele eenvoudige (aanvullende) regels te stellen en te formaliseren wat de gemeente (in aansluiting op provinciaal beleid) vandaag de dag al onderneemt op dit vlak. Dit schept duidelijkheid zowel binnen de organisatie als naar inwoners/particulieren. Tevens kan er nu al in de begroting rekening worden gehouden met de inspanningen die de gemeente moet treffen in relatie tot invasieve exoten en plaagsoorten. Dit onderwerp wordt in de (nabije) toekomst immers alleen maar relevanter. Het veranderende klimaat zal naar verwachting namelijk leiden tot veranderingen in overlast gevende invasieve exoten en plaagsoorten. Regels, evenals het budget, dienen daarom dynamisch te zijn en mee te bewegen met de veranderende situatie. De APV en het Omgevingsprogramma Groen zijn geschikte bestaande beleidsdocumenten om het onderwerp invasieve exoten en plaagsoorten in op te nemen. Beiden worden namelijk jaarlijks / regelmatig geactualiseerd en bieden dus ruimte voor dynamische regels. Regels met betrekking tot grondverzet (grond vrij van plantmateriaal van invasieve uitheemse soorten en/of plaagsoorten) kunnen worden opgenomen in het Omgevingsplan en de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR) en gemeentelijke beheerplannen?)
- •
Uitgangspunten voor exotenbeleid
- •
Om randvoorwaarden te schetsen voor het exotenbeleid, biedt deze beleidsnotitie een aantal uitgangspunten:
- •
Beleidsarme insteek
- •
Zoveel mogelijk regels ten aanzien van invasieve uitheemse (plaag)soorten vastleggen in al bestaande beleidsdocumenten van de gemeente (APV, Omgevingsprogramma Groen, Omgevingsplan, LIOR)
- •
Dynamische regels: meebewegen met situatie invasieve uitheemse (plaag)soorten
- •
Voortzetten huidige inspanningen
- •
Beheersbaarheid van invasieve uitheemse (plaag)soorten
- •
Duidelijke communicatie naar inwoners over de (beleidsmatige) inzet van de gemeente met betrekking tot invasieve uitheemse (plaag)soorten (bijvoorbeeld via de gemeentewebsite)
- •
Brede inzetbaarheid van huidige budget ook voor soorten anders dan de eikenprocessierups
- •
Tijdig ophogen van budget indien de situatie verandert en daar aanleiding toe geeft
- •
Inzetten op milieuvriendelijke bestrijdingsmethoden
- •
Verwerken strategie ten aanzien van invasieve uitheemse (plaag)soorten in gemeentelijk beheerplan.
Kanttekeningen
Door beleid en regels te stellen, legt de gemeente zich ook een verplichting op om uitvoering te geven aan dit beleid en deze regels te handhaven. Echter, de inzet op het bestrijden van invasieve exoten en plaagsoorten is niet nieuw, maar gebeurt al in de gemeente. Dit is alleen nog niet concreet vastgelegd. Door dit wel vast te leggen, ontstaat zowel duidelijkheid binnen als buiten de gemeentelijke organisatie (naar inwoners/particulieren). Bovendien schept het vastleggen van de beheersmatige inzet een basis om het budget in de begroting te verantwoorden. De continue inzet op het bestrijden en beheersen van invasieve exoten en plaagsoorten is noodzakelijk om te zorgen dat deze soorten beheersbaar blijven, ook in de toekomst.
Communicatie
De Provincie Noord-Brabant zet naast bestrijdings- en beheersingsmaatregelen ook in op communicatie. Het is belangrijk om de kennis onder inwoners over invasieve exoten en plaagsoorten te vergroten. Zo kunnen dergelijke soorten sneller worden ontdekt (gemeld) en worden bestreden en worden mensen op de hoogte gebracht van wat zij zelf kunnen doen.
Duidelijke communicatie over dit onderwerp is in Geertruidenberg eveneens van belang. Hier kan op eenvoudige en laagdrempelige wijze uitvoering aan worden gegeven, bijvoorbeeld door op de gemeentewebsite basisinformatie beschikbaar te stellen en verder te verwijzen naar andere relevante informatiebronnen, zoals de website van de Provincie Noord-Brabant en de website van het Kenniscentrum Invasieve Exoten.
Ondertekening
Bijlagen, zie wetstechnische informatie (PDF)
- 1.
Plan van aanpak Invasieve exoten Noord-Brabant;
- 2.
Masterplan uitroeiing en beheersing Unielijstsoorten;
- 3.
Soortenbijlage artikel 17 soorten;
- 4.
Soortenbijlage artikel 19 soorten.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl