Privacyprotocol Bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit gemeente Almere 2025

Geldend van 14-05-2025 t/m heden

Intitulé

Privacyprotocol Bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit gemeente Almere 2025

De burgemeester van de gemeente Almere en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Gelet op:

  • het bepaalde in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming (UAVG);

  • het Voorlichtingsrapport Raad van State over de rol van gemeenten in de bestuurlijke en integrale aanpak van ondermijning 1 : “Het mag duidelijk zijn dat ook de bestuurlijke aanpak van ondermijning tot de taak van de gemeente behoort. Vaak nestelt georganiseerde criminaliteit zich in lokale gemeenschappen. In de taak van gemeentelijke organen ligt besloten om georganiseerde criminaliteit niet ongemerkt en onbedoeld te faciliteren met subsidies, vergunningen en overheidsopdrachten. Daarnaast bestaat een samenhang met de taak van handhaving van de openbare orde in bredere zin en bevorderen van de leefbaarheid van (kwetsbare) wijken. De strafrechtelijke aanpak van ondermijning is een taak van politie en Openbaar Ministerie. De bestuurlijke aanpak is een taak van gemeenten, waarbij zowel het college van BenW als de burgemeester beschikken over bevoegdheden die uiterst effectief kunnen zijn bij het tegengaan van ondermijnende criminaliteit.”

Overwegende dat:

  • van de gemeente een gedegen aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit wordt verwacht in het kader van de eigen taakuitvoering (niet-faciliteren van criminaliteit), alsmede in het kader van de RIEC-samenwerking, is dit protocol, als zijnde een afgesproken werkproces, ondersteunend in de aanpak van de georganiseerde criminaliteit;

  • voor een effectieve aanpak van ondermijnende activiteiten (en mogelijk georganiseerde criminaliteit) is een integrale en geïntegreerde bestuurlijke aanpak binnen de gemeente een noodzakelijk vereiste;

  • de aanpak van ondermijning dient te gebeuren met inachtneming van wet- en regelgeving aangaande bescherming van de persoonlijke levenssfeer (privacy), conform de AVG en UAVG en van toepassing zijnde sectorale wetgeving waaraan het bestuursorgaan zijn bevoegdheden ontleent. Dit protocol bevat de benodigde waarborgen om dit te realiseren;

BESLUITEN:

Vast te stellen:

Privacyprotocol Bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit gemeente Almere 2025

1. Algemeen

1.1 Inleiding

Gemeente, politie en andere ketenpartners werken samen bij de integrale aanpak van complexe veiligheidsvraagstukken, waaronder criminaliteitsbestrijding. Om criminaliteit zo effectief mogelijk te kunnen bestrijden en daardoor de veiligheid te vergroten is het nodig dat gemeenten, politie en andere partijen informatie met elkaar delen en de onderlinge uitwisseling goed geregeld hebben.

In het kader van de uitvoering van haar taken beschikt de gemeente over een schat aan informatie, die van belang kan zijn voor de criminaliteitsbestrijding. Een deel van die informatie kan en mag de gemeente gebruiken voor de veiligheidsvraagstukken, maar er is ook een belangrijk deel dat gebonden is aan privacywetgeving waardoor het delen van gegevens niet is toegestaan of aan zware beperkingen is gebonden.

Dit levert een groot dilemma op. Aan de ene kant hebben we de taak - en ook diverse wettelijke mogelijkheden (denk onder meer aan de wet Bibob) - om bij te dragen aan de bestrijding en voorkoming van criminaliteit en willen we voorkomen dat we als gemeente (ongewild) bijdragen aan de ondermijnende effecten daarvan. Aan de andere kant willen we dat onze burgers er ook op kunnen vertrouwen dat wij hun privacy beschermen en de daarvoor in de wet opgenomen regels naleven.

Om uit dit dilemma te komen is belangenafweging en besluitvorming van bestuurlijk en ambtelijk verantwoordelijken nodig. Dit protocol heeft als doel bestuur en management een kader te bieden voor de afweging van deze tegengestelde belangen en daarover besluiten te nemen.

1.2 Leeswijzer

In dit Privacyprotocol van de gemeente Almere wordt allereerst in hoofdstuk 2 de aard van ondermijnende criminaliteit en de noodzaak van de aanpak van ondermijning uiteengezet. Daarna volgt een korte uitleg over indicatoren die kunnen duiden op ondermijning, die nader zijn uitgewerkt in bijlage 1. In hoofdstuk 3 volgt een lijst met algemene begrippen, gevolgd door hoofdstuk 4 waarin de fases van dit protocol benoemd worden die doorlopen kunnen worden bij de signalering en aanpak van ondermijnende criminaliteit. Vervolgens komen in hoofdstuk 5 een aantal algemeen geldende artikelen die van toepassing zijn op fase 1, 2 en 3 aan de orde, gevolgd door hoofdstuk 6 waar in wordt gegaan op de meer specifiek geldende artikelen per fase. Tot slot volgt in bijlage 1 een checklist ten behoeve van het beoordelingskader ondermijning met categorieën van personen, kenmerken en een lijst met ‘red flags’, die relevant kunnen zijn bij de signalering van fenomenen van ondermijning. In bijlage 2 staan categorieën van mogelijk verwerkte gegevens.

2. Noodzaak aanpak ‘ondermijning’

Er wordt van gemeenten veel verwacht in de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit onder meer binnen het kader van de RIEC-samenwerking alsmede in het kader van de eigen taakuitvoering (niet-faciliteren van criminaliteit). Georganiseerde ondermijnende criminaliteit start, wordt ondersteund en in stand gehouden met ondermijnende activiteiten. De negatieve gevolgen hiervan blijken omvangrijker en dieper in de samenleving geworteld te zijn dan eerder werd gedacht. Hierover bestaat een brede consensus onder onderzoekers, experts en betrokken overheidsorganisaties.

Een uitsluitend strafrechtelijke en/of fiscaalrechtelijke aanpak is niet meer afdoende. Strafrecht alleen is onvoldoende effectief voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit en bijbehorende ondermijnende activiteiten en zal slechts een deel van het probleem oplossen: ondermijning is een maatschappelijk vraagstuk en vereist derhalve een maatschappelijke (ofwel integrale) aanpak. De gemeente heeft een belangrijke rol in het aanpakken van dit maatschappelijke probleem. Een optreden als één overheid en één gemeente waarbij alle partijen hun eigen rol en bevoegdheden uitoefenen is noodzakelijk.

De sluimerende aanwezigheid van georganiseerde criminaliteit en bijbehorende ondermijnende activiteiten leidt tot aantasting van de leefbaarheid in de wijken en heeft ernstige gevolgen voor de samenleving op het gebied van veiligheid en maatschappelijke integriteit. Door de verwevenheid van onder- en bovenwereld, hetgeen kenmerkend is voor ondermijnende activiteiten, is het ook mogelijk dat de overheid onbewust deze faciliteert middels subsidies, vergunningen, uitkeringen etc. Dit leidt tot aantasting van de integriteit van de overheid. Hierdoor ontstaan malafide economische machtsposities binnen de samenleving die zijn opgebouwd met op ondermijnende wijze vergaard kapitaal.

De gemeente Almere ontvangt soms signalen van ondermijnende activiteiten die niet of niet direct passen binnen een georganiseerd criminaliteitsverband en daardoor niet direct onder de criteria van het RIEC-samenwerkingsverband vallen, maar wel relevant zijn voor de gemeentelijke taakuitvoering. De gemeente is veelal een toegangspoort voor burgers en organisaties om meldingen te doen van onrechtmatige zaken en hierdoor heeft de gemeente een belangrijke signaalfunctie. Via haar organisatiestructuur heeft de gemeente veelal ook goed zicht op de lokale (sociale) structuren. Op basis van haar wettelijke taken en bevoegdheden beschikt de gemeente over informatie die ondermijnende activiteiten goed in kaart kan brengen. De gemeente heeft ook verschillende bestuursrechtelijke instrumenten die haar in staat stellen om, in samenhang met de kennis van de fysieke en sociale omgeving van de wijken, barrières op te werpen tegen ondermijnende activiteiten en zodoende deze te voorkomen dan wel te verminderen. Dit vindt vaak plaats in nauwe samenwerking met politie. Voor een effectieve aanpak van deze ondermijnende activiteiten (en mogelijk georganiseerde criminaliteit) is een geïntegreerde bestuurlijke aanpak binnen de gemeente een noodzakelijk vereiste. De signalen, afkomstig van burgers en organisaties, dienen als input voor het signaleren van ondermijnende en mogelijk georganiseerde criminaliteit.

Ook in de Veiligheidsagenda Almere 2023-2026 staat ‘Ondermijning’ als een van de thema’s genoemd. Ook is vanuit het coalitieakkoord 2022-2026 ‘Samen bouwen aan Almere’ extra geïnvesteerd in het vraagstuk ondermijning.

2.1 Doel aanpak ondermijnende criminaliteit

Het doel van deze aanpak is om binnen het grondgebied van de gemeente Almere door middel van samenwerking:

  • a.

    ondermijnende criminaliteit te signaleren en te analyseren;

  • b.

    voorkomen dat de overheid ondermijnende criminaliteit (onbewust) faciliteert;

  • c.

    vroegtijdig kunnen signaleren en interveniëren middels een bestuurlijke aanpak;

  • d.

    voorkomen van onrechtmatigheden en maatschappelijke bedreigingen veroorzaakt door criminele activiteiten. Het gaat bij deze aanpak om personen/netwerken die binnen de gemeente Almere actief zijn in illegale en of onrechtmatige activiteiten waarbij:

    • de overheid mogelijkheden heeft om de rechtmatige situatie te herstellen, te verstoren dan wel onrust weg te nemen en/of;

    • criminaliteit waarbij de overheid (onbewust) mogelijk faciliteert.

    • een goede informatiepositie van de gemeente bijdraagt aan de voorfase van de RIEC-samenwerking en is een volgende stap in onze bestuurlijke aanpak.

2.2 Indicatoren en werkwijze signaalanalyse

Voor de beoordeling van een signaal is van belang wat het signaal inhoudt. Een signaal wordt bij intake (zie hoofdstuk 4) beoordeeld op grond van een aantal kenmerken en indicatoren, die zijn gebaseerd op onder andere (wetenschappelijk) onderzoek.2 De signaalanalyse is nader uitgewerkt in bijlage 1 van dit protocol. De beoordeling van een signaal vindt plaats binnen het kader ‘ondermijnende criminaliteit’. In aanvulling hierop is tenminste sprake van één van de indicatoren ‘situationele en lokale verankering’. Daarna wordt gekeken naar de indicatoren ‘signalering’, die nader uitgewerkt zijn in een lijst met ‘red flags’.

3. Algemene begrippen

  • a.

    Adviseur Veiligheid, cluster ondermijning

  • Functionaris belast met:

    • de regie op en zorg voor gezamenlijke acties/interventies ter voorkoming of beëindiging van ondermijnende criminaliteit;

    • het ontvangen en delen van signalen, coördineren van signaalafhandeling, beheer van het bestand en de coördinatie van gegevensuitwisseling en samenwerking met het RIEC.

  • b.

    AVG

  • De Algemene Verordening Gegevens Bescherming.

  • c.

    Betrokkene

  • Degene op wie een persoonsgegeven betrekking heeft.

  • d.

    Bestand

  • Als bedoeld in artikel 4 aanhef en onder 6 van de AVG.

  • e.

    Gelegenheidsstructuren

  • Een gelegenheid en/of een opeenstapeling van gelegenheden die zich voordoen in de bestuurlijke, maatschappelijke en zakelijke omgeving die faciliterend werken voor het plegen van bestuursrechtelijk of strafrechtelijk of civielrechtelijk te sanctioneren gedragingen en waarin personen samenwerken die deze gedragingen faciliteren.

  • f.

    Hit

  • Als van een persoon signaal-relevante gegevens in een bronbestand van een gemeentelijk onderdeel voorkomen, is sprake van een ‘hit’: de betrokken persoon binnen de gemeente in het kader van onrechtmatigheden dan wel maatschappelijke bedreigingen.

  • g.

    Lokale Overleg Ondermijning (LOO)

  • Overleg met vertegenwoordigers van verschillende gemeentelijke onderdelen (+ RIEC). Iedere discipline heeft toegang tot informatie uit eigen systemen. Wanneer na fase 1 en fase 2 (zie hoofdstuk 4) komt vast te staan dat er sprake is van (vermoedelijke) ondermijnende activiteiten kan het signaal worden geagendeerd in het LOO. De informatie waarover de verschillende deelnemers aan het LOO beschikken, wordt gebruikt om het signaal verder te verrijken. De voorzitter van dit overleg is werkzaam binnen de afdeling Bestuur, Veiligheid & Leefbaarheid, bij team Veiligheid als adviseur Veiligheid binnen het cluster ondermijning. De deelnemers van het LOO zijn weergegeven in het schema onder hoofdstuk 4. Een wijziging van de deelnemers van het LOO gaat in overleg. Dit betreft geen wijziging waarvoor dit protocol aangepast moet worden.

  • h.

    Melders

  • Personen en organisaties die een melding doen/een signaal afgeven van mogelijke ondermijnende criminaliteit.

  • i.

    Ondermijnende criminaliteit

  • Misdaadverschijnselen met een maatschappij ondermijnend karakter, die tot stand zijn gekomen in samenwerking tussen personen en worden gepleegd met het oog op het gezamenlijk behalen van financieel of materieel gewin. Ondermijnende criminaliteit is vooral een economisch gedreven maatschappelijk fenomeen waarbij de verwevenheid van de onderwereld met en de ontwrichting van de bovenwereld een belangrijk kenmerk is.

  • j.

    Plan van aanpak interventies

  • Door een gemeentelijk onderdeel of in gezamenlijkheid van gemeentelijke onderdelen schrijven van een plan van aanpak ten behoeve van de uitvoering van de op van toepassing zijnde wettelijke instrumenten om ondermijnende criminaliteit te doen staken.

  • k.

    Privacyprotocol RIEC

  • Het Privacyprotocol behorende tot en deel uitmakende van het RIEC-convenant.

  • l.

    RIEC-MNL

  • Regionaal Informatie en Expertise Centrum Midden Nederland. De operationeel coördinator die van het RIEC aansluit bij het LOO deelt geen informatie. De operationeel coördinator is bij het LOO aanwezig om doorgeleiding van een te behandelen casus onder het RIEC-convenant te vergemakkelijken.

  • m.

    RIEC-convenant

  • Het Convenant ten behoeve van de Bestuurlijke en Geïntegreerde Aanpak Georganiseerde Criminaliteit, Bestrijding Handhavingsknelpunten en Bevordering Integriteitsbeoordelingen.

  • n.

    Signaal

  • Aanwijzing(-en) van één of meerdere professionals en/of burgers dat bepaalde handelingen, gedragingen en/of situaties mogelijk verband kunnen houden met (verschijningsvormen van) ondermijnende activiteiten. Met een signaal wordt ook bedoeld: (een cluster van) signalen of een (cluster van) melding(-en) die zien op een zelfde ondermijnende activiteit.

  • o.

    Verwerkingsverantwoordelijke

  • De verwerkingsverantwoordelijke als bedoeld in artikel 4 lid 7 van de AVG.

  • p.

    De wet

  • AVG en/of de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming (UAVG).

Waar in dit protocol termen worden gebruikt die overeenstemmen met definities uit artikel 4 AVG wordt aan deze termen de betekenis van de definities uit de AVG toegekend.

4. Fases van dit protocol

Het proces van het signaleren en aanpakken van signalen van ondermijnende activiteiten verloopt met het oog op proportionaliteit en subsidiariteit in een drietal fasen:

Fase 1 (ontvangst, toetsing en weging van een ondermijningssignaal)

De eerste fase heeft betrekking op het beoordelen van ontvangen signalen van burgers en professionals waarvan aangegeven wordt dat hier mogelijk sprake is van ondermijning. Een signaal kan op verschillende manieren binnenkomen zoals via een telefonische, schriftelijke (vaak digitale) melding van een burger, professional of via Meld Misdaad Anoniem.

Het signaal wordt na intake beoordeeld door de adviseur Veiligheid, cluster ondermijning aan de hand van de ontvangen informatie. Eerst volgt een korte toets of het ondermijningssignaal het grondgebied van de gemeente Almere betreft en gaat over een gemeentelijke taak of bevoegdheid. Als dat het geval is, wordt hierbij – indien nodig – informatie uit openbare bronnen gezocht (zoals de Kamer van Koophandel, het Kadaster en internet). Of het ondermijningssignaal voldoende concreet, objectief en actueel is wordt ook bekeken. De indicatoren in bijlage 1 zijn leidend voor de toetsing en weging van het ondermijningssignaal.

Na deze eerste weging volgt een beslismoment:

  • er gebeurt niets met het signaal, waarbij het signaal gedurende een jaar versleuteld bewaard wordt om tot een jaarlijkse verantwoording te komen. Het signaal wordt in een digitale map bewaard en wordt daarna vernietigd;

  • of een signaal wordt verder opgepakt buiten het LOO om en wordt daarom intern doorgeleid naar de relevante gemeentelijke functionaris.

  • of een signaal wordt met hulp van het daarvoor bestemde RIEC-signaaldocument naar het RIEC gestuurd die de regie vervolgens voert;

  • of er volgt een vervolganalyse waarmee fase 2 ingaat.

Fase 2 (tweede weging signaal)

In fase 2 van het protocol worden de gemeentelijke bronnen geraadpleegd, waarna een tweede weging van het signaal plaatsvindt door middel van een ‘hit’-check. In deze vervolgfase worden gemeentelijk bronnen geraadpleegd door alle deelnemers van het LOO. De informatie waarover de verschillende deelnemers aan het LOO beschikken, wordt gebruikt om het signaal verder te verrijken.

Het signaal wordt vervolgens geagendeerd voor het LOO. De deelnemers van het LOO wordt gevraagd om vanuit hun eigen kennis en expertise de voor hun beschikbare open bronnen en gesloten interne bronnen te raadplegen voor een recht- en doelmatig verrijking van het concrete signaal. Er moet sprake zijn van relevante informatie voor het signaal.

Fase 3 (Besluit over signaal tijdens lokaal overleg ondermijning)

Tijdens het LOO wordt een signaal besproken waarbij de deelnemers enkel gevraagd wordt of zij een ‘hit’ (bekend in de geraadpleegde bronnen) of ‘no hit’ (niet bekend in de geraadpleegde bronnen) op het signaal hebben.

De analyse in dit overleg leidt tot:

  • a.

    Geen hit: er wordt geen verdere actie ondernomen. Het signaal wordt een jaar bewaard om tot een jaarlijkse verantwoording te komen, daarna wordt het signaal vernietigd.

  • b.

    Bij meerdere hits wordt vastgesteld of signaal verder integraal opgepakt wordt.

    • Mono- of multidisciplinaire aanpak door één of meerdere samenwerkende gemeentelijke afdelingen. Het signaal blijft op de actielijst van het LOO staan voor een terugkoppeling. Nadat de actie afgehandeld is, wordt het signaal vijf jaar bewaard.

    • Doorgeleiding naar het RIEC, middels het invullen van het RIEC-signaalformulier, ter behandeling van een casus onder het RIEC-convenant. Signaal wordt een jaar bewaard om tot een jaarlijkse verantwoording te komen, daarna wordt het signaal vernietigd.

De bewaarde signalen zijn alleen beschikbaar voor een adviseur Veiligheid, cluster ondermijning en blijven beschikbaar voor het geval dat er nadere informatie nodig is voor een strafrechtelijke procedure.

4.1 Schematische weergave protocol

Schematisch kan de behandeling van de ontvangst van een mogelijk ondermijningssignaal op gemeentelijk niveau als volgt weergegeven worden:

afbeelding binnen de regeling

5. Artikelen protocol

Artikel 5.1 Doel van protocol

De bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit dient met inachtneming van wet- en regelgeving op het gebied van bescherming van de persoonlijke levenssfeer (privacy) plaats te vinden. Dit protocol beoogt de benodigde waarborgen daarvoor te bieden en verantwoording daarover af te leggen. Zodoende is dit protocol gefaseerd ingericht, zodat de gegevensverwerking beperkt wordt tot hetgeen noodzakelijk is voor het doel waarvoor ze worden verwerkt. Dit protocol biedt een betrokkene inzicht in de wijze waarop de gemeente Almere bij deze aanpak zijn/haar persoonsgegevens verwerkt en met welk doel dat gebeurt. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan de belangrijkste privacy-beginselen als genoemd in artikel 5 van de AVG.

Artikel 5.2 Verwerkingsverantwoordelijke

Het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester van de gemeente Almere, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft, is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit en de in verband daarmee aan te leggen bestanden. Betrokkenen kunnen zich tot verwerkingsverantwoordelijke het college respectievelijk de burgemeester, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft, richten voor de uitoefening van hun rechten die voortvloeien uit artikel 15 tot en met 22 van de AVG. Verwerkingsverantwoordelijken zullen onderling de eventueel noodzakelijke doorzending van verzoeken met betrekking tot de rechten van betrokkenen regelen.

Artikel 5.3 Grondslag voor de verwerking

De grondslag voor de gegevensverwerking in het kader van de bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit is vooralsnog niet gelegen in een specifieke wettelijke taak in sectorale wetgeving, maar in de bestuurlijke opdracht van het kabinet om tot een versterking van de aanpak van de ondermijnde criminaliteit te komen. De gemeentelijke bestuursorganen hebben bevoegdheden, die mede hierop zien. Onder andere de wettelijke taak van de burgemeester tot handhaving van de openbare orde met als grondslag artikel 172 Gemeentewet en aanverwante wet- en regelgeving, waaronder de bestuurlijke aanpak van ondermijning mede kan worden geschaard.

Voor haar activiteiten is de georganiseerde criminaliteit aangewezen op lokale infrastructuren en faciliteiten. De bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit gemeente Almere biedt een belangrijk instrument om op lokaal niveau in te grijpen, om de veiligheid, leefbaarheid en het behoud van de democratische rechtsstaat te waarborgen.

Artikel 5.4 De verwerkte persoonsgegevens

  • 1. Van de melders worden uitsluitend de in het signaal opgenomen persoonsgegevens verwerkt ten behoeve van communicatie met de melder.

  • 2. Van de personen over wie wordt gemeld, worden gegevens verwerkt zoals benoemd in de Bijlage 2 ‘categorieën van verwerkte gegevens’ behorend bij dit protocol. De gegevens worden in een beschermd bestand verwerkt of bewaard.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde persoonsgegevens worden gebruikt voor:

    • a)

      afhandeling van het signaal, overeenkomstig de artikelen 6.1.1, 6.1.2, 6.2.2. en/of 6.3 van het protocol, of

    • b)

      het (mono- of multidisciplinair) oppakken van het signaal binnen de eigen kaders door de gemeentelijke onderdelen, of;

    • c)

      de verdere aanpak van ondermijning onder regie van de adviseur Veiligheid, cluster ondermijning of;

    • d)

      het verstrekken van het signaal binnen het RIEC, overeenkomstig artikelen 6.1.1, 6.1.2, 6.2.2. en/of 6.3 van het protocol.

Artikel 5.5 Categorieën van ontvangers

Voor zover noodzakelijk voor de in paragraaf 2.1 genoemde doelen, kunnen gegevens (signaal en aanvullingen uit open bronnen) worden:

  • a)

    verstrekt aan gemeentelijke onderdelen ten behoeve van een plan van aanpak, voor zover deze gegevens voor een welbepaald omschreven doel worden verwerkt, of;

  • b)

    verstrekt binnen het RIEC.

Artikel 5.6 Beheer

  • 1. De (adjunct)afdelingsmanager van de afdeling Bestuur, Veiligheid & Leefbaarheid van de gemeente Almere is beheerder. Hij/zij draagt zorg voor het beheer van de verwerking, waaronder de beveiliging van de persoonsgegevens, de informatieverstrekking aan betrokkene en de afhandeling van de door betrokkene uitgeoefende rechten.

  • 2. Het feitelijk beheer van de verwerking van persoonsgegevens en feitelijke naleving van de informatieplicht is opgedragen aan een door beheerder daartoe aangewezen functionaris adviseur Veiligheid van het cluster ondermijning, behorende tot zijn organisatie. Slechts de adviseur Veiligheid, cluster ondermijning en diens vervanger(s) hebben toegang tot het geautomatiseerde bestand.

Artikel 5.7 Beveiliging van persoonsgegevens

De beheerder draagt zorg voor passende technische en organisatorische maatregelen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. Hiertoe behoren in ieder geval:

  • vastgesteld beveiligingsbeleid dat ook is geïmplementeerd; en

  • fysieke maatregelen voor toegangsbeveiliging inclusief organisatorische controle;

  • logische toegangscontrole (wachtwoord of pincode);

  • Ingeval van een datalek, zal het interne dataprotocol worden gevolgd.

Artikel 5.8 Bewaartermijn

  • 1. De gegevens worden:

    • a)

      gedurende een jaar bewaard indien fase 1 en/of 2 van het protocol niet tot verdere aanpak van het signaal leidt;

    • b)

      gedurende vijf jaar bewaard na afronding van de aanpak indien het signaal tot een aanpak heeft geleid;

    • c)

      na afloop van de bewaartermijn worden de gegevens vernietigd volgens het formele vernietigingsproces.

  • 2. Op basis van een nieuw signaal kunnen de bewaarde persoonsgegevens ten behoeve van het nieuwe signaal worden geraadpleegd dan wel verwerkt en is het protocol van toepassing op de nieuwe verwerking.

  • 3. De opgenomen gegevens kunnen voor evaluatie dan wel wetenschappelijk onderzoek in niet tot individuele personen herleidbare vorm bewaard blijven.

Artikel 5.9 Rechten van betrokkenen

  • 1. Betrokkene kan verzoeken als bedoeld in de artikelen 15, 16, 17, 18 en 21 van de AVG richten tot het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester van de gemeente Almere als verwerkings-verantwoordelijke. De beheerder handelt deze verzoeken namens het college of de burgemeester af binnen 4 weken na ontvangst ervan, behoudends de wettelijke mogelijkheden tot verlenging.

  • 2. Het bovenvermelde kan worden beperkt voor zover dit noodzakelijk is in het belang van:

    • a)

      de nationale veiligheid;

    • b)

      landsverdediging;

    • c)

      de openbare veiligheid;

    • d)

      de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid;

    • e)

      andere belangrijke doelstellingen van algemeen belang met name een belangrijk economisch of financieel belang, met inbegrip van monetaire, budgettaire en fiscale aangelegenheden, volksgezondheid en sociale zekerheid;

    • f)

      de bescherming van de onafhankelijkheid van de rechter en gerechtelijke procedures;

    • g)

      de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van schendingen van de beroepscodes voor gereglementeerde beroepen;

    • h)

      een taak op het gebied van toezicht, inspectie of regelgeving die verband houdt, al is het incidenteel, met de uitoefening van het openbaar gezag in de in de punten a), tot en met e) en punt g) bedoelde gevallen;

    • i)

      de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen.

6. Fases van het protocol en de specifiek voor die fase geldende artikelen

6.1 Fase 1 van het proces (en de specifiek voor deze fase geldende artikelen)

De eerste stap betreft de intake en eerste beoordeling en weging van door burgers en professionals gemelde signalen van bepaalde handelingen, gedragingen en/of situaties die kunnen duiden op verschijningsvormen van ondermijnende criminaliteit. Indien na weging in deze fase komt vast te staan dat er geen sprake is van ondermijnende activiteiten, maar wel mogelijke overtreding van wet- of regelgeving, dan verwerkt het desbetreffende gemeentelijke onderdeel (of onderdelen) de gegevens op basis van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving conform de bijbehorende wettelijke kaders.

Artikel 6.1.1 Het doel van de verwerking van persoonsgegevens

De verwerking in deze eerste beoordelingsfase is ten behoeve van:

  • 1.

    Analyseren van signalen van burgers en professionals op onrechtmatigheden en maatschappelijke bedreigingen die op ondermijnende activiteiten duiden(en).

  • 2.

    Aan de hand van de in bijlage 2 onder fase 1 genoemde bronnen vaststellen of een signaal voldoende is voor verdere aanpak ondermijning.

Artikel 6.1.2 Weging signaal en vervolg signaalanalyse

  • 1. Onder verantwoordelijkheid van de adviseur Veiligheid, cluster ondermijning wordt het signaal aan de hand van de in bijlage 1 en 2 genoemde bronnen en indicatoren beoordeeld;

  • 2. Indien er na deze weging geen sprake is van ondermijnende of criminele activiteiten dan wordt het signaal:

    • a)

      niet bewaard, indien het signaal persoonsgegevens3 bevat en voor het bewaren niet langer een gegronde reden is;

    • b)

      bewaard en na verloop van de bewaartermijn van 1 jaar vernietigd of;

    • c)

      doorgezet naar een gemeentelijk onderdeel (onderdelen).

  • 3. Indien er na deze weging wel sprake is van vermoeden van ondermijnende of criminele activiteiten dan volgt de (tweede) vervolg signaalanalyse, hetgeen kan leiden tot een feitelijke casus.

Artikel 6.1.3. Informeren betrokkene bij eerste signaalanalyse

  • 1. Indien een signaal, zoals in hierboven genoemd artikel 6.1.2, lid 2, sub c mono- of multidisciplinair door een onderdeel (onderdelen) van de gemeente wordt opgepakt, dan informeert het desbetreffende onderdeel (onderdelen) betrokkene conform de regels vastgelegd in de AVG.

  • 2. Het informeren van betrokkene worden beperkt/dan wel kan achterwege worden gelaten voor zover dit noodzakelijk is in het belang van:

    • a)

      de nationale veiligheid;

    • b)

      landsverdediging;

    • c)

      de openbare veiligheid;

    • d)

      de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid;

    • e)

      andere belangrijke doelstellingen van algemeen belang met name een belangrijk economisch of financieel belang, met inbegrip van monetaire, budgettaire en fiscale aangelegenheden, volksgezondheid en sociale zekerheid;

    • f)

      de bescherming van de onafhankelijkheid van de rechter en gerechtelijke procedures;

    • g)

      de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van schendingen van de beroepscodes voor gereglementeerde beroepen;

    • h)

      een taak op het gebied van toezicht, inspectie of regelgeving die verband houdt, al is het incidenteel, met de uitoefening van het openbaar gezag in de in de punten a), tot en met e) en punt g) bedoelde gevallen;

    • i)

      de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen.

Artikel 6.2 Fase 2 van het proces (en de specifiek voor deze fase geldende artikelen)

De vervolg signaalanalyse volgt op de weging van de eerste signaalanalyse. Als bij de eerste signaalanalyse de weging van het signaal leidt tot de conclusie dat er sprake is van ondermijnende activiteiten, dan start de vervolg signaalanalyse. In deze vervolgfase volgt een tweede weging van het signaal, waarbij ook gemeentelijk bronnen worden geraadpleegd door alle deelnemers van het LOO.

Artikel 6.2.1 Het doel van de verwerking van persoonsgegevens bij vervolg signaalfase

Het doel van de verwerking in deze fase is het doen van een vervolganalyse van de meldingen en signalen van organisaties, burgers en professionals op onrechtmatigheden en maatschappelijke bedreigingen van ondermijnende activiteiten door middel van ‘hit’- check bij de relevante gemeentelijke onderdelen (en) om vast te stellen of er sprake is van ondermijnende activiteiten.

Artikel 6.2.2 Weging signaal en stappen bij vervolg signaalanalyse

De adviseur Veiligheid, cluster ondermijning beoordeelt het signaal uit de eerste signaalanalyse met de aanvullingen aan de hand van de relevante gemeentelijke bronnen door middel van een ‘hit’-check bij de relevante gemeentelijke onderdelen/het relevante gemeentelijke onderdeel aan de hand van de in bijlage 1 en 2, inclusief de hierin genoemde bronnen en de genoemde indicatoren. De adviseur Veiligheid, cluster ondermijning vraagt alle deelnemers van het LOO om ook de tot hun beschikbare relevante gemeentelijke bronnen te raadplegen ter voorbereiding op bespreking van het signaal in het LOO.

Op basis van deze analyse beslist de adviseur Veiligheid, cluster ondermijning of een signaal:

  • 1.

    Geagendeerd wordt voor een LOO, waarbij de regie bij de adviseur Veiligheid, cluster ondermijning ligt, omdat het signaal duidt op ondermijnende activiteiten, of;

  • 2.

    Mono- of multidisciplinaire opgepakt wordt omdat er weliswaar geen sprake is van ondermijnende activiteiten, maar wel van overige onrechtmatigheden waarbinnen de afzonderlijke gemeentelijke onderdelen met de bijbehorende publiekrechtelijke taken binnen hun eigen kaders belast zijn of;

  • 3.

    Doorgeleid wordt naar het RIEC-samenwerkingsverband als het signaal erop duidt dat sprake is van georganiseerde criminaliteit, die zich leent voor een integrale en geïntegreerde aanpak binnen het RIEC-samenwerkingsverband.

Artikel 6.2.3 Informeren betrokkene

  • 1. Indien een signaal geagendeerd wordt voor een gemeentelijk LOO, dan informeert de adviseur Veiligheid, cluster ondermijning de betrokkene over wie is gemeld. Hij verstrekt hierbij de volgende informatie:

    • a)

      de identiteit van de verwerkingsverantwoordelijke en de doeleinden van de verwerking;

    • b)

      nadere informatie die nodig is om tegenover de betrokkene een behoorlijke en zorgvuldige verwerking te waarborgen.

  • 2. Indien het signaal, zoals in de hierboven genoemde artikel 6.2.2, lid 3 naar het RIEC-samenwerkingsverband wordt doorgezet, dan geldt de procedure zoals deze is neergelegd in het RIEC Privacyprotocol.

  • 3. Het informeren van betrokkene worden beperkt voor zover dit noodzakelijk is in het belang van:

    • a)

      de nationale veiligheid;

    • b)

      landsverdediging;

    • c)

      de openbare veiligheid;

    • d)

      de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid;

    • e)

      andere belangrijke doelstellingen van algemeen belang met name een belangrijk economisch of financieel belang, met inbegrip van monetaire, budgettaire en fiscale aangelegenheden, volksgezondheid en sociale zekerheid;

    • f)

      de bescherming van de onafhankelijkheid van de rechter en gerechtelijke procedures;

    • g)

      de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van schendingen van de beroepscodes voor gereglementeerde beroepen;

    • h)

      een taak op het gebied van toezicht, inspectie of regelgeving die verband houdt, al is het incidenteel, met de uitoefening van het openbaar gezag in de in de punten a), tot en met e) en punt g) bedoelde gevallen;

    • i)

      de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen.

  • 3. Zodra de belangen als genoemd in het tweede lid informatie verstrekking niet langer in de weg staan, draagt de verwerkingsverantwoordelijke zorg dat de vereiste informatie alsnog aan betrokkene wordt verstrekt.

6.3 Fase 3 van het proces (en de specifiek voor deze fase geldende artikelen)

Tijdens het LOO wordt het signaal door middel van een ‘hit’/‘no hit’-check besproken. De deelnemers van het LOO geven aan of er voor het signaal relevante informatie bekend is bij de verschillende gemeentelijke (+ RIEC) onderdelen.

  • Als er geen ‘hit’ is, wordt verder geen actie ondernomen: het signaal wordt (versleuteld) een jaar bewaard en daarna vernietigd.

  • Als er wel een ‘hit’ is wordt besloten of het signaal:

    • -

      Mono- of multidisciplinaire opgepakt wordt omdat er weliswaar sprake is van ondermijnende activiteiten, maar doorgeleiding naar het RIEC-samenwerkingsverband als ‘te zwaar’ wordt gezien; of;

    • -

      Doorgeleid wordt naar het RIEC-samenwerkingsverband als het signaal erop duidt dat sprake is van georganiseerde criminaliteit, die zich leent voor een integrale en geïntegreerde aanpak binnen het RIEC-samenwerkingsverband. Mogelijk kan informatie uit een signaal en/of casus leiden tot een nieuw signaal en wordt het protocol opnieuw gevolgd. Hiervoor gelden dezelfde bewaartermijnen.

De adviseur Veiligheid, cluster ondermijning is voorzitter van het LOO en bewaakt het proces, inclusief de voortgang.

Artikel 6.3.1 Doel van verwerking van persoonsgegevens in het LOO

Het doel van de verwerking in deze fase is:

  • 1.

    Voorbereiding op inbreng van het signaal als potentiële casus binnen het RIEC-samenwerkingsverband, zoals het invullen van het RIEC-signaalformulier, alsmede het opwerken van het informatiebeeld aangaande het signaal ten behoeve van een RIEC-casus.

  • 2.

    Het monitoren van de bestuurlijke aanpak van de casus.

Artikel 6.3.2 Weging en opwerken informatiebeeld signaal

  • 1. De adviseur Veiligheid, cluster ondermijning overlegt, afhankelijk van de melding en de informatie uit de eerste- en vervolg signaalanalyse, met de relevante gemeentelijke onderdelen ten behoeve van het opwerken van het informatiebeeld aangaande het signaal voor een potentiële RIEC-casus. Hiertoe kan ook de gemeentelijke privacy-adviseur behoren als hiervoor aanleiding is.

  • 2. De adviseur Veiligheid, cluster ondermijning en betrokken functionarissen van gemeentelijke onderdelen bepalen gezamenlijk het informatiebeeld aangaande het signaal en stellen deze vast. Dit wordt door de adviseur Veiligheid, cluster ondermijning vastgelegd.

  • 3. De functionarissen van de betrokken gemeentelijke onderdelen geven mede vorm aan de informatie-uitwisseling voor het opwerken van het signaal-informatiebeeld en aan het vervolg ervan in de bestuurlijke aanpak.

  • 4. De adviseur Veiligheid, cluster ondermijning monitort het opwerken van het signaal-informatiebeeld en de bestuurlijke aanpak en overlegt met de functionarissen van de betrokken gemeentelijke onderdelen om de stand van zaken te bespreken en daar waar nodig bij te sturen.

Artikel 6.3.3 Afsluiten casus en bewaartermijn

  • 1. Na beëindiging van het opwerken van het signaal-informatiebeeld of het afronden van de bestuurlijke aanpak, wordt de casus afgesloten.

  • 2. Persoonsgegevens worden niet bewaard als hiertoe niet langer reden is.

  • 3. Casus/signaal-informatie wordt gedurende een jaar bewaard als de verwerking van de persoonsgegevens niet tot verdere aanpak van het signaal leidt.

  • 4. Het dossier van de casus wordt na sluiting gedurende vijf jaar vanaf de laatste verwerking bewaard.

  • 5. Op basis van een nieuw signaal kunnen de bewaarde persoonsgegevens voor het nieuwe signaal worden geraadpleegd dan wel verwerkt en is het werkproces/protocol van toepassing op de nieuwe verwerking.

Artikel 6.3.4 Informeren betrokkene

Artikel 6.2.3 is overeenkomstig van toepassing voor het informeren van betrokkene.

7. Afsluiting

7.1 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking de dag na publicatie.

7.2 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als ‘Privacyprotocol Bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit gemeente Almere 2025’.

7.3 Ondertekening

Ondertekening

Almere, 6 mei 2025

burgemeester en wethouders van Almere,

de secretaris,

A. van Mazijk

de burgemeester,

W.H.J.M. van der Loo

de burgemeester van Almere,

W.H.J.M. van der Loo

Bijlage 1: checklist ten behoeve van de signaalanalyse (niet limitatief)

Aan de hand van onderstaande checklist wordt stapsgewijs beoordeeld of het signaal betrekking heeft op ondermijning. De checklist is afhankelijk van maatschappelijke ontwikkelingen en kan reeds daarom niet als limitatief worden beschouwd. Vanzelfsprekend kan de checklist worden aangepast al naar gelang de eigen gemeentelijke praktijk en ervaringen. Dit betreft geen wijziging waarvoor dit protocol aangepast moet worden.

De ontvangst van een signaal door de adviseur Veiligheid, cluster ondermijning vormt het startpunt voor het protocol. Er wordt tot uitgangspunt genomen dat het delen van signalen met de adviseur Veiligheid, cluster ondermijning op rechtmatige wijze geschiedt. Vanzelfsprekend zal een verstrekker van een signaal wel steeds moeten vaststellen of die verstrekking in lijn is met de privacyregelgeving.

Stap 1: Het signaal heeft betrekking op een dan wel meer van de volgende categorieën personen.

Openbare inrichtingen

  • a.

    pandeigenaar

  • b.

    verhuurder

  • c.

    huurder/pachter

  • d.

    exploitant/beheerder/Leidinggevende

  • e.

    tussenpersoon

  • f.

    geldschieters

Georganiseerde hennepteelt/drugs(-handel)

  • a.

    Huis/pandeigenaar

  • b.

    Verhuurder

  • c.

    Huurder

  • d.

    Tussenpersoon (verhuurmakelaar, evt. andere vormen?)

Mensenhandel, -smokkel en uitbuiting (o.a. illegale prostitutie)

  • a.

    Huis/pandeigenaar

  • b.

    Verhuurder

  • c.

    Huurder

  • d.

    eigenaar (illegale) seksinrichting

  • e.

    eigenaar (illegale) massagesalon

  • f.

    exploitant van een vergunde seksinrichting

  • g.

    beheerder van een vergunde seksinrichting

  • h.

    illegaal werkende prostituee (d.w.z. zonder vergunning)

Fraude in de vastgoedsector

  • a.

    Huis/pandeigenaar

  • b.

    Verhuurder

  • c.

    Huurder

  • d.

    Tussenpersoon (verhuurmakelaar, andere vormen?)

  • e.

    stichting, vereniging of andere ondernemingsvorm (of bestuurders hiervan)

Misbruik in de vastgoedsector

  • a.

    Huis/pandeigenaar

  • b.

    Verhuurder

  • c.

    Huurder

  • d.

    Tussenpersoon (verhuurmakelaar, andere vormen?)

  • e.

    stichting/vereniging of andere ondernemingsvorm (of bestuurders hiervan)

Fraude en/of witwassen en daaraan gerelateerde vormen of andere vormen van financieel-economische criminaliteit (o.a. ook illegaal gokken/heling/underground banking)

  • a.

    ontvanger/begunstigde uitkering vanuit de gemeente

  • b.

    ontvanger/begunstigde subsidie vanuit de gemeente

  • c.

    andersoortige begunstigende beschikking vanuit de gemeente

  • d.

    een tussenpersoon/gemachtigde met betrekking tot zorg

  • e.

    pandeigenaar

Algemeen

  • a.

    overige faciliteerders die ondermijnende of criminele activiteiten mogelijk maken en/of (on)bewust in stand houden;

  • b.

    en/of personen die een rol spelen bij een regionaal thema of een handhavingsknelpunt (bv harddrugs, windhappers, (leden van) OMG’s, criminele samenwerkingsverbanden);

Stap 2: Het signaal kan een van onderstaande kenmerken omvatten.

Kader/begripsbepaling ‘ondermijnende criminaliteit’

  • -

    Aantasting van instituten die zich richten op legale perspectieven en de werking van het samenlevingssysteem borgen en sturen.

  • -

    Aantasting van de gezagspositie van bestuur, politie en/of andere overheidsorganen.

  • -

    Aantasting of latente c.q. mogelijke aantasting van de openbare orde en veiligheid.

  • -

    Ontwrichting of latente c.q. mogelijke ontwrichting van de maatschappelijke, politieke en/of economische structuren.

  • -

    Onrechtmatigheden, maatschappelijke bedreigingen en/of georganiseerde criminaliteit In aanvulling is tenminste sprake van één van onderstaan- de locatie-, persoons- en/of bedrijfsgebonden indicatoren binnen het grondgebied van de gemeente Almere.

In aanvulling is tenminste sprake van één van onderstaande locatie-, persoons- en/of bedrijfsgebonden indicatoren binnen het grondgebied van de gemeente Almere.

Indicator ‘situationele en lokale verankering’

  • -

    Gelegenheidsstructuren (of criminaliteit bevorderende condities) in de bestuurlijke omgeving (wet en regelgeving; toezicht en handhaving).

  • -

    Gelegenheidsstructuren (of criminaliteit bevorderende condities) in de (sociaal-)maatschappelijke omgeving (fysieke omgevingskenmerken, maatschappelijke ontwikkelingen, sociale relaties of netwerken, informele controle).

  • -

    Gelegenheidsstructuren (of criminaliteit bevorderende condities) in de zakelijke / economische omgeving (beroepen, branches, marktpartijen).

  • -

    Processen, procedures, instructies en/of structuren binnen (een) (publieke) organisatie(s) die het mogelijk maakt (on-)bewust te faciliteren.

  • -

    Bij de gelegenheidsstructuren is een locatie (zoals een pand of bedrijf/onderneming), een persoon, een groep, een familie en/of netwerk (meerdere personen die samenwerken) betrokken.

Stap 3: Er kan tenminste sprake zijn van één van onderstaande indicatoren, hetgeen nader uitgewerkt is in de bijbehorende lijst met ‘red flags’.

Indicator ‘signalering’

  • -

    Incongruenties (omstandigheden en gedragingen); feit dat indicaties niet goed bij elkaar passen, niet goed overeenstemmen in aard, omvang en intensiteit.

  • -

    Malafide en/of criminele activiteiten, hinder en/of overlast.

  • -

    Veelal systematisch en structureel gepleegd.

  • -

    Latent aanwezig.

  • -

    Complex.

Lijst met ‘red flags

Algemeen

  • -

    Salaris uitbetalen per week en/of per kas.

  • -

    Financiële man/financieel ‘directeur’ kan factuur niet plaatsen en moet navraag doen/fiat vragen bij de baas.

  • -

    Sterke waardestijging van moeilijk waardeerbare aandelen.

  • -

    Grootaandeelhouder heeft geen weet van wat überhaupt in de onderneming gaande is.

  • -

    De officiële eigendomsverhoudingen in rechtspersoon zijn niet in verhouding met de daadwerkelijke gezagsverhoudingen.

  • -

    Huurders/gebruikers/kopers die ook op een andere wijze een functie bij koper of verkoper van een onroerende zaak vervullen.

  • -

    Onmogelijkheid om gezien inkomen en/of vermogen onroerende zaken te kopen en/of financiering te krijgen.

  • -

    Waarde van afzonderlijke appartementsrechten na splitsing (in het bijzonder indien een deel in de privé- en een deel de zakelijke sfeer terecht komen.

  • -

    Leningen met aflossingen/geldstromen vanuit het buitenland.

  • -

    Plotselinge stijgingen in vermogensopstellingen box 3 inkomstenbelasting.

  • -

    Niet gebruikelijke juridische vastgoedconstructies, mede in combinatie met verzoek om vrijstelling ex art. 15 lid 1 letter h WBR.

  • -

    Vastgoedondernemingen die volgens het handelsregister geen werkzame personen hebben.

  • -

    Aangifte door huurder van bedreiging/ intimidatie omdat hij het idee heeft dat de verhuurder hem uit de woning wil hebben. (Een dergelijke aangifte kan duiden op een criminele verhuurder.)

  • -

    Meerdere provisies naar verschillende personen. Personen die voor elkaar betalen.

  • -

    Onlogische geldstromen en/of facturen.

  • -

    Vaste ‘functionele’ relatie tussen bankmedewerker en specifieke personen van overige zakelijke dienstverleners.

  • -

    Onvoldoende waarborgen binnen de financiële onderneming voor de bescherming van de integriteit van medewerkers door functiescheiding. Exclusieve relatie tussen medewerker van hypotheekbank, notaris en belastingadviseur.

  • -

    Geconstateerd is dat grote bedragen niet opvallen en vertrouwen wekken. Juist bij grote bedragen dient de financiële onderneming echter alert te zijn omdat daarin schijn en wezen kunnen verschillen.

  • -

    Het gebruik van waardeverklaringen in plaats van officiële taxatierapporten.

  • -

    Afwijkend tarief voor (ogenschijnlijke) standaardopdracht.

  • -

    Waardebepaling van panden met krakers en panden met mogelijke bestemmingswijziging.

  • -

    Het gebruik van oude beschikbare bronnen (bijvoorbeeld oud kadastraal uittreksel of bewijs van eigendom).

  • -

    Meerdere sterk wisselende taxaties voor eenzelfde vastgoed in een relatief korte periode.

  • -

    Exclusieve relatie (volume- en/of prijsafspraken) tussen de makelaar/taxateur en de intermediair/financiële onderneming voor taxaties ten behoeve van de financiering.

  • -

    Eigen belang bij de uitkomst van de taxatie of de hoogte van het taxatiebedrag.

  • -

    Retourprovisie of commerciële afspraken met intermediairs en financiële onderneming.

  • -

    Ontbreken van vaste onderdelen in het onderzoek ten behoeve van de waardebepaling door de makelaar/taxateur (informatie over vergelijkbare panden, WOZ-waarden, gebruik van het puntensysteem voor het vaststellen van de waarde of de hoogte van de huren).

  • -

    Ontbreken standaarddossieropbouw met onderliggende documentatie en uitzonderingsrapportages.

  • -

    Onvoldoende waarborgen bij de makelaar/taxateur voor de bescherming van de integriteit van medewerkers door functiescheiding (afhankelijk van omvang kantoor; bijvoorbeeld scheiding tussen de intake en de uitvoering van opdrachten en review van uit te brengen taxatierapporten en waardeverklaringen).

  • -

    Exclusieve relatie tussen notaris, belastingadviseur en medewerker van hypotheekbank.

  • -

    Aparte belastingadviseur voor offshore structuur.

  • -

    Hoge vergoeding voor belastingadviseur (vast maandbedrag en uurtarief).

  • -

    De koper verricht betalingen aan de (fiscaal) adviseur van de verkoper.

  • -

    Exclusieve relatie tussen belastingadviseur, notaris en medewerker van hypotheekbank.

  • -

    Bedrijfskosten van de onderneming zijn zeer laag.

  • -

    Een combinatie van een beperkt inkomen en een grote investering in vastgoed.

  • -

    Personen die bij volmacht handelen (dit kan wijzen op het buiten beeld houden van de ‘ultimate beneficial owner’).

  • -

    Doorverwijzen van Nederlandse cliënten door trustkantoren naar buitenlandse banken, waar men coderekeningen kan aanhouden.

  • -

    Trustkantoor geeft opdracht terug en/of beëindigt de relatie.

  • -

    Aanpassen jaarstukken door accountant t.b.v. het verkrijgen van hypothecaire lening.

  • -

    Investeerder is een wereldburger die nergens of ieder geval niet in Nederland belastingplichtig is.

  • -

    Een combinatie van een beperkt inkomen en een grote investering in vastgoed.

  • -

    Grote afhankelijkheid overige zakelijke dienstverlener van één klant.

  • -

    Iemand met een minderheidsbelang heeft feitelijke leiding over de onderneming, terwijl de overige partijen met een belang opvallend passief zijn en blijven.

  • -

    Makelaar/verhuurmakelaar/tussenpersoon die bij meerdere panden betrokken is geweest waar overtredingen zijn geconstateerd.

Loverboys: minderjarigen (< 18 jaar)

  • -

    Spijbelen.

  • -

    Haalt (‘ineens’) slechte cijfers.

  • -

    Lijkt ineens veel geld te hebben (dure kleding, telefoon etc.).

  • -

    Keert zich af van ouders/vrienden.

  • -

    Grensoverschrijdend gedrag.

  • -

    Komt alleen nog thuis om te slapen.

  • -

    Heeft onverklaarbare schulden.

  • -

    Loopt regelmatig weg, is veel weekenden en nachten weg.

Financiering

T.a.v. partijen

  • -

    Gebruik vennootschappen in een land waar niet wordt geregistreerd wie de aandeelhouder is.

  • -

    Combinatie van een offshore vennootschap en een geldstroom die uit een land met een bankgeheim komt.

  • -

    Complexe vennootschappelijke constructies.

T.a.v. kredietdossiers

  • -

    Onvoldoende CDD.

  • -

    Onvolledig kredietdossier en (te) oude stukken (bijvoorbeeld niet aantreffen van originele door de makelaar/taxateur gewaarmerkte taxatierapporten).

  • -

    Financiële onderneming gaat akkoord met passeren akte, terwijl het dossier nog incompleet is. • kredietdossier is in één keer compleet/ spoed.

  • -

    Kredietbeoordelaar controleert niet de door kredietaanvrager opgegeven vermogensbestanddelen, inkomen en/of winst.

  • -

    Bij financiering wordt verkoopwaarde van een pand meegenomen, terwijl persoon pand niet op naam heeft staan.

  • -

    ABC-constructie (specifiek i.g.v. financiële problemengeld- lener: risico dat A voor te lage waarde uit boedel wordt getild, B-C transactie wel tegen normale waarde).

  • -

    Hypotheken worden verstrekt aan personen met (financiële) antecedenten (bijvoorbeeld persoon staat opgenomen in BKR als wanbetaler van geldleningen).

  • -

    Meerdere malen BKR getoetst in korte tijd.

  • -

    BKR-registratie recent beëindigd (check BKR historie).

  • -

    Op de loonstrook die wordt overgelegd aan de hypotheekverstrekker staat aangegeven dat het salaris per kas wordt uitbetaald.

  • -

    Vormfouten in aangeleverde documenten, zoals loonstrook, werkgeversverklaringen, taxatierap- porten en depotnota’s.

  • -

    Recente datum indiensttreding.

  • -

    Afwijkende adressen op verschillende documenten.

  • -

    Aanvragers hebben meerdere onderpanden.

  • -

    Gefingeerd samenwonen (personen ‘bij elkaar geplakt’).

  • -

    Taxatierapporten zijn niet in fysieke originele vorm opgenomen in het kredietdossier.

  • -

    Het aantreffen van meerdere – kort na elkaar – vervaardigde / gedateerde taxatierapporten (kan wijzen op een situationeel gebruik hiervan).

  • -

    Aanvraag financiering voor verbouwing terwijl verbouwing al (nagenoeg) gereed is.

  • -

    Makelaar/taxateur/notaris/bouwkundig deskundige betrokken bij transactie die niet afkomstig is uit ‘de streek’.

T.a.v. de taxatie

  • -

    Huren die gezien de locatie / pand opvallend hoog zijn (hiermee kan een te hoge taxatie worden bewerkstelligd en kan worden witgewassen).

  • -

    Aanwezigheid van risicovolle ondernemingen en/of bedrijfsomschrijvingen volgens gegevens van de KvK op het adres van het te financieren vastgoed.

  • -

    Taxaties voor financieringsaanvraag die de waarde na verbouwing vermelden, zonder dat de financiële onderneming een goede controle laat plaatsvinden op de relatie waardevermeerdering vs. verbouwing en op de nota’s.

  • -

    Exclusieve relatie tussen de financiële onderneming en de makelaar/taxateur die taxaties verricht ten behoeve van de financiering.

  • -

    Opdrachtgever taxatie is (onbekende) derde.

  • -

    Het als financiële onderneming slechts gebruik maken van één vaste makelaar/taxateur voor taxaties, zonder dat er een controle plaatsvindt indien de gevraagde kredietfaciliteit onder een bepaald bedrag blijft.

T.a.v. verstrekking hypotheek en bouwdepot

  • -

    De bewuste bankmedewerker (accountmanager) is de medewerker met hoogste provisie.

  • -

    Het verstrekte bedrag van de hypotheek staat niet in verhouding tot de (legale) inkomsten (salaris, huur of uit onderneming)/ verhouding leeftijd vs. inkomen vs. Beroep.

  • -

    Meerdere hypotheken gevestigd op één pand in combinatie met herhaaldelijk oversluiten.

  • -

    Hypotheken worden in korte tijd meerdere keren substantieel verhoogd.

  • -

    Onttrekkingen aan bouwdepots zonder facturen.

  • -

    (Ver)bouw nota’s worden onwaarschijnlijk snel achter elkaar ter uitbetaling ingezonden.

  • -

    Offertes ingediend als factuur.

  • -

    Werkzaamheden op factuur zijn niet gespecificeerd (indicator valse factuur)/ hoogte van het uit te betalen bedrag staat in geen verhouding tot de uitgevoerde werkzaamheden/geleverde goederen.

  • -

    Op factuur wordt niet verwezen naar de termijn van de aannemingsovereenkomst (indicator valse factuur).

  • -

    Het onttrekken van gelden inclusief omzetbelasting aan bouwdepots van zakelijke entiteiten.

  • -

    Nationale Hypotheek Garantie (NHG) meerdere keren verstrekt t.b.v. dezelfde partij.

  • -

    Adres volgens Basisregistratie Personen (BRP) wijkt af van adres volgens NHG.

T.a.v. transport- en/of hypotheekakte

  • -

    Discrepantie aan begin of eind van transactie tussen degene die het geld fourneert en degene die eigenaar wordt.

  • -

    Op het moment van transport wordt de hypotheek doorgehaald. Het lijkt alsof (een deel van) de verkoopopbrengst voor verrekening wordt gebruikt. Dit is echter niet het geval. Op de afrekening van de notaris staat (“aflossing hoofdsom X: nihil”).

  • -

    Waarborg wordt niet ingeroepen dan wel niet opgeëist (wijst op gelieerde partijen).

T.a.v. gebruik rekeningen

  • -

    Contante stortingen middels sealbags op rekeningen waarvoor geen dergelijke overeenkomst is afgesloten met de bank.

  • -

    Omschrijving ‘one of our clients’ op bankafschriften.

  • -

    Sealbagstortingen op derdengeldenrekeningen (of andere rekeningen) van advocatenkantoren of notariskantoren (verschoningsgerechtigden).

  • -

    Kosten voor contante geldtransporten in opdracht van de bank die worden doorbelast aan de cliënt.

  • -

    Grote aflossing hypotheek zonder dat dat onderbouwd kan worden door verkoop vorige woning of andere bronnen.

  • -

    Ontvangen aflossingen vanaf derdengeldenrekeningen van advocaten, terwijl geen sprake is van een boedel- scheiding of een faillissement.

  • -

    Taxaties voor financieringsaanvraag die de waarde na verbouwing vermelden.

T.a.v. financierende partijen

  • -

    Financierende partij is een buitenlandse niet-financiële instelling.

  • -

    Financierende partij is een (constructie met) offshore vennootschap(pen) en/of komt uit land met een bankgeheim en/of kort na het ontstaan van een dergelijke constructie wordt vastgoed aangeschaft.

  • -

    Financierende partij is een vennootschap waarvan de aandelen aan toonder zijn.

  • -

    Financiering door verkoper.

  • -

    De waarborgsom wordt bijeengebracht door anderen dan de juridische eigenaar of diens hypotheeknemer.

  • -

    Financierende partij is een niet-zakelijke partij.

  • -

    Financierende partij is onbekend.

  • -

    Financierende partij is een vennootschap waarvan de aandelen aan toonder zijn.

T.a.v. financiering zelf

  • -

    Hypotheek is niet beschikbaar op datum van levering.

  • -

    Financiering, waarbij geen hypotheek wordt gesteld.

  • -

    Grote aankoop vindt plaats zonder financiering.

  • -

    Koper blijft bedrag schuldig aan verkoper.

  • -

    Financiering door verkoper, waarbij ten gunste van verkoper een hypotheek wordt gevestigd.

  • -

    Financiering vindt plaats door verkoper tegen een hoge rente.

  • -

    Niet betaalde interest, waar geen (juridisch) gevolg aan wordt gegeven (Dit kan duiden op een feitelijke macht en/of eigendomsverhouding die niet strookt met de geregistreerde juridische overeenkomsten).

  • -

    Herfinanciering gaat niet naar de verkoper, de verkoper wordt uit andere bron betaald.

  • -

    Financiering, waarbij geen hypotheek wordt gesteld.

T.a.v. geldstroom

  • -

    Geldstroom komt van een niet-financiële instelling in het buitenland.

  • -

    Geldstroom komt vanuit (constructie met) offshore structuur en/of komt uit een land met een bankgeheim.

  • -

    Geldstroom komt van een vennootschap waarvan de aandelen aan toonder zijn.

  • -

    Geldstroom is afkomstig van buitenlandse coderekening.

  • -

    Uitbetaling aan derde partij die niet betrokken is bij de akte.

  • -

    Aflossing niet aan degene die oorspronkelijk heeft gefinancierd.

T.a.v. ongebruikelijke geldstroom

  • -

    Geldstroom komt van een niet zakelijke partij.

  • -

    Geldstroom komt van een vennootschap waarvan de aandelen aan toonder zijn.

  • -

    Geldstroom afkomstig van de derdengeldenrekeningen van verschoningsgerechtigden in Nederland.

  • -

    Betalingen provisies, commissies, advieskosten.

Koop/verkoop

T.a.v. partijen

  • -

    De koper heeft geen kennis van het te kopen object / de te kopen objecten.

  • -

    Kopende partij ‘houdt’ voor een ander.

  • -

    Levering aan verschillende rechtspersonen die door dezelfde persoon worden vertegenwoordigd.

  • -

    Gebrek aan transparantie m.b.t. uiteindelijke koper (‘nader te noemen meester’).

  • -

    Transacties tussen gelieerde partijen(privé/B.V., familieleden).

  • -

    De personen in de koopovereenkomst komen niet allen terug in de akte van levering.

  • -

    Koper in koopakte en in uiteindelijke leveringsakte verschillen, er is een partij bijgekomen (mutaties in partijen gedurende traject).

  • -

    Huurder koopt een woning van een verhuurder die een buitenlandse rechtspersoon is.

  • -

    Betrokkenheid bij transport van een persoon die niet aanwijsbaar bij de transactie is betrokken.

T.a.v. transport vastgoed

  • -

    ABC-transactie met opvallende waardestijgingen.

  • -

    Groot aantal transporten bij de notaris in een zeer kort tijdsbestek.

  • -

    Naadloze aansluiting tussen taxatiewaarde en koopsom.

T.a.v. financiële afwikkeling

  • -

    Bij verkoop stort de notaris het aankoopbedrag op een door de verkoper opgegeven rekening, niet zijnde zijn eigen rekening of die van de kredietverstrekker (hypotheeknemer).

  • -

    Notaris stort aanbetaling van cliënt terug op andere rekening(en).

  • -

    Bij het niet doorgaan van de transactie omdat de koper niet afneemt, betaalt de verkoper een af- koopsom aan de partij die zou kopen.

Algemeen

  • -

    Een combinatie van een beperkt inkomen en een grote investering in vastgoed.

  • -

    Verhouding koopsom t.o.v. huur is heel hoog.

  • -

    Verlies op vastgoedtransactie na recente verkrijging.

  • -

    Overdracht economisch eigendom.

  • -

    Constructie die bestaat uit een combinatie van nieuwe rechtspersonen in het buitenland en overgenomen vennootschappen in Nederland die handelt en beheert.

  • -

    Bij ABC-transactie: Verkoop B-C vindt plaats vóór A-B transactie (wijst op orkestreren, gelieerde partijen).

  • -

    In het jaar voorafgaand aan de koop/verkoop door de institutionele belegger heeft een ABC- transactie plaats- gevonden waarbij sprake is van onverklaarbare waar- de-stijgingen en/of dubieuze partijen.

  • -

    In het jaar na de koop/verkoop door de institutionele belegger heeft een ABC-transactie plaatsgevonden waarbij sprake is van onverklaarbare waardestijgingen en/of dubieuze partijen.

  • -

    ‘Handelingsvrijheid’ vermogensbeheerder.

  • -

    In het jaar voorafgaand aan de koop/verkoop door het pensioenfonds heeft een ABC-transactie plaatsgevonden waarbij sprake is van onverklaarbare waardestijgingen en/of dubieuze partijen.

  • -

    In het jaar na de koop/verkoop door het pensioenfonds heeft een ABCtransactie plaatsgevonden waarbij sprake is van onverklaarbare waardestijgingen en/of dubieuze partijen.

  • -

    Commissiebetalingen/winstdelingen/aanbrengprovisies.

  • -

    Provisiebetalingen zonder zichtbare tegenprestatie.

  • -

    De verkoper factureert ten tijde van de verkoop aan koper voor advieskosten.

  • -

    Bevoordeling sociaal netwerk (familielid/relatie). Betrokken partijen melden een verschillende koopsom. (Sommige partijen hebben het over de officiële koopsom, andere partijen bedoelen vermoedelijk de totale koopsom inclusief betalingen buiten de akte om).

  • -

    Koop/verkooptransactie wordt met terugwerkende kracht ongedaan gemaakt.

  • -

    Grote afwaardering in het jaar van aankoop ten laste van de (fiscale) winst.

  • -

    Zeer snel groeiende vastgoedportefeuille.

  • -

    Onverklaarbare waardesprongen (in verhouding tot verstreken tijdspanne).

  • -

    ‘Handelingsvrijheid’ vermogensbeheerder.

  • -

    De naadloze aansluiting van de taxatiewaarde bij de koopsom op het moment van verkoop.

Gebruik/exploitatie van een pand

Algemeen

  • -

    Wijziging van beheerder vastgoed of andere adviseur kan duiden op wijziging van de ubo.

  • -

    De als stroman naar voren geschoven koper, bestuurder en/of aandeelhouder heeft geen daadwerkelijke bemoeienis met exploitatie, maar komen alleen met een volmacht naar voren bij de notaris. Voorts heeft bijv. een belasting- adviseur of advocaat een relatief grote rol.

  • -

    Criminelen zijn direct (loondienst) of indirect (verrichten van diensten, inzet sociaal netwerk) betrokken bij exploitatie in risicovolle sectoren.

  • -

    Commissies voor het aanbrengen van werkzaamheden aan een partij buiten de directe keten.

  • -

    Huurder wordt geïnformeerd over het vestigen van een hypotheek op het gehuurde.

  • -

    Niet betaalde huren, waar geen (juridisch) gevolg aan wordt gegeven. (Dit kan duiden op een feitelijke macht en/of eigendomsverhouding die niet strookt met de geregistreerde juridische overeenkomsten.)

  • -

    Verzekeringsclaims voor brand- en/of opstalverzekeringen, net voordat een grote verbouwing gaat plaatsvinden.

  • -

    Contante huurontvangsten (op rekening van persoon die het betreffende pand niet in bezit heeft).

  • -

    Grote contante opnamen.

  • -

    Betalingen protectiegelden.

  • -

    Een vreemde verhouding tussen ontvangen huren en getaxeerde waarde.

  • -

    Huren die gezien de locatie / pand opvallend hoog zijn (hiermee kan een te hoge taxatie worden bewerkstelligd en kan worden witgewassen).

  • -

    De als stroman naar voren geschoven koper, bestuurder en/ of aandeelhouder heeft geen daad- werkelijke bemoeienis met exploitatie, maar komen alleen met een volmacht naar voren bij de notaris. Voorts heeft bijv. een belastingadviseur of advocaat een relatief grote rol.

  • -

    Criminelen zijn direct (loondienst) of indirect (verrichten van diensten, inzet sociaal netwerk) betrokken bij exploitatie in risicovolle sectoren.

  • -

    Commissies voor het aanbrengen van werkzaamheden aan een partij buiten de directe keten.

  • -

    Huurder wordt geïnformeerd over het vestigen van een hypotheek op het gehuurde.

T.a.v. gebruik pand voor mensenhandel

  • -

    Er is geen arbeidsovereenkomst, de arbeidsvoorwaarden zijn slecht gedefinieerd of de arbeids- overeenkomst is opgesteld in een taal die de betreffende persoon niet machtig is.

  • -

    Lijkt bang te zijn voor de man/vrouw die hem/haar begeleidt.

  • -

    De personen beschikken niet zelf over eigen identiteitspapieren.

  • -

    Slechte huisvesting.

  • -

    Er is sprake van hoge huren.

  • -

    Huur wordt inhouden op salaris.

  • -

    Ontbreken van huurcontracten.

  • -

    Vertoont tekenen van angst of lijkt zich ongemakkelijk te voelen, vooral in de aanwezigheid van de supervisor.

  • -

    Tijdens gesprek vertelt hij/zij tegenstrijdigheden.

  • -

    De persoon/personen lijken niet goed te weten waar men is/verblijft.

  • -

    Iemand anders voert steeds het woord, er lijkt sprake te zijn van controle/gezagsverhouding.

  • -

    De betalingen vinden onregelmatig en/of vaak te laat plaats.

  • -

    Weet niet hoeveel hij/zij verdient.

  • -

    Niet vrijelijk kunnen beschikken over (een deel) van de eigen verdiensten, geen eigen bankrekening/ bankpas in bezit).

  • -

    Inhouden boetes, (onduidelijke) kosten werkgever en/of borg.

  • -

    Verplicht om transport, levensmiddelen en/of andere diensten bij één aanbieder (werkgever) af te nemen.

  • -

    Illegaal verblijf.

  • -

    Moet een buitensporige vergoeding terugbetalen voor werving, vervoer, huisvesting, eten, gereedschap of veiligheidsuitrusting en die vergoeding wordt rechtstreeks ingehouden op zijn/haar loon.

  • -

    De terugbetalingsregeling voor voorschotten op het loon is onduidelijk of gemanipuleerd.

  • -

    Personen verklaren lange werkdagen te moeten maken.

  • -

    Bevindt zich in een situatie waarin hij/zij op meerdere manieren van anderen afhankelijk is (hij/zij is bijvoorbeeld afhankelijk van de werkgever voor onderdak, eten, banen voor familieleden of voor andere behoeften).

  • -

    Men beschikt niet over eigen inkomsten.

  • -

    Schaars gekleed en weinig bezit.

  • -

    Er zijn diverse telefoons en/of laptops in de woning.

  • -

    Wonen en slapen op de werkplek.

  • -

    Er lijkt een vorm van toezicht te zijn (een persoon in de woning aanwezig, of de telefoon gaat zeer regelmatig over tijdens pandcontrole).

  • -

    Heeft regelmatig klanten, maar geen geld om bijvoorbeeld huur te betalen.

  • -

    Wordt bij ziekte of zwangerschap gedwongen te werken.

  • -

    Huren de woning niet zelf.

  • -

    De opmerkingen van het potentiële slachtoffer vertonen geen samenhang of komen ingestudeerd over, door middel van indoctrinatie.

Bijlage 2: ‘categorieën van verwerkte gegevens’ behorend bij dit protocol

Van de personen over wie wordt gemeld, kunnen onderstaande gegevens, afhankelijk van de inhoud van de melding/signaal mogelijk worden verwerkt. In fase 1 van het privacyprotocol zijn dit de volgende gegevens:

Fase 1

  • -

    De melding en de daarin opgenomen persoonsgegevens, zoals:

    • -

      naam van de melder;

    • -

      locatie (adres);

    • -

      Eventuele verwijzingen naar personen in de beschrijving;

  • -

    Indien aanwezig; beeldmateriaal.

  • -

    Of er sprake is van ondermijning:

    • -

      eventuele aanwijzingen voor ondermijning uit het onderzoek;

    • -

      het eventuele vervolg dat aan het onderzoek wordt gegeven.

  • -

    geboortedatum

  • -

    Informatie uit de Kamer van Koophandel.

  • -

    Informatie uit het Kadaster.

  • -

    Bestemmingsplannen.

  • -

    Informatie afkomstig van het internet.

In fase 2 van het Privacyprotocol kunnen in aanvulling op gegevens uit fase 1 onderstaande gegevens worden verwerkt, afhankelijk van de melding en of relevante casusinformatie:

Fase 2

  • -

    Informatie uit de basisregistratie Adressen en Gebouwen.

  • -

    Informatie uit de basisregistratie personen.

  • -

    Informatie uit registraties over vergunningen horeca, intrekkingsbesluiten (gesloten bron).

  • -

    Informatie uit systemen over uitkeringen, subsidies, andersoortige beschikkingen (gesloten bron).

  • -

    Informatie uit systemen over andersoortige beschikkingen (bijv. parkeervergunning, bestuurlijke boetes Drank- en Horecawet) (gesloten bron).


Noot
1

2 april 2019, vindplaats: bijlage bij kamerstukken II 2018/19, 29911, nr. 223

Noot
2

O.a. Faber, W. (2013). Ondermijning als activiteit en als gevolg. Tops, P. & Torre, E. van der (2015). Wijkenaanpak en ondermijnende criminaliteit. Van der Steen, M. e.a. (2016). Ondermijning ondermijnd. Hoe het rijk meer ruimte kan maken voor een (boven) lokale aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit.

Noot
3

Zoals bedoeld in artikel 4, lid 1 AVG