Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Dinkelland 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 14-05-2025 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025

Intitulé

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Dinkelland 2025

Burgemeester en wethouders van Dinkelland;

Gelet op de artikelen 4.9 derde lid, 4.11 tweede en achtste lid, 5.6 zesde lid, 5.7 zesde lid, 6.3 tweede lid en 7.2 eerste lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Dinkelland 2025;

gelet op artikel 5.5 vijfde lid van de Verordening jeugdhulp gemeente Dinkelland 2025;

overwegende dat het gewenst is de bedragen die gelden en nadere regels vast te stellen ter uitvoering van deze verordeningen;

Besluit vast te stellen:

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Dinkelland 2025

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In dit Financieel besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      Verordening Wmo 2015: Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Dinkelland 2025;

    • b.

      Verordening jeugdhulp: Verordening jeugdhulp gemeente Dinkelland 2025;

    • c.

      Nadere regels: Nadere regels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Dinkelland 2025;

    • d.

      Reserveringstoeslag: een toeslag die de cliënt verschuldigd is voor een reservering van de maatwerkvoorziening collectief vervoer die ná 21.00 uur wordt gedaan voor de volgende dag, tenzij het een retourrit betreft die gereserveerd wordt in het ziekenhuis bij een taxipoint;

    • e.

      Professional: een persoon die in dienst is van een professionele organisatie of die als Zzp’er werkzaam is als bedoeld in de begripsomschrijving van de verordening Wmo 2015 of de verordening jeugdhulp.

  • 2. Alle begrippen die in dit Financieel besluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de daarop gebaseerde lagere regelgeving, de Verordeningen Wmo 2015 en Jeugdhulp, de Nadere regels en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

HOOFSTUK 2 MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING

Artikel 2.1 Rolstoel, vervoersvoorziening en woonvoorziening

  • 1. Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel, een vervoersvoorziening en/of een woonvoorziening wordt bekend gemaakt in het toekenningsbesluit, waaronder ook de eventuele instandhoudingskosten en/of de WA-verzekering.

  • 2. Onder een rolstoel kan tevens zijn inbegrepen een orthese of een kinderduwwagen, niet zijnde een algemeen gebruikelijke buggy.

  • 3. Onder een vervoersvoorziening als bedoeld in dit artikel valt niet de maatwerkvoorziening collectief vervoer.

  • 4. Het college kan de hoogte van het persoonsgebonden budget vaststellen op basis van de afschrijvingstermijn door het maandbedrag te vermenigvuldigen met het aantal kalendermaanden.

  • 5. Het college kan de hoogte van het persoonsgebonden budget vaststellen op basis van de duur van de indicatie door het maandbedrag te vermenigvuldigen met het aantal kalendermaanden.

  • 6. Het college kan de hoogte van het persoonsgebonden budget voor de aanschaf van een traplift of een andere huislift vaststellen voor een periode van 10 jaar inclusief de instandhoudingskosten.

Artikel 2.2 Huishoudelijke ondersteuning

  • 1. Het persoonsgebonden budget dat wordt besteed aan een ondersteuner die in dienst is bij een professionele organisatie bedraagt € 30,38 per uur.

  • 2. Het persoonsgebonden budget dat wordt besteed aan een ondersteuner anders dan genoemd in het eerste lid, wordt vastgesteld op basis van het uurloon van de hoogste periodiek behorend bij hulp bij het huishouden van de geldende cao VVT te vermeerderen met vakantietoeslag en de tegenwaarde van de verlofuren. Vanaf 1 januari 2025 bedraagt dit € 20,99 per uur en vanaf 1 juli 2025 € 21,83 per uur.

Artikel 2.3 Begeleiding individueel

  • 1. Het persoonsgebonden budget dat wordt besteed aan een professional bedraagt € 1,04 per minuut.

  • 2. Het persoonsgebonden budget dat wordt besteed aan een niet-professional wordt vastgesteld op basis van het uurloon van de hoogste periodiek bij FWG30, volgens de geldende cao VVT te vermeerderen met vakantietoeslag en de tegenwaarde van de verlofuren. Vanaf 1 januari 2025 bedraagt dit € 24,40 en per 1 juli 2025 € 25,38 per uur.

Artikel 2.4 Groepsgerichte ondersteuning en vervoer

  • 1. Het persoonsgebonden budget dat wordt besteed aan een professional bedraagt € 39,42 per dagdeel.

  • 2. Het persoonsgebonden budget dat wordt besteed aan een niet-professional bedraagt het bedrag zoals genoemd in artikel 5.22, eerste lid, van de Regeling langdurige zorg per etmaal. Vanaf 1 januari 2025 bedraagt dit € 25,65 per etmaal.

  • 3. Het persoonsgebonden budget dat wordt besteed aan een professional of niet-professional die groepsgerichte ondersteuning individueel biedt, bedraagt niet meer dan het bedrag genoemd in het eerste of tweede lid. In de pgb-overeenkomst staat een tijdsindicatie op grond waarvan een uurloon wordt betaald maar niet meer dan het bedoelde bedrag per (geïndiceerd) dagdeel.

  • 4. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor het noodzakelijk vervoer van en naar de locatie waar de groepsgerichte ondersteuning wordt geboden, wordt in het toekenningsbesluit bekend gemaakt.

Artikel 2.5 Kortdurend verblijf

  • 1. Het persoonsgebonden budget dat wordt besteed aan een ondersteuner die:

    • a.

      als professional wordt aangemerkt bedraagt het bedrag volgens een door het college goedgekeurde offerte per etmaal,

    • b.

      niet als professional wordt aangemerkt bedraagt het bedrag zoals genoemd in artikel 5.22, eerste lid, van de Regeling langdurige zorg per etmaal. Vanaf 1 januari 2025 bedraagt dit € 25,65 per etmaal.

  • 2. Het persoonsgebonden budget dat wordt besteed aan een professional of niet-professional die kortdurend verblijf individueel biedt, bedraagt niet meer dan het bedrag genoemd in eerste lid onder a of b.

  • 3. Het persoonsgebonden budget dat wordt besteed aan een professional of niet-professional die het kortdurend verblijf individueel biedt, bedraagt niet meer dan het bedrag genoemd in het eerste lid onder a of b. In de pgb-overeenkomst staat een tijdsindicatie op grond waarvan een uurloon wordt betaald maar niet meer dan het bedoelde bedrag per (geïndiceerd) etmaal.

Artikel 2.6 Financiële tegemoetkoming

  • 1. De hoogte van de tegemoetkoming in de kosten bedraagt:

    • a.

      € 0,23 per kilometer voor het gebruik van een (eigen) auto voor deelname aan het maatschappelijk verkeer als bedoeld in artikel 4.10 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Dinkelland 2025;

    • b.

      niet meer dan de geldende maximumtarieven volgens de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer voor het gebruik van individueel (rolstoel)taxivervoer (maatwerkvoorziening collectief vervoer);

    • c.

      per 1 januari 2025 maximaal € 7.428 en per 28 februari 2025 maximaal € 7.673 gebaseerd op het bedrag van de Regeling minimumbijdrage verhuis- en inrichtingskosten bij renovatie. Het betreft de kosten in verband met het primaat van verhuizen als bedoeld in artikel 3.4, tweede lid, van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Dinkelland 2025.

  • 2. Voor sanering van de woning komt slechts het niet afgeschreven deel van goederen voor een tegemoetkoming in de kosten in aanmerking.

  • 3. De financiële tegemoetkoming voor huurderving als bedoeld in artikel 4.11 tweede lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Dinkelland 2025 bedraagt niet meer dan de werkelijke kosten tot een maximum van het huurbedrag waarvoor huurtoeslag kan worden toegekend. Daarbij geldt dat:

    • a.

      over de eerste maand geen kosten worden vergoed;

    • b.

      over de tweede en derde maand 100% van de kosten worden vergoed;

    • c.

      over de vierde en vijfde maand 75% van de kosten worden vergoed;

    • d.

      over de zesde maand 50% van de kosten worden vergoed;

    • e.

      ná de zesde maand 100% van de kosten worden vergoed indien vaststaat dat binnen drie maanden de woning verhuurd kan worden aan een persoon die tot de doelgroep van de wet behoort.

  • 4. In de pilot met Mijande Wonen met betrekking tot het aanhouden van woningen voor inwoners met ernstige medische beperkingen geldt de volgende financiële tegemoetkoming voor Mijande Wonen voor huurderving als bedoeld in artikel 4.11 tweede lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Dinkelland 2025 (enkel voor de looptijd van de pilot):

    • a.

      over de eerste maand worden geen kosten vergoed;

    • b.

      over de tweede tot en met zesde maand worden 100% van de kosten vergoed.

Artikel 2.7 Bezoekbaar maken van de woning

De maximale tegemoetkoming voor het bezoekbaar maken van de woning bedraagt € 1.500,00.

Artikel 2.8 Ritbijdrage en Reserveringstoeslag

  • 1. Voor het gebruik van de maatwerkvoorziening collectief vervoer gelden de volgende ritbijdragen:

    • a.

      opstaptarief (starttarief) € 1,12; en

    • b.

      het tarief per afgelegde kilometer: € 0,23.

  • 2. De hoogte van de reserveringstoeslag bedraagt € 3,00.

Artikel 2.9 Tegemoetkoming meerkosten sportvoorziening

De hoogte van de tegemoetkoming voor de aanschaf van een sportvoorziening bedraagt niet meer dan € 2.700,00 per 3 jaar.

HOOFDSTUK 3 JEUGDHULP

Artikel 3.1 Individuele jeugdhulp

  • 1. De hoogte van het persoonsgebonden budget dat wordt besteed aan een professional is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

  • 2. Het persoonsgebonden budget dat wordt besteed aan een niet-professional bedraagt het bedrag zoals genoemd in artikel 5.22, eerste lid, van de Regeling langdurige zorg per uur dan wel naar rato hiervan (minuten). Vanaf 1 januari 2025 bedraagt dit € 25,65.

Artikel 3.2 Groepsgerichte jeugdhulp en vervoer

  • 1. De hoogte van het persoonsgebonden budget (excl. vervoer) dat wordt besteed aan een professional is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

  • 2. Het persoonsgebonden budget dat wordt besteed aan een niet-professional bedraagt het bedrag zoals genoemd in artikel 5.22, eerste lid, van de Regeling langdurige zorg per dagdeel. Vanaf 1 januari 2025 is dit € 25,65 per dagdeel.

  • 3. Het persoonsgebonden budget dat wordt besteed aan een professional of niet-professional die groepsgerichte jeugdhulp individueel biedt, bedraagt niet meer dan het bedrag genoemd in de bijlage bij dit besluit of het bedrag bedoeld in het vorige lid. In de pgb-overeenkomst staat een tijdsindicatie op grond waarvan een uurloon wordt betaald maar niet meer dan het bedoelde bedrag per (geïndiceerd) dagdeel.

  • 4. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor het noodzakelijk vervoer van en naar de locatie waar de groepsgewijze jeugdhulp wordt geboden, wordt in het toekenningsbesluit bekend gemaakt.

Artikel 3.3 Wonen en verblijf

  • 1. De hoogte van het persoonsgebonden budget dat wordt besteed aan een professional is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

  • 2. Het persoonsgebonden budget dat wordt besteed aan een niet-professional die wonen en verblijf biedt aan meer dan één jeugdige tegelijk, bedraagt het bedrag per etmaal zoals genoemd in artikel 5.22, eerste lid, van de Regeling langdurige zorg. Vanaf 1 januari 2025 bedraagt dit € 25,65 per etmaal.

  • 3. Het persoonsgebonden budget dat wordt besteed aan een professional of niet professional die het wonen en verblijf individueel biedt, bedraagt niet meer dan het bedrag genoemd in de bijlage bij dit besluit of het bedrag bedoeld in het vorige lid. In de pgb-overeenkomst staat een tijdsindicatie op grond waarvan een uurloon wordt betaald maar niet meer dan het bedoelde bedrag per (geïndiceerd) etmaal.

  • 4. Indien er naar oordeel van het college sprake is van een noodzaak tot vervoer als bedoeld in artikel 2.3, tweede lid, van de Jeugdwet, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget vastgesteld op basis van een offerte en in het toekenningsbesluit bekend gemaakt.

Artikel 3.4 Vervoer groepsgerichte jeugdhulp en wonen en verblijf door ouders

Indien naar oordeel van het college het vervoer van de jeugdige niet binnen de eigen mogelijkheden en het probleem oplossend vermogen van de ouders valt en er sprake is van een noodzaak tot vervoer als bedoeld in artikel 2.3, tweede lid, van de Jeugdwet, dan kan het college aan de ouders een tegemoetkoming verstrekken voor het gebruik van:

  • a.

    een (eigen) auto ter hoogte van € 0,23 per kilometer;

  • b.

    het verschuldigde OV-tarief voor de ouder(s) en de jeugdige.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 4.1 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2025. Het Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Dinkelland 2024 wordt per genoemde datum ingetrokken.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Dinkelland 2025.

Ondertekening

Vastgesteld in het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland van 6 mei 2025.

De secretaris,

Drs. C.H.A.A. Luttikhuis

de burgemeester,

J.G.J. Joosten

Bijlage tarieven ZIN en persoonsgebonden budget (jeugdhulp)

Productcode

Product

Voorziening (naam perceel)

Eenheid

Tarief ZIN

Tarief PGB

ABGII

Begeleiding Individueel Intensief

Begeleiding individueel

minuut

1,37

1,10

AVAKT

Vaktherapie

Vaktherapie

minuut

1,49

1,20

ABHIR

Behandeling Individueel Regulier

Behandeling individueel A

minuut

1,56

1,25

ABHIR

 

Behandeling individueel B

minuut

1,91

1,53

ABHIR

 

Behandeling individueel C

minuut

2,04

1,63

ABHIR

 

Behandeling individueel D

minuut

2,18

1,74

ABHIR

 

Behandeling individueel E

minuut

2,42

1,94

ABHIR

 

Behandeling individueel F

minuut

2,50

2,00

ABHIA

Behandeling Individueel Ambulant Alternatief

Behandeling individueel A

minuut

1,56

1,25

ABHIA

 

Behandeling individueel B

minuut

1,91

1,53

ABHIA

 

Behandeling individueel C

minuut

2,04

1,63

ABHIA

 

Behandeling individueel D

minuut

2,18

1,74

ABHIA

 

Behandeling individueel E

minuut

2,42

1,94

ABHIA

 

Behandeling individueel F

minuut

2,50

2,00

ABHFR

Forensische Behandeling

Forensische Behandeling

minuut

2,42

1,94

AMCEX

Medicatiecontrole (exclusief medische comorbiditeit)

Medicatiecontrole (exclusief medische comorbiditeit)

minuut

3,34

2,67

ABGGB

Begeleiding Groep Basis

Begeleiding groep basis

uur

16,80

13,44

ABGGI

Begeleiding Groep Intensief

Begeleiding groep intensief

uur

29,44

23,55

ABHGB

Behandeling Groep Basis

Behandeling groep basis

uur

32,02

25,62

ABHGI

Behandeling Groep Intensief

Behandeling groep intensief

uur

50,46

40,37

AKDCB

KDC/ODC groep Basis

ODC/KDC basis

uur

38,03

30,42

AKDCI

KDC/ODC groep Intensief

ODC/KDC intensief

uur

58,06

46,45

ADYSD

Ernstige dyslexie diagnostiek

Ernstige dyslexie

minuut

2,03

1,62

ADYSB

Ernstige dyslexie behandeling

Ernstige dyslexie

minuut

2,03

1,62

AAFAC

Ambulant Alternatief - Flexible Assertive Community treatment (FACT)

Ambulant alternatief FACT

minuut

2,33

1,86

AAZIT

Ambulant Alternatief - Zeer Intensieve TraumaBehandeling (ZIT)

Ambulant alternatief ZIT

stuks

13.452,95

10.762,36

AAMST

Ambulant Alternatief - MultiSysteem Therapie (MST)

Ambulant alternatief MST

stuks

23.990,39

19.192,31

AACSI

Ambulant Alternatief - Crisis Systeem Interventie (CSI) (gezinsopname)

Ambulant alternatief CSI

etmaal

1.505,05

1.204,08

SCREN

Screening

Screening

minuut

2,32

1,86

 
 
 
 
 

WGZHD

Gezinshuis intensiteit D

Gezinshuis

etmaal

184,50

147,60

WGZHE

Gezinshuis intensiteit E

Gezinshuis

etmaal

205,29

164,23

WGZHF

Gezinshuis intensiteit F

Gezinshuis

etmaal

236,48

189,18

WGZHG

Gezinshuis intensiteit G

Gezinshuis

etmaal

291,67

233,37

WWNGD

Woongroep intensiteit D

Woongroep

etmaal

184,50

147,60

WWNGE

Woongroep intensiteit E

Woongroep

etmaal

205,29

164,23

WWNGF

Woongroep intensiteit F

Woongroep

etmaal

236,48

189,18

WWNGG

Woongroep intensiteit G

Woongroep

etmaal

291,67

233,34

WWNGH

Woongroep intensiteit H

Woongroep

etmaal

345,70

276,56

WWNGI

Woongroep intensiteit I

Woongroep

etmaal

394,59

315,67

WWNGJ

Woongroep intensiteit J

Woongroep

etmaal

440,84

352,67

WWNGK

Woongroep intensiteit K

Woongroep

etmaal

488,58

390,86

WHKWG

Hoogspecialistische (Kleinschalige) Woonvoorziening intensiteit G

Hoogspecialistische kleinschalige woonvoorziening

etmaal

291,67

233,34

WHKWH

Hoogspecialistische (Kleinschalige) Woonvoorziening intensiteit H

Hoogspecialistische kleinschalige woonvoorziening

etmaal

345,70

276,56

WHKWI

Hoogspecialistische (Kleinschalige) Woonvoorziening intensiteit I

Hoogspecialistische kleinschalige woonvoorziening

etmaal

394,59

315,67

WHKWJ

Hoogspecialistische (Kleinschalige) Woonvoorziening intensiteit J

Hoogspecialistische kleinschalige woonvoorziening

etmaal

440,84

352,67

WHKWK

Hoogspecialistische (Kleinschalige) Woonvoorziening intensiteit K

Hoogspecialistische kleinschalige woonvoorziening

etmaal

488,58

390,86

WHKWL

Hoogspecialistische (Kleinschalige) Woonvoorziening intensiteit L

Hoogspecialistische kleinschalige woonvoorziening

etmaal

533,49

426,79

WHKWM

Hoogspecialistische (Kleinschalige) Woonvoorziening intensiteit M

Hoogspecialistische kleinschalige woonvoorziening

etmaal

595,71

476,57

WHKWN

Hoogspecialistische (Kleinschalige) Woonvoorziening intensiteit N

Hoogspecialistische kleinschalige woonvoorziening

etmaal

639,48

511,58

WHKWO

Hoogspecialistische (Kleinschalige) Woonvoorziening intensiteit O

Hoogspecialistische kleinschalige woonvoorziening

etmaal

683,25

546,60

WHKWP

Hoogspecialistische (Kleinschalige) Woonvoorziening intensiteit P

Hoogspecialistische kleinschalige woonvoorziening

etmaal

727,02

581,62

WHKWQ

Hoogspecialistische (Kleinschalige) Woonvoorziening intensiteit Q

Hoogspecialistische kleinschalige woonvoorziening

etmaal

770,79

616,63

WHKWR

Hoogspecialistische (Kleinschalige) Woonvoorziening intensiteit R

Hoogspecialistische kleinschalige woonvoorziening

etmaal

814,56

651,65

WHKWS

Hoogspecialistische (Kleinschalige) Woonvoorziening intensiteit S

Hoogspecialistische kleinschalige woonvoorziening

etmaal

856,15

684,92

 
 
 
 
 

VKAMC

Kamertraining intensiteit C

Kamertraining

etmaal

131,54

105,23

VKAMD

Kamertraining intensiteit D

Kamertraining

etmaal

184,50

147,60

VKAME

Kamertraining intensiteit E

Kamertraining

etmaal

205,29

164,23

VKAMF

Kamertraining intensiteit F

Kamertraining

etmaal

236,48

189,18

VOKGG

Ouder-Kind-Groep intensiteit G

Ouder-kind groep

etmaal

291,67

233,34

VOKGH

Ouder-Kind-Groep intensiteit H

Ouder-kind groep

etmaal

345,70

275,56

VOKGI

Ouder-Kind-Groep intensiteit I

Ouder-kind groep

etmaal

394,59

315,67

VOKGJ

Ouder-Kind-Groep intensiteit J

Ouder-kind groep

etmaal

440,84

352,67

VOKGK

Ouder-Kind-Groep intensiteit K

Ouder-kind groep

etmaal

488,58

390,86

VOKGL

Ouder-Kind-Groep intensiteit L

Ouder-kind groep

etmaal

533,49

426,79

VBHGF

Behandelgroep intensiteit F

Behandelgroep

etmaal

236,48

189,18

VBHGG

Behandelgroep intensiteit G

Behandelgroep

etmaal

291,67

233,34

VBHGH

Behandelgroep intensiteit H

Behandelgroep

etmaal

345,70

276,56

VBHGI

Behandelgroep intensiteit I

Behandelgroep

etmaal

394,59

315,67

VBHGJ

Behandelgroep intensiteit J

Behandelgroep

etmaal

440,84

352,67

VBHGK

Behandelgroep intensiteit K

Behandelgroep

etmaal

488,58

390,86

VBHGL

Behandelgroep intensiteit L

Behandelgroep

etmaal

533,49

426,79

V3MVL

DrieMilieuVoorziening intensiteit L

Driemilieuvoorziening

etmaal

533,49

426,79

V3MVM

DrieMilieuVoorziening intensiteit M

Driemilieuvoorziening

etmaal

595,71

476,57

V3MVN

DrieMilieuVoorziening intensiteit N

Driemilieuvoorziening

etmaal

639,48

511,58

V3MVO

DrieMilieuVoorziening intensiteit O

Driemilieuvoorziening

etmaal

683,25

546,60

V3MVP

DrieMilieuVoorziening intensiteit P

Driemilieuvoorziening

etmaal

727,02

581,06

V3MVQ

DrieMilieuVoorziening intensiteit Q

Driemilieuvoorziening

etmaal

770,79

616,63

V3MVR

DrieMilieuVoorziening intensiteit R

Driemilieuvoorziening

etmaal

814,56

651,65

V3MVS

DrieMilieuVoorziening intensiteit S

Driemilieuvoorziening

etmaal

856,15

684,92

V3MVT

DrieMilieuVoorziening intensiteit T

Driemilieuvoorziening

etmaal

947,09

757,67

V3MTL

DrieMilieuvoorziening op Terrein intensiteit L

Driemilieuvoorziening

etmaal

570,20

456,16

V3MTM

DrieMilieuvoorziening op Terrein intensiteit M

Driemilieuvoorziening

etmaal

625,07

500,06

V3MTN

DrieMilieuvoorziening op Terrein intensiteit N

Driemilieuvoorziening

etmaal

669,05

535,24

V3MTO

DrieMilieuvoorziening op Terrein intensiteit O

Driemilieuvoorziening

etmaal

713,03

570,42

V3MTP

DrieMilieuvoorziening op Terrein intensiteit P

Driemilieuvoorziening

etmaal

757,01

605,61

V3MTQ

DrieMilieuvoorziening op Terrein intensiteit Q

Driemilieuvoorziening

etmaal

800,98

640,78

V3MTR

DrieMilieuvoorziening op Terrein intensiteit R

Driemilieuvoorziening

etmaal

844,97

675,98

V3MTS

DrieMilieuvoorziening op Terrein intensiteit S

Driemilieuvoorziening

etmaal

886,76

709,41

V3MTT

DrieMilieuvoorziening op Terrein intensiteit T

Driemilieuvoorziening

etmaal

958,53

766,98

54011

Jeugd-ggz verblijf tariefklasse C

Jeugd GGZ verblijf

etmaal

355,87

284,70

54012

Jeugd-ggz verblijf tariefklasse D

Jeugd GGZ verblijf

etmaal

398,47

319,78

54013

Jeugd-ggz verblijf tariefklasse E

Jeugd GGZ verblijf

etmaal

457,47

365,98

54014

Jeugd-ggz verblijf tariefklasse F

Jeugd GGZ verblijf

etmaal

565,94

452,75

54015

Jeugd-ggz verblijf tariefklasse G

Jeugd GGZ verblijf

etmaal

711,99

569,59

5401H

Jeugd-ggz verblijf tariefklasse H

Jeugd GGZ verblijf

etmaal

677,48

541,98

VJZPO

JeugdZorgPlus intensiteit O

JeugdzorgPlus

etmaal

783,69

626,95

VJZPR

JeugdZorgPlus intensiteit R

JeugdzorgPlus

etmaal

910,91

728,73

VJZPS

JeugdZorgPlus intensiteit S

JeugdzorgPlus

etmaal

955,16

764,13

VJZPT

JeugdZorgPlus intensiteit T

JeugdzorgPlus

etmaal

999,40

799,52

VLOGC

Deeltijdverblijf/logeren intensiteit C

Deeltijd verblijf/logeren

etmaal

131,54

105,23

VLOGD

Deeltijdverblijf/logeren intensiteit D

Deeltijd verblijf/logeren

etmaal

184,50

147,60

VLOGE

Deeltijdverblijf/logeren intensiteit E

Deeltijd verblijf/logeren

etmaal

205,29

164,23

VLOGF

Deeltijdverblijf/logeren intensiteit F

Deeltijd verblijf/logeren

etmaal

236,48

189,18

VLOGG

Deeltijdverblijf/logeren intensiteit G

Deeltijd verblijf/logeren

etmaal

291,67

233,34

VLOGH

Deeltijdverblijf/logeren intensiteit H

Deeltijd verblijf/logeren

etmaal

345,70

276,56

VLOGI

Deeltijdverblijf/logeren intensiteit I

Deeltijd verblijf/logeren

etmaal

394,59

315,67

VLOGJ

Deeltijdverblijf/logeren intensiteit J

Deeltijd verblijf/logeren

etmaal

440,84

352,76

VLOGK

Deeltijdverblijf/logeren intensiteit K

Deeltijd verblijf/logeren

etmaal

488,58

390,86

VLOGL

Deeltijdverblijf/logeren intensiteit L

Deeltijd verblijf/logeren

etmaal

533,49

426,79

VLOGM

Deeltijdverblijf/logeren intensiteit M

Deeltijd verblijf/logeren

etmaal

595,71

476,57

VBGGX

Extra verblijfsbegeleiding Groep

Extra VerblijfsBegeleiding

minuut

1,21

0,97

54008

Beschikbaarheidscomponent 24-uurs crisisdient (bcc) ggz-jeugd

Crisisdienst GGZ-Jeugd

stuks

981,32

785,06

54016

Behandeling crisis ggz-jeugd

Crisisdienst GGZ-Jeugd

minuut

3,17

2,54

46A01

Ambulante crisiszorg

Ambulante Crisiszorg

minuut

1,91

1,52

Toelichting Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp

Algemene toelichting

Dit besluit geeft invulling aan de delegatiebepalingen zoals opgenomen in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Dinkelland 2025 en de Verordening jeugdhulp gemeente Dinkelland 2025. Het gaat voornamelijk om de bedragen die gelden in het geval de cliënt, ouders/jeugdige de geïndiceerde ondersteuning in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) ontvangen. Bij diensten (Jeugdwet en Wmo 2015) gelden gedifferentieerde tarieven. Die zijn afhankelijk aan wie het pgb wordt besteed; een professional of niet-professional. Dit besluit bepaalt tevens in welke gevallen de hoogte van het pgb in het toekenningsbesluit bekend wordt gemaakt.

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Geen toelichting nodig.

Hoofdstuk 2 Maatschappelijke ondersteuning

In hoofdstuk 2 zijn de bepalingen neergelegd die betrekking hebben op besluiten die in het kader van de Wmo 2015 zijn genomen.

Artikel 2.1 Rolstoel, vervoersvoorziening en woonvoorziening

In dit artikel staan de regels over de hoogte van het pgb bij de genoemde hulpmiddelen. De hoogte van het pgb wordt in het toekenningsbesluit bekend gemaakt. Vaak gaat het om maandbedragen, namelijk wanneer de genoemde hulpmiddelen bij gecontracteerde aanbieders worden betrokken. Dit artikel regelt ook hoe het (maandelijkse) pgb afwijkend wordt vastgesteld in situaties waarin de cliënt het hulpmiddel aan wil schaffen of binnen de grenzen van de bestedingsvrijheid een ánder hulpmiddel wil aanschaffen. Bij aanschaf zal een maandelijks bedrag vaak niet toereikend zijn. Daarom kan worden voorzien in een éénmalig bedrag.

Artikel 2.2 Huishoudelijke ondersteuning

In dit artikel staan de pgb-bedragen genoemd voor huishoudelijke ondersteuning. Welk bedrag voor de vaststelling van de hoogte van het pgb van toepassing is, is afhankelijk van de derde aan wie het pgb wordt besteed. Het eerste lid gaat over professionals die in dienst zijn van een instelling. Het opgenomen bedrag is berekend volgens het percentage in de verordening. Het tweede lid regelt waar het pgb, dat wordt besteed aan anderen dan bedoeld in het eerste lid, op wordt gebaseerd. Dit conform de verordening.

Artikel 2.3 Begeleiding individueel

In dit artikel staan de gedifferentieerde bedragen genoemd voor begeleiding individueel. Welk bedrag voor de vaststelling van de hoogte van het pgb van toepassing is, is afhankelijk van de derde aan wie het pgb wordt besteed. In de begripsomschrijvingen staat wat onder een professional wordt verstaan. Personen uit het sociaal netwerk worden niet als professional aangemerkt.

Artikel 2.4 Groepsgerichte ondersteuning en vervoer

Eerste en tweede lid

In dit artikel staan de gedifferentieerde pgb-bedragen genoemd voor groepsgerichte ondersteuning. Welk bedrag voor de vaststelling van de hoogte van het pgb van toepassing is, is afhankelijk van de derde aan wie het pgb wordt besteed. In de begripsomschrijvingen staat wat onder een professional wordt verstaan. Personen uit het sociaal netwerk worden niet als professional aangemerkt.

Derde lid

Het kan voorkomen dat de cliënt het pgb voor een groepsgerichte indicatie gaat besteden aan een professional of niet-professional) die de groepsgerichte ondersteuning individueel biedt. De SVB beoordeelt de overeenkomst tussen de cliënt en de derde op de geldende arbeidsrechtelijke aspecten staat de omvang van de uren genoemd én het uurloon. Dat zou betekenen dat de hoogte van het pgb in die gevallen per uur moet worden vastgesteld. Dat is niet in overeenstemming met de hoofdregel dat het college niet meer verstrekt dan de goedkoopst passende bijdrage als genoemd in de verordening; de hoogte van het pgb is daar een afgeleide van. Voor groepsgerichte indicaties in natura ontvangt het college een factuur voor die specifieke dienst en niet op basis van een tijdsindicatie per cliënt zoals dat bij individuele begeleiding en huishoudelijke ondersteuning het geval is. In de praktijk zou dat betekenen dat de cliënt tegen het afkeuren van de hiervoor bedoelde overeenkomst door de SVB in bezwaar moet gaan. Immers, het afkeuren van overeenkomst is een besluit (RBROT:2018:5866). Het college wil de cliënt echter niet opzadelen met het voeren van dergelijke juridische procedures. Daarom is in dit lid bepaald dat ook het college (actief) goedkeuring moet geven aan de pgb-overeenkomst die de cliënt aangaat met de derde. Daarin moet -eenvoudig gezegd- een tijdsindicatie en een uurtarief zijn opgenomen welke overeenstemt met maximaal het toepasselijke bedrag in dit lid.

Vierde lid

Stelt het college de noodzaak van het vervoer vast, dan wordt de hoogte van het pgb bekend gemaakt in het toekenningsbesluit.

Artikel 2.5 Kortdurend verblijf

In het eerste lid onder a staat dat de hoogte van het pgb dat wordt besteed aan een professional wordt gebaseerd op de door het college goedgekeurde offerte. Het eerste lid onder b bepaalt het bedrag voor (kort gezegd) de niet-professionals. In het tweede lid bepaalt de dat als het kortdurend verblijf individueel wordt geboden, het pgb niet meer bedraagt dat wat is bepaald in het eerste lid. Het derde lid stelt daarom eisen aan de pgb-overeenkomst. Zie verder de toelichting bij artikel 2.4 derde lid van dit Besluit.

Artikel 2.6 Financiële tegemoetkoming

Spreekt voor zich, behoeft geen toelichting.

Artikel 2.7 Bezoekbaar maken van de woning

Het betreft een bijdrage in de kosten die vanuit de Wmo niet verplicht is, maar waartoe het college heeft besloten die toch mogelijk te maken.

Artikel 2.8 Ritbijdrage en Reserveringstoeslag

De genoemde ritbijdragen zijn afgeleid van de reguliere kosten die eenieder maakt voor het gebruik van Openbaar Vervoer. Ook staat in dit artikel de hoogte van de reserveringstoeslag.

Artikel 2.9 Tegemoetkoming meerkosten sportvoorziening

Het betreft een bijdrage in de kosten die vanuit de Wmo niet verplicht is, maar waartoe het college heeft besloten die toch mogelijk te maken.

Hoofdstuk 3 Jeugdhulp

In hoofdstuk 3 zijn de bepalingen neergelegd die betrekking hebben op besluiten die in het kader van de Jeugdwet zijn genomen.

Artikel 3.1 Individuele jeugdhulp

In dit artikel staan de gedifferentieerde bedragen genoemd voor individuele jeugdhulp. Welk bedrag voor de vaststelling van de hoogte van het pgb van toepassing is, is wel afhankelijk van de derde aan wie het pgb wordt besteed. In de begripsomschrijvingen staat wat onder een professional wordt verstaan. De bedragen die voor hen gelden staan in de bijlage bij dit besluit. Personen uit het sociaal netwerk, waaronder de ouders, worden niet als professional aangemerkt.

Artikel 3.2 Groepsgerichte jeugdhulp en vervoer

Eerste en tweede lid

In deze leden staan de gedifferentieerde bedragen genoemd voor groepsgerichte jeugdhulp. Welk bedrag voor de vaststelling van de hoogte van het pgb van toepassing is, is afhankelijk van de derde aan wie het pgb wordt besteed. In de begripsomschrijvingen staat wat onder een professional wordt verstaan. De bedragen die voor hen gelden staan in de bijlage bij dit besluit. Personen uit het sociaal netwerk, waaronder de ouders, worden niet als professional aangemerkt.

Derde lid

Ook hier kan het voor komen dat de jeugdige/ouder(s) het pgb voor een groepsgerichte indicatie gaat besteden aan een professional of niet-professional die de ondersteuning individueel biedt. De hoogte van het pgb bedraagt niet meer dan het bedrag genoemd in het eerste en tweede lid. Het derde lid stelt regels aan de pgb-overeenkomst tussen de jeugdige/ouder(s) en de derde. Vergelijk verder uitgebreide toelichting bij artikel 2.4 derde lid van dit besluit.

Vierde lid

Stelt het college de noodzaak van het vervoer vast, dan wordt de hoogte van het pgb bekend gemaakt in het toekenningsbesluit.

Artikel 3.3 Wonen en verblijf

Eerste en tweede lid

In deze leden staan de gedifferentieerde pgb-bedragen genoemd voor wonen en verblijf. Welk bedrag voor de vaststelling van de hoogte van het pgb van toepassing is, is afhankelijk van de derde aan wie het pgb wordt besteed. In de begripsomschrijvingen staat wat onder een professional wordt verstaan. De bedragen die voor hen gelden staan in de bijlage bij dit besluit. Personen uit het sociaal netwerk, waaronder de ouders, worden niet als professional aangemerkt.

Derde lid

Ook bij deze indicatie kan het voorkomen dat de jeugdige/ouder(s) het pgb gaat besteden aan een professional of niet-professional die het wonen en verblijf (logeren) individueel biedt. Het derde bepaalt dat het pgb ook dan niet meer bedraagt dan is bepaald in het eerste of tweede lid. Verder stelt het regels aan de pgb-overeenkomst tussen de jeugdige/ouder(s) en de derde. Vergelijk verder de uitgebreide toelichting bij artikel 2.4 derde lid van dit besluit.

Vierde lid

Stelt het college de noodzaak van het vervoer vast, dan wordt de hoogte van het pgb bekend gemaakt in het toekenningsbesluit. De hoogte wordt vastgesteld op basis van ten minste één offerte bij de gecontracteerde vervoerders voor maatwerkvervoer.

Artikel 3.4 Vervoer groepsgerichte ondersteuning en wonen en verblijf door ouders

Afhankelijk van de individuele situatie kan het college zich op het standpunt stellen dat het vervoer van de jeugdige van en naar de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden onder de eigen mogelijkheden en probleemoplossend vermogen valt als bedoeld in de wet en de verordening. Dat wil zeggen de ouders kunnen hun kind zelf brengen en halen. Is daar geen sprake van én stelt het college vast dat er een noodzaak is tot vervoer, dan kan aan ouders een tegemoetkoming in de kosten worden toegekend. De tegemoetkoming voor het gebruik van een (eigen) auto wordt daarbij gebaseerd op het belastingvrije tarief dat de Belastingdienst hanteert voor de vergoeding van reiskosten (woon-werkverkeer).

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen.

Geen toelichting nodig.