Beleidsregel aanvullende tegemoetkoming kosten kinderopvang gemeente Utrecht

1. Burgemeester en wethouders verstrekken de tegemoetkoming aan ouders/verzorgers die gebruik maken van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling, woonachtig zijn in de gemeente Utrecht en behoren tot:

• a.

  de doelgroepen genoemd in artikel 1.13 van de wet;

• b.

  de doelgroep uitkeringsgerechtigden die volledig uitstromen naar werk.

2. Onder een voorziening gericht op arbeidsinschakeling zoals genoemd in artikel 1.6 lid 1 onder c van de wet wordt ook het volgen van een inburgeringstraject en het verrichten van parttime werk in het kader van een re-integratie- of werk traject verstaan.

1. De tegemoetkoming per uur aan de ouder/verzorger bedoeld in artikel 3.1 onder a bedraagt per kind 4% van het door het Rijk vastgestelde uurtarief, zodanig dat de tegemoetkoming samen met de kinderopvangtoeslag niet méér bedraagt dan de kosten van kinderopvang.

2. De tegemoetkoming aan de ouder bedoeld in artikel 3.1 onder b bedraagt eenmalig € 300,00.

3. De tegemoetkoming zoals genoemd in lid 1 wordt in maandelijkse termijnen betaalbaar gesteld nadat de ouder het contract met de kinderopvanginstelling heeft overlegd en nadat de opvang een aanvang heeft genomen. 

4. De tegemoetkoming wordt overgemaakt aan de ouder/verzorger.

1. De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang aanvangt, met dien verstande dat deze niet eerder kan ingaan dan de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is ingediend.

2. In afwijking van lid 1 kan de tegemoetkoming met terugwerkende kracht worden verleend, tot maximaal drie maanden voorafgaand aan de datum van de aanvraag, als de kinderopvangtoeslag door Dienst Toeslagen ook met terugwerkende kracht is toegekend.

3. Een ambtshalve verlenging van de tegemoetkoming in het volgend kalenderjaar wordt met terugwerkende kracht verstrekt tot 1 januari van dat jaar als de benodigde bewijsstukken vóór 1 februari van dat jaar zijn ingediend.

1. De tegemoetkoming wordt verleend over de periode waarin de kinderopvang noodzakelijk is voor maximaal een kalenderjaar

2. Burgemeester en wethouders kunnen de tegemoetkoming telkens ambtshalve verlengen voor het nieuwe kalenderjaar.

3. Burgemeester en wethouders stellen de tegemoetkoming in ieder geval voor een afwijkende periode vast of herziet deze als: 

• a.

  de vorm van de kinderopvang wijzigt; 

• b.

  er tussentijdse wijzigingen zijn in kinderopvangtoeslag, woonsituatie of gezinssituatie van de ouder/verzorger/kind. 

4. Burgemeester en wethouders beëindigen de tegemoetkoming met ingang van de datum waarop: 

• a.

  de periode van kinderopvang voor een periode van langer dan drie aaneengesloten maanden onderbroken is. 

• b.

  de ouder/verzorger niet meer behoort tot de doelgroep in artikel 3 van deze beleidsregel

• c.

  de ouder/verzorger niet meer in Utrecht woont.

1. De tegemoetkoming dient schriftelijk te worden aangevraagd door middel van een daarvoor bestemd aanvraagformulier.

2. Bij de aanvraag moet de volgende gegevens worden meegestuurd: 

• a.

  een offerte of contract van de kinderopvanginstelling dat de kinderopvang gaat verzorgen

• b.

  de reden van de aanvraag vergoeding kosten kinderopvang

• c.

  gegevens van de betreffende kinderopvanginstelling

• d.

  het aantal opvanguren van het kind/kinderen

• e.

  de kosten van de kinderopvang van het kind/kinderen