Subsidieregeling Inclusieve buitenschoolse opvang Winterswijk 2025

Geldend van 10-05-2025 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Inclusieve buitenschoolse opvang Winterswijk 2025

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk.

Wettelijke grondslagen waarop de regeling is gebaseerd:

  • 1.

    Artikel 4:23 Algemene wet bestuursrecht

  • 2.

    Artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Winterswijk 2023 en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen.1

Artikel 1. Doel van de regeling

Met deze regeling wil de gemeente Winterswijk het mogelijk maken dat kinderen mèt en zonder bijzondere zorgbehoefte naar dezelfde buitenschoolse opvang (hierna: bso) kunnen gaan en zo de inclusieve samenleving bevorderen.

Artikel 2. Reikwijdte

Deze regeling is bedoeld voor de financiering van de inzet van jeugdhulp in een reguliere bso, die zonder deze gemeentelijke bijdrage geen kinderen met een bijzondere zorgbehoefte op kan vangen. De reguliere bso wordt zo een inclusieve bso.

Artikel 3. Toepassingsperiode en duur

Op basis van deze subsidieregeling kan één aanvrager voor de periode 2026 tot en met 2029 een subsidie verkrijgen. Deze subsidie dient jaarlijks aangevraagd te worden. Voor het jaar 2026 moet de aanvraag voor 1 juli 2025 worden gedaan. De aanvrager die de subsidie voor het jaar 2026 verkrijgt, kan de drie jaren daarna telkens voor 1 juni een aanvraag indienen voor het opvolgende jaar. De subsidie wordt telkens alleen verleend als de gemeenteraad daarvoor de middelen beschikbaar stelt.

Artikel 4. Doelgroep

Een kinderopvangorganisatie die gevestigd en actief is in de gemeente Winterswijk.

Artikel 5. Subsidievoorwaarden

De subsidie wordt slechts verstrekt als in ieder geval aan de volgende vereisten is voldaan:

  • 1.

    De bso voldoet aan de eisen in de Wet kinderopvang.

  • 2.

    Voor de ondersteuning van kinderen met een bijzondere zorgbehoefte wordt gespecialiseerde begeleiding ingezet.

  • 3.

    De gespecialiseerde begeleiding voldoet aan de Norm verantwoorde werktoedeling.

  • 4.

    De uitvoering van de gespecialiseerde begeleiding ligt bij een professional geschoold op ten minste MBO niveau 4. Daarnaast is er minimaal één SKJ geregistreerde professional betrokken om geraadpleegd te worden rondom casuïstiek en voor de coördinatie van de gespecialiseerde begeleiding.

  • 5.

    Er moet een goede balans zijn van kinderen met en zonder bijzondere zorgbehoefte om een afspiegeling te zijn van de samenleving.

  • 6.

    De bso vangt kinderen op van 4 tot 13 jaar, met en zonder een fysieke of verstandelijke beperking, ontwikkelachterstand of gedragsproblemen, die woonachtig zijn in Winterswijk.

  • 7.

    Op de inclusieve bso wordt ieder kind geboden wat het nodig heeft, zonder dat daar een indicatie in het kader van de Jeugdwet voor nodig is.

  • 8.

    De bso heeft een goed geborgde zorgstructuur waarbij het Ondersteuningsteam Oost Achterhoek betrokken is.

  • 9.

    De opvang vindt plaats op meerdere locaties in de gemeente Winterswijk.

  • 10.

    De bso moet aanwijsbaar aantonen dat de verkregen middelen en investeringen direct bijdragen aan het doel van deze regeling.

  • 11.

    De bso heeft de beschikking over een prikkelarme omgeving en materialen.

  • 12.

    De bso bevordert de deskundigheid van de pedagogisch medewerkers omtrent de opvang van kinderen met een bijzondere zorgbehoefte.

  • 13.

    De bso werkt actief samen met het voorliggend veld, de basisscholen en de gemeente.

  • 14.

    Inclusieve opvang is beschikbaar op studiedagen en in vakanties van 7:00-19:00 uur en tijdens schoolweken van einde schooltijd tot 19:00 uur.

  • 15.

    De bso is aangemeld bij Brancheorganisatie Kinderopvang of brancheorganisatie Maatschappelijk Kinderopvang.

  • 16.

    De financiële en economische draagkracht van de bso is zodanig dat de continuïteit van de dienstverlening gedurende de looptijd van de subsidieverlening niet in gevaar komt. Die continuïteit moet blijken uit een door een onafhankelijke accountant goedkeurende controleverklaring of beoordelingsverklaring ten aanzien van de jaarrekening, zonder ‘continuïteitsparagraaf’.

  • 17.

    Het advies van de GGD aan het college naar aanleiding van het meest recente keuringsrapport moet ‘geen handhaving’ zijn. De bso moet dit rapport kunnen overleggen.

  • 18.

    Er kan geen aanvraag gedaan worden voor investeringen die al gedaan zijn.

Artikel 6. Aanvragen subsidie

  • 1. De geldende Algemene subsidieverordening (hierna steeds genoemd: de Algemene subsidieverordening) is van toepassing.

  • 2. De subsidieaanvraag wordt beoordeeld aan de hand van de criteria zoals opgenomen in bijlage 1. Deze beoordeling vindt alleen plaats bij de eerste aanvraag (voor het jaar 2026).

  • 3. De subsidieaanvraag voor 2026 moet voor 1 juli 2025 ingediend worden. Voor de jaren daarna moet de subsidieaanvraag vóór 1 juni ingediend zijn.

Artikel 7. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1. Voor de toekenning van subsidies geldt voor het jaar 2025 een subsidieplafond van € 200.000,-. Vanaf 2026 wordt het subsidieplafond jaarlijks opnieuw vastgesteld. Uitgangspunt is dat de subsidie jaarlijks wordt geïndexeerd. Voor zowel het basisbedrag als de indexering geldt het voorbehoud dat de raad hiervoor de middelen beschikbaar stelt.

  • 2. De subsidie wordt toegekend aan één organisatie of een samenwerkingsverband van organisaties.

  • 3. Als er een keuze gemaakt moet worden tussen meerdere aanvragen, dan wordt de keuze gemaakt door het college op grond van welk initiatief, naar het oordeel van het college, het best aansluit bij de ambities in de visie Wij Winterswijk. Voor de beoordeling wordt gebruik gemaakt van de procedure zoals beschreven in bijlage 1.

Artikel 8. Bevoorschotting

Het subsidiebedrag wordt jaarlijks in 4 termijnen bevoorschot.

Artikel 9. Weigerings- en intrekkingsgronden

  • 1. Naast de in de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening genoemde weigeringsgronden wordt de subsidie niet verleend indien:

    • a.

      niet voldaan is aan de eisen en voorwaarden genoemd in deze regeling;

    • b.

      de verstrekte gegevens onjuist of onvolledig zijn;

    • c.

      indien uit de bij de aanvraag overgelegde bescheiden blijkt dat de subsidieaanvrager (deels) zelf in de kosten van de activiteit kan voorzien, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, waaronder met de subsidieaanvrager gelieerde rechtspersonen, wordt de subsidie voor dat deel geweigerd.

  • 2. Naast de in de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening genoemde intrekkingsgronden wordt de subsidie ingetrokken indien:

    • a.

      naar oordeel van het college niet langer aannemelijk is dat de subsidieontvanger gedurende het restant van de subsidieperiode kan beschikken over het kwalitatief en kwantitatief benodigde personeel en materiaal voor de naar verwachting door hem uit te voeren subsidiabele activiteiten;

    • b.

      naar oordeel van het college het handelen van de subsidieontvanger de zorgcontinuïteit of de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten in gevaar dreigt te brengen.

Artikel 10. Verplichtingen subsidieontvanger

Naast de in de Algemene subsidieverordening genoemde verplichtingen is de subsidieontvanger verplicht zelf zorg te dragen dat de maatregel(en) uitvoerbaar is of zijn.

Artikel 11. Verantwoording van de subsidie

  • 1. De Algemene Subsidieverordening is van toepassing, voor zover hiervan in dit artikel niet wordt afgeweken.

  • 2. De subsidieontvanger dient uiterlijk voor 1 juni van het jaar volgende op het jaar waarvoor de subsidie is aangevraagd een aanvraag tot vaststelling in.

  • 3. De aanvraag voor vaststelling van de subsidie moet de volgende gegevens bevatten:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan. Het verslag omvat minimaal:

      • I.

        een inschatting van het aantal kinderen met een bijzondere zorgbehoefte dat opgevangen wordt;

      • II.

        een inschatting van het aantal kinderen met een bijzondere zorgbehoefte dat niet opgevangen kon worden en welke zorgbehoefte dat betreft;

      • III.

        eventueel andere bij de verleningsbeschikking bepaalde gegevens die voor de verlening van de subsidie van belang zijn.

    • b.

      een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en

    • d.

      een beoordelingsverklaring of controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant, met een rechtmatigheids- en getrouwheidsoordeel over de jaarrekening/financieel verslag.

Artikel 13. Hardheidsclausule

Het college van de gemeente Winterswijk kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze regeling indien toepassing van de regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 14. Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de eerste de dag na publicatie.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling Inclusieve buitenschoolse opvang gemeente Winterswijk 2025’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld te Winterswijk op 29 april 2025.

B. Freriks-ten Hagen

Gemeentesecretaris

B.J.J. Bengevoord

Burgemeester

Bijlage 1

BEOORDELINGSPROCEDURE BIJ ONTVANGST MEERDERE SUBSIDIE AANVRAGEN

Alle subsidie aanvragen worden beoordeeld op het genoemde kwaliteitscriterium, volgens de methode zoals beschreven in de volgende paragraaf.

BEOORDELING PLAN VAN AANPAK

Aan uw subsidieaanvraag dient u een plan van aanpak Kwaliteit van dienstverlening toe te voegen. De subsidie aanvragen worden in consensus beoordeeld en gerangschikt op basis van het aangeleverde plan van aanpak.

Kwaliteit van dienstverlening

Uw plan van aanpak Kwaliteit van dienstverlening dient in ieder geval de volgende onderdelen te beschrijven:

  • Geef in uw plan van aanpak concreet aan hoe u invulling geeft aan de dienstverlenging om zowel voor kinderen met als kinderen zonder zorgbehoefte een inclusieve bso te kunnen zijn. Denk hierbij minimaal aan hoe het kind wordt gestimuleerd in zijn persoonlijke ontwikkeling en hoe daar zicht op gehouden wordt, de zorgstructuur, hoe u zoveel mogelijk kinderen met een bijzondere zorgbehoefte kunt opvangen, hoe u de deskundigheid van de medewerkers (door)ontwikkeld om de doelgroep optimaal te kunnen begeleiden en hoe u aan normaliseren werkt.

  • Het plan moet aansluiten bij de visie Wij Winterswijk (te vinden op de website van de gemeente) met name op de volgende ambities:

    • Met preventieve initiatieven en maatregelen pakken we problematiek meer aan de voorkant aan;

    • We doen een sterker beroep op de eigen kracht van onze inwoners;

    • In 2040 is Winterswijk armoedevrij en zijn drempels weggenomen zodat iedereen in Winterswijk mee kan doen.

Beoordeling

De beoordeling geschiedt in consensus met behulp van de volgende tabel.

Omschrijving

Toelichting

Uitstekend

Uit de beoordeling blijkt dat de subsidieaanvrager op een uitstekende wijze ten behoeve van de gemeente invulling geeft aan het criterium. De gemeente ziet aantoonbare meerwaarde voor haar organisatie in het verstrekte antwoord.

Goed

Uit de beoordeling blijkt dat de subsidieaanvrager op een goede wijze ten behoeve van de gemeente invulling geeft aan het criterium. De gemeente treft op elementen een beperkte meerwaarde aan voor haar organisatie in het verstrekte antwoord

Voldoende

Uit de beoordeling blijkt dat de subsidieaanvrager op een voldoende wijze ten behoeve van de gemeente invulling geeft aan het criterium. De gemeente constateert uit het antwoord dat de dienstverlening aansluit op haar organisatie en de geformuleerde uitgangspunten maar ziet geen meerwaarde.

Matig of niet kunnen beoordelen

De gemeente constateert uit het antwoord van de subsidieaanvrager dat het criterium matig/onvoldoende aansluit / niet is te beoordelen op aansluiting op haar organisatie, uitgangspunten/ criterium

De subsidie aanvrager die het beste aansluit (lees: de hoogste score) wordt de subsidie toegekend.

Mochten er 2 of meer subsidieaanvragers dezelfde hoogste score hebben behaald, dan wordt gekeken welke aanvrager de meeste ervaring heeft. Daarvoor worden de aanvragers dan gevraagd aan te tonen hoeveel maanden zij ervaring hebben met de gecombineerde opvang van kinderen zonder bijzondere zorgbehoefte en minimaal vijf kinderen met een bijzondere zorgbehoefte.

Mocht ook de ervaring van deze aanvragers gelijk zijn, dan zal de gemeente loten wie de subsidie toegekend wordt. De partijen worden uitgenodigd om bij de loting aanwezig te zijn.