Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739082
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739082/1
Nadere Regel Subsidie Sociaal Medische Indicatie kinderopvang gemeente Utrecht
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-07-2025
Intitulé
Nadere Regel Subsidie Sociaal Medische Indicatie kinderopvang gemeente UtrechtBurgermeester en wethouders van de gemeente Utrecht;
gelet op: artikel 156 gemeentewet en gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Utrecht.
Overwegende:
- •
dat Burgemeester en wethouders het wenselijk vinden om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden ouders/verzorgers gebruik kunnen maken van deze regeling;
- •
dat ouders/verzorgers met lichamelijke, psychische of sociale problemen door deze regeling tijdelijk ondersteund kunnen worden, zodat de ontwikkeling van het kind niet in gevaar komt vanwege de thuissituatie;
- •
dat kinderopvang in die situaties kinderen een veilig tweede milieu kan bieden en bijdragen aan een positieve ontwikkeling van het kind, zodat kinderen gezond en veilig kunnen opgroeien.
Besluiten de volgende nadere regel vast te stellen:
Nadere Regel Subsidie Sociaal Medische Indicatie kinderopvang gemeente Utrecht
Artikel 1 Definities
Deze nadere regel verstaat onder:
- a.
burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht.
- b.
deskundige: een door de gemeente aangewezen onafhankelijke professional, die een sociaal of medisch oordeel kan vormen over de ouder of het kind en in het kader van de aanvraag een schriftelijke verklaring kan afgeven ter onderbouwing voor de noodzaak van een sociaal-medische indicatie voor kinderopvang, alsmede de duur ervan.
- c.
Sociaal Medische Indicatie (SMI): een vangnetregeling die gezinnen tijdelijk financieel ondersteunt bij kinderopvangkosten wanneer opvang om sociale of medische redenen nodig is.
- d.
tegemoetkoming: een financiële bijdrage in de kosten van de kinderopvang.
- e.
voorliggende voorziening: elke adequate (opvang)voorziening buiten deze nadere regel waarop belanghebbende aanspraak kan maken of een beroep kan doen voor de noodzakelijke kinderopvang.
- f.
eigen bijdrage: het gedeelte van de kinderopvangkosten dat de ouder/verzorger zelf moet bijdragen na toekenning van de tegemoetkoming.
Artikel 2 Doelgroep
Deze nadere regel is van toepassing op personen van wie is vastgesteld dat:
- a.
er sprake is van één of meer lichamelijke, psychische of sociale beperkingen van het betreffende kind of de betrokken ouder dat opvang van het kind noodzakelijk maakt, of;
- b.
er kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van het kind noodzakelijk is.
Artikel 3 Voorwaarden
-
1. Burgemeester en wethouders kennen de SMI toe op basis van een verklaring die is afgegeven door een deskundige met een maximale termijn van twaalf maanden, tenzij zonder deze verklaring kan worden vastgesteld dat recht bestaat op een tegemoetkoming.
-
2. Burgemeester en wethouders verstrekken een tegemoetkoming aan de ouder en indien van toepassing de partner, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a.
de ouder maakt gebruik van een geregistreerde kinderopvanginstelling (dagopvang, buitenschoolse opvang of gastouderopvang);
- b.
de ouder ingeschreven is in de Basisregistratie Personen (BRP) van Utrecht;
- c.
de ouder rechtmatig in Nederland verblijft.
- a.
-
3. In geval van lichamelijke, psychische of sociale beperkingen van het kind of de ouder dient sprake te zijn van professionele begeleiding om deze beperkingen weg te nemen. Er dient sprake te zijn van een lopende behandeling of begeleiding, of dat deze binnen afzienbare tijd wordt gestart.
Artikel 4 Weigeringsgronden
Burgemeester en wethouders weigeren de tegemoetkoming in ieder geval indien:
- a.
De ouder niet de inlichtingen verstrekt of medewerking verleent als bedoeld in artikel 7 van deze nadere regel of;
- b.
De ouder een beroep kan doen op een voorliggende voorziening die passend en toereikend is.
Artikel 5 Duur en omvang
-
1. De tegemoetkoming wordt eenmalig toegekend over de periode waarover is vastgesteld dat kinderopvang noodzakelijk is, maar voor maximaal 12 maanden.
-
2. Burgemeester en Wethouders verlenen de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang waarover is vastgesteld dat kinderopvang noodzakelijk is, maar nooit meer dan 2 dagen per week.
-
3. Is op grond van dringende redenen zoals vermeld in het medisch advies meer dagdelen kinderopvang nodig, dan is de tegemoetkoming in beginsel voor maximaal 3 maanden voor de benodigde dagdelen mogelijk.
-
4. Burgemeester en Wethouders verlenen de tegemoetkoming vanaf de datum dat de kinderopvang zal plaatsvinden maar nooit eerder dan de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is gedaan.
-
5. In afwijking van lid 1 kan de tegemoetkoming opnieuw eenmalig worden toegekend voor een maximale periode van 12 maanden, indien:
- a.
Er sprake is van nieuwe sociale of medische omstandigheden waardoor kinderopvang noodzakelijk is als genoemd in artikel 2.
- b.
Een nieuwe aanvraag wordt ingediend, waarbij een aangewezen deskundige een nieuwe indicatie afgeeft, tenzij zonder dit advies redelijkerwijs kan worden vastgesteld dat recht bestaat op een tegemoetkoming.
- a.
Artikel 6 Hoogte van de tegemoetkoming en betaalbaarstelling
-
1. Voor het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming wordt de tabel gebruikt die dienst toeslagen hanteert voor het vaststellen van de hoogte van de kinderopvangtoeslag.
-
2. Voor ouders met een laag inkomen, tot de hoogte van 125% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm worden de kosten 100% tot het wettelijk maximum uurtarief vergoed.
-
3. Voor het vaststellen van de hoogte van de tegemoetkoming is het inkomen op het moment van de aanvraag bepalend.
-
4. De tegemoetkoming wordt in maandelijkse termijnen betaalbaar gesteld en rechtstreeks aan de kinderopvanginstelling uitbetaald.
-
5. In afwijking van lid 2 worden de volledige kosten van opvang vergoed, indien en voor de duur dat er in redelijkheid geen opvang tot het maximaal wettelijke uurtarief beschikbaar is. Dit geldt voor ouders met een inkomen tot de hoogte van 125% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm die zich in een situatie van schuldsanering, beslaglegging of lopende schuldregeling bevinden.
Artikel 7 Verplichtingen
-
1. De ouder doet aan burgemeester en wethouders onverwijld uit eigen beweging of op verzoek direct mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem/haar redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een tegemoetkoming.
-
2. De ouder is verplicht aan de burgemeester en wethouders, daarnaar gevraagd medewerking te verlenen aan uitvoering van deze nadere regel.
-
3. De ouder is verplicht voldoende inspanningen te leveren gedurende de tegemoetkoming om de noodzaak te verminderen of een duurzame alternatieve oplossing te realiseren.
Artikel 8 Aanvraag
-
1. De tegemoetkoming dient te worden aangevraagd middels het daarvoor beschikbare aanvraagformulier.
-
2. Bij de aanvraag moet worden meegestuurd:
- a.
Een schriftelijke motivering opgesteld door een hulpverlener, waaruit de noodzaak en de geschatte omvang van de kinderopvang blijkt als gevolg van een sociale en/of medische situatie.
- b.
Een offerte/plaatsingsbewijs van de kinderopvanginstelling of het gastouderbureau waar de opvang plaats vindt. Hierin moet in ieder geval worden vermeld: het aantal uren opvang, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang.
- c.
De meest recente Inkomensgegevens van de ouder en indien van toepassing van de partner.
- d.
Alle overige gevraagde bewijsstukken die van belang zijn om de aanvraag te kunnen beoordelen.
- a.
Artikel 9 Inhoud van de beschikking
Het besluit tot verlening van de tijdelijke tegemoetkoming kosten kinderopvang door de gemeente Utrecht op grond van een sociaal medische indicatie bevat in ieder geval:
- a.
naam, adres, en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de verlening van de tegemoetkoming betrekking heeft.
- b.
het aantal uren kinderopvang per maand dat op grond van de sociaal medische indicatie noodzakelijk is.
- c.
de hoogte van de tijdelijke tegemoetkoming.
- d.
de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald.
- e.
de periode waarover de tegemoetkoming zal worden verleend
- f.
de verplichtingen van de ouder waaronder in elk geval de verplichtingen genoemd in artikel 7 van deze nadere regel.
Artikel 10 Beëindiging, herziening en intrekking
Burgemeester en wethouders kunnen het recht op tegemoetkoming beëindigen, herzien of intrekken:
- a.
als het niet behoorlijk nakomen van de verplichting als bedoeld in artikel 7 geleid heeft tot een onterechte of een te hoog verstrekte tegemoetkoming.
- b.
als anderszins een tegemoetkoming ten onrechte of tot een te hoog bedrag verstrekt is.
- c.
als de periode van kinderopvang voor een periode van langer dan drie aaneengesloten maanden onderbroken is.
- d.
als de ouder of het kind niet meer in Utrecht ingeschreven staan (BRP).
Artikel 11 Terugvordering
Als Burgemeester en wethouders een besluit tot herziening of intrekking als bedoeld in artikel 10 genomen hebben, kan het een ten onrechte of te hoog verstrekte tegemoetkoming terugvorderen.
Artikel 12 Overgangsbepalingen
Reeds bestaande beschikkingen voor inwerkingtreding van deze nadere regel blijven van kracht.
Artikel 13 Hardheidsclausule
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een artikel of artikelen van deze beleidsregel buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan, gelet op het belang van de betrokken ouder, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 14 Inwerkingtreding
Deze nadere regel treedt in werking op 1 juli 2025.
Artikel 15 Citeertitel
Deze nadere regel wordt aangehaald als Nadere Regel Subsidie Sociaal Medische Indicatie kinderopvang gemeente Utrecht
Ondertekening
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 6 mei 2025.
De burgemeester,
Sharon A.M. Dijksma
De secretaris,
Michiel J. Ruis
Informatieve toelichting bij Nadere Regel Subsidie Sociaal Medische Indicatie kinderopvang gemeente Utrecht
Algemeen
Ouders kunnen voor kinderopvang aanspraak maken op reguliere kinderopvangtoeslag (WKO). Er zijn ook ouders die, om sociaal-medische redenen, kinderopvang nodig hebben, maar geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer één ouder werkt, terwijl de andere ouder om sociale of gezondheidsredenen tijdelijk niet in staat is om voor de kinderen te zorgen. De oorzaak van de sociaal-medische omstandigheden kan zowel in het kind als in de ouder(s) gelegen zijn. Voor ouders die vanwege sociaal-medische redenen tijdelijk niet in staat zijn om voor hun kinderen te zorgen en om te voorkomen dat het een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van het kind in de weg staat kunnen burgemeester en wethouders een tijdelijke tegemoetkoming kosten kinderopvang verlenen. Als er sprake is van een medische of sociale beperking van een ouder dan moet een medisch traject worden ingezet om de problematiek te verhelpen.
Dit, om te voorkomen dat de ontwikkeling van het kind vanwege de thuissituatie een achterstand dreigt op te lopen. Deze regeling betreft een middel om een oplossing te bewerkstelligen, het is niet de oplossing zelf. Het uiteindelijke streven is om het gezin weer in de positie te krijgen dat er weer een opvoedingssituatie in het gezin komt die de SMI overbodig maakt. Middels deze nieuwe Nadere Regel zorgen we ervoor dat meer mensen tijdelijk geholpen kunnen worden, in plaats van minder mensen voor een langere duur. Hierbij is aangesloten bij het beleid dat geldt in de andere drie grote steden.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 4 weigeringsgronden:
Lid 1 onder b: Voorbeelden van adequate voorliggende voorzieningen zijn:
- •
kinderopvangtoeslag van Dienst Toeslagen op grond van de Wet kinderopvang;
- •
hulp van andere personen uit het sociale netwerk. Bijvoorbeeld als er een partner is die geen werk, studie, verplicht traject of als gevolg van een sociaal-medische situatie ook niet zorg kan dragen voor het kind;
- •
een voorziening op grond van de Jeugdwet;
- •
een voorziening voor gesubsidieerde peuteropvang of voorschoolse Educatie (VE)
- •
Wet Maatschappelijk ondersteuning
Artikel 5 duur en omvang
Lid 1: Met dit lid wordt de termijn waarover de tegemoetkoming wordt toegekend gemaximeerd. We keren hiermee terug naar de oorspronkelijke opzet van de regeling, waarmee het tijdelijke karakter van de regeling wordt benadrukt. Met eenmalig wordt bedoeld eenmalig ongeacht het aantal maanden of uren dat eerder is toegekend. Bij structurele problemen is er een andere vorm van begeleiding en hulp noodzakelijk.
Lid 4: In uitzonderlijke situaties kan het nodig zijn om de toegekende SMI opnieuw eenmalig te verstrekken. Het college stelt hierbij als voorwaarde dat er aantoonbare nieuwe sociaal-medische feiten of omstandigheden zijn, die objectief kunnen worden vastgesteld. Hiermee wordt benadrukt dat alleen in geval van nieuwe feiten of omstandigheden de tegemoetkoming nogmaals kan worden verleend.
Artikel 6 Hoogte van de tegemoetkoming en betaalbaarstelling
Lid 1: Gezinnen met een inkomen boven 125% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm ontvangen een vergoeding conform de tabel van de belastingdienst wat niet meer bedraagt dan 96% van het maximale wettelijke uurtarief.
Lid 2: Gezinnen met een inkomen tot 125% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm ontvangen een vergoeding van 100% van het maximale wettelijke uurtarief.
Lid 3: Voor het vaststellen van de hoogte van de tegemoetkoming is het inkomen op het moment van de aanvraag bepalend. Wijzigingen in het inkomen gedurende het lopende kalenderjaar hebben geen invloed op de hoogte of de duur van de tegemoetkoming. Dit zorgt voor financiële zekerheid gedurende het jaar, ook wanneer het inkomen in het komende jaar boven de 125% van de bijstandsnorm uitkomt.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl