Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739219
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739219/1
Regeling vervalt per 01-11-2025
Subsidieregeling Duurzaam Boeren Drenthe – Melkveehouderij 2025 – 2026
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 12-08-2025 t/m 31-10-2025
Intitulé
Subsidieregeling Duurzaam Boeren Drenthe – Melkveehouderij 2025 – 2026Gedeputeerde Staten van Drenthe;
gelet op artikel 3, derde lid, en artikel 4 van de Algemene subsidieverordening provincie Drenthe 2023;
BESLUITEN:
de Subsidieregeling Duurzaam Boeren Drenthe – Melkveehouderij 2025 – 2026 vast te stellen.
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Asv: Algemene subsidieverordening provincie Drenthe 2023;
CLM-milieumeetlat: een overzicht van de milieubelasting van alle in Nederland toegelaten gewasbeschermingsmiddelen;
KPI’s: Kritische Prestatie Indicatoren;
Kringloopwijzer: kringloopwijzer ZuivelNL/Centrale database, te vinden op https://www.mijnkringloopwijzer.nl/;
Landbouw de-minimisverordening: Verordening (EU) Nr.1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouw-sector (PbEU 2013, L352/9);
melkveehouder: onderneming die activiteiten verricht met SBI-code 01.41 (fokken en houden van melkvee), SBI-code 01.41.1 (houden van melkvee) of SB-code 01.50 (akker- en/of tuinbouw in combinatie met het fokken en houden van dieren). Uit het register van Kamer van Koophandel moet blijken dat een onderneming zulke activiteit(en) verricht;
SNN: Samenwerkingsverband Noord-Nederland;
WUR: Wageningen University and Research.
Artikel 2
De subsidie heeft tot doel Drentse melkveehouders te stimuleren om hun bedrijfsvoering verder te verduurzamen op het gebied van klimaat, water en bodem, nutriënten en biodiversiteit
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
Subsidie wordt verleend voor duurzaamheidsprestaties berekend op basis van behaalde scores op de vooraf vastgestelde KPI’s van de melkveehouder.
Artikel 4 Doelgroep
Subsidie wordt verstrekt aan melkveehouders met een kringloopwijzer en die gevestigd zijn in Drenthe.
Artikel 5 Aanvraagperiode
Aanvragen kunnen worden ingediend met ingang van 12 augustus 2025 tot en met 31 oktober 2025.
Artikel 6 Aanvraag
Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk en ondertekend ingediend bij het SNN via www.snn.nl en wordt voorzien van de volgende bijlagen:
- a.
een landbouw de-minimisverklaring;
- b.
een machtiging aan WUR.
Artikel 7 Subsidiehoogte en looptijd van de subsidie
-
1. Per subsidieaanvraag is maximaal € 13.000,-- subsidie beschikbaar.
-
2. De hoogte van de daadwerkelijk te verstrekken subsidie wordt berekend aan de hand van bijlage I van deze regeling.
-
3. De subsidie wordt verleend voor het behalen van KPI’s over de jaren 2025 - 2026. Ieder jaar is een maximale subsidie van € 6.500,-- per jaar beschikbaar.
-
4. De subsidie wordt verleend op basis van de KringloopWijzers, de gecombineerde opgave, SCAN-ICT en de CLM milieumeetlaat.
Artikel 8 Verdeelsystematiek
-
1. Het voor subsidie beschikbare bedrag wordt verdeeld op de volgorde van datum en tijdstip van binnenkomst van de volledige subsidieaanvragen.
-
2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is.
-
3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking plaats op basis van registratie van binnenkomst in het webportal van het SNN. De registratie vindt plaats op dag, uur en minuut.
Artikel 9 Bevoorschotting en vaststelling
-
1. In afwijking van artikel 11 van de Asv wordt de subsidie niet 100% bevoorschot. De subsidieaanvrager ontvangt in 2026 een voorschot op basis van de behaalde KPI’s in 2025. De subsidie wordt vastgesteld en uitbetaald in 2027.
-
2. De hoogte van het voorschot en de uiteindelijke vaststelling wordt berekend op basis van de tabel in Bijlage I van deze regeling en de door de melkveehouder aangeleverde gegevens betreffende de KPI’s.
Artikel 10 Staatssteun
Subsidie wordt slechts verleend met toepassing van de Landbouw De-minimisverordening.
Artikel 11 Subsidieplafond
Het subsidieplafond bedraagt voor de looptijd van deze regeling € 7.800.000,--.
Artikel 12 Inwerkingtreding en horizonbepaling
Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 12 augustus 2025 en vervalt op 1 november 2025.
Artikel 13 Overgangsrecht
Deze subsidieregeling blijft van toepassing op subsidies verstrekt op grond van deze regeling en op aanvragen die zijn ingediend voor 1 november 2025.
Artikel 14 Citeertitel
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Duurzaam Boeren Drenthe – Melkveehouderij 2025 – 2026.
Ondertekening
Gedeputeerde Staten voornoemd,
drs. J. Klijnsma, voorzitter
W.F. Brenkman MSc, secretaris
Assen, 6 mei 2025
Kenmerk 5.5/2025000565
Bijlage I. Berekening hoogte subsidiebedrag per jaar (artikel 8 van de Subsidieregeling Duurzaam Boeren Drenthe)
De regeling is gedurende twee jaar van toepassing, waarbij elk jaar maximaal € 6.500,-- subsidie beschikbaar is per melkveehouder. In totaal is dus € 13.000,-- subsidie beschikbaar per melkveehouder.
De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de prestatie op de KPI’s in 2025 en 2026. Hieronder staat de tabel met de drempel- en streefwaarden en de bedragen die hieraan gekoppeld zijn.
Duurzaam Boeren Drenthe subsidieregeling 2025-2026
Thema |
KPI |
Score |
Max EUR |
EUR |
Nutriëntenkringloop |
Stikstofbedrijfsoverschot (kg N/ha) |
|
250 |
|
|
≤ 110 |
|
250 |
|
|
≤ 130 |
|
200 |
|
|
≤ 150 |
|
150 |
|
Waarvan stikstofbodemoverschot [kg N/ha] |
|
750 |
|
|
grasland (kg N/ha) |
≤ 80 |
|
750 |
|
|
≤ 105 |
|
350 |
|
|
≤ 130 |
|
200 |
|
|
≤ 155 |
|
100 |
|
|
|
|
||
maïsland (kg N/ha) |
≤ 45 |
|
750 |
|
|
≤ 55 |
|
350 |
|
|
≤ 70 |
|
200 |
|
|
≤ 80 |
|
100 |
|
|
|
|
||
bouwland (kg N/ha) |
≤ 45 |
|
750 |
|
|
≤ 60 |
|
350 |
|
|
≤ 75 |
|
200 |
|
|
≤ 95 |
|
100 |
|
Waarvan ammoniakemissie [kg NH3/ha] |
|
250 |
|
|
≤40 |
|
250 |
||
≤ 50 |
|
200 |
||
≤ 60 |
|
150 |
||
Ammoniakemissie (KG NH3/GVE) |
≤19 |
250 |
250 |
|
|
≤21 |
|
200 |
|
|
≤23 |
|
150 |
|
Tankmelkureum (mg/100g) |
|
1000 |
|
|
≤ 18 |
|
1000 |
||
≤ 19 |
|
500 |
||
≤ 20 |
|
100 |
||
|
|
500 |
|
|
% Eiwit van eigen land |
≥ 65% |
|
500 |
|
|
≥ 60% |
|
250 |
|
|
≥ 55% |
|
150 |
|
Ruw Eiwit in rantsoen (g RE/kg totaalrantsoen) |
|
1000 |
|
|
≤ 155 |
|
1000 |
||
≤ 158 |
|
500 |
||
≤ 161 |
|
100 |
||
Klimaat |
Broeikasgasemissies [kg CO2 eq/kg meetmelk] |
|
250 |
|
≤ 750 |
|
250 |
||
≤ 850 |
|
200 |
||
≤ 950 |
|
150 |
||
Bodem & water |
Milieubelastingspunten (MPB/ha) |
|
500 |
|
Milieubelastingspunten bodemleven [MBP/ha] |
|
|
|
|
|
≤ 100 |
|
500 |
|
|
≤ 200 |
|
250 |
|
|
≤ 300 |
|
150 |
|
|
≤ 400 |
|
100 |
|
|
Milieubelastingspunten oppervlaktewater [MBP/ha] |
≤ 100 |
|
500 |
|
≤ 200 |
|
250 |
|
|
≤ 300 |
|
150 |
|
|
≤ 400 |
|
100 |
|
|
Milieubelastingspunten grondwater [MBP/ha] |
≤ 100 |
|
500 |
|
≤ 200 |
|
250 |
|
|
≤ 300 |
|
150 |
|
|
≤ 400 |
|
100 |
|
|
|
|
250 |
|
|
Gewasrotatie Index |
≥ 0,8 |
|
250 |
|
|
≥ 0,7 |
|
200 |
|
|
≥ 0,6 |
|
150 |
|
Fosfaatbodemoverschot [kg P2O5/ha] |
|
250 |
|
|
≥ -5 ≤ 5 |
|
250 |
|
|
≥ -10 ≤ 10 |
|
200 |
|
Biodiversiteit |
Natuur en Landschap |
|
250 |
|
eenmalige vergoeding voor intekenen BBM pakketten door AND |
|
|
250 |
|
|
|
|
||
Maatschappij |
Weidegang |
|
1000 |
|
≥ 1500 |
|
1000 |
||
≥ 1000 |
|
500 |
||
≥ 720 |
|
100 |
||
|
|
|
|
|
|
maximaal aantal EUR |
|
6500 |
|
|
|
|
|
Duurzaam Boeren Drenthe
Definities en bron van de KPI’s
KPI |
Definitie |
Bron |
|
1. |
Stikstofbedrijfsoverschot (kg N/ha) |
Totaal kilogram stikstof (N) bedrijfsoverschot: emissie N- Ammoniak+ emissie N- overig+ bodemoverschot, per hectare in gebruik. |
Kringloopwijzer |
2. |
Waarvan stikstofbodemoverschot (kg N/ha) |
Totale stikstofbodemoverschot als aanvoer van kunstmest, organische mest, mineralisatie, depositie e.d. minus de afvoer van geoogste producten uitgedrukt in kg N/ha. Dit wordt eerst uitgerekend naar hectares grasland, maisland en bouwland en daarna in verhouding van aantal hectares uitgerekend naar stikstofbodemoverschot totaal per bedrijf. Voor veengronden wordt gebruik gemaakt van een omrekenfactor. Hierbij wordt uitgegaan van: 1,99 kg N/hectare voor elke %-aandeel veengrond van het bedrijfsareaal. |
Kringloopwijzer |
3. |
Waarvan ammoniakemissie [kg NH3/ha] |
Totale graasdieren emissie opgeteld Emissie stal en mestopslag, emissie bij bemesting en emissie uit bovengrondse gewasresten per hectare in gebruik. |
|
4. |
Ammoniakuitstoot (kg NH3/GVE) |
Ammoniakemissie als totale emissie van ammoniak (NH3) per GVE (groot vee eenheid) (kg NH3/GVE) |
Kringloopwijzer |
5. |
Tankmelkureum (mg/100 g) |
Indicator voor de stikstofbenutting van de koeien |
Kringloopwijzer |
6. |
% Eiwit van eigen land |
Aandeel eigen geteeld eiwit in de voeding t.o.v. totaal gevoerd eiwit. |
Kringloopwijzer |
7. |
Ruw eiwit in rantsoen (g RE/kg ds) |
Het gemiddelde ruw eiwit (RE) in het totaalrantsoen uitgedrukt in gram/kg drogestof |
Kringloopwijzer |
8. |
Broeikasgasemissie melkproductie (CO2-eq /kg meetmelk) |
Uitstoot CO2 equivalenten is de optelsom van kooldioxide (CO2), lachgas (N2O*273) en methaan (CH4*27) zoals berekend in kringloopwijzer uitgedrukt per kilogram meetmelk (Kengetal broeikasgasemissie excl veen) Ter info de broeikasgasemissie equivalent uitgesplitst in:
|
Kringloopwijzer |
9. |
Totale milieubelasting gewasbeschermingsmiddelen per bedrijf (MBP/ha) |
Totale milieubelasting gewasbeschermingsmiddelen per bedrijf (MBP/ha) zoals berekend met CLM-Milieumeetlat. De score wordt berekend door per perceel de milieubelasting punten (MPB) van bodemleven, grondwater en oppervlaktewater op basis van methode van CLM-milieumeetlat uit te rekenen. Vervolgens wordt dit naar verhouding van perceel oppervlakte berekend naar bedrijfsniveau. De maximale beloning voor totale milieubelasting gewasbeschermingsmiddelen is EUR 500,-. Om hiervoor in aanmerking te komen moet de score van alle 3 onderdelen op bedrijfsniveau (bodemleven, grondwater en oppervlaktewater) ≤ 100 MBP/ha. |
In uw persoonlijke dashboard van WUR-gegevens invoeren t.b.v. CLM-milieumeetlat |
10. |
Gewasrotatie-index |
De gewasrotatie-index is een maat voor de intensiteit van het bouwplan en daarmee een indicator voor de bodemvitaliteit. De waarde wordt bepaald door zes jaar terug te kijken per perceel en via een rekenregel de wortelgewassen, de rustgewassen en de vlinderbloemigen te wegen. De gewasrotatie-index is een hulpmiddel in de bedrijfsvoering van zowel akkerbouwers als melkveehouders. Bij samenwerkingen of een gezamenlijk bouwplan geeft de gewasrotatie-index een invulling van het percentage rustgewassen op de percelen ongeacht de gebruiker. Het perceel krijgt een score tussen de 0 en 1. 0 is intensief gebruik, 1 is extensief gebruik van het perceel. De opgetelde scores (naar verhouding hectares) van alle percelen die een ondernemer in een bepaald jaar in gebruik heeft, vormen op bedrijfsniveau samen de gewasrotatie-index. |
Gecombineerde Opgave |
11. |
Fosfaatbodemoverschot (P2O5 / ha) |
Het aangevoerde fosfaat minus het afgevoerde fosfaat gecorrigeerd voor voorraadmutaties op het bedrijf per kg per hectare |
Kringloopwijzer |
12. |
Natuur en landschap (incl. Kruidenrijk grasland) |
Oppervlakte Natuur en landschap in % van de totale oppervlakte in gebruik. Gemeten met BBM-pakketten en Anlb pakketten met een gehanteerde omrekeningfactor om tot een percentage als kpi te komen. |
SCAN-ICT |
13. |
Weidegang (uur/jaar) |
Het aantal uren weidegang per jaar |
Kringloopwijzer |
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 6 Aanvraag, onderdeel b
Een subsidieaanvrager dient de WUR te machtigen om gegevens uit zijn/haar KringloopWijzer, de gecombineerde opgave, SCAN-ICT en gegevens ten behoeve van de CLM-milieumeetlat op te vragen. Deze gegevens zijn nodig om de subsidieaanvraag te kunnen uitvoeren.
Artikel 7 Subsidiehoogte en looptijd van de subsidie
Extreme weersomstandigheden hebben invloed op de score van een KPI. Op één moment per jaar voorafgaand aan het vaststellen van het beloningsbedrag wordt bepaald of het nodig is om de streefwaarden naar beneden aan te passen. De streefwaarden die nu gebruikt worden zijn gebaseerd op de op het moment van vaststelling geldende wet- en regelgeving.
Indien gedurende de looptijd van de regeling relevante wet- of regelgeving wordt aangepast, zullen de streefwaarden waarmee de hoogte van de subsidie wordt bepaald ook aangepast worden. Dit geldt ook voor de rekenregel of de parameters (van de KringloopWijzer) die ten grondslag liggen aan de berekening van de hoogte van de subsidie.
De (potentiële) subsidieontvanger dient hier rekening mee te houden. Indien hiervan sprake is, zal dit zo spoedig mogelijk worden gecommuniceerd.
Artikel 10 Bevoorschotting en vaststelling
U geeft een machtiging af aan WUR om gegevens uit uw KringloopWijzer, de gecombineerde opgaves, SCAN-ICT en gegevens ten behoeve aan de CLM-milieumeetlat op te vragen. Om de hoogte van de subsidie vast te stellen berekent WUR uw scores op de KPI’s en legt deze ter goedkeuring aan u voor. Na uw goedkeuring geeft WUR deze scores door aan SNN. U ontvangt van SNN vervolgens het subsidiebedrag op uw bankrekening.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl