Beleidskader Sociale Basis, Samen Leven in Maastricht

Geldend van 21-05-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidskader Sociale Basis, Samen Leven in Maastricht

DE RAAD DER GEMEENTE MAASTRICHT,

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 18 maart 2025, Afdeling Beleid Maatschappelijke Ontwikkeling, registratienummer 2025.00952;

BESLUIT:

  • 1.

    Het beleidskader: "Sociale Basis, Samen Leven in Maastricht" vast te stellen.

  • 2.

    Het beleidskader: "Versterken sociale, maatschappelijke basis door vrijwillige inzet 2021-2024”, (2020-23709) in te trekken.

  • 3.

    De beleidsnotitie: "Algemene voorzieningen Maastricht 2020” (157-2019) in te trekken.

VOORWOORD

Wie ’s ochtends heel vroeg over straat loopt ervaart een grote stilte. Je ziet huizen, het trottoir, hier een daar misschien een auto. Verder niets. Langzaam wordt de stad wakker. Mensen op de fiets, de buurman die zijn hond uitlaat en even een praatje maakt. Anja, al jaren vrijwilliger, maakt de deur open van het gemeenschapshuis aan de overkant, want zo meteen komen de eerste bezoekers voor de huiskamer. Het lijkt allemaal heel vanzelfsprekend, maar dat is het niet en zeker niet voor iedereen.

Steeds vaker tonen onderzoeken aan dat het aantal jongeren dat zich eenzaam voelt toeneemt. Sociale interactie is belangrijk, net zo belangrijk als al die mensen die zich inzetten voor anderen en de plekken die deze interactie mogelijk maken.

De sociale basis gaat over ons dagelijkse leven en hoe we met elkaar samenleven. Onze familie, kennissen, vrienden, de omgeving waarin we opgroeien en de mogelijkheden die zich voordoen en die we krijgen. Een sterke sociale infrastructuur maken we in eerste instantie zelf, de gemeente kan daarin haar steentje bijdragen door te ondersteunen daar waar het niet vanzelfsprekend gaat of van de grond komt. Dit is geen statisch proces maar verandert voortdurend.

De samenleving is altijd in beweging.

1 INLEIDING

1.1 Wat is de sociale basis en de sociale basisinfrastructuur

Dit beleidskader gaat over het versterken van de sociale basis en de rol van de gemeente. Er is geen eenduidige definitie voor de sociale basis. Het begrip probeert de leefwereld enigszins te ordenen. De sociale basis gaat over de inwoner en zijn directe omgeving. Deze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. We gaan naar een huiskamer voor een kopje koffie of het leggen van een kaartje. Halen een boek in de bibliotheek om lekker te lezen. Een maatje helpt bij de administratie thuis. Ouders en kinderen zien elkaar in de speeltuin en jongeren sporten samen op de club. Wij geven samen de sociale basis vorm.

De sociale basis is wat mensen met en voor elkaar doen, aangevuld met professionele en gemeentelijke basisvoorzieningen en de fysieke inrichting van de leefomgeving. Deze is niet statisch maar vormt een dynamisch geheel. Een sterke sociale basis maakt het voor inwoners mogelijk om deel te nemen aan activiteiten en betekenisvolle contacten te leggen met anderen.

Op die manier tonen inwoners betrokkenheid voor elkaar en voelen ze dat ze er niet alleen voor staan. Ze ervaren steun uit de omgeving. Zo staan ouders en gezinnen er bijvoorbeeld niet alleen voor bij het opvoeden.

Kinderen en jongeren ontmoeten anderen van wie ze kunnen leren op school, in de vereniging en bij activiteiten in de buurt. Zo groeien ze op in een motiverende omgeving die hun ontwikkeling stimuleert. Op die manier vormt de sociale basis ook een goede pedagogische basis

afbeelding binnen de regeling

Het geheel van inwoners, vrijwilligers, verenigingen, ouders, organisaties, activiteiten, initiatieven en plekken die het mogelijk maken dat mensen in redelijkheid in buurten, groepen, netwerken, gezinnen samen kunnen leven en mee kunnen doen noemen we de sociale basisinfrastructuur.

1.2 Waarom een beleidskader

De sociale basis is er altijd ook zonder de overheid. De rol van de gemeente is, binnen de financiële mogelijkheden die er zijn en aanhakend op hetgeen de samenleving nodig heeft, faciliterend. Het beleidskader geldt daarbij als sturingsconcept. We brengen, in samenspraak met onze inwoners, focus aan op de belangrijkste voorzieningen, plekken en activiteiten van de sociale basisinfrastructuur in de stad en in de wijken. Dit beleidskader beoogt tevens meer samenhang te brengen tussen de afzonderlijke onderdelen uit de sociale basis die in de leefwereld nauw met elkaar zijn verbonden. En we geven uitvoering aan het speerpunt versterken sociale basis uit het Gezond Actief Leven Akkoord (GALA)1.

1.3 Bijdrage beleidskader aan ambities gemeente

In het coalitieakkoord2 staat “verbondenheid” centraal. Verbondenheid: tussen het bestuur en de inwoners, tussen de stad en tussen onze bewoners onderling. Je verbonden voelen met anderen: een groep, een bepaalde cultuur of subcultuur, een buurt of stad is een belangrijke basisvoorwaarde voor gezondheid en geluk. Het legt de basis voor een sterk en veerkrachtig sociaal leven. En dat is nodig om de uitdagingen zoals deze ook in het coalitieakkoord, de stads-en sociale visie zijn verwoord (zoals gelijke kansen op bestaanszekerheid, voor de jeugd en een betere gezondheid) waar te kunnen maken.

1.4 Samen een beleidskader uitwerken

Met dit beleidskader werken we aan meer eenvoud en samenhang. Daar waar mogelijk worden nu al stappen gezet. Op basis van verschillende vormen van participatie op de deelambities hebben we informatie van onze stakeholders met betrekking tot concrete behoeften, knelpunten enz voor zover mogelijk concreet vertaald in dit beleidskader. Bijvoorbeeld: de informatie die inwoners ons hebben meegegeven over ontmoeten tijdens de stadsdeelbezoeken. Knelpunten die vrijwilligersorganisaties hebben gemeld en waarvan een gedeelte al is verwerkt in de Tijdelijke subsidieregeling ‘Versterken sociale en maatschappelijke basis door vrijwillige inzet. De resultaten uit de enquête onder mantelzorgers die we hebben verwerkt in onze aanpak mantelzorgondersteuning.

In oktober 2024 zijn de contouren voor dit beleidskader gepresenteerd aan de gemeenteraad. 11 Maart 2025 heeft nogmaals een themasessie met de gemeenteraad plaatsgevonden. De onafhankelijke Adviesraad Maastricht is op 3 februari 2025 gevraagd advies te geven. De adviesraad heeft positief geadviseerd. Hun advies heeft niet meer tot wijzigingen geleid. Dit kader is de optelsom van alle belangrijke, aangedragen input.

We willen met de stad verder in gesprek om de sociale basis nog steviger vorm te geven. Hoe dit proces er uit gaat zien gaan we samen met de stakeholders bespreken en afspreken. Daarbij gaan we uit van leren en ontwikkelen.

2 EEN STERKE SOCIALE BASIS

2.1 De waarde van de sociale basis

Intrinsieke waarde

Een sterke sociale basis draagt bij aan de menselijke waarde, aan veerkrachtige gemeenschappen die naar elkaar omkijken en aan de gezondheid en het welzijn van de samenleving als geheel.

Instrumentele waarde

Een sterke sociale basis draagt bij aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Zo werkt een sterke sociale basis preventief bijvoorbeeld om vanuit: preventie, omzien naar elkaar en lichte ondersteuning, het beroep op gespecialiseerde zorg voor een deel overbodig maken, terug te dringen of te vervangen. Dit kan leiden tot het verminderen van zorgkosten.

Financiële/economische waarde

Een sterke sociale basis is complex. Er zijn veel partijen bij betrokken waardoor een vertaling naar effecten niet eenvoudig is. Toch zijn er wel onderzoeken gedaan naar de financiële waarde van onderdelen uit de sociale basis. Zo besparen mantelzorgers 32 tot 44 miljard aan zorgkosten3. Volgens een impactanalyse en businesscase “Pluswijken in Zuid Limburg” zou een besparing van € 762.383,- aan zorgkosten gerealiseerd kunnen worden door 2.7% minder doorverwijzingen van de tweede lijn naar de eerste lijn.4

2.2 Uitgangspunten

  • 1.

    Bestaanszekerheid

    We werken vanuit de gedachte dat bestaanszekerheid nodig is om een actieve bijdrage te kunnen leveren aan de sociale basis.

  • 2.

    Gelijkwaardigheid en responsiviteit

    De sociale basis wordt vormgegeven door de samenleving zelf. Dit betekent dat regie en eigenaarschap bij de inwoners zelf liggen. De gemeente haakt hier op in door goed te luisteren naar wat er speelt in de wijken en de stad als geheel. Waar nodig worden inwoners en gemeenschappen door de gemeente gesteund. We houden rekening met de dynamiek van gemeenschapsversterking die niet altijd te sturen is.

  • 3.

    Iedereen heeft de mogelijkheid om mee te doen

    We gaan uit van een samenleving waarin het voor iedereen mogelijk moet zijn een goed leven te leiden. Inwoners horen erbij, voelen zich welkom, worden herkend en erkend en kunnen meedoen. We investeren ongelijk voor gelijke kansen.

    We nodigen inwoners uit en stimuleren ze hun talenten in te zetten voor de samenleving. We faciliteren actieve betrokkenheid. Initiatieven die bijdragen aan de brede gemeentelijke doelen worden extra gefaciliteerd. We bieden ruimte voor innovatieve ideeën en initiatieven uit de samenleving.

  • 4.

    Gemeenschapsvorming staat centraal

    Inwoners, vrijwilligers, mantelzorgers zetten zich in voor anderen. Ze vormen ons sociaal kapitaal. Ze zijn van groot belang voor de gemeenschap en verdienen daarom steun en waardering. We werken zoveel mogelijk collectief. En vanuit de gedachte dat individuele ondersteuning complementair is aan de sociale basis.

  • 5.

    Duurzame relaties

    We richten ons op duurzame en betekenisvolle relaties. We willen bereiken dat inwoners elkaar meer leren kennen, er meer verbinding in buurten ontstaat en dat dit mogelijk ook nog leidt tot naar elkaar omzien. Dat is een proces van lange adem. Voor een sterke sociale basis is daarom in ieder geval continuïteit van belang. Inwoners en organisaties moeten weten wat ze aan ons hebben en daarop kunnen vertrouwen. We gaan daarom uit van meerjarig commitment. Om dat te realiseren wijzen we basisfuncties en voorzieningen aan die minimaal aanwezig moeten zijn op stad of gebiedsniveau. We stellen meerjarenprogramma’s op en subsidiëren waar mogelijk meerjarig.

  • 6.

    Samenwerking

    Verbondenheid is nodig tussen partijen in de sociale basis. De samenleving heeft zelf ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid om bij te dragen aan het welzijn van de inwoners en gemeenschappen. Dat vraagt samenwerking tussen inwoners, (maatschappelijke) organisaties en partnerschap en tussen overheid, inwoners en (maatschappelijke) organisaties.

  • 7.

    Gebiedsgericht werken

    Gebiedsgericht werken zorgt ervoor dat wij beter kunnen inspelen op de specifieke behoeften en uitdagingen van een bepaald gebied en de inwoners die daar wonen. We kunnen daardoor beter aansluiten op wat er speelt en de dienstverlening daar ook beter op afstemmen.

    De ene wijk is de andere niet. Het ene gebied is het andere niet. Dat heeft te maken met het verschil in samenstellingen, behoeften van de mensen die er wonen, de inrichting van het gebied en de daar aanwezige voorzieningen.

    Door te kijken naar de kwaliteit van de sociale basis in een gebied kan de gemeente gerichter inzetten op de versterking van de sociale infrastructuur en het versterken van de sociale samenhang in die buurt.

  • 8.

    Ongelijk investeren

    We streven naar een samenleving waarin het voor iedereen mogelijk moet zijn om een goed leven te leiden. Daarom investeren we ongelijk voor gelijke kansen. Door gebiedsgericht te kijken naar de sociale basisinfrastructuur kan in één wijk nadrukkelijker worden gekeken naar het ondersteunen van buurtgerichte initiatieven voor kwetsbare inwoners, het faciliteren van ontmoetingsplekken, inzet van professionals in de sociale basis of het stimuleren van vrijwilligerswerk en participatie in de buurt en in een andere wijk vooral worden ingezet op jeugd en jongerenwerk.

    We investeren ongelijk voor gelijke kansen op basis van een afwegingskader. Wat dit betekent wordt nader toegelicht in hoofdstuk 4.

2.3 Rol van de gemeente

De rol van de gemeente zal de komende tijd veranderen. We willen van individualisme en versnippering naar meer verbondenheid en solidariteit. Dat is geen eenvoudige zaak zeker omdat de invloed van de gemeente beperkt is wat betreft het vormgeven van de sociale basis. De gemeente kan wel stimuleren en faciliteren.

Voor de gemeente betekent dit een andere houding en focus.

  • -

    Meer gericht op dialoog en minder op het systeem;

  • -

    Meer gebaseerd op vertrouwen in plaats van wantrouwen;

  • -

    Meer gericht op gemeenschapszorg en minder op organisatiezorg;

  • -

    Meer focus op maatschappelijk rendement en publieke waarden en minder op kosten;

  • -

    Naast cijfers ook gericht zijn op verhalen van inwoners en wat het betekent voor hun leven.

De inzet van de gemeente is groter bij meer kwetsbaarheid. De gemeente faciliteert activiteiten, personele inzet of fysieke plekken.

De gemeente vervult de volgende taken in het kader van het versterken van de sociale basis:

  • -

    Het stimuleren en ondersteunen van een inclusief en veilig klimaat voor alle inwoners;

  • -

    Het stimuleren en ondersteunen van de samenleving om actief mee te doen en/of iets te willen/kunnen betekenen voor de samenleving;

  • -

    Het duurzaam instandhouden van de Maastrichtse sociale basisinfrastructuur;

  • -

    Het stimuleren en ondersteunen van de brede toegankelijkheid van deze infrastructuur.

3. AMBITIE GEMEENTE

Ons sociaal kapitaal in de stad, de mogelijkheid hebben of krijgen om betekenisvolle, sociale relaties aan te kunnen gaan, elkaar te kunnen ontmoeten en de beschikking hebben over plekken om elkaar te kunnen ontmoeten dragen sterk bij aan de gezondheid en het geluk van onze inwoners. Investeren in de sociale gezondheid vindt deze gemeente daarom van groot belang. Zeker daar waar verbindingen niet vanzelfsprekend tot stand komen.

We zetten daarom in op vitale en saamhorige gemeenschappen.

We investeren in het versterken en vergroten van duurzame sociale netwerken en ons sociaal kapitaal omdat zij de basis leggen voor blijvende verandering in de wijken. En stimuleren verbinding tussen alles wat er al aanwezig is in een buurt op zo’n manier dat mensen zich onderdeel voelen, zich hier mogelijk voor willen inzetten en hiervan gebruik willen maken. Dat vraagt een lange adem.

afbeelding binnen de regeling

Het welzijnswerk vervult daarin een belangrijke rol. Concreet betekent dit dat we investeren in een sterke sociale infrastructuur die gericht is op:

  • 1)

    Elkaar leren kennen, ontmoeten, dialoog en sociale cohesive

  • 2)

    Ontplooiing en een steuntje in de rug.

Het investeren in deze infrastructuur levert een belangrijke bijdrage aan een aantal grote opgaven van de gemeente: meer ervaren geluk en gezondheid, minder eenzaamheid, meer onderlinge verbondenheid, meer veerkracht, minder opvoedproblemen en minder kans op armoede. En indirect: minder gebruik van professionele zorg, minder overlast en criminaliteit, minder uitkeringen en hogere acceptatie doelgroepen.

3.1 DEELAMBITIES

Alle deelambities dragen bij aan het versterken van de sociale basis. Ze staan niet los van elkaar. Een vrijwilligersorganisatie die activititeiten uitvoert is ook gebaat bij een fijne plek waar de activiteiten uitgevoerd kunnen worden.

Bewonersinitiatieven kunnen ook gericht zijn op de ondersteuning van mantelzorgers.

De pedagogische basis maakt onderdeel uit van de sociale basis. Elke deelambitie levert ook een bijdrage aan de pedagogische basis. Ouders die zich gesteund voelen door hun netwerk kunnen problemen beter het hoofd bieden waardoor ook kinderen minder in knel komen. De verwachting is dat dit bijdraagt aan het verminderen van de vraag naar de inzet van specialistische jeugdhulp.

3.1.1Inclusief en veilig klimaat

Outcome: Inwoners voelen zich thuis en veilig in Maastricht, ze voelen zich gerespecteerd en gehoord.

Diversiteit en anti discriminatie

Maastricht wil een stad zijn waar iedereen zich thuis, gerespecteerd en veilig voelt. Een plek die openstaat voor jong en oud, arm en rijk, oorspronkelijke inwoners en nieuwe inwoners. Dat is geen gemakkelijke opgave in een samenleving waarin meningen sneller en harder worden geuit en er weinig ruimte is voor nuance. In de buurtpeiling5 geeft 88% van de inwoners aan, zich thuis te voelen in de wijk en geven de inwoners een gemiddeld rapportcijfer voor hun wijk van 7.1. We zien wijken waar dit beduidend lager ligt.6 Maastrichtse cijfers laten zien dat discriminatie vaker voorkomt in de stad dan bekend is. In 2023 heeft 14% van onze inwoners discriminatie ervaren7. En slechts 78 inwoners maakten ook daadwerkelijk een melding van discriminatie in Maastricht bij het regionaal meldpunt8. Dit verdient onze aandacht.

We zetten ons in om stigma's tegen te gaan en vergroten de bewustwording over diversiteit en ongelijkheid. We richten ons daarbij in het bijzonder op de buurten waar inwoners zich meer thuisvoelen en zich minder gediscrimineerd voelen. En we zetten in op ontmoeten en dialoog en ondersteunen nieuwkomers met inburgering en participatie in de samenleving.

Bereikbaarheid en toegankelijkheid

Iedereen moet zich volwaardig onderdeel kunnen voelen van een gemeenschap en volwaardig mee kunnen doen. Hoewel dat vanzelfsprekend is, is dat nog niet altijd het geval. Het is belangrijk dat activiteiten, ruimtes, gebouwen openbare ruimte voor alle Maastrichtenaren goed bereikbaar en zowel fysiek als sociaal toegankelijk zijn. Dat iedereen zich welkom voelt om aan activiteiten deel te nemen. Voor sommige groepen kan het soms waardevol zijn in een vertrouwde omgeving activiteiten te ontwikkelen en ze daar ook de mogelijkheid voor te bieden.

We herijken de inclusie agenda en nemen de uitgangspunten mee binnen de deelambitie “ontmoeten”

Bewoners- en overheidsparticipatie

Als inwoners zich gehoord voelen, ervaren zij waardering en zullen zij eerder een gevoel van verbondenheid ervaren. We zien de afgelopen jaren een stijging van het percentage dat vindt dat de gemeente voldoende luistert naar de mening van haar inwoners,

voldoende betrekt bij de plannen, activiteiten of voorzieningen, en voldoende ruimte biedt voor nieuwe initiatieven9. Toch zijn er nog stappen te ondernemen.

De uitwerking hiervan, inclusief jongerenparticipatie, maakt onderdeel uit van het participatiebeleid van de gemeente.

3.1.2Bewonersinitiatieven en vrijwillige inzet

Outcome: Inwoners zijn in staat initiatieven uit te voeren en zetten zich in als vrijwilliger.

Waarderen en ondersteunen

In Maastricht zet 26% van de inwoners zich in als vrijwilliger10. Ze zijn samen met actieve burgers van onschatbare waarde voor onze stad en leveren een belangrijke bijdrage aan verbinding tussen inwoners onderling en in de wijken. Vrijwilligerswerk is niet alleen belangrijk voor de gemeenschap, maar geeft de vrijwilliger zelf veel voldoening. Het vrijwilligerswerk en vrijwilligersorganisaties staan onder druk door onder andere toenemende drukte van het dagelijks leven, de vergrijzing, steeds ingewikkelder wordende regelgeving vanuit de overheid, schaarste aan middelen en de veranderende arbeidsmarkt. En dat terwijl vrijwilligers de komende jaren hard nodig zullen zijn.

We koesteren actieve inwoners en vrijwilligers door ze, daar waar nodig, zo optimaal mogelijk te faciliteren. Bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van ruimten en plekken, hun inzet te waarderen en ondersteuning te bieden. We stimuleren de inwoners om zich vrijwillig in te zetten, we delen kennis waar ze zich voor kunnen inzetten en waar nodig ondersteunen we ze. En we hebben in het bijzonder oog voor groepen inwoners die nog weinig betrokken zijn. Die ondersteunen we waar nodig om toch deel te nemen. Het ontwikkelen en ondersteunen van activiteiten van kinderen is hierbij een aandachtspunt met name ook in de vakantieperiodes.

We denken hierbij aan een meer dekkend aanbod voor kinderen in veerkrachtige wijken in periodes dat de vaste schooldagenstructuur wegvalt.

Sociaal weefsel

De sociale basis wordt gedragen door wat inwoners georganiseerd danwel ongeorganiseerd met en voor elkaar doen en organiseren. Hun inzet vormt de basis voor een sterke sociale basisinfrastructuur. Veel initiatieven komen tot stand zonder tussenkomst van de gemeente. De gemeente faciliteert kleine initiatieven aangedragen door de inwoners.

De komende jaren bieden we meer ruimte aan inwoners en gemeenschappen en verminderen we de regeldruk. We sluiten aan op signalen en vraagstukken in de buurt die door de samenleving worden geagendeerd.

Ook vrijwilligersorganisaties behoren tot het sociaal weefsel van de stad. De gemeente subsidieert vrijwilligersorganisaties die bijdragen aan sociale doelen ter versterking van de sociale basis. De focus ligt de komende jaren op het versterken van gemeenschappen. We richten ons specifiek op de twee onderdelen van de sociale basisinfrastructuur: ontmoeten, dialoog en sociale cohesie enerzijds en ontplooiing en lichte ondersteuning anderzijds. Activiteiten zijn gericht op het opbouwen van structurele, duurzame netwerken die inwoners met name in de directe nabijheid verbinden en ondersteunen. We verminderen de regeldruk onder andere door mogelijk te maken dat binnen de vrijwillige inzet stadsbrede danwel buurtgerichte (basis) voorzieningen meerjarig worden gesubsidieerd. We zorgen voor passende ondersteuning voor de vrijwilligersorganisaties.

En stimuleren samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties onderling en professionele organisaties die de vrijwilligersorganisaties ondersteunen.

3.1.3 Ontmoeten en tegengaan eenzaamheid

Outcome: Inwoners kunnen anderen op een ongedwongen manier ontmoeten in de wijk en stad.

Ontmoeten

Belangrijk speerpunt in het Coalitieakkoord, de Stads-, Sociale en Omgvingsvisie is het thema ‘Ontmoeten’. Dat is niet verwonderlijk; om tot betekenisvolle verbindingen te komen, moet je elkaar eerst ontmoeten. Sociale contacten tussen inwoners, buurtgenoten komen niet altijd vanzelfsprekend tot stand. Aantrekkelijke, toegankelijke en bereikbare ontmoetingsplekken kunnen een belangrijke rol vervullen in het versterken van sociale netwerken in een wijk. Inwoners kunnen elkaar ontmoeten, ze kunnen hulp vragen en krijgen, ze kunnen talenten ontwikkelen en basisvaardigheden versterken. Ontmoeting wordt op verschillende manieren gestimuleerd. In de openbare ruimte (pleinen, bankjes, parken), de binnenruimte (gemeenschapshuizen, huiskamers, culturele, zorg, sport, onderwijs of domeinoverstijgende locaties). Door programmering van een inloop, informatie en advies, gezelligheid, sport en bewegen of culturele events. Of door vanzelfsprekende én verrassende ontmoetingen. Hoewel er al veel is, is er nog meer mogelijk. We verbeteren daarom de infrastructuur. Drempels zijn soms te hoog om te organiseren of mee te doen. Initiatiefnemers zijn veel energie en tijd kwijt aan het regelen van randvoorwaarden.

Juist op de plekken, waar de toegevoegde waarde het grootst kan zijn, komen initiatieven soms moeilijk tot stand.

We investeren daarom in moderne, gastvrije en aantrekkelijke ontmoetingsplekken. Daarbij is er extra aandacht voor ontmoetingsplekken voor de jeugd. Om initiatiefnemers te ontlasten met de vele werkzaamheden zorgen we voor minder bureaucratie, ontlasten we de besturen door het bieden van ondersteuning op het gebied van het beheer en bekijken we of extra subsidiemogelijkheden zijn.

Extra outreachend en ondersteunend opbouwwerk wordt ingezet om drempels te verlagen voor inwoners die moeite hebben om deel te nemen aan activiteiten danwel helpen om activiteiten mee te organiseren.

Tegengaan eenzaamheid

In Maastricht ervaart iets meer dan de helft van de inwoners gevoelens van enige tot zeer sterke eenzaamheid. Het percentage is sinds 2020 onder de volwassenen en ouderen van 50.3% gestegen naar 55.8% in 2022, waarmee de stad boven het landelijk gemiddelde van 49% ligt. Eenzaamheid treft mensen van alle leeftijden, maar de oorzaken variëren. Bij jongeren spelen vaak persoonlijke factoren een rol, terwijl ouderen vaker worden getroffen door omstandigheden zoals verlies of gezondheidsproblemen. De eenzaamheid onder jongeren is hoog. Daar hebben we extra aandacht voor. Het percentage jongeren dat aangeeft zich soms/altijd eenzaam te voelen11 is van 28% in 20221 gestegen naar 31% in 2023. We streven naar een daling van dit percentage. Meer sociale cohesie in wijken en activiteiten zoals vrijwilligerswerk of cultuurbezoek of een sportclub kunnen bijdragen aan het verminderen van eenzaamheid en het versterken van verbindingen tussen mensen.

De verdergaande toename vraagt extra aandacht de komende jaren. In 2023 is de: Lokale aanpak eenzaamheid Maastricht 2023-2025.pdf gestart. Acties uit deze aanpak zijn: creëren van meer bewustzijn in de samenleving, initiëren en stimuleren van meer maatschappelijk initiatief en het initiëren en stimuleren van meer netwerken tegen eenzaamheid.

3.1.4Mantelzorg en informele zorg

Outcome: Inwoners kunnen op een gezonde en evenwichtige manier voor hun naaste en voor zichzelf (blijven) zorgen. Ze kunnen zich inzetten als vrijwilliger, buddy of maatje voor zorgvragers

Mantelzorg

13,4 % van de Maastrichtenaren zorgt voor iemand die langere tijd ziek is of een handicap heeft. Dit percentage wordt de komende jaren alleen maar hoger door de toenemende vergrijzing en het tekort aan zorgpersoneel. Veel mensen kennen het woord mantelzorg dat we hiervoor gebruiken niet en herkennen zich ook niet in het woord omdat ze hun rol vanzelfsprekend vinden en met liefde doen. Wie kan zorgen op een manier die goed bij het eigen leven past, zal langer, beter en gezonder voor de ander kunnen zorgen. Dit voorkomt overbelasting. Om dat mogelijk te maken is het belangrijk dat mantelzorgers zich bewust zijn van hun eigen rol als mantelzorger, is een solide ondersteuningsstructuur voor mantelzorgers onmisbaar. Door ontmoetingen in de wijk. leren mensen elkaar kennen, ontstaat er meer verbondenheid en gaan buurtbewoners mogelijk meer naar elkaar omzien. Het gaat dan veelal niet om langdurige hulp maar om praktische hulp, gezelschap, of sociale steun. Het biedt mantelzorgers de kans om even een adempauze te nemen.

We intensiveren de ondersteuning van mantelzorgers. Eind 2024 is het uitvoeringsplan mantelzorgondersteuning de RIB - Uitvoeringsplan mantelzorgondersteuning vastgesteld. Daarin staan de volgende doelen centraal: Mantelzorgers voelen zich gezien en gehoord, Ze weten waar ze terecht kunnen met hun vragen, Ze zijn betrokken bij experimenten uit bijvoorbeeld het Deltaplan en weten dat hun ervaringen bijdragen aan het versterken van de zorg, het welbevinden van henzelf en van de naaste die ze verzorgen. En de ondersteuning aan mantelzorgers is meer passend bij de behoefte.

Informele zorg

Maatjes of buddy’s vormen een belangrijk onderdeel van de informele ondersteuning. Ze zetten zich in voor diverse doelgroepen en doelen. Hoewel de impact voor mensen in kwetsbare situaties soms beperkt lijkt, kunnen deze relaties zeer waardevol zijn. De effecten zijn vaak zichtbaar op psychologisch en sociaal-communicatief gebied, zoals het vergroten van zelfvertrouwen en het bevorderen van positieve relaties. Het intensieve contact tussen maatje en hulpvrager biedt niet alleen een belangrijke steun, maar geeft de hulpvrager ook vertrouwen om kleine, maar betekenisvolle stappen vooruit te zetten

We zien daarom de inzet van maatjes en buddy’s als waardevolle aanvulling op het vrijwilligerswerk en mantelzorg. Het werven van maatjes en buddy’s, matchen van vraag en aanbod en begeleiden van de vrijwilligers moet zorgvuldig gebeuren en is niet altijd even gemakkelijk. Dat vraagt vaak coördinatie, waardoor vaak beroepskrachten nodig zijn. We onderzoeken in hoeverre er mogelijkheden zijn tot samenwerking tussen de verschillende organisaties.

Wij vinden het van belang dat deze informele zorgvrijwilligers een serieuze rol hebben in het totale pakket van zorg en ondersteuning. Dit houdt in dat er regelmatig afstemming is tussen professionele en informele ondersteuners.

3.1.5Informatie en advies

Outcome: Inwoners vinden gemakkelijk de weg naar deze voorzieningen en diensten in de nabije omgeving

Eenvoudige, laagdrempelige en eenduidige informatie is één van de sleutels tot zelfregie en meedoen. Er zijn veel activiteiten, voorzieningen, plekken waar inwoners terecht kunnen voor ontspanning, plezier, ontmoeting, ontplooiing en een steuntje in de rug.

We willen dat meer inwoners meedoen aan deze activiteiten en gebruik maken van voorzieningen, regelingen enz. Zeker inwoners die dit het hardste nodig hebben.

We zetten daarom vanuit de sociale basis in op herkenbaarheid en vindbaarheid van informatie over voorzieningen, diensten en regelgeving. We communiceren via verschillende contactkanalen; zowel digitaal als analoog en via professionals en sleutelfiguren. Met speciale aandacht voor groepen inwoners die specifieke informatie nodig hebben en niet altijd via de geijkte contactkanalen te bereiken zijn. We sluiten met wijkgerichte communicatie aan bij de informatie die inwoners nodig hebben over de wijk. Vrijwilligers en professionals trekken samen op voor het bieden van informele hulp en ondersteuning.

3.1.6Laagdrempelige ondersteuning

Outcome: Inwoners kunnen terugvallen op laagdrempelige voorzieningen, diensten op het gebied van gezondheid, bestaanszekerheid, zorg in en om de school en algemeen vrij toegankelijke dagbesteding.

Gezondheid

65,8% van de Maastrichtenaren ervaart zijn/haar gezondheid goed tot zeer goed12 . Voor de jongeren ligt dat percentage op 81% in 202313. De gezondheidsverschillen zijn echter groot. Het regiobeeld Zuid Limburg 2023 laat voor Zuid Limburg flinke gezondheidsachterstanden zien; zowel op het gebied van fysieke gezondheid als qua mentale gezondheid, eenzaamheid, veerkracht, zelfredzaamheid.

Bovendien beschikken de inwoners over relatief lage gezondheidsvaardigheden. Dit geldt voor volwassenen, maar deels ook voor de jeugd. Er is sprake van een hoog zorggebruik.14 We zetten vanuit de sociale basis in op het vergroten van gelijke kansen op een goede gezondheid. Door de sociale basisinfrastructuur te versterken. Met goede basisvoorzieningen ter ondersteuning van onze inwoners, Met name op het gebied van ontmoeten voor ouderen, jeugd en volwassenen. We bieden ruimte voor de samenleving en sluiten aan bij de behoeften van de samenleving. Zo sluiten we aan bij de ontwikkeling van de zogenaamde “woonzorgzones”. Woonzorgzones zijn afgebakende gebieden die speciaal zijn ontworpen en aangepast om tegemoet te komen aan de behoeften van de ouderen. We ondersteunen waar nodig en extra inwoners en buurten in kwetsbare posities. We gaan uit van positieve gezondheid met als uitgangspunt dat gezondheid breed is en meer dan alleen een ziekte.

Het gaat ook over het hebben van sociale contacten, voldoende financiële middelen enz.

We vergroten de gezondheidsvaardigheden (dit zijn vaardigheden die nodig zijn bij het nemen van beslissingen over de eigen situatie) van de inwoners en zetten in op een gezonde leefstijl (zie ook deelambitie sport en cultuur).

19% van de inwoners in de stad heeft een lage tot zeer lage veerkracht. Van een te groot en groeiend aantal Maastrichtenaren staat de veerkracht onder druk, omdat er zorgen zijn over geld, werk, huisvesting, gezondheid, eenzaamheid, opvoeding of een combinatie daarvan en mensen het gevoel hebben hier geen invloed op uit te kunnen oefenen.

Met de Veerkrachtige Wijkenaanpak zorgen we dat door langjarig te investeren in veerkrachtige buurten de gezondheid en het welzijn van deze inwoners sterk verbeterd.

Ook wordt geïnvesteerd in een meer langjarige aanpak die gericht is op het verbeteren van de gezondheid van onze inwoners door een goeie samenwerking tussen 1e lijns zorg en het sociaal domein.

Bestaanszekerheid

Bestaanszekerheid is breder dan het hebben van weinig inkomen of hoge schulden. Toch vormt het hebben van voldoende financiën een belangrijk onderdeel. 1 op de 5 Nederlanders heeft moeite met rondkomen. In Maastricht is dit 23% van de inwoners. 6.3% van de huishoudens in Maastricht heeft een laag inkomen15. 9% van de kinderen in Maastricht groeit op in een uitkeringsgezin. We willen dat alle inwoners in hun primaire behoeften kunnen voorzien, waardoor de bestaanszekerheid voor de inwoners wordt versterkt. Tevens willen we voorkomen dat groepen in kwetsbare posities niet meer kunnen deelnemen aan activiteiten en de samenleving als gevolg van hun inkomen.

Met het oog op gelijke kansen op bestaanszekerheid zetten we vanuit de sociale basis in op de thema’s:

  • -

    tegengaan van armoede en schulden onder andere door laagdrempelige ondersteuning via de Kredietbank Limburg en informele ondersteuning in de wijkservicepunten, of via schuldhulpmaatjes of maatjes voor de thuisadministratie; Er is een directe link van dit beleidskader met het armoedebeleid.

  • -

    participatie door het doen van vrijwilligerswerk of deelname aan dagbesteding.

  • -

    en het versterken van basisvaardigheden zoals taal en digitale vaardigheden ondere andere door middel van de gezinsaanpak laaggeletterdheid.

Zorg in en rondom de school

Schoolgebouwen zijn dé plek waar naast onderwijs en (passende) kinderopvang (in het geval van primair onderwijs) meer voorzieningen zoals bijvoorbeeld het schoolmaatschappelijk werk, jeugdhulp, jeugdgezondheidszorg, consulenten jeugd (toegang) en onderwijs (leerplicht) fysiek aanwezig zijn en waar mogelijk aanvullende buurtvoorzieningen gehuisvest kunnen worden zoals het consultatiebureau.

Daarnaast zien we bij de inrichting van nieuwe onderwijsgebouwen kansen om de school een verbindend karakter te geven in de wijk. De school en het schoolgebouw vormen het middelpunt van de wijk. Een plek waarin niet alleen ontmoeting tussen jongeren plaatsvindt, maar ook tussen buurtgenoten onderling en tussen buurtgenoten, jeugdigen en medewerkers van de school. Ook na schooltijd kunnen schoolgebouwen immers een maatschappelijke functie hebben, waardoor ze een bredere functie krijgen binnen de wijk of buurt. Dit is ook opgenomen in het Integraal Huisvestings Plan Primair Onderwijs.

Vrij toegankelijke dagbesteding

De afgelopen jaren zijn laagdrempelige algemene voorzieningen voor dagbesteding ontstaan. Vrij toegankelijk voor iedereen zonder indicatie of een voorafgaand keukentafelgesprek. Zij maken onderdeel uit van de sociale basis. Er is sinds 2021 vrij toegankelijke dagbesteding voor ouderen. Daarnaast zijn er algemene voorzieningen die vrij toegankelijke dagactiviteiten aanbieden voor volwassenen. De voorzieningen hebben zich de afgelopen periode ontwikkeld tot belangrijke voorzieningen die dagactiviteiten aanbieden, met een bepaalde mate van zorg en dienstverlening.

We herijken het beleid met betrekking tot deze voorzieningen, zonder het grote belang van deze voorzieningen/organisaties uit het oog te verliezen. Een nieuwe (subsidie)regeling zal in 2026 in werking treden. Dit is nodig om meer samenhang aan te brengen in de verschillende vormen van begeleiding die vanuit de Wmo geboden worden zodat er een logische verbinding ontstaat tussen vrij toegankelijke organisaties en de (zwaardere) geïndiceerde zorg (oa de AVB, Algemene Voorziening Begeleiding) en de activiteiten ten aanzien van de vrijwillige inzet.

In de nieuwe regeling ‘vrij toegankelijke dagbesteding’ (VTD) hanteren we volgende uitgangspunten:

  • 1.

    VTD is goedkoper dan professionele maatwerkvoorzieningen

Als de gemeente een goede oplossing kan bieden met een VTD, dan komt een inwoner niet in aanmerking voor een individuele, geïndiceerde maatwerkvoorziening. Dit bespaart kosten en vermindert administratieve regeldruk. Het betekent dus wel dat de vrij toegankelijke dagbestedingsplekken goedkoper moeten zijn dan de geïndiceerde zorgplekken.

  • 2.

    VTD organisaties zorgen voor een goede doorstroom van cliënten

Van de VTD organisaties verwachten we dat ze zorgen voor een goede doorstroom van cliënten naar een lichtere of zwaardere vorm van dagbesteding. De wijze waarop ze dat gaan doen toetsen we bij aanvraag van de nieuwe jaarlijkse subsidie aan de hand van een beoordelingsprotocol.

  • 3.

    een meerjarige bekostiging van de VTD via een subsidieregeling

We kiezen voor een financieringsmodel in de vorm van een subsidieregeling waarbij meerjarig (3 tot 4 jaar) eenzelfde bedrag beschikbaar wordt gesteld. Dit in de vorm van een budgetplafond. Het is een open regeling; na een overgangsperiode kunnen ook nieuwe partijen aansluiten die VTD willen en kunnen aanbieden, naast de huidige bestaande. Omdat een budgetplafond van toepassing is, hanteren we een scoremodel aan de hand waarvan alle aanvragers beoordeeld worden. We hanteren eenzelfde lijn en tarief; we maken geen onderscheid meer tussen organisaties. De huidige (bekostigings)verschillen worden vereffend.

3.2.7Sport en cultuur in de sociale basis

Outcome: Inwoners kunnen een leven lang sporten en bewegen en cultuur (mee) maken

Zowel sport als cultuur vormen belangrijke schakels voor het realiseren van onze ambitie om te komen tot vitale en saamhorige gemeenschappen. De activiteiten hebben een belangrijke impact op sociale verbindingen. Mensen vormen een gemeenschap op basis van een gedeelde passie, interesse. Mensen met verschillende achtergronden ontmoeten elkaar en delen ervaringen. Sport en cultuur hebben een positieve invloed op de gezondheid en het algemeen welbevinden van de mensen en dragen bij aan de persoonlijke ontwikkeling/ontplooiing van mensen. We zetten in op het verhogen van de sport - en beweegdeelname door middel van het stimuleren van een gezonde leefstijl. En we zetten extra in op ouderen, jeugd, chronisch zieken en kwetsbare wijken. Deze activiteiten hebben niet alleen een positief effect op de fysieke en mentale gezondheid, maar ook op het tegengaan van bijvoorbeeld eenzaamheid en het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid van de omgeving.

Creatieve activiteiten leveren eveneens een bijdrage aan het welzijn en de gezondheid van onze inwoners. Ze zijn bovendien een middel tegen bijvoorbeeld eenzaamheid of zorgen voor contact bij mensen met dementie. Het draagt onder andere bij aan zingeving, beleving, zelfvertrouwen en contact.

We willen een betere verbinding realiseren tussen sport, cultuur & bewegen, gezondheid & preventie en de sociale basis en onderdeel uit maken van bestaande aanpakken zoals bijvoorbeeld ‘één tegen eenzaamheid’. Daarnaast willen we voldoende mogelijkheden creëren tot laagdrempelig bewegen en beleven van kunst en cultuur in de buurt.

We werken aan een goede doorverwijsfunctie richting het aanbod bijvoorbeeld vanuit het Beweeghuis, de cultuurmakers of vanuit welzijn op recept naar de verschillende activiteiten.

3.2.8Fysieke leefomgeving

Outcome: Inwoners ervaren een omgeving die uitnodigt tot ontmoeten en bewegen

Waar gezondheid voorheen sterk gefocust was op het beheer van gezondheidsrisico’s en het beschermen van kwetsbare groepen, gaat het tegenwoordig daarnaast ook om gezondheid bevordering en preventieve gezondheid: het voorkomen dat mensen ziek worden. Dit noemen we positieve gezondheid. En juist daar kan de fysieke leefomgeving een rol spelen. Denk aan goede huisvesting, luchtkwaliteit en een gezonde en schone leefomgeving, bereikbaarheid van zorg, onderwijs en ontmoeting en een leefomgeving die een gezonde leefstijl van sporten en beweging, en contact met de natuur stimuleert. Daarin neemt de openbare ruimte een steeds belangrijkere plaats in en door hiervoor aandacht te hebben bij ruimtelijke ontwikkelingen kan de gezondheid worden verbeterd.

4. ONGELIJK INVESTEREN

We investeren ongelijk voor gelijke kansen op basis van een afwegingsmethodiek. We kijken niet alleen naar individuele aspecten, maar ook naar aspecten van de sociale omgeving zoals de kwaliteit van het sociale voorzieningenniveau, de bevolkingssamenstelling van een buurt of gebied, de sterkte of zwakte van het sociaal weefsel enz. Met de afwegingsmethodiek “ongelijk investeren” kijken we vanuit verschillende invalshoeken naar de sociale infrastructuur.

  • 1.

    Vanuit objectieve gegevens:

    • -

      De demografische ontwikkeling;

    • -

      De mate van veerkracht;

    • -

      De SES score

    • -

      De samenstelling (diversiteit) van de buurt;

    • -

      De tevredenheid over de buurt;

    • -

      Het zorggebruik;

    • -

      De mate van eenzaamheid;

    • -

      De mate waarin inwoners een goede gezondheid ervaren.

  • 2.

    Kwalitatieve input: behoeften van de inwoners in de buurt, aanwezigheid, bereikbaarheid en kwaliteit van de sociale voorzieningen in de buurt, ontwikkelingen en kansen.

We zetten de totaalscores van een buurt op een rij en zetten deze af tegen de totaalscores van de andere buurten. Daardoor krijgen we zicht op de buurten die de meeste investering nodig hebben. We hebben het daarbij niet alleen over de buurten waar sprake is van een cumulatie, maar het kan ook gaan over buurten waar slechts op één bepaald aspect, bijvoorbeeld ontmoeting voor ouderen een extra investering nodig is.

5. PARTICIPATIE

Participatie heeft met betrekking tot dit beleidskader betrekking op verschillende niveaus:

  • 1.

    Stadsbreed. De breedte van de onderwerpen in de sociale basis, met alle bijbehorende stakeholders;

  • 2.

    Per deelambitie. Binnen een deelambitie vindt participatie plaats met de betrokken stakeholders.

  • 3.

    Per gebied. Dit betreft de participatie over en met de stakeholders van een bepaald gebied.

Stadsbreed en per deelambitie adviseert de Onafhankelijke Adviesraad Maastricht over onze beleidskaders en de uitvoering. Daarnaast is de input verwerkt vanuit de verschillende deelambities

Met dit beleidskader zetten we een vervolgstap in het participatieproces voor de sociale basis.

Belangrijk is dat concrete plannen goed aansluiten op de behoeften van de inwoners en dat ze ook zeggenschap kunnen hebben over de prioriteiten. Dit uiteraard binnen de inhoudelijke en financiële kaders. We willen daarom in de gebieden/buurten verder in gesprek gaan over de doorvertaling van de ambities, vervolgkeuzes en concretisering hoe deze ambities landen in de omgeving van de inwoners. Dit doen we enerzijds door aan te sluiten op lopende ontwikkelingen in de veerkrachtige wijken, de omgevingsvisie en het gebiedsgericht werken. Anderzijds starten we met een interaktief en gebiedsgericht participatieproces in het stadsdeel Zuid, waarbij we samen met de stakeholders gaan toewerken naar een sociale agenda voor dat gebied. We gaan daarbij uit van leren en ontwikkelen en hanteren het uitgangspunt dat we zoveel mogelijk aansluiten bij wat er al is en structuren die er al zijn.

  • -

    We starten na vaststelling van het beleidskader het participatieproces in het stadsdeel Zuid.

  • -

    Samen met stakeholders wordt een voorstel opgesteld voor het participatieproces.

  • -

    Ter ondersteuning van dit participatieproces is een sociaal profiel van de buurten en het betreffende stadsdeel opgesteld door de gemeente (zie bijlage 2). Dit kan als basis worden gebruikt voor het gesprek met de buurten in het stadsdeel Zuid. Het profiel bestaat uit een mix van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens. Voor dit profiel is de input gebruikt van de stadsdeelbezoeken, gesprekken met stakeholders en het burgerberaad.

  • -

    We streven naar een goede afspiegeling van de samenleving.

  • -

    Er worden afspraken gemaakt over de wijze van monitoren van en communicatie over het proces.

  • -

    Er wordt een tussenevaluatie opgesteld na een half jaar.

De ervaringen en resultaten worden ingebed in de gebiedsgerichte aanpak.

6. STUREN EN MONITOREN

De wijze waarop de gemeente stuurt in het sociaal domein is de afgelopen jaren sterk veranderd. De gemeente is opdrachtgever maar is ook partner. Dat betekent dat we in dialoog gaan over ontwikkelingen en resultaten. We geven samen de transformatie verder vorm in een proces van leren en ontwikkelen. En we maken gebruik van de verhalen van de inwoners.

De gegevens ten aanzien van de deelambities zijn grotendeels gebaseerd op de buurtmonitor aangevuld met cijfers uit de stads- en buurtpeiling. Op basis van deze gemeentelijke buurtmonitor stellen we een dashboard samen voor de sociale basis.

Daarnaast sluiten we zo veel mogelijk aan bij de gemeentelijke ontwikkelingen op het gebied van monitoring (veerkrachtige wijken en gebiedsgericht werken).

7. FINANCIËN

Dit beleidskader is ambitieus. Tegelijkertijd lopen er ook al veel ontwikkelingen binnen de verschillende deelambities. Op het gebied van de vrijwillige inzet, jeugd, laagdrempelige ondersteuning, informatie en advies. De huidige begroting is daarom leidend. Daarbinnen zoeken we ruimte om ambities waar te maken.

Een aantal deelambities wordt nog uitgewerkt. De nadere uitwerkingen worden met aparte besluitvorming aan de raad voorgelegd. De financiële gevolgen zullen daarin worden meegenomen zodat een separate afweging kan worden gemaakt.

Ondertekening

Aldus besloten door de Raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 15 april 2025

De Griffier,

P. Peeters

De Voorzitter,

W.A.G. Hillenaar


Noot
1

Gezond Actief Leven Akkoord, VWS

Noot
2

Coalitieakkoord, Maastricht, stad van verbondenheid, 2222- 2226

Noot
3

Ecorys. (2021). De maatschappelijke waarde van mantelzorg

Noot
4

Transformatieplan:”Beter in de buurt”, Pluswijken Zuid-Limburg

Noot
5

Buurtpeiling, Gemeente Maastricht, 2022

Noot
6

Buurtpeiling Gemeente Maastricht, 2022

Noot
7

Kunst, Konings & Doeschot, 2024

Noot
8

Discriminatie.nl/Limburg, 2024)

Noot
9

Programmabegroting 2025, Gemeente Maastricht

Noot
10

Buurtpeiling, Gemeente Maastricht, 2022

Noot
11

Gezondheidsmonitor RIVM/GGD

Noot
12

Buurtmonitor, gemeente Maastricht, 2022

Noot
13

Gezondheidsmonitor RIVM/GGD

Noot
14

Regiobeeld, de juiste zorg op de juiste plek, 2023

Noot
15

Buurtmonitor, gemeente Maastricht, 2022