Mandaatregeling gemeente Son en Breugel 2025

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  mandaat: mandaat als bedoeld in artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht;

• b.

  volmacht: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

• c.

  machtiging: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan feitelijke handelingen te verrichten, niet zijnde besluiten als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

• d.

  mandaatgever: het bestuursorgaan dat de bevoegdheid laat uitoefenen door een ander;

• e.

  gemandateerde: degene die in opdracht van het bestuursorgaan de bevoegdheid uitoefent;

• f.

  mandaatregister: het bij deze regeling behorend overzicht waarin bevoegdheden zijn opgenomen over mandaat, volmacht en machtiging;

• g.

  ondermandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan het mandaat van een gemandateerde in zijn plaats uit te oefenen;

• h.

  feitelijke handeling: een handeling die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling betreft;

• i.

  vierogenprincipe: het bevorderen van de kwaliteit van besluitvorming in ondermandaat waarbij een ander dan de opsteller een concept besluit of product tegenleest.

Artikel 2 Schakelbepaling volmacht en machtiging

Voor de toepassing van deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt met mandaat gelijkgesteld de verlening van volmacht en machtiging.

Artikel 3 Mandaat en ondermandaat

• 1.

  Mandaat, zoals opgenomen in het bij deze regeling behorend mandaatregister, wordt verleend aan de gemeentesecretaris.

• 2.

  Indien en voor zover in het mandaatregister niet anders is bepaald, is de gemeentesecretaris bevoegd ondermandaat te verlenen.

• 3.

  Het in het tweede lid genoemde ondermandaat geschiedt schriftelijk.

Artikel 4 Reikwijdte mandaat

• 1.

  De gemandateerde neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid de op die bevoegdheid van toepassing zijnde wet- en regelgeving in acht.

• 2.

  Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, wordt het mandaat uitgeoefend met inachtneming van de specifieke opmerkingen/beperkingen/voorwaarden en instructies die zijn vermeld in het mandaatregister.

• 3.

  Het bepaalde in het tweede lid laat onverlet de bevoegdheid van de mandaatgever om algemene instructies of instructies voor een bepaald geval te geven, die bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid in acht moeten worden genomen.

• 4.

  De bevoegdheid tot het nemen van een positief besluit, zoals het verlenen van een vergunning, houdt tevens de bevoegdheid in tot het nemen van een negatief besluit, zoals het weigeren van een vergunning of het buiten behandeling stellen van een aanvraag, tenzij expliciet anders is aangegeven in het mandaatregister.

• 5.

  Het mandaat omvat naast het nemen en ondertekenen van besluiten, ook het verrichten van alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen die bij de uitoefening van de bevoegdheid behoren, zoals:

• a.

  het verstrekken van mondelinge en/of schriftelijke informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard;

• b.

  het verzenden van ontvangstbevestigingen;

• c.

  het voeren van overige correspondentie;

• d.

  het vragen van adviezen en inwinnen van inlichtingen;

• e.

  besluiten tot het opschorten en verdagen van een beslistermijn;

• f.

  het verbinden van voorschriften en voorwaarden en het opleggen van beperkingen;

• g.

  het bekendmaken van besluiten, daar waar de verplichting daartoe wettelijk is voorgeschreven.

• 6.

  Indien de uitoefening van de in het mandaatregister opgenomen mandaten het beslissen over de besteding van budgetten met zich meebrengt, maakt dit onderdeel uit van het mandaat. Dit voor zover daarbij de te nemen besluiten niet zullen leiden tot overschrijding van het betreffende budget zoals opgenomen in de gemeentebegroting en met inachtneming van het bepaalde in de Budgethoudersregeling en de in het mandaatregister opgenomen bijzondere bepalingen of restricties.

• 7.

  De in het mandaatregister genoemde functionarissen maken van het aan hen verleende (onder)mandaat uitsluitend gebruik ten aanzien van aangelegenheden die behoren tot het werkterrein van de betreffende functionaris.

Artikel 5 Grenzen aan mandaat en ondermandaat

• 1.

  Geen mandaat wordt verleend voor:

• a.

  het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften;

• b.

  het vaststellen van beleidsregels;

• c.

  het beslissen op een bezwaarschrift.

• 2.

  De gemandateerde is niet bevoegd tot het nemen van besluiten als vermeld in het mandaatregister indien:

• a.

  het besluit niet past binnen de daartoe bestemde budgetten;

• b.

  de verantwoordelijke portefeuillehouder te kennen heeft gegeven dat deze het voorgenomen besluit aan het ter zake bevoegde bestuursorgaan wil voorleggen;

• c.

  de mandaatgever vooraf te kennen heeft gegeven zelf te willen beslissen;

• d.

  voorzienbaar is dat het te nemen besluit politiek gevoelige consequenties heeft;

• e.

  er persoonlijke betrokkenheid van de gemandateerde bij het te nemen besluit bestaat;

• f.

  het besluit wordt genomen met gebruikmaking van een hardheidsclausule in een wettelijke regeling, tenzij deze mogelijkheid expliciet in het mandaatregister is vermeld.

• 3.

  Indien zich één of meer van de in het tweede lid onder a tot en met f omschreven situaties voordoet, dan besluit het ter zake bevoegde bestuursorgaan zelf tenzij in het mandaatregister expliciet een uitzondering is gemaakt.

Artikel 6 Plaatsvervanging

• 1.

  Het mandaat wordt uitgeoefend door de functionarissen zoals aangegeven in het mandaatregister. Bij afwezigheid van de gemandateerde is de gemandateerde bevoegd de uitoefening van de bevoegdheden gedurende de afwezigheid over te dragen aan zijn of haar plaatsvervanger. Een besluit tot het overdragen van bevoegdheden in geval van afwezigheid gebeurt schriftelijk.

• 2.

  De aangewezen locogemeentesecretaris is bevoegd tot het vervangen van de gemeentesecretaris.

Artikel 7 Ondertekening

• 1.

  Tenzij in het mandaatregister anders is bepaald, omvat het mandaat zowel de bevoegdheid tot het nemen van besluiten als het ondertekenen van de in mandaat genomen besluiten, alsmede van andere van de bestuursorganen uitgaande stukken zoals vermeld in het mandaatregister.

• 2.

  Indien een bevoegdheid krachtens mandaat wordt uitgeoefend, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: "naam van het bestuursorgaan, namens deze(n), gevolgd door de naam van de (onder)gemandateerde, functie-aanduiding en handtekening."

• 3.

  De overgedragen bevoegdheid om te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente, houdt tevens de bevoegdheid in om namens de burgemeester de daarop betrekking hebbende stukken te ondertekenen, alsmede het verlenen en ondertekenen van een volmacht ten behoeve van notariële aktepassering.

Artikel 8 Intrekken oude regeling

De mandaatregeling gemeente Son en Breugel 2021 wordt ingetrokken.

Artikel 9 Citeertitel en inwerkingtreding

• 1.

  Deze regeling treedt op de dag na bekendmaking in werking.

• 2.

  Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling gemeente Son en Breugel 2025.