Beleidsregels particuliere laadinfrastructuur in de openbare ruimte gemeente Moerdijk

Geldend van 15-05-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels particuliere laadinfrastructuur in de openbare ruimte gemeente Moerdijk

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 6 mei 2025;

overwegende dat,

het gewenst is om de beleidsregels omtrent het afwegen van belangen bij het plaatsen van laadpunten voor elektrisch rijden te herzien, omdat:

  • -

    Een groeiende behoefte bestaat aan openbare infrastructuur om elektrische auto’s op te kunnen laden;

  • -

    het wenselijk is kaders te stellen onder welke voorwaarden er wordt meegewerkt aan openbare laadpunten voor elektrisch rijden;

  • -

    de gemeente Moerdijk is aangesloten bij een provinciale concessie met betrekking tot de plaatsing van openbare laadpalen.

Gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

artikel 160 lid 1 van de Gemeentewet, artikel 1 lid 1 onderdeel b en c en artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW).;

Besluit;

vast te stellen de volgende beleidsregel:

Beleidsregels particuliere laadinfrastructuur in de openbare ruimte van de gemeente Moerdijk

Hoofdstuk 1. Beleidsregels

Artikel 1. Begripsbepaling

In de beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Aanbieder: professionele aanbieder van laadpalen, die op bedrijfsmatige basis oplaadpalen in de openbare ruimte beheert en exploiteert en een overeenkomst heeft met de gemeente Moerdijk. Een aanbieder heeft bestaande laadpalen binnen de gemeente in haar exploitatie en beheer. Afhankelijk van beleidskeuzes is dit een direct gecontracteerde aanbieder óf een aanbieder die voortkomt uit een (regionale/provinciale) aanbesteding.

  • 2.

    Aanvrager: professionele aanbieder van laadpalen, die op bedrijfsmatige basis oplaadpalen in de openbare ruimte plaatst, beheert en exploiteert en een overeenkomst heeft met de gemeente Moerdijk. Er wordt gesproken van aanvrager op het moment dat deze een verzoek tot goedkeuring/verkeersbesluit heeft ingediend voor een nieuw te plaatsen laadpaal/laadlocatie.

  • 3.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk.

  • 4.

    Concessiehouder: De partij die (eventueel; indien gemeente de keus heeft gemaakt bij een provinciale aanbesteding aan te sluiten) de provinciale aanbesteding heeft gewonnen en (mogelijk) alleenrecht krijgt/heeft tot het plaatsen van laadpalen binnen de gemeente Moerdijk.

  • 5.

    Elektrische motorvoertuigen: alle voertuigen die op de openbare weg mogen rijden, geheel of gedeeltelijk op elektriciteit kunnen rijden en voorzien zijn van een stekker om op te laden (met uitzondering van fietsen en snor/ bromfietsen).

  • 6.

    Gebruiker: eenieder die een elektrisch voertuig wil/kan opladen aan een laadpaal.

  • 7.

    LS-net: Laagspanningsnetwerk.

  • 8.

    Oplaadinfrastructuur: het geheel van oplaadpalen, aansluitingen op het elektriciteitsnet en andere voorzieningen in de openbare ruimte op of aan de weg bestemd voor het opladen van elektrische motorvoertuigen.

  • 9.

    Oplaadpaal: een oplaadobject in de vorm van een paal met tenminste één aansluiting en de mogelijkheid voor twee of meer aansluitingen voor het gelijktijdig opladen van elektrische motorvoertuigen.

  • 10.

    Overeenkomst: De overeenkomst tussen aanvrager en gemeente (en/of provincie bij een provinciale aanbesteding) waarin diverse zaken over plaatsing, beheer en exploitatie zijn opgenomen.

  • 11.

    Straatmeubilair: Onder straatmeubilair vallen alle voorwerpen die in de openbare ruimte staan zoals verkeersborden, hectometerpaaltjes, afvalcontainers, prullenbakken, banken, lichtmasten, etc.

  • 12.

    Verkeersbesluit: Een verkeersbesluit is een officiële beslissing van de wegbeheerder, zoals de gemeente Moerdijk, om een bepaald verkeersteken te plaatsen, te wijzigen of te verwijderen, of om een fysieke maatregel te treffen die invloed heeft op het verkeer.

Artikel 2. Verzoek verkeersbesluit

  • 1. Het verzoek tot het nemen van een verkeersbesluit waarbij één of meerdere parkeerplaatsen worden aangewezen voor het opladen van elektrische motorvoertuigen kan alleen worden ingediend door de aanvrager die een plaatsingsovereenkomst en/of gunning vanuit een provinciale concessie heeft met de gemeente Moerdijk.

    • a.

      Het reserveren van één, twee of in sommige gevallen géén parkeerplaats(en) voor het opladen van elektrische voertuigen hangt samen met de aanwezige parkeerdruk en/of alternatieve mogelijkheden voor parkeren binnen een gebied.

  • 2. Voor het plaatsen van een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur moet worden voldaan aan de bepalingen van de ’Nadere regels plaatsing laadpalen en andere infrastructuur voor elektrische motorvoertuigen op openbare plaatsen’. Zoals gepubliceerd in Gemeenteblad, publicatie 2020, 232529.

Artikel 3. Aanvraag locatie oplaadpalen/-infrastructuur

  • 1. Een aanvraag voor een voorgestelde locatie voor het plaatsen van een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur bevat in ieder geval:

    • a.

      een omschrijving (o.a. typenummer) van de oplaadpaal.

    • b.

      een foto van de oplaadpaal.

    • c.

      een tekening of kaartje waarop de exacte plek van de gewenste oplaadpaal en/of infrastructuur inclusief de aan te wijzen parkeerplaats(en) is aangegeven.

Artikel 4. Behoeftebepaling oplaadpalen/-infrastructuur

  • 1. Doormiddel van prognoses en voorziening reikwijdtes (loopafstand max. 300 meter) wordt getracht een dekkend laadnetwerk te creëren binnen de gemeente Moerdijk. Iedereen in de gemeente Moerdijk die een elektrisch voertuig koopt, zou in de toekomst binnen maximaal 300m lopen een laadpaal moeten kunnen vinden.

  • 2. Deze maximale loopafstand (300m) is géén minimum (loop)afstand tussen laadpalen. Laadpalen kunnen ten behoeve van spreiding (bijv. tegengaan van onevenredige laaddruk in straten) en voldoende dekking (bijv. service en stimuleren laden) dichter bij elkaar worden geplaatst.

  • 3. Voor het uitbreiden van bestaande locaties dient de aanvrager/concessiehouder aan te tonen dat er op deze locatie (op wijkniveau) daadwerkelijk behoefte (jaarlijks minimaal 3500 kWh per laadpaal) bestaat voor extra oplaadvoorzieningen.

  • 4. Bedrijven en voertuigen die worden gebruikt voor bedrijfsvoering dienen in het beginsel te laden op eigen terrein. Voor de bedrijfsvoering van een individueel bedrijf wordt geen (openbare) laadvoorziening in de openbare ruimte gecreëerd.

Artikel 5. Definitieve locatie oplaadpalen/-infrastructuur

  • 1. Het college bepaalt in overleg met de aanvrager de definitieve locatie van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur en de aan te wijzen parkeerplaats(en).

  • 2. Het college toetst hierbij aan de volgende criteria:

    • a.

      Locaties van laadpalen:

      • 1)

        De laadlocatie ligt in publiek toegankelijke/openbare ruimte.

      • 2)

        De laadlocatie is 24 uur per dag, 7 dagen per week toegankelijk.

      • 3)

        Er worden geen palen geplaatst in beschermde (historische) gebieden.

      • 4)

        Er worden in de basis geen laadpalen geplaatst in blauwe zones, tenzij dit in een vorm gebeurt waarbij vakken niet worden gereserveerd en alle regels van de blauwe zone van kracht blijven.

      • 5)

        Laadpalen worden niet geplaatst in gebieden waar terugkomende evenementen plaatsvinden.

      • 6)

        Laadpalen en bebording worden niet direct voor een monument, of een deur/raam van een woning geplaatst.

      • 7)

        De oplaadlocatie ligt binnen 25m tot LS-net.

      • 8)

        De parkeerdruk laat toe dat één of meer parkeerplaatsen voor het laden van elektrische motorvoertuigen worden aangewezen (max. parkeerdruk is 85% overdag, 90% in de nacht).

      • 9)

        Er is op de gevraagde locaties geen sprake van geplande reconstructies of andere infrastructurele ontwikkelingen.

      • 10)

        Laadpaal en bebording worden niet hinderlijk dichtbij straatmeubilair geplaatst. Hiervoor geldt dat er ten alle tijden een afstand van 1 meter tussen de laadpaal (en bijbehorende bebording) en een dergelijk object zit.

      • 11)

        De laadpalen worden zo geplaatst dat zij via bestaande en/of geplande parkeervakken gebruikt kunnen worden.

    • b.

      Openbare ruimte

      • 1)

        Groenvoorzieningen worden zoveel mogelijk vermeden of intact gehouden.

      • 2)

        De laadpaal dient minimaal even ver van de boom te staan als de kruin van de boom breed is met een minimum van 1 meter ter bescherming van de boom en boomwortels.

      • 3)

        Bij plaatsing op een trottoir dient minimaal 90 cm (3 tegels) vrije doorgangsruimte achter de laadpaal aanwezig te zijn.

      • 4)

        Bij haaksparkeren is de afstand tussen laadpaal en trottoirband minimaal 60 cm.

      • 5)

        Bij langsparkeren is afstand tussen laadpaal en trottoirband minimaal 30 cm.

      • 6)

        Bij haaks en langs parkeren wordt de laadpaal tussen 2 parkeervakken in geplaatst en bij harp parkeren tussen 4 parkeervakken in.

      • 7)

        Laadpalen worden niet op asfalt ondergrond geplaatst.

      • 8)

        Asfalt/beton kan niet opengebroken worden voor het aansluiten van de laadpaal aan het

      • 9)

        Laagspanningsnet. Met andere woorden, indien sprake van een geasfalteerde weg dient de laadpaal aan de kant van de straat waar een LS-kabel ligt geplaatst te worden.

      • 10)

        De aansluitkabel naar de laadpaal wordt aangelegd, beheerd en onderhouden door de netbeheerder, niet door de aanbieder van de laadvoorziening.

      • 11)

        Indien er schade ontstaat aan de openbare ruimte tijdens het aanleggen of beheren van de laadvoorziening, dient deze schade door de aanbieder van de laadpalen te worden hersteld conform de eisen van de gemeente.

    • c.

      Laadvoorziening en bebording:

      • 1)

        Een laadpaal beschikt over twee laadpunten en in potentie kunnen er twee parkeervakken worden gereserveerd per laadpaal.

      • 2)

        Elke individuele parkeerplaats die middels een verkeersbesluit is gereserveerd voor het opladen van voertuigen, wordt voorzien van een flespaal met bord in het midden voor/achter het vak.

      • 3)

        Elke locatie waar twee plaatsen zijn gereserveerd voor laden wordt voorzien van een bord tussen deze plaatsen in, met een onderbord waarop pijlen naar de aangewezen vakken wijzen.

      • 4)

        Voor het aangeven van een laadplaats wordt altijd het bord RVV E08o toegepast.

  • 3. Op locaties/in omgeving waar de maximale parkeerdruk een druk van 85% overdag en 90% 's nachts nadert, wordt in beginsel één parkeerplaats aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen. Indien het gebruik van de oplaadpaal (meer dan 3500 kWh per jaar) en/of –infrastructuur en bovengenoemde criteria dit toelaten, kan het college besluiten ook een tweede parkeerplaats aan te wijzen.

  • 4. De aanvrager toont aan de hand van het aantal uren dat de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur effectief (minimaal 3500k Wh per jaar) in gebruik is geweest en/of aan de hand van nieuwe verzoeken van potentiële gebruikers aan dat er behoefte bestaat aan een tweede parkeerplaats voor uitsluitend elektrische ladende voertuigen.

Artikel 6. Volgorde besluitvorming en plaatsing

Het feitelijk plaatsen van een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur is pas toegestaan nadat het verkeersbesluit tot aanwijzing van de benodigde parkeerplaats(en) onherroepelijk is geworden.

Artikel 7. Plaatsing en beheer oplaadpalen/-infrastructuur

  • 1. De aanbieder van oplaadvoorzieningen en/of andere oplaadinfrastructuur is verantwoordelijk voor realisatie, beheer, onderhoud en exploitatie van de oplaadpaal en neemt alle kosten hiervoor voor zijn rekening.

  • 2. De kosten ter bescherming van de oplaadpaal/-infrastructuur zijn ook voor rekening van deze partij.

Artikel 8. Inrichting en beheer laadplaatsen

  • 1. De kosten voor het nemen van een verkeersbesluit alsmede het onderhoud aan de openbare ruimte (zoals het vegen van straatstenen en bijhouden van groenvoorzieningen) valt onder regulier onderhoud en wordt uitgevoerd en bekostigd door de gemeente Moerdijk.

Artikel 9. Bereikbaarheid

  • 1. De aanbieder van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar voor gebruikers, hulpdiensten en gemeenten in het geval van vragen, storingen en calamiteiten.

  • 2. De telefoonnummers van de storingsdienst en de helpdesk staan voldoende duidelijk vermeld op de oplaadpaal/-infrastructuur.

Artikel 10. Openbaarheid oplaadpalen/-infrastructuur

  • 1. De oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur is 24 uur per dag en 7 dagen per week openbaar toegankelijk, in die zin dat deze voor iedereen te gebruiken is voor het opladen van een elektrisch motorvoertuig.

  • 2. De aanbieder zorgt voor zoveel mogelijk actuele informatie richting gebruikers over de aanwezigheid en beschikbaarheid van het oplaadpunt, via algemeen beschikbare kanalen zoals deze gebruikelijk zijn in de markt voor openbare laaddiensten.

Artikel 11. Interoperabiliteit

Het oplaadpunt is inter-operabel conform de landelijke en internationale afspraken, waaronder de uitwisselbaarheid van laadpassen en het gebruik van standaard stekkers.

Artikel 12. Veiligheid

  • 1. De oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur voldoet aan alle daaraan gestelde (nationale en internationale) veiligheidseisen en regelgeving.

  • 2. Het is aan de aanbieder kennis te nemen en zorg te dragen van/voor navolging van deze veiligheidseisen en regels.

Artikel 13. Aansprakelijkheid

Aansprakelijkheid m.b.t. schade aan openbare ruimte, laadpalen en derden wordt overeengekomen middels een overeenkomst die tussen aanvrager en gemeente (en/of provincie in het geval van een provinciale aanbesteding) wordt ondertekend.

Artikel 14. Betaald parkeren/vergunninghouders/blauwe zone

In gebieden waar betaald parkeren of vergunninghoudersparkeren is ingevoerd of waar een maximale parkeerduur (blauwe zone) of enige andere restrictie geldt, geldt deze restrictie onverminderd ook voor de bestuurders van elektrische voertuigen.

Artikel 15. Handhaving

  • 1. Het college ziet toe op het juiste gebruik van de aangewezen parkeerplaats(en) en kan indien nodig handhavend optreden.

  • 2. Het juiste gebruik is: als een elektrisch motorvoertuig met de kabel aangesloten is op het oplaadpunt met als doel de auto op te laden.

  • 3. Daarnaast wordt ook gehandhaafd op eventueel fiscaal regime, parkeervergunningen, blauwe zone en andere restricties die voor alle bestuurders van motorvoertuigen gelden, tenzij een bestuurder een ontheffing heeft op het desbetreffende regime.

  • 4. De gemeente Moerdijk conformeert zich aan landelijke wetgeving en jurisprudentie voor het gewenste gebruik van laadplaatsen.

Artikel 16. Intrekken of wijzigen van verkeersbesluit

  • 1. Indien de aanbieder van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur zich niet houdt aan de voorschriften uit deze beleidsregels, de vastgestelde nadere regels of de overeenkomst, kan het college het verkeersbesluit, waarbij de parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische motorvoertuigen zijn aangewezen, intrekken. Dit houdt in dat de aanwezige bebording wordt verwijderd.

  • 2. Het college kan het verkeersbesluit ook wijzigen of intrekken, indien er een wegreconstructie plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen parkeerplaatsen zullen verdwijnen. In dat geval zal de gemeente samen met de beheerder bezien of er een alternatieve locatie voor een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur met bijbehorende parkeerplaats(en) in de directe nabijheid mogelijk is. Het is van de aanbesteding/concessie/overeenkomst afhankelijk welke partij hiervoor de kosten draagt.

Artikel 17. Informatie over gebruik oplaadpalen/-infrastructuur

De beheerder van een oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur geeft op verzoek van het college inzicht in het feitelijk gebruik hiervan. Dit kan geschieden op aanvraag, of in onderling overleg v.w.b. frequentie en inhoud.

Hoofdstuk 2. Slotbepalingen

Artikel 18. Intrekking oude beleidsregel[s]

De beleidsregels oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Moerdijk, vastgesteld 11 augustus 2020 Wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop deze beleidsregel in werking treedt.

Artikel 19. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

  • 2. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregels particuliere laadinfrastructuur in de openbare ruimte van de gemeente Moerdijk.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van bestuur en wethouders van de gemeente Moerdijk in de vergadering van 6 mei 2025.

De gemeentesecretaris,

S. Elseman

De burgemeester,

A.J. Moerkerke