Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739314
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739314/1
Verordening bedrijveninvesteringszone Woonboulevard Utrecht
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-06-2026
Intitulé
Verordening bedrijveninvesteringszone Woonboulevard UtrechtDe raad van de gemeente Utrecht;
- •
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d. 4 maart 2025 met kenmerk 30193312;
- •
gelet op de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
- •
gezien de tussen de gemeente Utrecht en de Vereniging BIZ Woonboulevard gesloten Uitvoeringsovereenkomst BI-zone Woonboulevard 2026-2030;
- •
gezien het advies van de Commissie Volksgezondheid, Onderwijs, Werk en Economie van 13 maart 2025;
- •
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- •
bedrijveninvesteringszone (BI-zone): het gebied dat bestaat uit de percelen gelegen aan de Australiëlaan (huisnummers 40 en 42), Decimalaan (huisnummers 16, 18 en 19), Europalaan (huisnummers 95, 97 en 99), Hollantlaan, Kaap de Goede Hooplaan, Nieuw Amsterdamlaan (huisnummer 1, 12, 15 en 17), Van Rensselaerlaan (huisnummers 2 en 7), Vrieslantlaan (huisnummers 5, 7, 10 en 20) en de Zeelantlaan, alle gelegen in de gemeente Utrecht. Het aangewezen gebied is weergegeven op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart (bijlage 1, gebiedsafbakening BIZ Woonboulevard);
- •
uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Utrecht en de Vereniging BIZ Woonboulevard op (datum xxxx) gesloten Uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;
- •
wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones;
Hoofdstuk 2 Belastingbepalingen
Artikel 2. Aard van de belasting
-
1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.
-
2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.
Artikel 3. Belastingobject
-
1. Voorwerp van de belasting is een onroerende zaak.
-
2. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 4. Belastingplicht
-
1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaak gebruikt;
-
2. Voor de toepassing van dit artikel wordt:
- a.
gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
- b.
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdelijk gebruik aangemerkt als gebruik door degene die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie die onroerende zaak ter beschikking is gesteld.
- c.
Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar.
- a.
Artikel 5. Maatstaf van heffing
-
1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het kalenderjaar 2026.
-
2. Indien met betrekking tot de onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 6. Vrijstellingen
-
1. In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
- a.
voor de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;
- b.
glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;
- c.
onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
- d.
één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;
- e.
natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden;
- f.
openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;
- g.
waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;
- h.
werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;
- i.
werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken;
- j.
onroerende zaken voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;
- k.
k. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
- l.
plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
- m.
begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
- n.
onroerende zaken voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs;
- o.
onroerende zaken die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft, voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard;
- p.
onroerende zaken voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid.
- a.
-
2. In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de BIZ-bijdrage van de gebruiker buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 7. Tarief BIZ-bijdrage
- 1.
Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt:
- a.
Voor de gebruiker, bij een waarde van:
- a.
-
1° niet meer dan € 200.000: € 1.000,-;
-
2° van € 200.000 tot € 500.000: € 1.500,-;
-
3° van € 500.000 tot € 1.500.000: € 2.000,-;
-
4° van € 1.500.000 tot € 5.000.000: € 3.000,-;
-
5° van € 5.000.000 tot € 10.000.000: € 6.000,-;
-
6° meer dan € 10.000.000: € 8.000,-.
Artikel 8. Wijze van heffing
De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9. Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 10. Looptijd belastingheffing
De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van maximaal vijf jaar.
Hoofdstuk 3 Subsidiebepalingen
Artikel 11. Aanwijzing vereniging
De Vereniging BIZ Woonboulevard wordt aangewezen als vereniging als bedoeld in artikel 7 van de wet.
Artikel 12. Algemeen
Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening (ASV) van toepassing. In afwijking van artikel 17 lid 3 ASV gemeente Utrecht dient De Vereniging eens per 5 jaar een vaststelling in, conform de Verantwoordingseisen van het verantwoordingsprotocol die gelden bij een subsidiebedrag van meer dan € 500.000. De volgende stukken dienen hierbij te worden aangeleverd.
- 1.
Een activiteitenverslag aansluitend op de verlening
- 2.
Een jaarrekening met een financiële verantwoording, die voldoet aan de hieronder gestelde nadere eisen. De financiële verantwoording kan integraal in de jaarrekening zijn opgenomen, dan wel als bijlage die onderdeel vormt van de jaarrekening
- 3.
Een controleverklaring van de accountant bij de jaarrekening, die voldoet aan de eisen in het Accountantsprotocol Subsidies Gemeente Utrecht. De controleverklaring dient in elk geval ook de financiële verantwoording te omvatten.
Artikel 13. Subsidieverstrekking
-
1. De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst wordt verstrekt aan de in artikel 11 aangewezen vereniging.
-
2. De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen, nadat daarop in mindering zijn gebracht de kosten die zijn gemoeid met de heffing en invordering van de belasting.
-
3. Voor zover dit niet reeds is geschied in de uitvoeringsovereenkomst, kunnen burgemeester en wethouders nadere regels stellen over de verplichtingen van de subsidieontvanger.
Artikel 14. Melding van relevante wijzigingen
-
1. De vereniging stelt burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie.
-
2. De vereniging stelt burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een wijziging van de statuten, of verandering of beëindiging van activiteiten.
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 15. Inwerkingtreding en overgangsrecht
-
1. De verordening BI-zone Woonboulevard 2021, vastgesteld op 17 december 2020 (Gemeenteblad van Utrecht 90883), wordt ingetrokken op de datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking op een door het college van burgemeester en wethouders te bepalen datum, nadat het college van burgemeester en wethouders heeft vastgesteld dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.
-
3. Het college maakt het besluit tot inwerkingtreding bekend in het gemeenteblad.
-
4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2026.
-
Artikel 16. Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening bedrijveninvesteringszone Woonboulevard Utrecht
Sharon A.M. Dijksma
De griffier,
Miguel Israel
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 mei 2025.
De burgemeester,
Bijlage behorende bij de Verordening bedrijveninvesteringszone Woonboulevard Utrecht
Bijlage: Als aangewezen gebied, bedoeld in artikel 1van e Verordening bedrijveninvesteringszone Woonboulevard Utrecht geldt het op onderstaande kaart gearceerde gedeelte .
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl