Mandaat- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 15-05-2025 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025

Intitulé

Mandaat- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 2025

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen

  • -

    Overwegende dat actualisatie van de mandaatbesluiten gewenst is.

  • -

    Gelet op de Provinciewet, de Algemene wet bestuursrecht, het Burgerlijk Wetboek;

  • -

    Gezien de schriftelijke instemming van de directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken van 10 april 2025.

Besluiten:

Vast te stellen hetgeen volgt:

Mandaat- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 2025

Artikel 1 - Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    directeur-generaal: de directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

  • 2.

    gemandateerde: de directeur-generaal of de onder hem ressorterende functionarissen als bedoeld in artikel 6 lid 1 van het onderhavige besluit.

Artikel 2 - Mandaat en machtiging

  • 1. Aan de directeur-generaal wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van civielrechtelijke rechtshandelingen en overige handelingen, die verband houden met de uitvoering van de volgende regelingen:

    • a.

      subsidies in het kader van Agrarisch natuur- en landschapsbeheer, bedoeld in § 3 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Provincie Groningen 2016;

    • en

    • b.

      subsidies in het kader van Hoofdstuk 2 en 3 van de Regeling POP 3 subsidies provincie Groningen 2014-2022.

  • 2. Aan de directeur-generaal wordt machtiging verleend voor het doen van uitvoeringshandelingen zoals het doen van feitelijke betalingen ten laste van de EU-fondsen of de provincie, en het vorderingenbeheer in het kader van de Regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Groningen voor zover dit voortvloeit uit een overeenkomst tussen de provincie Groningen en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Artikel 3 - Omvang van het mandaat

Tot de besluiten en handelingen bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a. en b. behoren mede:

  • a.

    het voorbereiden, nemen en ondertekenen van besluiten, inclusief beschikkingen bedoeld in paragraaf 4.1.3.2., de afdelingen 4.4.1. tot en met 4.4.4. en artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    het behandelen van bezwaar- en (hoger)beroepschriften, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, het instellen van (hoger) beroep, het voeren van verweer in gedingen aanhangig bij de bestuursrechter en de vertegenwoordiging bij geschillen;

  • c.

    de beantwoording van algemene vragen;

  • d.

    de behandeling van verzoeken uit hoofde van de Wet open overheid en de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG);

  • e.

    de behandeling van klachten bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • f.

    de behandeling van schadeclaims, met uitzondering van de toekenning van claims tot een bedrag van meer dan € 5.000,-.

Artikel 4 – Elektronisch verkeer en invordering

  • 1. Dit mandaat omvat mede de bevoegdheid om een besluit als bedoeld in artikel 2:13,tweede lid, Awb, zoals dat luidt na inwerkingtreding van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer, tot aanwijzing per type bericht van een voldoende betrouwbare en vertrouwelijke wijze van verzenden te nemen.

  • 2. De directeur-generaal kan aan de algemeen directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen voor het uitvaardigen van dwangbevelen en de daaruit voortvloeiende uitvoering van executiegeschillen, en voor het treffen van betalingsregelingen. De directeur-generaal kan de algemeen directeur toestaan ondermandaat, volmacht en machtiging te verlenen aan één of meer onder hem ressorterende functionarissen.

  • 3. Aan de directeur-generaal wordt mandaat en machtiging verleend om per geval of in het algemeen instructies, die ook beleidsregels kunnen omvatten, te geven ter zake van de uitoefening van de krachtens het tweede lid aan de algemeen directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau toekomende bevoegdheden.

Artikel 5 - Voorschriften bij gebruik mandaat

  • 1. De gemandateerde stelt de provincie in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan hij moet aannemen dat kennisneming door het college van gedeputeerde staten gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:

    • a.

      de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven; of

    • b.

      advies nodig is van anderen dan de gemandateerde en onder hem ressorterende medewerkers en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de gemandateerde dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt.

  • 2. Gedeputeerde staten en de directeur-generaal maken omtrent de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden nadere afspraken. De gemandateerde neemt bij de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden deze afspraken in acht.

  • 3. Voor zover uit deze afspraken een inlichtingenplicht of een instructiebevoegdheid voortvloeit, lichten partijen elkaar over en weer op een zodanig tijdstip in dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

  • 4. Gedeputeerde staten kunnen aan de gemandateerde nadere instructies geven omtrent de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 6 - Ondermandaat

  • 1. De directeur-generaal kan ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen voor de aangelegenheden waarvoor hij krachtens dit besluit mandaat, volmacht en machtiging heeft gekregen, aan de onder hem ressorterende functionarissen.

  • 2. Bij gebruik van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, voorziet mandaathouder in een genoegzame controle vooraf en achteraf op de besluiten die in ondermandaat worden of zijn genomen.

Artikel 7 - Ondertekening

  • 1. De ondertekening van een besluit dat in mandaat is genomen, geschiedt als volgt:

  • Gedeputeerde Staten van Groningen:

  • Namens dezen:

  • (volgt de naam van de ondertekenaar)

  • Directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

  • 2. Bij de ondertekening door de houder van een ondermandaat geschiedt dit als volgt:

  • Gedeputeerde Staten van Groningen:

  • Namens dezen,

  • (volgt de naam van de ondertekenaar)

  • (volgt de omschrijving van de functie van de ondertekenaar)

Artikel 8 - Intrekking mandaatbesluiten

Met dit besluit worden de volgende mandaatbesluiten ingetrokken:

  • a.

    Mandaat- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

  • b.

    Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland POP3-subsidies Groningen

Artikel 9 - Inwerkingtreding

Dit besluit wordt bekend gemaakt in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2025.

Artikel 10 - Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaat- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 2025.

Ondertekening

Groningen, 6 mei 2025

Hoogachtend

Gedeputeerde Staten van Groningen:

René Paas, voorzitter

Hans Schrikkema, secretaris