Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739264
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739264/1
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 6 mei 2025 houdende regels met betrekking tot het doen van een melding inzake een integriteitsschending (Regeling meldingen integriteit Noord-Brabant)
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 16-05-2025 met terugwerkende kracht vanaf 01-02-2025
Intitulé
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 6 mei 2025 houdende regels met betrekking tot het doen van een melding inzake een integriteitsschending (Regeling meldingen integriteit Noord-Brabant)Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op artikel 158, eerste lid, onder d, van de Provinciewet;
Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet bescherming klokkenluiders;
Gelet op artikel 3.5 en bijlage 2 van de Cao Provinciale sector 2024-2025;
Gelet op artikel 4 van de Ambtenarenwet 2017;
Gelet op artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet;
Gelet op artikel 7, onder c, van de Beleidsregel fraude Noord-Brabant;
Gezien de instemming van de ondernemingsraad van 17 april 2025;
Overwegende dat de provincie Noord-Brabant streeft naar een organisatie waar integer en respectvol met elkaar wordt gewerkt, een actief integriteitsbeleid wordt gevoerd en gestuurd wordt op een veilig werkklimaat;
Overwegende dat diverse wetgeving Gedeputeerde Staten verplicht om beleid en voorzieningen te hebben op het gebied van integriteit en weerbaarheid;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten het Reglement Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant hebben vastgesteld, waarin de instelling van een meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant is geregeld, alsmede de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van het meldpunt, zodat meldingen op uniforme wijze en volgens de daarvoor bestemde protocollen worden afgehandeld;
Overwegende dat bij het Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant zowel vermoedelijke interne klokkenluidersmisstanden, interne klachten over ongewenst gedrag, externe agressie incidenten, als vermoedelijke interne integriteitsschendingen kunnen worden gemeld;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten het daarbij wenselijk vinden te beschrijven op welke wijze genoemde meldingen bij het Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant gemeld kunnen worden;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
algemeen directeur: provinciesecretaris als bedoeld in artikel 97 van de Provinciewet, tevens hoogste leidinggevende van de ambtelijke organisatie;
extern agressie incident: situatie waarin een medewerker of bestuurder verbaal of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen door derden;
extern vertrouwenspersoon: externe functionaris die van de provincie Noord-Brabant de opdracht heeft gekregen om als vertrouwenspersoon te fungeren;
Huis voor Klokkenluiders: landelijk advies- en meldpunt voor klokkenluiders als bedoeld in de Wet bescherming klokkenluiders;
integriteitscoördinator: functionaris, bedoeld in artikel 1 van het Reglement Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant;
interne klacht ongewenst gedrag: op redelijke gronden gebaseerde klacht over een gedraging van een medewerker die als kwetsend wordt ervaren of als kwetsend is bedoeld;
intern vertrouwenspersoon: interne functionaris die als zodanig is aangewezen door de algemeen directeur;
klacht: klacht als bedoeld in artikel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
leidinggevende: degenen die een hiërarchisch hogere functie bekleedt dan de melder;
medewerker: iedereen die op basis van een arbeidsovereenkomst of op andere basis werkzaam is bij de provincie Noord-Brabant;
melder: degene die een melding doet;
melding: melding als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het Reglement Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant;
meldpunt: Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Reglement Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant;
persoon in kwestie: degene waarover gemeld is;
vermoedelijke interne integriteitsschending: op redelijke gronden gebaseerd vermoeden van het schenden van voorschriften en regels, als bedoeld in de Gedragscode Provincie Noord-Brabant, de Ambtenarenwet of andere wetten;
vermoedelijke interne klokkenluidersmisstand: op redelijke gronden gebaseerd vermoeden van een integriteitschending met een maatschappelijk belang of een inbreuk op het Unierecht.
Artikel 2 Melding
-
1. Een ieder kan bij het meldpunt een melding doen van:
- a.
vermoedelijke interne klokkenluidersmisstanden;
- b.
interne klachten over ongewenst gedrag;
- c.
externe agressie incidenten; of
- d.
vermoedelijke interne integriteitsschendingen.
- a.
-
2. De meldingen, bedoeld in het eerste lid, onder a, b en d, dienen gericht te zijn op medewerkers of bestuurders van de provincie Noord-Brabant;
-
3. De melding dient gebaseerd te zijn op een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden.
-
4. In afwijking van het eerste lid, kan de melding ook direct worden gedaan bij de daarvoor bevoegde landelijke autoriteit, tenzij het een interne klacht over ongewenst gedrag betreft.
-
5. Indien de melder een medewerker is kan hij over het doen van de melding eerst vertrouwelijk advies inwinnen bij een intern of extern vertrouwenspersoon.
-
6. Tijdens de behandeling van een melding kan de melder zich laten bijstaan op grond van artikel 7 van het Reglement Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant.
Artikel 3 Vereisten melding
-
1. Een melding wordt gedaan bij het meldpunt.
-
2. Indien de melder een medewerker is kan de melding bij het meldpunt worden gedaan via tussenkomst van een leidinggevende van de medewerker.
-
3. Indien de melding wordt gedaan via de leidinggevende zendt deze de melding door naar het meldpunt.
-
4. Het doen van een melding is vormvrij en kan zowel schriftelijk als mondeling.
-
5. Een melding bevat in ieder geval:
- a.
naam en contactgegevens van de melder;
- b.
een omschrijving van het vermoeden van integriteitsschending, misstand of ongewenst gedrag;
- c.
indien bekend de gegevens van de persoon in kwestie; en
- d.
informatie ter onderbouwing van het vermoeden.
- a.
Artikel 4 Vertrouwelijke of anonieme melding
-
1. Een melding kan vertrouwelijk of anoniem worden gedaan, tenzij de melding een interne klacht over ongewenst gedrag als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, betreft.
-
2. Indien de melder een medewerker is en hij zijn identiteit niet bekend wil maken aan het meldpunt kan de melding vertrouwelijk worden gedaan via tussenkomst van een interne of externe vertrouwenspersoon.
-
3. In het geval van een vertrouwelijke melding als bedoeld in het tweede lid, vindt alle communicatie tussen de melder en het meldpunt plaats via die vertrouwenspersoon.
-
4. In het geval van een anonieme melding, vindt er door het meldpunt geen communicatie met de melder plaats.
Artikel 5 Ontvangstbevestiging melding
-
1. De melding wordt door het meldpunt geregistreerd.
-
2. De melder ontvangt binnen zeven dagen na registratie van de melding een schriftelijke ontvangstbevestiging van het meldpunt.
-
3. De ontvangstbevestiging bevat;
- a.
een zakelijke beschrijving van de melding;
- b.
de datum waarop de melding is ontvangen door het meldpunt;
- c.
een kopie van de melding; en
- d.
de beschrijving van het verloop van de interne procedure.
- a.
Artikel 6 Op schrift stellen melding
-
1. De inhoud van de melding wordt door het meldpunt schriftelijk vastgelegd.
-
2. De melder wordt in de gelegenheid gesteld de schriftelijke weergave van de melding te controleren en indien nodig te corrigeren.
Artikel 7 Beoordeling soort melding
-
1. De melding wordt door het meldpunt beoordeeld op wat voor soort melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, het betreft.
-
2. Indien nadere informatie nodig is voor het beoordelen van de melding wordt de melder door het meldpunt uitgenodigd voor een meldgesprek.
-
3. Van het meldgesprek met de melder wordt door het meldpunt een schriftelijk verslag gemaakt dat onderdeel uitmaakt van de melding.
Artikel 8 Advies algemeen directeur
-
1. De melding wordt door het meldpunt in behandeling genomen, tenzij:
- a.
het vermoeden niet gebaseerd is op redelijke gronden;
- b.
op voorhand duidelijk is dat het geen melding als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid betreft; of
- c.
de melding al eerder door de provincie is behandeld als klacht.
- a.
-
2. Over de melding en de wijze van behandelen wordt door het meldpunt een schriftelijk advies opgesteld voor de algemeen directeur.
-
3. De melder wordt door het meldpunt geïnformeerd over het gemotiveerde besluit van de algemeen directeur tot het wel of niet in behandeling nemen en de van toepassing zijnde behandelwijze van de melding.
Artikel 9 Doorzendplicht melding
-
1. meldingen die niet door het meldpunt worden behandeld op grond van artikel 8, eerste lid, onder b, worden door het meldpunt doorgezonden naar het daartoe bevoegde gezag.
-
2. De integriteitscoördinator voert de regie op de melding tot het moment dat deze is doorgezonden.
Artikel 10 Afhandeling melding
-
1. Indien de melding een vermoedelijke interne klokkenluidersmisstand betreft, wordt deze door het meldpunt afgehandeld conform artikel 8 van het Reglement Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant.
-
2. Indien de melding een interne klacht over ongewenst gedrag betreft, wordt deze door het meldpunt afgehandeld conform artikel 9 van het Reglement Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant.
-
3. Indien de melding een extern agressie incident betreft, wordt deze door het meldpunt afgehandeld conform artikel 10 van het Reglement Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant.
-
4. Indien de melding een vermoedelijke interne integriteitsschending betreft, wordt deze door het meldpunt afgehandeld volgens het onderzoeksprotocol integriteit, bedoeld in artikel 11 van het Reglement Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant.
-
5. Indien de melding, bedoeld in het eerste, tweede of vierde lid, een bestuurder, de griffier of een medewerker van de griffie betreft, wordt deze door het meldpunt doorgezonden naar de Commissaris van de Koning, tenzij de melding de Commissaris van de Koning betreft.
-
6. Indien de melding, bedoeld in het eerste, tweede of vierde lid, de Commissaris van de Koning betreft, wordt deze door het meldpunt doorgezonden naar de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
-
7. De melder wordt door het meldpunt op procesniveau geïnformeerd over de afhandeling van de melding.
Artikel 11 Strafrechtelijke aangifte
-
1. Indien aangifte namens de provinciale organisatie wenselijk of noodzakelijk is, wordt aangifte gedaan door de algemeen directeur.
-
2. Het meldpunt voert regie op de aangifte en onderhoudt contact met de politie of de rijksrecherche.
Artikel 12 Privacy melder
-
1. De melding wordt door het meldpunt vertrouwelijk behandeld.
-
2. De identiteit van de melder wordt niet bekendgemaakt buiten het meldpunt of het bevoegd gezag waarnaar de melding op grond van de doorzendplicht wordt gezonden.
-
3. De melder wordt door het meldpunt vooraf op de hoogte gesteld van de wettelijke grenzen van vertrouwelijkheid en privacy die op de desbetreffende melding van toepassing zijn.
-
4. De persoonsgegevens van de melder en alle overige informatie met betrekking tot de melding worden door het meldpunt verwerkt, beheerd en bewaard in overeenstemming met de Algemene Verordening Gegevensbescherming en andere van toepassing zijnde wetgeving.
Artikel 13 Bescherming melder tegen benadeling
-
1. Gedeputeerde Staten dragen zorg dat de melder die te goeder trouw is wordt beschermd tegen benadeling als gevolg van het doen van een melding.
-
2. Indien een melder arbeidsrechtelijke benadeling ondervindt als gevolg van het melden van een vermoedelijke integriteitschending, kan hij een beroep doen op de rechtsbijstandverzekering van de provincie Noord-Brabant conform de polisvoorwaarden.
-
3. Indien uit onderzoek van het meldpunt blijkt dat het handelen van de melder zelf een vermoeden van een vermoedelijke interne klokkenluidersmisstand, een interne klacht over ongewenst gedrag, een extern agressie incident of een vermoedelijke interne integriteitsschending oplevert, valt dit handelen niet onder de bescherming, bedoeld in het eerste lid.
-
4. De melder wordt door de integriteitscoördinator van het meldpunt gewezen op de risico’s van benadeling, op welke wijze die risico’s kunnen worden verminderd en wat de melder kan doen als hij van mening is dat er sprake is van benadeling.
-
5. Indien de melder van mening is dat er sprake is van benadeling door het doen van de melding kan hij dit melden bij het meldpunt.
-
6. Over de benadeling en de te nemen maatregelen daartegen wordt door het meldpunt een schriftelijk advies opgesteld voor de algemeen directeur.
-
7. De melder wordt door het meldpunt geïnformeerd over het gemotiveerde besluit van de algemeen directeur welke passende maatregelen door hem genomen zullen worden.
-
8. Indien de melding een vermoedelijke interne klokkenluidersmisstand betreft, kan de melder het Huis voor Klokkenluiders inschakelen voor advies over of onderzoek naar de benadeling van zijn positie.
Artikel 14 Hardheidsclausule
Gedeputeerde Staten kunnen in individuele gevallen bepalingen in deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van het melden, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 15 Evaluatie
Gedeputeerde Staten onderzoeken binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze regeling de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk.
Artikel 16 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 februari 2025.
Artikel 17 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling meldingen integriteit Noord-Brabant.
Ondertekening
’s-Hertogenbosch, 6 mei 2025
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. G.H.E. Derks MPA
Toelichting behorende bij de Regeling melding integriteit Noord-Brabant
I.Algemeen
De provincie Noord-Brabant streeft naar een organisatie waar integer en respectvol met elkaar wordt gewerkt. Er wordt een actief integriteitsbeleid gevoerd en gestuurd op een veilig werkklimaat.
Gedeputeerde Staten hebben het Reglement Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant vastgesteld, waarin de instelling is geregeld van het Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant. Omwille van eenduidigheid hebben Gedeputeerde Staten er daarbij voor gekozen om het Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant zowel vermoedelijke interne klokkenluidersmisstanden, interne klachten van ongewenst gedrag, externe agressie incidenten als vermoedelijke interne integriteitsschendingen te laten behandelen. Om ervoor te zorgen dat de verschillende soorten meldingen op uniforme wijze en volgens de daarvoor bestemde protocollen worden afgehandeld hebben Gedeputeerde Staten in genoemd reglement tevens de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van het meldpunt vastgelegd.
In deze regeling is voor melders vastgelegd hoe de procedure is voor het doen van een melding bij het Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant.
Gedeputeerde Staten hebben er daarbij voor gekozen om het doen van een melding open te stellen voor een ieder en niet alleen voor medewerkers van de provincie Noord-Brabant;
II.Artikelsgewijs
Artikel 1 Begripsbepalingen
Met het begrip medewerker bedoelen Gedeputeerde Staten een ieder die werkzaamheden uitvoert voor de provincie Noord-Brabant, zoals gedetacheerden, trainees, stagiaires, uitzendkrachten of externen die in opdracht werkzaamheden uitvoeren, zoals bijvoorbeeld catering, schoonmaak of ict-werkzaamheden.
Artikel 2 Melding
Eerste lid Soorten meldingen
Aanhef Een ieder
Zowel medewerkers als niet-medewerkers van de provincie Noord-Brabant kunnen een melding doen van een vermoedelijke interne klokkenluidersmisstand, een interne klacht over ongewenst gedrag, een extern agressie incident of een vermoedelijke interne integriteitsschending. Gedeputeerde Staten denken daarbij bijvoorbeeld aan een oud-medewerker van de provincie Noord-Brabant of een medewerker van een andere organisatie.
Onder b Interne klachten over ongewenst gedrag
Bij interne klachten ongewenst gedrag die betrekking hebben op (seksuele) intimidatie, agressie en geweld op de werkplek wordt een afwijkende procedure gevolgd. De behandeling van en advisering over dergelijke (interne)
klachten vergt vanwege de aard daarvan andere, specifieke deskundigheid en expertise. Daarom heeft de provincie zich voor dergelijke specifieke klachten aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de Decentrale Overheid (LKOG).
Het meldpunt onderzoekt eerst of een informele aanpak mogelijk en passend is. Zo niet, dan wordt de klacht op grond van de klachtenprocedure in de Algemene wet bestuursrecht voor een formele behandeling doorgezonden naar het LKOG, met als beroepsinstantie de Nationale Ombudsman.
Ook externe formele klachten als bedoeld in artikel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht van burgers over bejegeningen door (personen werkzaam voor) de provincie worden door het meldpunt doorverwezen. Deze worden (op grond van de Verordening hoor- en adviescommissie voor bezwaarschriften en klachten Noord-Brabant) behandeld door de Hoor- en adviescommissie voor bezwaarschriften en klachten Noord-Brabant, met als beroepsinstantie de Nationale Ombudsman.
Vierde lid extern melden
Een melder kan een vermoedelijke misstand ook altijd direct formeel melden bij de autoriteit die ten aanzien van het onderwerp bevoegd is. In de Wet bescherming klokkenluiders zijn een aantal autoriteiten expliciet benoemd, die een zogeheten extern meldkanaal moeten inrichten. Dit zijn onder andere:
- a.
de Autoriteit Consument en Markt (ACM);
- b.
de Autoriteit Financiële markten (AFM);
- c.
de Autoriteit persoonsgegevens (AP);
- d.
De Nederlandsche Bank N.V. (DNB);
- e.
het Huis voor klokkenluiders (HvK);
- f.
de Inspectie gezondheidszorg en jeugd (IGJ);
- g.
de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa); of
- h.
de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS).
Naast de bovengenoemde autoriteiten, moeten ook andere autoriteiten in Nederland die bevoegdheden hebben op een bepaald beleidsterrein en waar mogelijk een melding gedaan kan worden, een extern meldkanaal inrichten volgens de eisen uit de wet. Het Huis voor Klokkenluiders kan helpen om melders door te verwijzen naar de juiste autoriteit. Daarnaast is het Huis voor Klokkenluiders bevoegd om meldingen te onderzoeken als er geen andere bevoegde autoriteit is.
Het heeft echter de uitdrukkelijke voorkeur van Gedeputeerde Staten dat meldingen eerst bij het Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant worden gemeld. Het meldpunt heeft dan de mogelijkheid om eerst op informele wijze de melding te onderzoeken, voordat er een formele melding wordt gedaan.
Er is echter geen verplichting om een melding eerst bij het meldpunt te melden, behalve als het gaat om een klacht ongewenst gedrag. De Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid schrijft namelijk voor dat een dergelijke melding eerst door de provincie zelf dient te worden onderzocht, voordat deze formeel gemeld wordt bij de Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de Decentrale Overheid. De klacht wordt door de klachtencommissie vervolgens afgehandeld conform genoemde Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid.
Vijfde lid Vertrouwelijk advies
In de Wet bescherming klokkenluiders is vastgelegd dat de melder de mogelijkheid moet hebben om een adviseur in vertrouwen te raadplegen over een vermoeden van een misstand en dat dit in een meldregeling moet worden vastgelegd. Deze rol vervult de vertrouwenspersoon doorgaans. Gedeputeerde Staten passen deze mogelijkheid op alle soorten meldingen toe en niet alleen op meldingen inzake vermoedelijke klokkenluidersmisstanden.
Zesde lid Bijstand melder
Bijstand is geregeld in artikel 7 van het Reglement integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant.
Artikel 3 Vereisten melding
Vierde lid Vormvrij
Een melder kan telefonisch, per e-mail, per post of in persoon een melding indienen bij het Meldpunt.
Artikel 4 Vertrouwelijke of anonieme melding
Algemeen
Om de drempel om een melding in te dienen laag te houden kunnen meldingen ook vertrouwelijk of anoniem worden gedaan. Vertrouwelijk of anoniem melden heeft echter niet de voorkeur van Gedeputeerde Staten, omdat het in dat geval niet of niet goed mogelijk is om nadere informatie over de melding op te vragen. Vertrouwelijk of anoniem melden kan de mogelijkheden van onderzoek naar de melding beperken, waardoor in het uiterste geval geen consequenties kunnen worden verbonden aan de melding. Dit speelt in het bijzonder bij meldingen over ongewenst gedrag.
Eerste lid Uitzondering
Bij een interne klacht over ongewenst gedrag wordt in het kader van wederhoor doorgaans aan de persoon in kwestie voorgelegd op welk gedrag en moment de klacht precies betrekking heeft. Dit is noodzakelijk om de specifieke gedragingen te kunnen onderzoeken en toetsen. Daarmee wordt voor de persoon in kwestie bijna altijd herleidbaar en duidelijk wie de melder is. Gedeputeerde Staten vinden dat dat in het geval van hoor en wederhoor ook echt noodzakelijk is en hebben deze soort meldingen dan ook uitgezonderd van de mogelijkheid om vertrouwelijk of anoniem te melden.
Artikel 10 Afhandeling melding
Tweede lid Informele aanpak
Bij ontvangst van een melding met betrekking tot een interne klacht over ongewenst gedrag onderzoekt het meldpunt eerst of de klacht informeel kan worden opgelost. Het meldpunt integriteit stelt daarbij een informele aanpak voor, afhankelijk van de aard en de omvang van de ingediende klacht. Na binnenkomst van de klacht neemt het meldpunt daartoe contact op met de melder. Mocht een informele aanpak niet leiden tot een oplossing, dan wordt de melding doorgestuurd naar de Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de Decentrale Overheid en afgehandeld conform de Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid.
Artikel 11 Strafrechtelijke aangifte
Wie slachtoffer is van vermoedelijk strafbaar ongewenst gedrag kan ook besluiten om zelf aangifte doen. Het meldpunt adviseert het slachtoffer over deze mogelijkheid. Het is wenselijk dat het meldpunt op de hoogte gesteld wordt van een mogelijke aangifte, zodat een eventueel strafrechtelijk en arbeidsrechtelijk onderzoek elkaar niet doorkruisen.
Artikel 12 Privacy melder
Tweede lid Meldpunt
Met het meldpunt bedoelen Gedeputeerde Staten naast de integriteitscoördinator ook de functionarissen die tijdelijk onderdeel uitmaken van het Meldpunt als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van het Reglement Meldpunt integriteit en weerbaarheid Noord-Brabant in verband met de behandeling of het onderzoek van de melding.
Vierde lid Verwerking, beheer en bewaring melding
Alle informatie met betrekking tot de melding wordt door het meldpunt zo bewaard dat deze in principe alleen fysiek en digitaal toegankelijk is voor de functionarissen die bij de behandeling van de melding betrokken zijn. Op stukken die aanwezig zijn bij de provincie Noord-Brabant is ten aanzien van beheer en bewaring de Archiefwet van toepassing. Indien op grond van de Wet open overheid, privacywetgeving of bij rechtszaken een verzoek tot verstrekking of inzage wordt gedaan toetst het meldpunt aan de daarvoor verplichte criteria of de informatie (geanonimiseerd) verstrekt moet worden.
Artikel 13 Bescherming melder tegen benadeling
Indien een melder te goeder trouw een melding doet mag hij in verband daarmee geen nadelige gevolgen ondervinden (voor zijn rechtspositie) tijdens en na de behandeling van zijn melding. Gedeputeerde Staten gaan met deze algemene zorgplicht verder dan het minimale wettelijk verplichte kader hiervoor. Onder nadelige gevolgen verstaan Gedeputeerde Staten in ieder geval de situaties zoals bedoeld in de Regeling melden vermoeden van een misstand, opgenomen in bijlage 2 van de Cao Provinciale sector. In het geval dit toch onverhoopt gebeurt kan de melder zich melden bij het meldpunt. Voor arbeidsrechtelijke benadeling hebben Gedeputeerde Staten een rechtsbijstandverzekering afgesloten bij DAS. De polisvoorwaarden van deze rechtsbijstandverzekering zijn van toepassing op voormalig ambtenaren, personeelsleden en voormalig personeelsleden. Ook het Huis voor Klokkenluiders heeft een advies en onderzoekstaak bij benadeling van melders van een misstand.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. G.H.E. Derks MPA
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl