Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739303
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739303/1
Verordening Burgerinitiatief ’s-Hertogenbosch 2025
Geldend van 24-05-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening Burgerinitiatief ’s-Hertogenbosch 2025De gemeenteraad van de gemeente ’s-Hertogenbosch,
In zijn vergadering van 7 mei 2025
Gezien het voorstel van het presidium van 17 maart 2025 met reg.nr. 17649718
Gelet op de Gemeentewet
Besluit vast te stellen
- 1.
De Verordening burgerinitiatief 's-Hertogenbosch in te trekken.
- 2.
De Verordening Burgerinitiatief ’s-Hertogenbosch 2025 vast te stellen.
Hoofdstuk 1 Definities
Artikel 1 Definitiebepaling
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
raad: de gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch;
- b.
commissie: een raadscommissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;
- c.
college: het college van burgemeester en wethouders van ’s-Hertogenbosch;
- d.
burgervoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde aan de gemeenteraad om een besluit te nemen;
- e.
burgeridee: een in een notitie opgenomen idee van een initiatiefgerechtigde ter bespreking in een raadscommissie;
- f.
initiatiefgerechtigden: personen die het recht hebben gebruik te maken van het burgerinitiatief;
- g.
ingezetenen: personen ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente ’s-Hertogenbosch.
Artikel 2 Commissie Burgerinitiatief
Er is een commissie Burgerinitiatief waarin alle raadsleden en commissieleden van de gemeente ’s-Hertogenbosch zitting hebben en waarvan de voorzitter wordt aangewezen door het presidium;
Hoofdstuk 2 Burgervoorstel
Artikel 3 Onderwerp burgervoorstel
- 1.
Een burgervoorstel kan worden ingediend over onderwerpen die behoren tot de bevoegdheid van de raad.
- 2.
Een burgervoorstel kan, in ieder geval, niet worden ingediend over de volgende aangelegenheden:
- a.
de uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen die de raad geen beleidsvrijheid geeft;
- b.
gemeentelijke procedures;
- c.
de inrichting van de gemeentelijke organisatie;
- d.
vaststelling en wijzigingen van de gemeentelijke begroting;
- e.
gemeentelijke belastingen en tarieven;
- f.
een zaak van louter privé-belang;
- g.
een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van een bestuursorgaan;
- h.
een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het bestuursorgaan;
- i.
een onderwerp waarover in een periode van 12 maanden voorafgaand aan het tijdstip waarop indiening van het voorstel plaatsvindt, door de raad een besluit is genomen;
- j.
een onderwerp dat op de agenda van de commissie of de raad staat op het tijdstip waarop indiening van het initiatief plaatsvindt.
- a.
Artikel 4 Vormvoorschriften
- 1.
Het burgervoorstel wordt schriftelijk bij de gemeenteraad ingediend en is in de Nederlandse taal gesteld.
- 2.
Een burgervoorstel wordt door ten minste honderd initiatiefgerechtigden ondersteund;
- 3.
Het burgervoorstel bevat:
- a.
een voorstel aan de raad over een door de raad te nemen besluit, voorzien van een nauwkeurige omschrijving en toelichting;
- b.
een globale kostenraming, indien uit de realisering van het burgervoorstel kosten voortvloeien;
- c.
de voornaam, achternaam, adres, geboortedatum en handtekening van de initiatiefnemer;
- d.
een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.
- a.
- 4.
Bovenaan iedere handtekeningenlijst als bedoeld in lid 3 onder d, moet het voorstel aan de raad worden vermeld.
Artikel 5 Indienen burgervoorstel
- 1.
Inwoners die stemrecht hebben voor de gemeenteraadverkiezingen en inwoners van zestien jaar en ouder die vanaf hun achttiende verjaardag stemrecht hebben voor de gemeenteraadsverkiezingen hebben het recht een burgervoorstel bij de raad in te dienen.
- 2.
Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek bepalend.
Artikel 6 Toetsing
- 1.
Het presidium bevestigt de ontvangst van het burgervoorstel.
- 2.
Het presidium toetst het burgervoorstel aan de eisen uit deze verordening
- 3.
Indien het burgervoorstel niet voldoet aan de eisen uit de verordening stelt het presidium de initiatiefnemers gedurende een termijn van 4 weken in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.
- 4.
Indien de vastgestelde gebreken niet binnen deze termijn worden hersteld, wordt het burgervoorstel niet in behandeling genomen.
Artikel 7 Behandeling
- 1.
Het burgervoorstel wordt in aanwezigheid van de initiatiefnemer behandeld in de commissie Burgerinitiatief en daarna ter besluitvorming voorgelegd aan de gemeenteraad.
- 2.
De voorzitter van de commissie bepaalt in overleg met de initiatiefnemer op welke datum het burgervoorstel in de commissie en de raadsvergadering geagendeerd wordt;
- 3.
Als blijkt dat de initiatiefnemer niet in de commissievergadering aanwezig kan zijn, wordt de behandeling van het voorstel uitgesteld tot een in onderling overleg te bepalen datum;
- 4.
Het presidium bepaalt de wijze van bespreking, de spreektijdenregeling en het aantal leden per fractie dat aan de commissiebehandeling kan deelnemen;
- 5.
Indien de commissiebehandeling daartoe aanleiding geeft, wordt de initiatiefnemer in de gelegenheid gesteld om het voorstel voorafgaande aan de raadsbehandeling aan te passen. De aanpassing wordt door de initiatiefnemer voorzien van een toelichting.
- 6.
De raad kan een gewijzigd voorstel terugverwijzen naar de commissie voor nadere bespreking.
- 7.
Het besluit van de raad over het burgervoorstel wordt op voorgeschreven wijze bekendgemaakt.
- 8.
Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefnemer.
Hoofdstuk 2 Burgeridee
Artikel 8 Onderwerp burgeridee
- 1.
Een burgeridee kan worden ingediend over onderwerpen die betrekking hebben op het handelen of het nalaten om te handelen van de gemeente ‘s-Hertogenbosch;
- 2.
Een burgeridee kan niet worden ingediend over de volgende aangelegenheden:
- a.
de uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen die de raad geen beleidsvrijheid geeft;
- b.
het vaststellen van de gemeentelijke begroting;
- c.
de gemeentelijke belastingen en tarieven;
- d.
een zaak van louter privé-belang;
- e.
een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van een bestuursorgaan;
- f.
een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het bestuursorgaan;
- g.
een onderwerp waarover in een periode van 12 maanden voorafgaand aan het tijdstip waarop indiening van het initiatief plaatsvindt, door de raad een besluit is genomen
- h.
een onderwerp dat op de agenda van de commissie of de raad staat op het tijdstip waarop indiening van het initiatief plaatsvindt.
- a.
Artikel 9 Vormvoorschriften
- 1.
Een burgeridee wordt schriftelijk bij de gemeenteraad ingediend en is in de Nederlandse taal gesteld.
- 2.
Een burgeridee wordt door ten minste vijftig initiatiefgerechtigden ondersteund;
- 3.
Een burgeridee bevat:
- a.
één of meerdere vragen aan de raad over het onderwerp van het burgeridee;
- b.
de voornaam, achternaam, adres, geboortedatum en handtekening van de initiatiefnemer;
- c.
een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.
- a.
- 4.
Bovenaan iedere handtekeningenlijst als bedoeld in lid 3 onder d, moet het onderwerp van het burgeridee staan.
Artikel 10 Indienen burgeridee
- 1.
Inwoners die stemrecht hebben voor de gemeenteraadverkiezingen en inwoners van zestien jaar en ouder die vanaf hun achttiende verjaardag stemrecht hebben voor de gemeenteraadsverkiezingen hebben het recht een burgeridee bij de raad in te dienen
- 2.
Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek bepalend.
Artikel 11 Toetsing
- 1.
Het presidium bevestigt de ontvangst van een burgeridee;
- 2.
Het presidium toetst het burgeridee aan de eisen uit deze verordening;
- 3.
Indien het burgeridee niet voldoet aan de eisen uit de verordening stelt het presidium de initiatiefnemers gedurende een termijn van 4 weken in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.
- 4.
Indien de vastgestelde gebreken niet binnen deze termijn worden hersteld, wordt het burgeridee niet in behandeling genomen.
Artikel 12 Behandeling
- 1.
Het burgeridee wordt in aanwezigheid van de initiatiefnemer behandeld in de commissie Burgerinitiatief;
- 2.
De voorzitter van de commissie bepaalt in overleg met de initiatiefnemer op welke datum het burgeridee geagendeerd wordt;
- 3.
Als blijkt dat de initiatiefnemer niet in de vergadering aanwezig kan zijn, wordt de behandeling van het voorstel uitgesteld tot een in onderling overleg te bepalen datum;
- 4.
De initiatiefnemer wordt in de gelegenheid gesteld om deel te nemen aan de commissiebehandeling van het burgeridee.
- 5.
Het presidium bepaalt de wijze van bespreking, de spreektijdenregeling en het aantal leden per fractie dat aan de discussie kan deelnemen;
- 6.
Als er naar aanleiding van de bespreking moties in de raadsvergadering worden ingediend, stelt het presidium de initiatiefnemer hiervan op de hoogte.
Artikel 13 Inwerkingtreding
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Burgerinitiatief ’s-Hertogenbosch 2025" en treedt in werking acht dagen na bekendmaking.
De gemeenteraad voornoemd,
De griffier,
Drs. W.G. Amesz
De voorzitter,
Drs. J.M.L.N. Mikkers
Ondertekening
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 Definities
Artikel 2 Commissie Burgerinitiatief
Voor de behandeling van burgerinitiatieven wordt een speciale commissie Burgerinitiatief in het leven geroepen. Om de bureaucratie te beperken is bepaald dat alle raads- en commissieleden zitting hebben in de commissie en dat het presidium de voorzitter aanwijst. Om flexibiliteit in de procedure te houden is daarnaast vastgelegd dat het presidium bepaalt op welke wijze de commissiebehandeling plaatsvindt en hoeveel leden per fractie kunnen deelnemen aan de bespreking.
Artikel 3 Onderwerp burgervoorstel
Omdat de raad over een burgervoorstel een besluit neemt, moet het burgervoorstel betrekking hebben op een bevoegdheid van de gemeenteraad. In lid 2 zijn een aantal onderwerpen opgenomen waarover een burgeridee niet mag gaan:
- a.
de uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen die de raad geen beleidsvrijheid geeft;
-
Het is evident dat het weinig zin heeft om te praten over zaken waar de raad verder geen invloed meer op heeft. Dat kan gaan om handelen van de gemeente dat volledig bepaald wordt door landelijke of provinciale wetgeving, maar ook bijvoorbeeld om de besteding van budgetten waarvan door het rijk of provincie verregaand is bepaald hoe het mag worden uitgegeven.
- b.
gemeentelijke procedures
-
dit is een interne gemeentelijke aangelegenheid.
- c.
de inrichting van de gemeentelijke organisatie
-
dit is een intern gemeentelijke aangelegenheid.
- d.
het vaststellen van de gemeentelijke begroting;
-
Hier wordt al uitgebreid over gesproken, inwoners kunnen hierover op de reguliere wijze inspreken;
- e.
de gemeentelijke belastingen en tarieven;
-
Belastingen zijn nodig om de uitgaven van de gemeente te dekken. Discussie over het verhogen/verlagen van belastingen hebben daarom weinig zin als daar geen discussie over de uitgaven aan vast zit.
- f.
een zaak van louter privé-belang;
-
Het is een goed gebruik om in de commissies en de raad niet te spreken over individuele gevallen.
- g.
een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van een bestuursorgaan;
-
Voor klachten is er een voorliggende procedure die beter geschikt is;
- h.
een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het bestuursorgaan;
-
Voor bezwaren is er een voorliggende procedure die beter geschikt is;
- i.
een onderwerp waarover in een periode van 12 maanden voorafgaand aan het tijdstip waarop indiening van het voorstel plaatsvindt, door de raad een besluit is genomen.
-
Het is niet de bedoeling dat burgers het instrument gebruiken om steeds hetzelfde onderwerp te agenderen.
- j.
een onderwerp dat op de agenda van de commissie of de raad staat op het tijdstip waarop indiening van het initiatief plaatsvindt.
-
Voor onderwerpen die al geagendeerd zijn, heeft een burgeridee geen toegevoegde waarde.
Artikel 4 Vormvoorschriften
Een burgervoorstel moet ondersteund worden door honderd handtekeningen. Omdat de raad een besluit moet nemen, moet het voorstel voldoend aan de gebruikelijke eisen die aan een raadsvoorstel worden gesteld, te weten een nauwkeurige omschrijving en toelichting van het voorstel en een kostenraming, indien uit de realisering van het burgervoorstel kosten voortvloeien. Ook zijn een aantal eisen opgenomen over de ondertekening van het burgeridee en de vorm en inhoud van de handtekeninglijsten.
Artikel 5 Indienen burgervoorstel
Net als in de oude verordening kan een burgervoorstel worden ingediend door inwoners van de gemeente die zestien jaar en ouder zijn en of stemrecht hebben voor de gemeenteraadsverkiezingen of stemrecht hebben zodra ze achttien worden.
Artikel 6 Toetsing
Een burgervoorstel wordt bij de gemeenteraad ingediend. Het presidium toetst of het voorstel voldoet aan de eisen. Als het burgervoorstel niet voldoet is er de verplichting om de initiatiefnemer in de gelegenheid te stellen om eventuele gebreken te herstellen.
Artikel 7 Behandeling
De behandeling van het burgervoorstel vindt allereerst in de commissie Burgerinitiatief plaats. Bespreking vindt alleen plaats als de initiatiefnemer aanwezig is. De initiatiefnemer neemt deel aan de bespreking. Na de commissiebehandeling wordt het voorstel geagendeerd voor de raadvergadering. De initiatiefnemer heeft de mogelijkheid om het voorstel op basis van de commissiebespreking te wijzigen. In de raadvergadering kan de initiatiefnemer niet deelnemen aan het debat.
Artikel 8 Onderwerp burgeridee
Een burgeridee moet gaan over een aangelegenheid waar de gemeente betrokkenheid bij heeft. In de verordening is dit geregeld door op te nemen dat een burgeridee moet gaan over het handelen of het nalaten om te handelen van de gemeente. Dit betekent bijvoorbeeld dat het (niet) handelen van Regionale Samenwerkingsverbanden niet onder de werking van de verordening vallen. Het is aan de initiatiefnemer om in het burgeridee de relatie van het initiatief met de gemeente helder te maken. In lid 2 zijn een aantal onderwerpen opgenomen waarover een burgeridee niet mag gaan:
- a.
de uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen die de raad geen beleidsvrijheid geeft;
-
Het is evident dat het weinig zin heeft om te praten over zaken waar de raad verder geen invloed meer op heeft. Dat kan gaan om handelen van de gemeente dat volledig bepaald wordt door landelijke of provinciale wetgeving, maar ook bijvoorbeeld om de besteding van budgetten waarvan door het rijk of provincie verregaand is bepaald hoe het mag worden uitgegeven.
- b.
het vaststellen van de gemeentelijke begroting;
-
Hier wordt al uitgebreid over gesproken, inwoners kunnen hierover op de reguliere wijze inspreken;
- c.
de gemeentelijke belastingen en tarieven;
-
Belastingen zijn nodig om de uitgaven van de gemeente te dekken. Discussie over het verhogen/verlagen van belastingen hebben daarom weinig zin als daar geen discussie over de uitgaven aan vast zit.
- d.
een zaak van louter privé-belang ;
-
Het is een goed gebruik om in de commissies en de raad niet te spreken over individuele gevallen.
- e.
een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van een bestuursorgaan;
-
Voor klachten is er een voorliggende procedure die beter geschikt is;
- f.
een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het bestuursorgaan;
-
Voor bezwaren is er een voorliggende procedure die beter geschikt is;
- g.
een onderwerp waarover in een periode van 12 maanden voorafgaand aan het tijdstip waarop indiening van het voorstel plaatsvindt, door de raad een besluit is genomen.
-
Het is niet de bedoeling dat burgers het instrument gebruiken om steeds hetzelfde onderwerp te agenderen.
- h.
een onderwerp dat op de agenda van de commissie of de raad staat op het tijdstip waarop indiening van het initiatief plaatsvindt.
-
Voor onderwerpen die al geagendeerd zijn, heeft een burgeridee geen toegevoegde waarde.
Artikel 9 Vormvoorschriften
Ten opzichte van het burgervoorstel is het aantal benodigde handtekeningen teruggebracht van honderd naar vijftig. Omdat de raad geen besluit hoeft te nemen over een burgeridee is het niet nodig om met het burgeridee een uitgewerkt voorstel met kostenraming aan de raad voor te leggen. In plaats daarvan is opgenomen dat het burgeridee één of meerdere vragen aan de gemeenteraad bevat. Ook zijn een aantal eisen opgenomen over de ondertekening van het burgeridee en de vorm en inhoud van de handtekeninglijsten.
Artikel 10 Indienen burgeridee
Net als in de oude verordening kan een burgeridee worden ingediend door inwoners van de gemeente die zestien jaar en ouder zijn en of stemrecht hebben voor de gemeenteraadsverkiezingen of stemrecht hebben zodra ze achttien worden.
Artikel 11 Toetsing
Een burgeridee wordt bij de gemeenteraad ingediend. Het presidium toetst of het voorstel voldoet aan de eisen. Als het burgeridee niet voldoet is er de verplichting om de initiatiefnemer in de gelegenheid te stellen om eventuele gebreken te herstellen.
Artikel 12 Behandeling
In tegenstelling tot de behandeling van het burgervoorstel vindt de behandeling van het burgeridee alleen in de commissie Burgerinitiatief plaats. Bespreking vindt alleen plaats als de initiatiefnemer aanwezig is. De initiatiefnemer neemt deel aan de bespreking. Als de commissiebespreking aanleiding voor fracties is om moties in de raad in te dienen, wordt dit gemeld aan de initiatiefnemer.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl