Subsidieregeling voorkomen schade door wolven provincie Fryslân

1. Gedeputeerde Staten stellen een openstellingsbesluit vast voor de subsidiabele activiteiten.

2. Een openstellingsbesluit bevat ten minste een aanvraagperiode en subsidieplafond.

1. Prestatiesubsidie kan worden verstrekt voor:

• a.

  het plaatsen van een nieuw aangeschafte vaste wolfwerende afrastering dan wel het uitbreiden van een bestaande vaste wolfwerende afrastering; of

• b.

  het inzetten van een nieuw aangeschafte verplaatsbare wolfwerende afrastering;

• c.

  het aanschaffen van een automatisch oprolsysteem bij een verplaatsbaar wolfwerende afrastering met draden.

2. De in het eerste lid genoemde subsidieverstrekking kan zowel vooraf als na afronding van de activiteit plaatsvinden.

1. De aanvraag wordt ingediend met het door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier en voorzien van alle daarin verplichte bijlagen.

2. Onverminderd het eerste lid bevat de aanvraag om subsidie, waarbij de subsidiabele activiteit nog moet plaatsvinden, in elk geval:

• a.

  een offerte voor de aanschaf van zaken als genoemd in artikel 5 onder a, b en c; en

• b.

  het bij de aanvrager in het Identificatie- en Registratiesysteem voor dieren geregistreerd aantal landbouwhuisdieren op de peildata 1 februari, 1 mei, 1 augustus en 1 november van het kalenderjaar voorafgaand aan de datum van ontvangst van de subsidieaanvraag.

3. Onverminderd het eerste lid bevat de aanvraag om subsidie, waarbij de subsidiabele activiteit al heeft plaatsgevonden, in elk geval:

• a.

  de factuur of facturen voor de aanschaf van zaken als genoemd in artikel 5 onder a, b en c; en

• b.

  het bij de aanvrager in het Identificatie- en Registratiesysteem voor dieren geregistreerd aantal landbouwhuisdieren op de peildata 1 februari, 1 mei, 1 augustus en 1 november van het kalenderjaar voorafgaand aan de datum van ontvangst van de subsidieaanvraag.

1. Prestatiesubsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van ontvangst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum van ontvangst die datum is waarop de aanvraag volledig is.

2. Voor zover door verstrekking van subsidie voor volledige aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

1. Subsidie die wordt aangevraagd door ondernemingen die niet actief zijn in de landbouwsector én die de subsidiabele activiteit al hebben uitgevoerd voordat de aanvraag voor subsidie is ingediend, wordt slechts verstrekt voor zover dit mogelijk is met toepassing van de reguliere de-minimisverordening.

2. Subsidie die wordt aangevraagd door ondernemingen die actief zijn in de landbouwsector (primaire productie) én die de subsidiabele activiteit al hebben uitgevoerd voordat de aanvraag voor subsidie is ingediend, wordt slechts verstrekt voor zover dit mogelijk is met toepassing van de Landbouw de-minimisverordening.

3. Indien de subsidiabele activiteit nog niet is uitgevoerd voor indiening van de aanvraag wordt de subsidie verstrekt met toepassing van artikel 14 van de Landbouwvrijstellingsverordening (LVV).

1. De prestatiesubsidie voor een vaste wolfwerende afrastering bedraagt:

• a.

  € 570,-; en

• b.

  € 3,40 per strekkende meter nieuwe of uitgebreide wolfwerende afrastering met een maximum van € 114,- per landbouwhuisdier, uitgezonderd runderen, paarden en pony’s waarvoor een maximum van € 680,- per rund, paard en pony geldt. Voor het totale aantal landbouwhuisdieren wordt uitgegaan van het in het Identificatie- en Registratiesysteem van dieren gemiddeld geregistreerd aantal landbouwhuisdieren van de aanvrager in het kalenderjaar voorafgaand aan de datum van ontvangst van de subsidieaanvraag.

2. De prestatiesubsidie voor een verplaatsbare wolfwerende afrastering bedraagt € 34,- per landbouwhuisdier, waarbij voor het totale aantal landbouwhuisdieren wordt uitgegaan van het in het Identificatie- en Registratiesysteem van dieren gemiddeld geregistreerd aantal landbouwhuisdieren van de aanvrager in het kalenderjaar voorafgaand aan de datum van ontvangst van de subsidieaanvraag

3. De prestatiesubsidie voor een automatisch oprolsysteem bij een verplaatsbaar wolfwerende afrastering met draden bedraagt € 4.500,-.

4. Het in het Identificatie- en Registratiesysteem voor dieren gemiddeld geregistreerd aantal landbouwhuisdieren van de aanvrager wordt berekend door het gemiddelde te nemen van het aantal in dit systeem geregistreerde landbouwhuisdieren op de peildata 1 februari, 1 mei, 1 augustus en 1 november in het kalenderjaar voorafgaand aan de datum van ontvangst van de subsidieaanvraag.

5. Ontbrekende gegevens op de genoemde peildata in het Identificatie- en Registratiesysteem tellen als 0 bij het bepalen van het gemiddelde dieraantal.

6. Het totaal op grond van dit artikel te verstrekken prestatiesubsidiebedrag bedraagt nooit meer dan € 30.000 per aanvraag en kan niet meer bedragen dan de daadwerkelijk te maken of gemaakte kosten.

1. In het geval dat de subsidiabele activiteit nog moet plaatsvinden op het moment van aanvragen van subsidie is de subsidieontvanger verplicht binnen drie maanden na subsidieverlening:

• a.

  de vaste wolfwerende afrastering aan te schaffen en te plaatsen of aan te passen;

• b.

  de verplaatsbare wolfwerende afrastering aan te schaffen en in gebruik te nemen;

• c.

  het automatisch draadoprolsysteem bij een verplaatsbaar wolfwerende afrastering met draden aan te schaffen en in gebruik te nemen.

2. In het geval dat de subsidiabele activiteit nog moet plaatsvinden op het moment van aanvragen van de subsidie is de subsidieontvanger verplicht om binnen 4 maanden de facturen van de aanschaf van de gehele wolfwerende afrastering waar subsidie voor is gekregen te sturen aan het e-mailadres: provincie@fryslan.frl

3. De termijn genoemd in het eerste en tweede lid kan op verzoek van de aanvrager eenmaal met drie maanden verlengd worden.

1. In het geval dat de subsidiabele activiteit nog moet plaatsvinden wordt de subsidie eerst verleend en daarna ambtshalve vastgesteld, uiterlijk 22 weken nadat aan de verplichting in artikel 12, tweede lid, is voldaan.

2. In het geval dat bij de overgelegde facturen blijkt dat de werkelijke gemaakte kosten lager zijn dan de verleende subsidie dan wordt de subsidie vastgesteld conform de werkelijk gemaakte kosten.

3. In het geval dat de subsidiabele activiteit al heeft plaatsgevonden wordt de subsidie direct vastgesteld.

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 7 mei 2025.

2. Bijlage 1 maakt integraal onderdeel uit van deze regeling.