Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739213
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739213/1
Beleidsnota gebruik bodycams gemeente Utrechtse Heuvelrug
Geldend van 15-05-2025 t/m heden
Intitulé
Beleidsnota gebruik bodycams gemeente Utrechtse HeuvelrugHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;
gelet op artikel 160, eerste lid, onder c, van de Gemeentewet, de Algemene verordening gegevensbescherming en artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet;
overwegende dat het, onder andere vanwege het veilig uitoefenen van de publieke taak en in het kader van goed werkgeverschap, noodzakelijk is om de buitengewoon opsporingsambtenaren te voorzien van bodycams;
besluit de volgende beleidsnota vast te stellen:
Beleidsnota gebruik bodycams gemeente Utrechtse Heuvelrug.
1. Algemeen
De afgelopen jaren is het takenpakket van de buitengewoon opsporingsambtenaren (hierna: boa’s) in de openbare ruimte uitgebreid. De politie heeft minder capaciteit voor de handhaving van lichte overtredingen zoals parkeerproblematiek. De handhaving van deze lichte overtredingen is daarom ook bij gemeentelijke boa’s neergelegd. Naast het houden van (parkeer)toezicht, treden zij onder andere op bij overtredingen van de Algemene plaatselijke verordening en de Alcoholwet, jeugdoverlast en assisteren zij de politie bij ondermijning (vermenging van onder- en bovenwereld).
De boa’s krijgen in de uitoefening van hun taken te maken met verbale of fysieke agressie. De toename van agressie zorgt ervoor dat de boa’s zich niet altijd veilig voelen.
In december 2021 heeft het college besloten om een pilot te starten voor de duur van twee jaar waarbij de boa’s werden uitgerust met een bodycam. Uit de eindevaluatie van deze pilot blijkt dat de boa’s zich veiliger voelen en het aantal incidenten is gedaald. Het dragen van de bodycam lijkt een preventieve werking te hebben om agressie en geweld te voorkomen.
Aangezien agressie tegen onze boa’s onacceptabel is en wij niet willen dat de boa’s zich op straat onveilig voelen, hebben wij besloten dat binnen de gemeente Utrechtse Heuvelrug de bodycam wordt ingesteld als persoonlijk beschermingsmiddel en wordt toegevoegd aan de standaarduitrusting van de boa’s.
1.1 De bodycam
Een bodycam is een kleine draagbare camera die aan het uniform van de boa vastzit. Het filmen met een bodycam is feitelijk een observatie met behulp van een technisch middel: een vorm van versterkte waarneming. De camera registreert datgene waarop het gericht is, namelijk de gebeurtenissen die de boa zelf meemaakt, ziet en/of hoort.
1.2 Doel
Het doel van het dragen van de bodycam door de boa’s is onder andere:
- -
het versterken van hun veiligheid en veiligheidsgevoel;
- -
het bijdragen aan de-escalatie;
- -
een preventieve en afschrikkende werking bij potentieel agressieve personen.
1.3 Beoogd effect
In de gemeenten waar gebruik wordt gemaakt van een bodycam, worden de veiligheid en het veiligheidsgevoel van de boa’s vergroot. Een zichtbare bodycam heeft een de-escalerend en preventief effect waardoor de boa’s zich veelal veiliger voelen. Bijvangst is een zichtbare afname van bedreigingen, verbale agressie en escalaties. Bij incidenten staan de daders herkenbaar op beeld en vanuit dit gegeven zal een preventieve werking uitgaan. Deze beelden kunnen, onder bepaalde voorwaarden, soms ook gebruikt worden bij de vervolging van daders van incidenten door het Openbaar Ministerie. De bodycam wordt hierbij niet als opsporingsmiddel of intern direct gebruikt ter beoordeling van het functioneren van de boa’s. Wel kan het voorkomen dat een gegronde klacht tegen een boa of een veroordeling van een boa door het Openbaar Ministerie gevolgen heeft voor de arbeidsrechtelijke positie van de boa.
Het preventie effect van bodycams is in Nederland voor het eerst wetenschappelijk aangetoond binnen de Politie Amsterdam.1
1.4 Privacy
Het gebruik van de bodycam leidt tot een inmenging in de persoonlijke levenssfeer en maakt daarmee inbreuk op een grondrecht (artikel 10 van de Grondwet en artikel 8 van het EVRM). Voor de beperking van dit recht dient een wettelijke grondslag te bestaan en de beperking moet daarnaast noodzakelijk zijn en voldoen aan het proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel.
In 2021, voor aanvang van de pilot, is een Data Protection Impact Assessment (DPIA) opgesteld en getoetst door de Functionaris Gegevensbescherming (FG). Dit is een instrument om vooraf de privacyrisico’s van het verwerken van de gegevens in kaart te brengen. Nadat deze risico’s in kaart zijn gebracht kunnen maatregelen worden genomen om de risico’s te verkleinen. In de bijlagen bij dit beleid is beschreven welke werkwijze gehanteerd wordt (met opname, opslag en inzage in de beelden) om de privacy-inbreuk zoveel mogelijk te beperken.
1.5 Grondslag Algemene Verordening Gegevensbescherming
Bij het maken, opslaan en beoordelen van beelden met bodycams is sprake van het verwerken van (bijzondere) persoonsgegevens. Gelet op de doelstelling van de inzet van bodycams (het bevorderen van de veiligheid en veiligheidsgevoelens van de boa’s) wordt de wettelijke grondslag gevormd door de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). De verwerking van persoonsgegevens is alleen rechtmatig indien aan artikel 6 van de AVG wordt voldaan. In dit geval wordt er voldaan aan artikel 6, eerste lid, aanhef en onder f, van de AVG:
“de verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen, voornamelijk wanneer de betrokkene een kind is.”
Hoewel dit artikel niet geldt voor de verwerking door overheidsinstanties in het kader van de uitoefening van hun taken, is deze uitzondering niet van toepassing wanneer het gebruik van bodycams onder goede personeelszorg door de werkgever valt en derhalve niet wordt gebruikt in het kader van de uitoefening van de uitvoering van een overheidstaak. Het gaat er immers om of het gebruik van bodycams noodzakelijk wordt geacht voor het bieden van een veilige werkplek aan de boa’s. Dit belang weegt zwaarder dan het belang van de persoonlijke levenssfeer zonder inmenging.
1.5 Grondslag persoonlijk beschermingsmiddel
Werknemers moeten veilig en gezond kunnen werken. In de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) staan de kaders en verplichtingen van werkgevers om Arbobeleid te voeren. De bodycam wordt aan medewerkers ter beschikking gesteld op basis van artikel 3, eerste lid, onder b, van de Arbowet. Ondanks alle maatregelen (zowel landelijk als lokaal) om agressie en geweld een halt toe te roepen, blijft een verhoogd risico bij de uitvoering van toezichthoudende en handhavende taken. De bodycam wordt ingesteld als persoonlijk beschermingsmiddel. Gelet op artikel 3 van de Arbowet mag van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, als goed werkgever, worden verwacht dat de noodzakelijke voorzieningen worden getroffen zodat elke medewerker zo goed en veilig als mogelijk kan functioneren.
Het uitrusten van de boa’s met een bodycam vanuit het oogpunt van veiligheid en goed werkgeverschap past hier dan ook bij.
1.6 Noodzaak
Agressie en (verbaal/fysiek) geweld zijn volgens de Arbowet een vorm van psychosociale arbeidsbelasting. Werkgevers zijn, zoals beschreven in artikel 2.15 van het Arbobesluit, verplicht maatregelen vast te stellen en uit te voeren om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen of als dat niet mogelijk is te beperken.
Agressie en geweld kunnen ernstige gevolgen, zowel fysiek als mentaal, hebben voor de boa. De fysieke gevolgen kunnen variëren van lichte verwondingen, permanente fysieke gevolgen tot in potentie het overlijden. Verbale vormen van agressie lijken wellicht minder schadelijk, maar komen veel vaker voor. De gevolgen van verbale agressie kunnen zijn: psychische pijn, angstgevoelens, slaapstoornissen, maagpijn, psychosomatische klachten en posttraumatisch stresssyndroom (PTSS).
De bodycam is een gebruiksvriendelijk middel om de veiligheid en het veiligheidsgevoel van de boa’s snel te bevorderen. Hiermee wordt de boa in de openbare ruimte een veilig(ere) werkplek geboden. Voorkoming van meer geweld of het vergroten van de pakkans van een verdachte door het na vordering van de politie aanleveren van de opgenomen beelden draagt ook direct bij aan de veiligheid (gevoelens) van de boa’s. Dit belang weegt zwaarder dan het belang van een persoonlijke levenssfeer zonder inmenging.
1.8 Proportionaliteit
De bodycam wordt slechts ingezet ter bescherming van de boa als werknemer van de gemeente en wordt pas aangezet wanneer de boa in een situatie terecht komt die escaleert of dreigt te escaleren en waarschuwen vooraf niet helpt of niet kan. Het doel van het gebruik van de bodycams is het bijdragen aan het gevoel van veiligheid van de boa’s tijdens de uitoefening van hun functie. De beelden worden niet (zelfstandig) gebruikt als strafrechtelijk opsporingsbewijs (zoals identificatie), noch als ondersteuning van bestuursrechtelijke handhaving en toezicht.
De beelden zijn versleuteld/voorzien van encryptie en worden opgeslagen op een beveiligde server waardoor ze niet zomaar bekeken kunnen worden. De beelden kunnen slechts na toestemming van de Themamanager Omgeving (of diens vervanger) of de Privacy Officer worden uitgelezen en voor het uitlezen is een protocol opgesteld (zie bijlage 3). De boa die de bodycam heeft ingeschakeld, heeft zelf geen toegang tot de beelden en het bewerken (inclusief vernietigen) van de beelden is niet mogelijk. De belangen van de betrokkene(n) worden gewaarborgd en beschermd.
Door de strikte voorwaarden die gesteld worden aan het gebruik van de bodycams in combinatie met de doelstellingen waarvoor deze worden ingezet wordt voldaan aan het proportionaliteitsbeginsel. De inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en de bescherming van de persoonsgegevens van de betrokkenen staan in evenredige verhouding tot de verwerkingsdoeleinden.
1.9 Subsidiariteit
De veiligheid van de boa’s heeft voortdurend bijzondere aandacht. Met regelmaat wordt aandacht besteed aan hoe agressie kan worden voorkomen of hoe hiermee om dient worden gegaan. Zo wordt aan permanente her- en bijscholing gedaan. Jaarlijks worden losstaande cursussen gevolgd, bijvoorbeeld de cursus waarin de boa leert om te gaan met personen met verward gedrag. Deze cursussen worden door de gemeente zelf georganiseerd en staan los van de verplichte cursussen. In de trainingen wordt ook aandacht besteed aan agressie en benadering van personen. De boa’s worden getraind om de-escalerend te werken. De huidige uitrusting van de boa’s in de gemeente Utrechtse Heuvelrug bevat tot op heden geen vergelijkbaar middel dat kan worden ingezet in escalerende situaties om de in paragraaf 1.2 gestelde doelen te bereiken.
2. Toepassing
De bodycam neemt continu 30 seconden op, welke telkens overschreven worden en deze 30 seconden worden alleen opgeslagen wanneer de bodycam ingeschakeld wordt. De bodycam wordt enkel ingeschakeld als een onveilige situatie op straat daar om vraagt en (indien mogelijk) na een duidelijke waarschuwing.
2.1 Gebruik bodycam
Voordat de boa de bodycam mag gebruiken, moet de boa een training over het gebruik van de bodycam gevolgd en afgerond hebben. De boa draagt tijdens zijn werkzaamheden de bodycam. De bodycam wordt alleen door de boa aangezet in het geval van (dreigende) agressie en (verbaal) geweld tegen de boa of derden. Dit is onderhevig aan de opvatting van de boa. De bodycam wordt uitgezet als de boa van mening is dat de dreigende situatie voorbij is. In bijlage 1 is de werkinstructie voor het gebruik van de bodycam opgenomen.
2.2 Bewaarplaats bodycam
De bodycams worden in een afgesloten ruimte opgeslagen.
2.3 Opnamelocaties
Opname kan plaatsvinden in de openbare ruimte, voor publiek toegankelijke ruimte en kan ook plaatsvinden wanneer de boa zich op een privéterrein of in een particuliere woning begeeft, voor zover de boa de opname voor zijn/haar veiligheid of voor de veiligheid van derden (collega en/of publiek) nodig acht. De opgenomen beelden worden niet als bewijslast voor andere overtredingen gebruikt dan het (gewelds-)incident dat heeft plaatsgevonden tussen de boa en de betrokkene.
2.4 Beheer beeldmateriaal
In bijlage 2 is opgenomen hoe het beeldmateriaal wordt beheerd.
2.5 Bij verlies of diefstal van een bodycam
De opnames van de bodycam zijn versleuteld. Bij ontvreemding of verlies van de bodycam kunnen de opnames niet worden uitgelezen door derden. Verlies of diefstal moet worden aangemerkt als een beveiligingsincident.
3. Uitlezen beeldmateriaal
De boa kan de beelden niet op straat bekijken en of verwijderen omdat de beelden versleuteld zijn en slechts na contact met het bijbehorende docking station in een beveiligde omgeving bekeken kunnen worden. Het uitlezen van camerabeelden dient altijd goedgekeurd te worden door de Themamanager Omgeving (of diens vervanger) of de Privacy Officer.
3.1 Opslag en beheer
De gemaakte beelden zijn versleuteld en worden opgeslagen in de Cloud. Deze beveiligde omgeving wordt verzorgd en aangeboden door Zepcam, de leverancier. De leverancier heeft geen toegang tot de camerabeelden. Het is niet toegestaan om privémiddelen te gebruiken om opnames te verwerken. Ook is het niet toegestaan om de beelden verder te verspreiden.
3.2 Bewaartermijn
De bewaartermijn voor camerabeelden 28 dagen. Deze bewaartermijn is noodzakelijk voor het doel om incidenten vast te leggen. Als in deze periode geen uitleesverzoek voor een incident is binnengekomen, worden de beelden definitief en automatisch verwijderd. Is er wel een uitleesverzoek ontvangen, dan worden deze specifiek gelabelde beelden bewaard (indien nodig langer dan de eerder genoemde 28 dagen) totdat een definitief besluit is genomen op het uitleesverzoek. Indien een verzoek tot inzage is ontvangen in verband met een klachtafhandeling, worden de beelden pas vernietigd nadat de procedure is afgerond. De beelden worden uitgelezen volgend het opgestelde uitleesprotocol, zie bijlage 3.
3.3 Vernietiging
De beelden worden na 28 dagen automatisch verwijderd, mits er geen gegronde redenen zijn om de beelden langer te bewaren. De boa’s kunnen niet zelfstandig camerabeelden vernietigen.
3.4 Uitleesprotocol
Het uitleesprotocol is opgenomen in bijlage 3.
4. Slotbepalingen
4.1 Evaluatie
De effectiviteit van de maatregel wordt om het jaar geëvalueerd. Daarbij wordt gekeken naar de frequentie van het gebruik, de techniek, de ervaringen van de boa’s en het uitlezen en het opvragen van de beelden.
4.2 Inwerkingtreding
Deze beleidsnota treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking hiervan in het Gemeenteblad. Met inwerkingtreding van dit beleid wordt het voorgaande beleid “De beleidsregel gebruik bodycam gemeente Utrechtse Heuvelrug’’ ingetrokken.
4.3 Citeertitel
Deze beleidsnota wordt aangehaald als: “Beleidsnota gebruik bodycam gemeente Utrechtse Heuvelrug”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 6 mei 2025,
Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug,
de secretaris,
drs. M.J.T.H. Havekes
de burgemeester,
G.F. Naafs
Bijlage 1 Werkinstructie gebruik bodycams
De gemeente beschikt over vier bodycams en per koppel draagt minimaal één boa een bodycam. Bij gebruik van de bodycam worden de hieronder genoemde gebruiksregels gehanteerd.
Uitgifte bodycam
Bij aanvang van de dienst. De boa controleert of de batterij is opgeladen en of de bodycam functioneert. Een defect wordt direct aan de Themamanager Omgeving (of diens vervanger) gemeld.
Gebruik van de bodycam
- •
De boa draagt de bodycam duidelijk en zichtbaar aan het uniform aan de voorzijde ter hoogte van de borst. Op de bodycam of op het uniform wordt aangegeven dat de bodycam altijd aanstaat.
- •
De bodycam staat in principe op stand-by (iedere 30 seconden aan beeldmateriaal wordt continu overgeschreven zoals hierboven staat beschreven).
- •
De bodycam wordt door de boa ingeschakeld/in functie gezet op het moment dat de boa dit voor zijn/haar veiligheid of voor de veiligheid van derden (collega en/of publiek) nodig acht.
- •
Wanneer de boa een opname wil starten, wordt vooraf gewaarschuwd/gemeld (met een luide stem), tenzij waarschuwen niet mogelijk is, dat er opnames gemaakt gaan worden van de betrokkene(n).
- •
Nadat de dreigende situatie voorbij is of geen sprake (meer) is van escalatie, wordt de bodycam uitgezet.
- •
De boa waarschuwt collega’s naderhand als er opnames zijn gemaakt, waarbij zij (mogelijk) herkenbaar in beeld zijn gekomen.
- •
In een proces-verbaal wordt melding gemaakt van het gebruik van de bodycam of de waarschuwing om de bodycam te gebruiken. Ook wordt in dit proces-verbaal de naam van de boa, het tijdstip, de datum van het gebruik en de laatste 3 cijfers van het serienummer van de bodycam genoteerd. Uit de verslaglegging moet duidelijk blijken of is gewaarschuwd en wat de reden is geweest om te waarschuwen en of de bodycam aan te zetten. Het proces-verbaal wordt naar de Themamanager Omgeving (of diens vervanger) en de Privacy Officer gestuurd.
- •
De boa stelt de verwerkingsverantwoordelijke op de hoogte dat hij opnames met de bodycam heeft gemaakt.
Informeren
De boa informeert ter plekke de gefilmde betrokkene(n) waar ze terecht kunnen voor informatie over de beelden en binnen welke termijn de beelden worden gewist.
Inname bodycam
- •
Aan het einde van de dienst wordt de bodycam ingeleverd.
- •
De bodycam wordt in het dockingstation geplaatst om de batterij weer op te laden.
Bijlage 2 Beheer beeldmateriaal
- •
Het opgenomen beeldmateriaal wordt automatisch geüpload naar de beveiligde CLOUD-omgeving zodra de bodycam in het dockingstation wordt geplaatst. Wanneer de beelden veilig zijn geüpload wordt het beeldmateriaal direct automatisch verwijderd van de bodycam. De boa is zelf verantwoordelijk voor het plaatsen van de bodycam in de dockingstation aan het eind van de dienst.
- •
Opgeslagen beelden zijn versleuteld en worden automatisch bewaard in een beveiligde omgeving: in de CLOUD-omgeving van de leverancier, genaamd “Zepcam Manager”.
- •
In beginsel vloeit uit de AVG voort dat de beelden met daarop persoonsgegevens niet langer bewaard mogen worden dan noodzakelijk is. Door de Autoriteit Persoonsgegevens wordt een richtlijn gegeven van vier weken (28 dagen).
- •
De bewaartermijn voor camerabeelden is daarom standaard 28 dagen. Als er in die periode geen uitleesverzoek voor een incident is gekomen, worden de beelden automatisch (volgens AVG-wetgeving) verwijderd. Binnen de gemeente zijn slechts twee aangewezen ADMINS, niet zijnde een boa, aangewezen die toegang hebben tot “Zepcam Manager”.
- •
Heeft een boa een bepaald incident met de bodycam opgenomen waarvoor een uitleesverzoek is ontvangen, dan besluit de Themamanager Omgeving (of diens vervanger) of de Privacy Officer tot ‘archiveren’. Het daadwerkelijk archiveren kan alleen door de ADMIN worden gedaan in “Zepcam Manager”. Door deze handmatige actie worden de betreffende beelden niet meer automatisch verwijderd na 28 dagen, maar gearchiveerd tot een definitief besluit is genomen op het uitleesverzoek.
- •
Indien er vanuit de politie/justitie een uitleesverzoek komt (bijv. bij incidenten waarvan de boa of gefilmde betrokkende aangifte doet bij de politie), worden de beelden door de ADMIN ter beschikking gesteld aan de politie/OM. Zodra beelden niet langer meer nodig zijn, worden de beelden door de ADMIN per direct verwijderd.
- •
”Zepcam Manager” houdt alle mutaties bij, zoals “opname bekeken”, “opname verwijderd”, “opname geknipt” etc. De metadata en acties/handelingen kunnen teruggevonden worden in de ‘logging’ sectie van Zepcam Manager. Deze sectie bestaat uit 4 pagina's:
- 1.
Live gebruikers: overzicht van gebruikers welke op dit moment zijn ingelogd.
- 2.
Gebruikers log: alle mutaties door een gebruiker over een bepaalde periode kunnen worden weergegeven zoals opname bekeken, opname verwijderd, opname geknipt, opname gearchiveerd, opname gearchiveerd, apparaat verwijderd, wanneer ingelogd enz. Er kan gefilterd worden op periode, apparaat naam, gebruiker, actie en account (ofwel afdeling).
- 3.
Systeem logs: laat alle niet gebruiker gerelateerde acties, berichten en logs zien. Deze kunnen gefilterd worden op periode.
- 4.
Notificaties: laat alle systeemnotificaties zien zoals wanneer een nieuw apparaat wordt/is toegevoegd, wanneer een bodycam gedokt is etc.
- 1.
- •
Binnen Zepcam Manager kunnen rapportages op basis van deze metadata worden gegenereerd:
- ○
opnames per account/afdeling
- ○
opnames per apparaat
- ○
opnames per gebruiker
- ○
opnames per dag
- ○
opnames per apparaat per dag
- ○
opnames per gebruiker per dag
- ○
account/afdeling gebruikers
- ○
account/afdeling apparaten
- ○
account/afdeling docking
- ○
- •
Beeldmateriaal mag niet worden verspreid, ook niet op het internet of op social media.
- •
Beeldmateriaal mag niet worden gebruikt voor commerciële doeleinden.
- •
Beeldmateriaal mag niet worden gebruikt voor functioneringsgesprekken.
- •
De beheerder van de server is ISO 27001 gecertificeerd. ISO 27001 is een wereldwijd erkende norm op het gebied van informatiebeveiliging waarin wordt beschreven hoe Informatiebeveiliging procesmatig ingericht dient te worden. De norm specificeert eisen voor het vaststellen, implementeren, uitvoeren, controleren, beoordelen, bijhouden en verbeteren van een gedocumenteerd Information Security Management System (ISMS) in het kader van de algemene bedrijfsrisico's voor de organisatie. Met de ISO 27001 certificatie bewijst de beheerder van de server te voldoen aan de gestelde norm.
Bijlage 3 Uitleesprotocol bodycam
Beveiliging
De beelden zijn versleuteld en worden in een beveiligde omgeving in de Cloud opgeslagen.
Toegang tot beelden
De Themamanager Omgeving (of diens vervanger) en de Privacy Officer hebben toegang tot de beelden. Er wordt toezicht gehouden door de Functionaris Gegevensbescherming. Zepcam (leverancier bodycams) heeft geen toegang tot de beelden.
Bewaartermijn
De bewaartermijn van de gemaakte opnames is 28 dagen. Als er in die periode geen uitleesverzoek is ontvangen, worden de opnames definitief vernietigd. Het vernietigen van de opnames wordt geautomatiseerd uitgevoerd. Indien een uitleesverzoek is ontvangen in verband met een opsporingsonderzoek of voor andere (reeds) genoemde doeleinden worden de opnames pas vernietigd als de procedure is afgehandeld.
Herleiden beelden
Het is altijd te herleiden welke boa de opnames heeft gemaakt.
Uitlezen beelden
- •
Het proces start met een verzoek tot inzage. Op grond van artikel 15 van de AVG komt betrokkenen een recht op inzage toe van de over hen verwerkte persoonsgegevens. Het recht op inzage is evenwel niet onbegrensd. Zo wordt het recht op kennisname onder andere beperkt ter waarborging van de bescherming van betrokkenen of van de rechten en vrijheden van anderen (artikel 23 van de AVG). Een verzoek tot inzage kan worden gedaan door:
- ○
De politie of het Openbaar Ministerie
Dit kan in het geval van een opsporingsonderzoek waarbij de gemaakte opnames als bewijsmateriaal kan dienen. De opnames worden digitaal verstrekt aan de politie of Openbaar Ministerie. De aanvrager is hierna verantwoordelijk voor de gemaakte opnames.
- ○
Een burger
Een burger die gefilmd is, mag een uitleesverzoek indienen. In beginsel heeft de betrokkene alleen recht op inzage in beeldopnames waarop de betrokkene te zien is. Als dit verzoek ingewilligd wordt, kan één van de beheerders en de betrokken burger samen de beelden bekijken. Alleen de betrokkene(n) of een gemachtigd persoon mag de beelden bekijken.
- ○
De betrokken boa die zijn eigen optreden wil evalueren
Indien een boa de opnames wil bekijken ter zelfreflectie, leerdoeleinden of ter onderbouwing van een proces-verbaal kan deze een verzoek indienen tot uitlezen. Indien dit verzoek goedgekeurd wordt, bekijkt de Themamanager Omgeving (of diens vervanger) of de Privacy Officer samen met de boa de beelden. De opnames worden niet gebruikt als persoonsvolgsysteem of ter beoordeling van de boa.
- ○
Een verzoek om de beelden te bekijken dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:
-
- •
Een verzoek tot inzage van de camerabeelden kan worden gedaan middels een online formulier via de gemeentewebsite (https://www.heuvelrug.nl/privacyrechten/), of per brief (gemeente Utrechtse Heuvelrug, t.a.v. themamanager Omgeving, Postbus 200, 3940 AE Doorn).
- •
Voorzien van NAW gegevens en (mogelijk ook organisatie), telefoonnummer, emailadres.
- •
Voorzien van datum, tijdstip en plaats van opname.
- •
- •
Nadat de Themamanager Omgeving (of diens vervanger) of de Privacy Officer heeft besloten tot het archiveren van de beelden, beoordeelt de themamanager Omgeving (of diens vervanger) of de Privacy Officer het AVG-verzoek en geeft wel/niet akkoord voor het inzien van de betreffende opname(s). Hierbij opgemerkt dat het niet is toegestaan om persoonsgegevens verder te verwerken op een wijze die onverenigbaar is met de doelen waarvoor ze zijn verkregen.
- •
Tegen het besluit op het verzoek tot inzage kan bezwaar worden gemaakt en beroep worden ingesteld.
- •
Wanneer het verzoek wordt ingewilligd, wordt door de Themamanager Omgeving (of diens vervanger) of Privacy Officer een afspraak met verzoeker(s) gemaakt om het beeldmateriaal in te zien.
- •
Inzage wordt verleend door de beelden in een daartoe ingerichte ruimte te bekijken. De Themamanager Omgeving (of diens vervanger) of de Privacy Officer kijkt samen met de verzoeker(s) naar de beelden. Het is tijdens het bekijken van de beelden niet toegestaan om foto’s of video’s te maken van de beelden. Wel mogen aantekeningen worden gemaakt.
- •
Het onherkenbaar maken van gezichten en andere herkenningspunten zorgt ervoor dat de privacy van omstanders kan worden geborgd indien beeldmateriaal moet worden gedeeld met derden of partners in de veiligheidsketen. Stemvervorming is in beginsel niet aan de orde. Het kan namelijk in sommige gevallen, bijvoorbeeld waarbij betrokkene uit beeld verdwijnt, nodig zijn om hetgeen is voorgevallen of de gedragingen te kunnen achterhalen middels stemgeluid.
Rechtsbescherming betrokkenen
Naast het recht op inzage komen betrokkenen, waaronder de boa, op grond van de AVG nog meer rechten toe.
Relevant wordt geacht dat betrokkenen het recht op vergetelheid toekomt. Dit houdt in dat verzocht kan worden om wissen van de beelden met persoonsgegevens. Op beslissingen ten aanzien van dit soort verzoeken en op verzoeken om inzage zijn de regels van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing (artikel 34 Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming). Dit betekent dat betrokkenen in bezwaar en beroep kunnen gaan tegen een eventuele afwijzing van een verzoek.
Iedere betrokkene die meent dat zijn persoonsgegevens onrechtmatig worden verwerkt kan actie ondernemen door een klacht in te dienen bij de Functionaris Gegevensbescherming van de gemeente, of bij de toezichthoudende instantie, de Autoriteit Persoonsgegevens. Tot slot heeft iedere betrokkene het recht zich tot een rechtbank te wenden als hij van mening is dat zijn rechten geschonden zijn omdat de verwerking van persoonsgegevens door de gemeente Utrechtse Heuvelrug in strijd met de AVG plaatsvindt (artikel 79 van de AVG).
Noot
1Onderzoeksrapport over de proeftuin in de Politie Eenheid Amsterdam: beschikbaar op de website www.politiewetenschap.nl
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl