Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739087
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739087/1
Regeling vervalt per 31-12-2026
Nadere regel subsidie professionalisering organisaties met cultuurhistorische waarde
Geldend van 01-01-2025 t/m 30-12-2026
Intitulé
Nadere regel subsidie professionalisering organisaties met cultuurhistorische waardeBurgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;
- •
gelet op artikel 156 lid 3 Gemeentewet;
- •
gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Utrecht;
Overwegende dat:
Besluiten vast te stellen de volgende Nadere regel subsidie professionalisering organisaties met cultuurhistorische waarde
- •
M505 Behoud cultuur met cultuurhistorische waarde oproept tot het stimuleren van professionalisering van kleine lokale culturele organisaties met een Utrechtse cultuurhistorische waarde.
Artikel 1 Definities
Deze nadere regel verstaat onder:
- •
Asv: de Algemene subsidieverordening Utrecht;
- •
Awb : Algemene wet bestuursrecht;
- •
Activiteit: een georganiseerde gebeurtenis, zoals een evenement of initiatief op het gebied van bijvoorbeeld cultuur,
- •
B urgemeester en wethouders:burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;
- •
Cultuurhistorische waarde : Bij cultuurhistorische waarde gaat het in dit geval om de betekenis die met culturele activiteiten wordt gegeven aan de historie van Utrecht en/of om culturele organisaties en/of activiteiten met een lange historie die sterk verweven zijn met materieel en immaterieel erfgoed in Utrecht.
- •
Materieel erfgoed: Voor de Utrechtse cultuur en historie waardevol geachte tastbare objecten, zoals specifieke gebouwen en objecten.
- •
Immaterieel erfgoed: Voor de Utrechtse cultuur en historie waardevol geachte niet-tastbare gewoonten, gebruiken en rituelen, zoals dansen en liederen.
Artikel 2 Doel
Deze nadere regel draagt bij aan het volgende doel:
Utrecht kent verschillende kleine lokale culturele organisaties met cultuurhistorische waarde. Deze hebben een sterke binding met de stad en met name de wijk, en kunnen gezien worden als immaterieel erfgoed voor Utrechters. Omdat deze organisaties vaak grotendeels draaien op vrijwilligers, passen ze niet altijd in de bestaande subsidiestructuren van de gemeente.
Het doel van deze nadere regel is daarom deze organisaties subsidie te verstrekken om te professionaliseren en/of andere mogelijkheden te verkennen voor (structurele) financiering. De subsidie geldt voor 2025 en 2026.
Artikel 3 Eisen aan de subsidieaanvrager
Voor de aanvrager gelden de volgende eisen:
- a.
De aanvrager heeft een aanvraag ingediend voor de cultuurnota 2025-2028 en/of voor de cultuurnota 2025-2026 die niet gehonoreerd is.
- b.
De aanvrager ontving in 2024 nog wel meerjarige subsidie van de gemeente Utrecht
- c.
De aanvrager vertoont en/of presenteert culturele activiteiten die openbaar toegankelijk zijn voor publiek
- d.
De aanvrager heeft aantoonbaar een sterke binding met de stad Utrecht.
- e.
De organisatie draait in de huidige vorm grotendeels op vrijwilligers.
De subsidie kan worden aangevraagd door:
- a.
een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid;
Artikel 4 Vaststellen subsidieplafond
Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks het subsidieplafond vast door middel van de subsidiestaat.
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten
- 1.
De volgende activiteiten komen voor subsidie in aanmerking:
- a.
Activiteiten die gericht bijdragen aan het professionaliseren van de organisatie;
- b.
Activiteiten die gericht bijdragen aan het vinden van alternatieve mogelijkheden voor (structurele) financiering.
- a.
- 1.
Burgemeester en wethouders verlenen geen subsidie voor de volgende kosten:
- a.
inhoudelijk cultureel programma
- a.
Artikel 6 Eisen aan de aanvraag
- 1.
De aanvraag van de subsidie wordt ingediend met e-Herkenning via www.utrecht.nl/subsidie.
- 2.
Bij de aanvraag worden de volgende documenten aangeleverd:
- a.
Een inhoudelijk plan van maximaal 4 pagina’s
- i.
Het plan is gericht op activiteiten die bijdragen aan de professionalisering en/of (verkenning van) mogelijkheden voor (structurele) financiering. Het bestaat uit een plan per jaar (2025 en 2026), waarbij het jaarplan 2026 op hoofdlijnen mag zodat er ruimte blijft om de concrete activiteiten aan te scherpen naar aanleiding van de ervaringen en resultaten van dit jaar.
- b.
Bijbehorende begroting.
- a.
- i.
waarin de kosten van bovengenoemde activiteiten helder en herkenbaar naar voren komen;
- ii.
waarbij de begroting voor 2025 gespecificeerd is en de begroting voor 2026 meer op hoofdlijnen mag.
- iii.
Waarin het aangevraagde bedrag max 50% van het bedrag dat ze binnen hun meerjarensubsidie van de gemeente ontvingen in 2024.
Artikel 7 Indieningstermijn aanvraag
De subsidieaanvraag moet uiterlijk donderdag 5 juni 2025 om 17:00 uur zijn ingediend. Aanvragen die na sluitingsdatum, of niet via het digitale loket met e-herkenning worden ingediend, nemen wij niet in behandeling en worden geweigerd.
Artikel 8 Maximale subsidie
Uitsluitend kosten voor professionalisering en/of het verkennen van de mogelijkheden voor andere bronnen van financiering komen in aanmerking voor subsidie. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de beschikking van de gemeentelijke subsidie uit 2024
Artikel 9 Verdeling subsidie
- 1.
In afwijking van artikel 4, eerste lid, tweede volzin, van de Asv verdelen burgemeester en wethouders het budget over de aanvragen die volledig en tijdig zijn ontvangen op volgorde van het hoogste aantal punten.
- 2.
Aan de volledig en tijdig ontvangen aanvragen worden punten toegekend aan de hand van de volgende criteria:
- a.
Kwaliteit van de aanvraag (20 punten). Het gaat hierbij om de mate waarin de maatregel(en) die worden genomen om te professionaliseren worden beschreven, en om de verwachte doeltreffendheid van de beschreven maatregel(en).
- b.
Uitvoerbaarheid van de aanvraag (10 punten). De ingediende begroting is leidend voor dit criterium. Het gaat om de uitvoerbaarheid van de te nemen maatregel(en) voor professionalisering en/of het verkennen van de mogelijkheden voor nieuwe financieringsbronnen;
- c.
De cultuurhistorische waarde van de aanvrager (10 punten). Het gaat er hierbij om in welke mate de aanvrager van cultuurhistorische waarde is voor de stad Utrecht.
- a.
- 3.
Voor het toekennen van een score aan de criteria in het voorgaande lid en de bijbehorende punten wordt de volgende puntenschaal gehanteerd:
Score |
Omschrijving |
Percentage van maximale score |
|
|
100% |
|
|
75% |
|
|
50% |
|
|
25% |
|
|
0% |
Artikel 10 Beslistermijn
Burgemeester en wethouders beslissen binnen 13 weken over de aanvraag.
Artikel 11 Inwerkingtreding
Deze nadere regel geldt van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2026 en blijft van toepassing op aanvragen die onder de werking van die nadere regel zijn ingediend en op subsidiebesluiten die onder de werking van die nadere regel zijn genomen.
Artikel 12 Citeertitel
Deze nadere regel wordt aangehaald als: Nadere regel subsidie professionalisering organisaties met cultuurhistorische waarde.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 6 mei 2025
De burgemeester
Sharon A.M. Dijksma
De secretaris,
Michiel J. Ruis
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl