Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739172
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739172/1
Reglement CAWA 2025
Geldend van 15-05-2025 t/m heden
Intitulé
Reglement CAWA 2025Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
gelet op artikel artikel 160 lid 1 onder a Gemeentewet en artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023 en artikel 8 Subsidieregeling broedplaatsen 2020;
besluit de volgende regeling vast te stellen:
REGLEMENT CAWA 2025
Artikel 1 – Doel en taken van de commissie
-
1. Er is een Commissie voor Ateliers en (Woon)werkpanden Amsterdam (CAWA), verder te noemen: de commissie.
-
2. De commissie heeft als doel te adviseren over kwalitatief goede en betaalbare (woon) werkruimte voor kunstenaars en creatieven in de MetropoolRegio Amsterdam met als doel dat deze ruimte door de meest geschikte kunstenaars en creatieven wordt gebruikt.
-
3. De commissie draagt bij aan het doel door het uitvoeren van de volgende taken, op basis van het Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid:
- a.
kandidaten toetsen aan de criteria, weergegeven in bijlage 1 ;
- b.
kandidaten voor (woon)werkateliers voordragen middels het kader in bijlage 2 ;
- c.
het adviseren over (voorgenomen) subsidieaanvragen voor broedplaatsen aan de hand van het Amsterdams Atelier en Broedplaatsenbeleied, volgens het procedurele kader in bijlage 3;
- d.
het voeren van evaluatiegesprekken aan de hand van het kader in bijlage 4;
- e.
gevraagd en ongevraagd advies te geven aan het college van burgemeester en wethouders.
- a.
Artikel 2 – Samenstelling en werkwijze
-
1. De commissie bestaat uit maximaal negen en minimaal vijf leden.
-
2. De leden van de commissie hebben samengesteld expertise op sociaal, cultureel, artistiek, ruimtelijk en economisch vlak en zijn in deze velden bekend binnen de Amsterdamse culturele sector.
-
3. Voor de vertrekkende leden worden plaatsvervangers aangewezen.
-
4. De commissie vergadert met ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden.
-
5. De commissie besluit met gewone meerderheid van stemmen van de bij de stemming aanwezige leden. Bij het staken der stemmen beslist de voorzitter. Geldige besluiten kunnen slechts worden genomen bij aanwezigheid van tenminste vijf leden.
-
6. De commissie komt zo vaak bijeen als nodig is voor uitvoering van haar taken, maar vergadert tenminste eenmaal per maand.
-
7. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.
-
8. Toetsing van kunstenaars en creatieven vindt schriftelijk plaats in de week voorafgaand aan de vergadering door ten minste 3 leden;
-
9. Wanneer de toetsing van een kunstenaar of creatieve geen duidelijke uitkomst heeft, wordt deze als bespreekgeval behandeld in de vergadering.
Artikel 3 - Benoeming en zittingsduur
-
1. Commissieleden worden door het college van burgemeester en wethouders (her)benoemd en ontslagen op enkelvoudige voordracht van de wethouder Kunst en Cultuur.
-
2. Een lid van de commissie mag geen lid zijn van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of een bestuurscommissie van de gemeente Amsterdam en mag geen ambtenaar zijn in dienst van de gemeente Amsterdam.
-
3. Commissieleden (en voorzitter) worden benoemd voor een periode van vier jaar en zijn vervolgens eenmaal herbenoembaar voor een periode van vier jaar. Na aftreden is herbenoeming niet eerder mogelijk dan na twee jaar.
-
4. De voorzitter wordt in functie benoemd.
-
5. In geval van een vacature wordt in eerst instantie via een open en publieke sollicitatieprocedure een nieuw lid geworven welke het samengestelde commissieprofiel ondersteunt.
-
6. De commissie kiest uit de reacties een geschikte kandidaat en draagt deze voor benoeming voor aan de wethouder Kunst en Cultuur.
Artikel 4 - Jaarlijkse verantwoording
De commissie brengt jaarlijks verslag uit over haar werkzaamheden. Het verslag gaat in ieder geval in op:
- •
het aantal getoetste kandidaten;
- •
het aantal individuele (woon)werkateliers waarvoor een voordracht is gedaan;
- •
het aantal en de kwaliteit van ingediende visiedocumenten voor broedplaatsen;
- •
het aantal, de kwaliteit en de belangrijkste constateringen van de evaluatiegesprekken die hebben plaatsgevonden met broedplaatsen;
- •
de in het jaar uitgebrachte adviezen;
- •
de ontwikkeling van vraag en aanbod van ateliers.
Artikel 5. Secretariaat
-
1. Aan de commissie wordt een ambtelijk secretaris toegevoegd, die geen lid is van de commissie.
-
2. De secretaris ondersteunt de commissie bij haar administratieve werkzaamheden in de breedste zin.
-
3. De secretaris geeft uitvoering aan het werk via de afdeling Kunst en Cultuur, directie Economische Zaken en Cultuur, gemeente Amsterdam.
Artikel 6. Huishoudelijk Reglement
De commissie stelt een huishoudelijk reglement vast waarin ten minste is geregeld:
- •
de taken van de voorzitter;
- •
de werkzaamheden van de secretaris;
- •
rooster van aantreden/aftreden;
- •
de werkwijze van toetsing van kunstenaars en creatieven;
- •
de werkwijze van toetsing van broedplaatsplannen;
- •
de werkwijze van evaluatiegesprekken;
- •
de werkwijze van de vergadering;
- •
de werkwijze van een heroverweging;
- •
de werkwijze met betrekking tot incidentele werkzaamheden.
Artikel 7. Honorering
-
1. Voor werkzaamheden voor de commissie wordt aan de leden een vacatiegeld toegekend op basis van de volgende tarieven:
- a.
Het bijwonen van de vergaderingen van de commissie en deelname toetsaanvragen, evaluatiegesprek of vooroverleg € 240,-
- b.
Deelname aan een sollicitatieprocedure voor nieuwe leden van de commissie € 360,-
- c.
Eventuele aanvullende werkzaamheden worden vergoed à € 69,- per uur
- d.
Voorzitter ontvangt een jaarlijkse basisvergoeding van € 5. 500,-
- a.
-
2. De vacatiegelden zijn prijspeil 2025 en worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumentenprijsindex.
Artikel 8 - Integriteit
De voorzitter of leden die als deelnemer, initiatiefnemer of anderszins bij een door de commissie te beoordelen plan, portfolio, aanvraag om advies, of vooroverleg betrokken zijn, onthouden zich van medewerking aan de beoordeling daarvan en zijn bij de beraadslaging, beoordeling en advisering niet in de vergadering aanwezig.
Artikel 9 - Klachten en verschil van zienswijze
-
1. Bij een negatief advies kan een verzoek tot heroverweging worden ingediend. De commissie zal dan nogmaals naar de aanvraag kijken en daarbij eventuele aanvullende motivatie in overweging nemen.
-
2. Eenieder die het (vervolgens nog) niet eens is met een gedraging of een advies van de commissie kan schriftelijk een klacht indienen bij de klachtencoördinator van de directie Economische Zaken en Cultuur van de gemeente Amsterdam.
-
3. De klacht zal worden afgehandeld overeenkomstig titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 10 – Intrekking huidig reglement
Het Reglement CAWA 2021 wordt ingetrokken.
Artikel 11 – Overgangsregeling benoemingsduur
-
1. De aanstelling van commissieleden en voorzitter die bij vaststelling van dit reglement in hun eerste, 2-jarige termijn zitten wordt omgezet in een 4-jarige aanstelling.
-
2. Alle bij vaststelling van dit reglement zittende commissieleden en de voorzitter worden eenmalig herbenoemd voor een maximum van 4 jaar.
-
3. Commissieleden die in het laatste jaar voor vaststelling van dit reglement zijn afgetreden zijn in uitzondering op artikel 3 derde lid per direct herbenoembaar.
Artikel 12 - Inwerkingtreding
Het Reglement CAWA 2025 treedt in werking op de dag na bekendmaking.
Artikel 13 – Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als Reglement CAWA 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van 6 mei 2025.
De burgemeester
Femke Halsema
De gemeentesecretaris
Peter Teesink
Bijlage 1: Toetsingscriteria
Individuele aanvrager
Om een positieve beoordeling te krijgen moet worden voldaan aan criteria 1, 2 en 3 en minimaal twee van de overige drie criteria; 4, 5 en 6.
1. De inkomensnorm
- •
Het verzamelinkomen van de kandidaat mag in het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar van toetsing niet hoger zijn dan € 49.669,-, prijspeil 2025. Deze grens wordt jaarlijks aangepast aan de inkomensgrens voor de primaire doelgroep van corporaties als bedoeld in artikel 48 van de Woningwet en het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015;
- •
Bij sterke fluctuaties in het inkomen kan op verzoek van de kandidaat in plaats van het verzamelinkomen over het voorafgaande kalenderjaar, een gemiddelde over de drie voorafgaande jaren worden gehanteerd.
2.De doorstroomregeling
De kandidaat dient te voldoen aan de kaders van het vigerende Atelier- en Broedplaatsenbeleid.
3. De kandidaat is maker in een kunstzinnige discipline en werkt professioneel en zelfstandig.
- •
De kandidaat kan de beroepspraktijk/kunstdiscipline aantonen aan de hand van productie, presentatie, erkenning en motivatie;
- •
Het betreft een zelfstandige artistieke werkpraktijk van minimaal 24 uur in de week.
4. De werkzaamheden van de kandidaat verhouden zich tot de ontwikkelingen in het professionele circuit. Uit het portfolio blijkt:
- •
artistiek inhoudelijke kwaliteit
- •
artistiek onderzoek en ontwikkeling;
- •
vakmanschap, authenticiteit, ambitie en talent.
5. Er is sprake van een eigen signatuur en auteurschap, ook binnen opdrachten.
Uit het portfolio blijkt een onmiskenbaar eigen inbreng en handschrift in zowel vrij werk als werk in opdracht;
6. De kandidaat wordt aantoonbaar erkend door het beroepenveld en het professionele circuit.
Erkenning uit zich in de manier waarop de kandidaat naar buiten treedt. Bijvoorbeeld door:
- •
deelname aan professionele beurzen, (film)festivals, tentoonstellingen;
- •
optredens in instellingen voor beeldende kunst, theater of muziek;
- •
vertegenwoordiging door een agent of galerie;
- •
recensies van werk of vernoeming door vakpers;
- •
erkenning van fondsen;
- •
online zichtbaarheid en erkenning.
Enkel deelname aan een open atelierroute, of verkoop van het geproduceerde werk is niet voldoende.
Aanvullende criteria voor ateliers van Gemeentelijk Vastgoed en atelierwoningen van corporaties.
In het geval van bijzondere woon- en of werkplekken kunnen een of meerdere van de volgende criteria worden gehanteerd:
- 1.
Het professionaliteitscriterium weegt zwaarder, zoals de onderzoekende/vernieuwende houding ten aanzien van de eigen werkpraktijk, eigen discipline, de wijze waarop de kandidaat naar buiten treedt, en eventueel samenwerkingen aangaat;
- 2.
Er wordt nadrukkelijker getoetst op kwaliteit (artistieke/conceptuele/inhoudelijke uitgangspunten en de wijze waarop de kandidaat dit tot uitdrukking laat komen in het werk en de beheersing van gekozen middelen);
- 3.
De kandidaat heeft aantoonbaar presentaties, optredens of exposities bij gerenommeerde instellingen gehouden en/of is in het bezit van aanbevelingen, stipendia en/ of prijzen van gerenommeerde organisaties en/ of deskundigen;
- 4.
De werkpraktijk van de kandidaat heeft aantoonbaar waarde voor de stad en/of buurt. Er is sprake van een lokale betrokkenheid die in het werk van de kandidaat te herkennen is.
- 5.
De kandidaat heeft voor minimaal vijf jaar een (inter)nationale carrière, en en zich op topniveau bewezen;
- 6.
Er wordt rekening gehouden met de staat van dienst gedurende de gehele carrière.
Stichting of vereniging
Een stichting of vereniging dient te voldoen aan de volgende criteria:
- 1.
Uit de statuten blijkt dat het doel van de stichting of vereniging is het produceren van kunst.
- 2.
Uit het portfolio van de stichting of vereniging blijkt dat de organisatie het jaar voorafgaand aan de aanvraag actief heeft gewerkt aan de doelstelling tot kunstproductie door vermelding van aantallen exposities, theatervoorstellingen, enz.
- 3.
Het moet aannemelijk worden gemaakt dat de te huren ruimte voor tenminste 2/3 (qua vloeroppervlak of in tijd) wordt gebruikt door personen die voldoen aan de toetsingscriteria voor individuele aanvragers.
- 4.
De stichting of vereniging beargumenteert waarom verhuur van de ruimte noodzakelijk is aan een stichting of vereniging.
- 5.
Organogram plus overzicht van het bestuur van de artistiek- en zakelijk leiding van de stichting.
- 6.
Uit het jaarverslag van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar van de aanvraag blijkt dat de inkomsten van de directeur of werknemers (in vaste dienst of als zzp’er) niet hoger zijn dan de inkomensnorm in artikel 4 lid 1a. Als de initiatiefnemers onderdeel zijn van het Amsterdams kunstenplan, het fonds podiumkunsten of de BIS, geldt deze norm niet. In dat geval moet de fair practice code worden onderschreven, gehanteerd en toegelicht in het jaarverslag.
Mogelijkheid tot afwijken
De commissie kan in bijzondere omstandigheden afwijken van de criteria, mits zij de reden van de afwijking in haar toetsing besluit beargumenteerd en vastlegt.
Geldigheidsduur
Een positieve toets blijft geldig gedurende drie jaar na behandeling in de commissievergadering.
Bijlage 2: Voordracht voor een individueel (woon-) werkatelier
Wanneer er individuele woon- en of werkplekken ter beschikking worden gesteld door Gemeentelijk Vastgoed of woningcorporaties, doet de CAWA een voordracht voor een huurder. Dat betekent dat de CAWA uit de positief getoetste gegadigden een selectie aanlevert van maximaal 5 gerankte kandidaten.
Voorwaarden voor voordracht
Om in aanmerking te komen voor voordracht door de CAWA moet worden voldaan aan de volgende criteria:
- 1.
Een positieve toets, met aanvullende criteria;
- 2.
Voor een (woon)werkatelier moet het inkomen van het huishouden voldoen aan de algemene vereisten om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning volgens de Huisvestingsverordening Amsterdam 2024;
- 3.
Voor een (woon)werkatelier moet de kandidaat aantonen minimaal 5 jaar een beroepspraktijk te hebben, met een internationale carrière of werkzaam zijn op nationaal topniveau. Kandidaat kan dit aantonen doordat het werk als zodanig erkend wordt door (inter)nationaal gerenommeerde kunstinstellingen;
- 4.
De kandidaat huurt op moment van aanvraag geen (woon)werkatelier, of verklaart na positieve voordracht bestaande huurcontracten van (woon)werkateliers op te zeggen en dit aan te tonen aan de commissie;
- 5.
Als het een ruimte met bijzondere kwaliteiten betreft dient de professionele activiteit van de kandidaat te passen bij de kwaliteiten van de aangeboden ruimte;
- 6.
Voor atelierwoningen van corporaties is een WoningNet inschrijving verplicht.
Wijze van voordracht
Voordracht voor een (woon)werkatelier vindt plaats op volgorde van geschiktheid van de kandidaten op basis van de voor het (woon)werkatelier vastgestelde voorwaarden.
Kandidaten die onderdeel zijn van de 3PackageDeal, een programma van gemeente Amsterdam en AFK voor talentvolle kunstenaars, krijgen de voorkeur in de rangorde. Wanneer er meerdere 3PackageDeal kandidaten zijn voor eenzelfde atelier, dan bepaald CAWA de rangorde.
Als er geen belangstelling voor een (woon)werkatelier is van kandidaten die aan alle criteria voldoen, worden kandidaten doorgegeven die niet voldoen aan de aanvullende criteria.
Bijlage 3. Advisering op subsidieaanvragen voor broedplaatsen
Vooroverleg
Vooruitlopend op het visiedocument kan in overleg worden getreden met de CAWA voor een vooroverleg. In het vooroverleg wordt het plan voor de broedplaats op hoofdlijnen besproken en worden aandachtspunten voor de uitwerking vastgesteld.
Toetsing van plannen
Voor een aanvraag voor de Subsidieregeling broedplaatsen 2020 moet een visiedocument worden aangeleverd. De commissie beoordeelt of het visiedocument en daarmee de aanvraag past binnen het Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid waarna zij een advies schrijft aan het college van burgemeester en wethouders. Bij de beoordeling van de commissie bestaat de mogelijkheid een korte mondelinge toelichting te geven.
Bijlage 4. Evaluatiegesprekken
Periodiek evalueert de commissie samen met de gemeente Amsterdam, team Ateliers en Broedplaatsen een broedplaats integraal. Daarbij wordt gekeken naar de output van de broedplaats op artisticiteit, culturele waarde, maatschappelijke waarde, organisatie en governance, diversiteit en inclusie en financiën. Vooruitlopend op de toetsing worden de volgende gegevens opgevraagd:
- •
Jaarverslag (financieel en inhoudelijk);
- •
Jaarplan (financieel en inhoudelijk);
- •
Overzicht van huurders met specificatie voor ateliers met een gereguleerde huurprijs;
Daarnaast dient als input:
- •
Het visiedocument
- •
De subsidiebeschikking
- •
Het CAWA advies op het visiedocument
De gegevens worden door de gemeente Amsterdam, team Ateliers en Broedplaatsen geanalyseerd en dienen als input voor het evaluatiegesprek. De CAWA beoordeelt op basis van de stukken en het gesprek hoe het gaat met de broedplaats en geeft desgewenst advies. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt wat ingaat op gemaakte afspraken en gegeven adviezen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl