Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739053
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR739053/1
Grondstoffenplan Opmeer 2025-2035
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 10-05-2025
Intitulé
Grondstoffenplan Opmeer 2025-2035De raad van de gemeente Opmeer,
gelet op de Wet Milieubeheer;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 jun. 2024,
gehoord de behandeling in de oordeelsvormende raadsvergadering van 27 jun. 2024;
besluit:
- 1.
Het Grondstoffenplan 2025-2035 van de gemeente Opmeer vast te stellen, met de volgende wijziging:
-
Tekst uit de tabel op pagina 20 en 21 over oud papier verwijderen:
“Optimaliseren van de inzameling van oud papier. HVC neemt de primaire verantwoordelijkheid voor de inzameling. Gekeken wordt naar een vorm waarbij verenigingen papier mogen inzamelen op locatie. Winst wordt verdeeld over de Verenigingen.
Verenigingen zijn op deze manier minder afhankelijk van vrijwilligers, maar behouden wel de mogelijkheid papier in te zamelen.”
Tekst op bladzijde 23 en 24 verwijderen:
“5.4 Optimaliseren inzameling oud papier i.c.m. ja-ja sticker
Om de inzameling van papier te optimaliseren, zullen we enkele aanpassingen doen in de manier van inzamelen. Allereerst zal het inzamelingssysteem via verenigingen aangepast worden. We zien de afgelopen jaren dat het voor verenigingen steeds lastiger wordt om vrijwilligers te vinden, en dat nu al niet alle adressen aangedaan (kunnen) worden door verenigingen, waardoor sommige inwoners met hun papier blijven zitten. Daarnaast is deze manier van inzamelen relatief duur. Daarom zullen we vanaf 2025 in gaan zetten op het inzamelen van papier door HVC zelf. Hier zijn verschillende varianten te bedenken. Er kan gewerkt worden met (ondergrondse) containers op een centrale plek in de wijk, maar er kan ook voor worden 24 gekozen om de ophaal huis-aan-huis in stand te houden, eventueel in combinatie met blauwe papierbakken aan huis. HVC zal het oud papier in eerste instantie 1 keer per 4 weken ophalen; als blijkt dat dit te vaak is kan de frequentie verlaagd worden. Voor hoogbouw wordt sowieso de mogelijkheid geboden om papier in te zamelen met boven/ondergrondse containers. Toegangscontrole is niet nodig, aangezien de containers zo vorm gegeven zijn dat er weinig stoorstromen in kunnen worden gedeponeerd.
Om de verenigingen niet buitenspel te zetten en hen de mogelijkheid te blijven bieden om geld op te halen met papierinzameling, kijken we naar de mogelijkheden om verzamelcontainers bij de verenigingen neer te zetten waar zij papier mee in kunnen zamelen. Inwoners krijgen op deze manier dus ook de keuze of zij hun papier aan HVC aanbieden, of naar verenigingen te brengen. Om de verdeling van de inzamelopbrengst eerlijk te verdelen, wordt de opbrengst gedeeld met de verenigingen die zich nu ook al inzetten voor papierophaal. Op deze manier zijn het niet alleen de verenigingen die ruimte hebben voor een papiercontainer, die de opbrengst opstrijken.
In combinatie met deze nieuwe manier van inzameling, zullen we het systeem met nee-nee en ja-nee stickers aanpassen. Waar men nu moet aangeven geen reclame te willen ontvangen, moet men nu specifiek aangeven dat men dit wél wil. Dit werkt dus tegenovergesteld te opzichte van het huidige systeem. In de praktijk is aangetoond dat dit een grote reductie van de hoeveelheid oud papier oplevert. Kostentechnisch maakt het geen verschil, maar het is uitermate efficiënt om het ontstaan van oud papier aan de voorkant te voorkomen. Een kleine kanttekening hierbij is wel dat de hoeveelheid papier een dalende trend laat zien als gevolg van digitalisering.”
De onderstaande tekst toevoegen op bladzijde 23:
“5.4 Inzameling oud papier
Het college gaat in gesprek met de verenigingen om tot een gangbare oplossing tekomen voor het systeem voor het ophalen van het oud papier. Het college legt voorhet eind van 2024 een nieuw plan voor het inzamelingssysteem van oud papier vooraan de gemeenteraad, zodat de raad daar een besluit over kan nemen.”1
-
Inleiding
Voor u ligt het nieuwe Grondstoffenplan 2025-2035 van de gemeente Opmeer. Met dit plan willen we de komende jaren verdere stappen zetten richting een circulair Opmeer in 2050. We willen een gemeente zijn waarin afval zoveel mogelijk voorkomen wordt en het afval dat toch ontstaat zoveel mogelijk wordt hergebruikt als grondstof voor nieuwe producten.
Achtergrond
Afval scheiden is belangrijk omdat het niet duurzaam is om grondstoffen die hergebruikt kunnen worden te verbranden; daardoor zijn er immers meer nieuwe grondstoffen nodig.
Het rijk had daarom in eerste instantie voor 2020 de ambitie Van Afval Naar Grondstof (VANG) opgesteld: het doel is dat Nederlanders niet meer dan 100 kilo restafval per persoon per jaar produceren. Hierbij moet 75% van het huishoudelijk afval gescheiden worden. In 2025 is het doel zelfs 30 kilo per persoon per jaar. Uit de laatste rapportage van 2022 blijkt dat er in Opmeer nog gemiddeld 145 kg huishoudelijk restafval overblijft per inwoner. Hiermee wordt de oorspronkelijke VANG-doelstelling voor 2020 niet gehaald. Wel scheiden de inwoners van Opmeer goed: 78% van het huishoudelijk afval wordt gescheiden.
Ondanks het goede scheiden, heeft Opmeer dus nog een opgave om de hoeveelheid restafval te verminderen.
Sinds 2024 is de focus van de doelstellingen verschoven van kilo’s restafval naar percentage gerecycled materiaal. Dit gaat dus over alle grondstromen, niet alleen over restafval. De doelstelling is om in 2025 55% van al het afval te recyclen, en in 2035 65%. Opmeer doet het in dit opzicht goed; in 2022 werd 66,1% van al het afval gerecycled.
Dit betekent niet dat de doelstelling om de hoeveelheid restafval te verlagen, is komen te vervallen. Het verminderen van restafval betekent ook dat er meer bruikbare materialen uit de afvalbak worden gescheiden. Daardoor stijgt het percentage gerecycled materiaal. Om gemeenten te stimuleren heeft het rijk in 2015 een prijsprikkel ingevoerd: gemeenten moeten voor elke ton restafval een bedrag aan belasting betalen (in 2020 is dat €39,23, met nog een minimale CO2 heffing van €30). Dat betekent dat het niet alleen zonde is om geen afval te scheiden, maar ook erg duur.
1. Een circulaire toekomst
1.1. Wat is circulaire economie?
Een circulaire economie is een economisch systeem waarin producten en diensten worden uitgewisseld in gesloten kringlopen of cirkels. Het is een industrieel-economisch systeem waarin grondstoffen niet worden uitgeput, maar opnieuw kunnen worden ingezet voor productie of hergebruik. In deze economie bestaat (vrijwel) geen restafval. Een circulaire economie wil materialen en producten zo hoogwaardig mogelijk blijven gebruiken.
Nederland streeft naar een circulaire economie in 2050. Het rijksbrede programma Circulaire Economie bouwt onder andere voort op het VANG-programma.
Opmeer ziet het als haar verantwoordelijkheid om aan deze ambitie bij te dragen. Dit vanuit het volle besef dat onze natuurlijke grondstoffen eindig zijn en het gebruik van nieuwe grondstoffen voor producten een grote weerslag heeft op ons milieu, bijvoorbeeld door het hoge energie- en waterverbruik en de CO2-uitstoot.
Dit is geen gemakkelijke opgave. Circulariteit vraagt investeringen in een tijd waarin veel andere zaken ook om aandacht, tijd en middelen vragen. Ook is de markt van afval en grondstoffen sterk in beweging en brengen grondstoffen niet altijd (op de korte termijn) geld op. Circulariteit is vooralsnog een kwestie van een lange adem. Desalniettemin is het een opgave waaraan Opmeer zich committeert, en waar mogelijk de samenwerking zoekt met de andere gemeenten in het regionale verband Afvalbeheer West-Friesland (ABWF).
De ambitie om volledig circulair te worden vraagt inzet vanuit diverse domeinen. In dit plan ligt de focus op huishoudelijk afval en grondstoffen, omdat de gemeente hier een zorgplicht heeft en hier tevens op diverse manieren invloed op kan uitoefenen. Daarnaast heeft de gemeente ook de zorgplicht voor afval in de publieke ruimte. Zwerfvuil is dus ook een onderwerp in dit plan. Bedrijfsafval is de verantwoordelijkheid van bedrijven zelf. Hoewel het verminderen en hoogwaardig hergebruiken van bedrijfsafval een belangrijk aspect is in de transitie naar een circulaire economie, gaat dit plan hier niet verder op in.
1.2. Op weg naar circulair
We zijn al enige jaren goed op weg naar steeds meer circulariteit. Met de stappen die we al hebben gezet is een stevige reductie gerealiseerd in de hoeveelheid restafval die de inwoners van Opmeer gezamenlijk produceren. Zo daalde de hoeveelheid restafval tussen 2015 en 2022 aanzienlijk, van 203 tot 131 kg. Dit is een daling van 72 kilo. Hiermee halen we nog niet de VANG-doelstellingen, maar gelukkig heeft een gemeente instrumenten om te sturen op die hoeveelheid restafval, door serviceprikkels en prijsprikkels in te voeren. Per maatregel kan goed voorspeld worden tot welk resultaat dat leidt.
De invoering van een bak voor plastic, blik en drinkpakken in combinatie met het minder vaak ophalen van restafval heeft in Opmeer al geleid tot een aanzienlijke daling van het restafval. Voor het streven naar een circulaire, afvalvrije economie is echter meer nodig dan alleen de reductie van restafval. Circulariteit gaat ook over het zo goed mogelijk benutten van onze ingezamelde grondstoffen, met een zo hoog mogelijk milieuresultaat. Dit betekent aan de ene kant dat we ook aandacht hebben voor de zuiverheid van onze ingezamelde grondstoffen: dat de plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons (pmd), het groente-, fruit-, en tuinafval (gft), ons oud papier en textiel zo min mogelijk is vervuild door stoorstoffen die niet in die specifieke bak of doos thuishoren.
Niet alleen inwoners zijn verantwoordelijk voor het terugbrengen van het restafval. Er ligt uiteraard ook een verantwoordelijkheid bij de producenten. Het principe van producentenverantwoordelijkheid is dat de producent (financieel) verantwoordelijk is voor het gescheiden inzamelen en her-verwerken van producten als ze in de afvalfase zijn beland.
Er bestaat een productenverantwoordelijkheid voor onder andere batterijen, elektrische apparaten, en verpakkingen, waaronder kunststof verpakkingsmateriaal. Het inzamelen van deze stromen is meestal gedelegeerd aan gemeenten, waarvoor gemeenten een vergoeding van het bedrijfsleven ontvangen.
De productenverantwoordelijkheid voor verpakkingsafval is uitgewerkt in de Raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2022. De overeenkomst bevat afspraken tussen het Rijk, het verpakkende bedrijfsleven en gemeenten (VNG) over de uitvoering van het Verpakkingenbesluit en het realiseren van 90% gescheiden inzameling en hergebruik van plastic afval in het bijzonder. Bovengenoemde raamovereenkomst is aangevuld met de Ketenovereenkomst Verpakkingen 2020-2029, waarin afspraken over inzameling- en scheidingsvergoedingen zijn vastgelegd tussen de Vereniging Nederlandse Gemeentes (VNG) en stichting Afvalfonds Verpakkingen (AFV).
1.3. Samen staan we sterk
Opmeer hoeft deze opgave niet alleen te volbrengen. Samen met afvalinzamelaar HVC zoeken we naar manieren om de hoeveelheid restafval te verminderen. Hierin zoeken we ook de samenwerking met ABWF, en leren we van de ‘best practices’ van andere gemeenten. Zeer behulpzaam hierbij is de Benchmark Huishoudelijk Afval. Dit is een vergelijking van ongeveer 180 gemeenten in Nederland op het gebied van afvalscheiding en afvalbeheerskosten. Daaruit kan op basis van de juiste data bepaald worden wat de ontwikkelingen zijn voor wat betreft het halen van de scheidingsdoelen en de bijbehorende kosten. Tevens kan de gemeente Opmeer zich hierdoor vergelijken met andere (West-Friese) gemeenten.
We hebben ook onze inwoners hard nodig. Circulariteit vraagt om meer dan alleen een container bij de deur of goede verwerkingsmogelijkheden. Het vergt ook dat inwoners de juiste informatie hebben over afvalscheiding. Uiteindelijk zijn het onze inwoners die zich op dagelijkse basis van hun afval en grondstoffen ontdoen. Daarnaast kunnen inwoners zelf bij hun inkopen andere keuzes maken, waardoor afval voorkomen wordt. De komende jaren willen we samen met inwoners en andere belanghebbenden optrekken om van Opmeer een duurzame en zoveel mogelijk afvalvrije gemeente te maken. De landelijke richtlijnen gelden hier als de randvoorwaarden waarbinnen het grondstoffenplan zal worden geschreven.
1.4. Over dit Grondstoffenplan
In juni 2021 heeft de gemeenteraad besloten het recycletarief in te voeren per 1 januari 2022. De invoer werd echter met een jaar uitgesteld naar 1 januari 2023. In het coalitieakkoord 2022-2026 is opgenomen het bovengenoemde raadsbesluit te herzien, en meer tijd te creëren om tot een gedegen afweging te komen omtrent afvalreductiemaatregelen. Op 15 december 2022 heeft de gemeenteraad besloten om de volgende raadsbesluiten in te trekken:
- a.
het recycleplan Huishoudelijk afval 2021 – 2025 (23 juni 2021);
- b.
invoering van het recycletarief per 1 januari 2023 (17 februari 2022);
- c.
afvalstoffenverordening 2023 gemeente Opmeer (17 februari 2022);
Tevens heeft de gemeenteraad het college opgedragen om in samenspraak met de raad vóór 1 augustus 2024 het recycleplan Huishoudelijk Afval ter besluitvorming voor te leggen.
Het grondstoffenplan dat nu voor u ligt, is de praktische uitwerking hiervan. Hoewel het recycletarief in het coalitieakkoord niet is uitgesloten als mogelijkheid, geeft het college er de voorkeur aan om allereerst middels servicemaatregelen de hoeveelheid afval te verminderen.
Een tweede opgave voor de gemeente Opmeer is het verlagen van de afvalbeheerskosten. Opmeer is een van de duurste gemeenten van Nederland wat betreft afvalstoffenheffing. Naast de marktverkenning die IPR Normag momenteel uitvoert naar de marktconformiteit van HVC, biedt beter afval scheiden ook tot lagere afvalbeheerskosten, aangezien de grondstofstromen die gerecycled worden meer opleveren dan restafval dat verbrand wordt.
1.5 Achtergrond afvalbeheer
Sinds 1997 is Opmeer onderdeel van het de gemeenschappelijke regeling (GR) Afvalbeheer West-Friesland (ABWF) samen met de SED-gemeenten, Medemblik, Koggenland en Hoorn. Deze GR heeft is ingesteld om de voormalige stortplaats in Westwoud te beheren, alsmede ten behoeve van intergemeentelijke afstemming met betrekking tot afvalstoffenbeleid en – uitvoering, DVO- en aandeelhouderzaken. De bovengenoemde gemeenten hebben een gezamenlijke dienstverleningsovereenkomst (DVO) met ophaaldienst HVC. Hierin zijn afspraken gemaakt over Afvalbrengstations (ABS), de verwerking van huishoudelijke afvalstromen (met uitzondering van restafval en gft) en de overslag en het transport van huishoudelijke afvalstromen.
HVC is een duurzaam energie- en afvalbedrijf van 52 gemeenten en 8 waterschappen. HVC ziet een toekomst waarin zij energie schoon opwekken en grondstoffen hergebruiken. Alles wat HVC doet draagt hier aan bij. Dat gebeurt altijd samen met gemeenten, waterschappen én met inwoners.
De afvalverwerkingslocatie Middenmeer
De energie die HVC levert aan gemeenten en inwoners wordt steeds duurzamer opgewekt. Gft zet HVC onder andere om in groen gas en compost, warmte van de installaties gebruiken zij om huizen en gebouwen mee te verwarmen. Zon en wind benut HVC waar het kan. Zij onderzoekt de mogelijkheden voor andere duurzame warmtebronnen (geothermie, oppervlakte- en rioolwater) en realiseert waar mogelijk projecten met deze warmtebronnen.
Het afval dat HVC inzamelt bij de mensen thuis en bij de afvalbrengstations recyclet ze zo veel mogelijk tot nieuwe producten. Zo blijven waardevolle grondstoffen behouden. Dit is goed voor het milieu, en ook goed voor de mensen die gebruik maken van de diensten van HVC, zoals boeren en inwoners die aangesloten zijn op de warmtenetten van HVC.
2. Het nut van goed scheiden
2.1 Veranderingen in de grondstoffenmarkt
Meer scheiden van grondstoffen en afval is en was lange tijd niet alleen vanuit duurzaamheidsoogpunt, maar ook vanuit financieel perspectief een verstandige koers. Dit financiële aspect is de afgelopen jaren veranderd. Voor bijna alle grondstoffen geldt dat de verwerking minder opbrengt of meer gaat kosten. Hiervoor zijn verschillende oorzaken, sommige grondstofspecifiek en andere generiek.
Een belangrijke factor is dat bepaalde landen (zoals China) de ingezamelde grondstoffen uit Europa niet meer accepteren, waardoor de vraag afneemt terwijl het aanbod gelijk blijft of groeit. Zo heeft de toename van in Azië geweigerde plastics (bijvoorbeeld bedrijfsafval uit de VS en VK) die op de Europese markt belanden, de afzetprijzen en recyclekosten voor huishoudelijke plastics aanzienlijk verslechterd. De Europese markt is nog niet in staat om de afnemende vraag naar ‘eigen’ gerecyclede materialen te compenseren.
Tegelijkertijd stijgen de verwerkingskosten van grondstoffen, onder meer vanwege toenemende vervuiling die de kosten voor goede verwerking opdrijft. Verwerkers stellen in dit verband ook steeds hogere kwaliteitseisen aan het te accepteren materiaal. Dit zien we bijvoorbeeld bij oud papier en plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons (pmd), waar verwerkers strenger letten op vervuiling vanwege de invloed ervan op de verwerkingskosten en de kwaliteit van de resulterende grondstof. Het tegengaan van vervuiling van de grondstoffenstromen is dus belangrijk om de kosten te kunnen drukken.
In 2022 heeft de oorlog in Oekraïne grote gevolgen gehad voor de grondstoffenmarkt. Als gevolg van deze oorlog en de al langer bestaande krapte op de grondstoffenmarkt hebben we te maken met extreme prijsstijgingen van onder andere energie, brandstof en onderhoud aan materieel. Dit leidt tot sterke prijsstijgingen voor de verwerking van grondstoffen. Daarnaast leidt de oorlog tot een economische crisis in Europa maar ook daarbuiten, waardoor consumenten minder aankopen doen en de vraag naar grondstoffen daalt. Dit versterkt het effect op de verwerkingsprijzen.
Naarmate het aandeel af te zetten grondstoffen uit de huishoudelijke afvalstomen toeneemt (naarmate er dus beter gescheiden wordt), zoals nadrukkelijk ook in Opmeer het geval is, zal deze beweeglijkheid van verwerkingskosten ook zijn effect hebben op de kosten van het afvalbeheer.
In algemene zin zien we dat de grondstoffenmarkt al onrustig was (sterk in waarde op en neer bewegend), mede onder invloed van de transitie naar een circulaire economie die we als maatschappij doormaken. De oorlog in Oekraïne heeft deze onrust versterkt. Ten tijde van schrijven is niet te overzien hoe lang dit conflict nog zal duren, hoe de grondstoffenmarkt zich gaat ontwikkelen of hoe lang dit effect aan zal houden.
2.2. Kosten restafval
De kosten voor de verwerking van restafval worden hoger. De overheid heft sinds 2017 een afvalstoffenbelasting per ton afval die verbrand wordt. Bedroeg dit bedrag in 2017 €13,11 per ton, in 2024 staat de teller op €39,23 per ton. De verwachting is dat dit bedrag jaarlijks verder zal oplopen.
Hier bovenop heeft het kabinet in 2021 een CO2-heffing geïntroduceerd. De CO2-heffing koppelt een prijs aan de industriële emissie van een ton CO2. Op dit moment vallen nog veel bedrijven binnen de vrijstelling die het kabinet tijdelijk heeft ingesteld, zodat zij hun processen anders kunnen inrichten. De verwachting is dat deze heffing een oplopend financieel effect gaat hebben op het huishoudelijk afval. De overheid kan de hoogte van de heffing aanpassen en de hoeveelheid CO2 die onder de vrijstelling valt. De verwachting is dat deze kosten voor 2030 zullen oplopen tot minimaal € 30 per aangeleverde ton restafval. Deze belasting komt bovenop de bestaande verbrandingsbelasting.
We hebben de ontwikkelingen van deze heffingen in kaart gebracht voor de huidige tonnages. Op dit moment betaalt gemeente Opmeer € 63.000 verbrandingsbelasting bovenop haar normale verwerkingskosten voor restafval. Indien de gemeente er niet in slaagt om met een aanpassing in het beleid de hoeveelheid restafval omlaag te brengen, zullen deze heffingen in 2030 stijgen naar € 175.000. Dit betekent een ruime verdubbeling van de heffing op verbranding van restafval. Deze stijging komt bovenop de autonome stijging van de verbrandingskosten en de arbeidskosten.
Om deze serieuze kostenstijging te dempen is het zeer belangrijk om de hoeveelheid huishoudelijk restafval zoveel als mogelijk te verlagen. Deze heffingen worden immers alleen geheven op afval dat verbrand wordt en niet op de gescheiden grondstoffen.
3. Hoe goed sorteert Opmeer?
3.1 Kengetallen
Zoals hieronder te zien, zijn de inwoners van Opmeer stabiel in hun scheidingsgedrag. Bronscheiding (het scheiden van afval in bijvoorbeeld een PMD-bak of GFT-bak) kan hoger, met name omdat voor de meeste stromen afval specifieke bakken beschikbaar zijn. Het grove huishoudelijke afval wordt deur-aan-deur opgehaald, en de rest wordt over het algemeen naar de milieustraat gebracht. Met name op het fijne huishoudelijke afval is winst te behalen, bijvoorbeeld door verschillende servicemaatregelen aan te bieden.
Bron: Jaarrapportage HVC 2023 en Eureco rapport 2022: Uitvoering sorteeranalyses fijn huishoudelijk restafval
Zoals in bovenstaande tabel te zien is, zit er nog relatief veel gft-afval in de grijze bak. Ook overige herbruikbare stoffen vinden we nog veel terug in de restafvalbak. Hierbij kan gedacht worden aan hard plastic, klein chemisch afval, piepschuim, elektronische apparaten etc.
Het echte aandeel restafval is slechts 23%. Dit betekent dat er nog veel winst te behalen is, zowel op het gebied van milieu als financieel. Restafval is namelijk de duurste stroom om te verbranden.
3.2 Waar bestaat het restafval uit? (Cijfers 2023)
HVC houdt jaarlijks bij hoeveel fijn huishoudelijk restafval er opgehaald wordt in de gemeente. Na inzameling wordt er onderzocht welke waardevolle grondstoffen er nog in de restafvalbak belanden. Voor gemeente Opmeer zijn in 2022 in totaal 2 steekproefmonsters fijn huishoudelijk restafval op
samenstelling geanalyseerd. Beide steekproefmonsters zijn door Eureco ingezameld en
getransporteerd naar de sorteerhal in Nijkerk. Voorafgaand aan de monsterneming werd een draaiboek met straatselectie en aantal te legen containers opgesteld. De straatselectie vertegenwoordigd een goede dwarsdoorsnee van de geselecteerde wijk. Per steekproefmonster zijn ruim 60 minicontainers geladen.
Niet iedere partij restafval wordt uitgebreid gecontroleerd op grondstoffen; dit is ingewikkeld en tijdrovend. Echter biedt het analyseren van de grondstoffen wel een zeer goede inkijk in waar er nog winst te behalen valt in het scheiden van afval. In onderstaande tabel staan de resultaten van de analyse. Deze resultaten bieden een belangrijk inzicht in welke servicemaatregelen effectief kunnen zijn voor gemeente Opmeer.
Bron: Eureco rapport 2022: Uitvoering sorteeranalyses fijn huishoudelijk restafval
Om te beoordelen of een grondstoffenstroom opvallend hoog of laag is, wordt er vergeleken met andere gemeenten uit stedelijkheidsklasse 4 en 5 (weinig stedelijk), die net als Opmeer laagfrequent inzamelen en geen gebruik maken van diftar (recycletarief). Wanneer er vergeleken wordt met deze andere gemeenten, valt er een aantal dingen op:
- -
Zowel in de kern als in het buitengebied is de hoeveelheid papier in het restafval, zowel herbruikbaar als niet-herbruikbaar, hoog
- -
De hoeveelheid apparaten is zowel in de kern als in het buitengebied zeer hoog
- -
In de kern is de hoeveelheid plastic, metalen en drinkkartons (PMD) hoog, in het buitengebied juist laag
- -
De hoeveelheid textiel is in de kern zeer hoog, en in het buitengebied zeer laag
- -
De hoeveelheid GFT-afval is zowel in de kern als in het buitengebied laag
In het algemeen gesteld zitten er in het restafval in de kernen van Opmeer nog veel herbruikbare grondstoffen, wanneer de steekproef wordt vergeleken met vergelijkbare gemeenten. In het buitengebied zitten er juist relatief weinig nog herbruikbare stoffen in het restafval.
De meeste winst valt te behalen in het recyclen van papier, apparaten en PBD. Met name de stromen papier en PBD zijn kansrijk om beter te recyclen, aangezien deze al apart deur-aan-deur worden opgehaald. Apparaten zijn een kleine stroom, die doorgaans naar het afvalbrengstation (ABS) wordt gebracht.
Om de inwoners van Opmeer te helpen beter afval te scheiden, zijn er allerlei servicemaatregelen denkbaar. Niet alle maatregelen zullen specifiek effectief zijn voor Opmeer; dit vereist maatwerk. Om in kaart te brengen tegen welke problemen inwoners aanlopen bij het scheiden van hun afval, is er een vragenlijst uitgezet en zijn de dorpsraden benaderd om input te geven.
4. Participatietraject
Bij de totstandkoming van dit grondstoffenplan heeft inwonersparticipatie een nadrukkelijke rol ingenomen. Omdat er zeer veel variaties denkbaar zijn in service aan de inwoners, is het belangrijk om te weten waar de behoeftes liggen. Wat kan de inwoners van Opmeer helpen om afval beter te scheiden? Dit hebben we op twee manieren onderzocht.
4.1 Poll onder de inwoners
Gezien de zeer tevredenstellende respons op de Facebook-pagina van de gemeente bij eerdere vraagstukken, is er voor gekozen om de mening van de inwoners van Opmeer wederom te peilen via een poll op de Facebookpagina. Als toevoeging voor de mensen zonder Facebook is de poll ook te raadplegen geweest op de website van de gemeente. In deze poll werden verschillende servicemaatregelen voorgesteld, en werd inwoners gevraagd aan te geven welke van deze maatregelen hen zouden helpen bij het beter scheiden van hun afval. Men kon ook eigen suggesties toevoegen.
Uiteraard is er gecontroleerd voor woonplaats, leeftijd en of men in hoog- of laagbouw woont. Aanvullend hierop is gevraagd hoe belangrijk men het scheiden van afval vindt, hoe vol de grijze bak doorgaans zit en welke hindernissen men ondervindt bij het scheiden van afval.
4.2 Wie hebben de poll ingevuld?
De poll heeft twee weken online gestaan, van 29 april tot en met 13 mei. De respons was zeer positief, maar liefst 423 mensen hebben de moeite genomen de vragenlijst in te vullen. Niet iedereen heeft elke vraag beantwoord; de laagste respons op een vraag was 367. Desalniettemin een goede opkomst, en ook een teken dat dit onderwerp leeft bij de inwoners. Bijna 70% van de respondenten zegt dan ook dat zij het scheiden van afval (zeer) belangrijk vindt. Aan de andere kant zet wel meer dan 70% van de respondenten de grijze bak 12 keer per jaar aan de weg. Meer dan de helft van de respondenten geeft aan dat de grijze bak bijna vol of overvol is wanneer deze aan de weg wordt gezet.
De meeste antwoorden kwamen van inwoners van Spanbroek en Hoogwoud. 46% van de respondenten was tussen de 30 en 50 jaar oud, en ongeveer 30% is ouder dan 50. Het overgrote deel, 58%, van de respondenten vormt een huishouden van 3 of meer personen, maar de meesten (77%) hebben geen kinderen in de luiers. Bijna alle inwoners (91%) wonen in laagbouw, wat niet verwonderlijk is gezien het geringe aantal hoogbouwappartementen in de gemeente.
Meer dan 70% van de respondenten zet de grijze bak 12 keer per jaar aan de weg. Meer dan de helft van de respondenten geeft aan dat de bak bijna vol of overvol is wanneer deze aan de weg wordt gezet.
4.3 Waarom scheidt men niet altijd even goed?
Een van de vragen uit de enquête luidt: ‘Wat is de belangrijkste reden om uw afval niet (altijd) te scheiden of apart in te leveren?’. Hiermee willen we graag inventariseren tegen welke problemen de inwoners aanlopen bij het scheiden van afval. Maar liefst 346 respondenten hebben deze vraag ingevuld. De meest genoemde antwoorden zijn:
- 1.
Nascheiding is efficiënter
- 2.
Te veel moeite / Niet voor iedere schil naar de groene bak willen lopen
- 3.
Onduidelijkheid wat waar in mag
- 4.
Afval wordt niet goed verwerkt
- 5.
Luiers
- 6.
Groene en oranje bak zitten vol voordat ze worden opgehaald
- 7.
Niet voor ieder klein ding naar het afvalbrengstation willen rijden
- 8.
Verpakkingen bestaan uit verschillende stoffen die aan elkaar vast zitten
4.4 Waar heeft men behoefte aan?
Een van de vragen was een multiple choice vraag, met een aantal mogelijke servicemaatregelen die inwoners kunnen helpen bij het beter scheiden van afval. De volgende opties worden het populairst bevonden:
De kleine milieustraat kan ruim geïnterpreteerd worden. Een mogelijkheid is een volwaardige milieustraat met grote verzamelcontainers, maar er kan ook gedacht worden aan een aantal kleine (ondergrondse) containers bij elkaar, waar kleine stromen zoals elektronische apparaten kunnen worden ingezameld.
Daarnaast was er ook een open vraag, waarin de inwoners gevraagd werd of zij zelf nog suggesties hebben voor mogelijke servicemaatregelen. De overgrote meerderheid (269 respondenten) heeft de moeite genomen om zelf suggesties toe te voegen.
Als we kijken naar de eigen suggesties die inwoners konden achterlaten, is er een aantal ideeën dat regelmatig terug komt in de antwoorden:
- 1.
Frequentie van het legen van de bakken: Veel respondenten lijken van mening te zijn dat de huidige ophaalfrequentie niet voldoende is, vooral voor bakken zoals plastic en grijs afval. Sommigen suggereren dat bepaalde bakken vaker moeten worden geleegd, vooral tijdens de zomermaanden vanwege geur- en ongedierteproblemen.
- 2.
Behoefte aan specifieke afvalcontainers: Er is vraag naar specifieke afvalcontainers, zoals voor luiers, oud papier en glas, om het scheiden van afval te vergemakkelijken. Sommige respondenten suggereren ook containers voor specifieke materialen zoals oud ijzer.
- 3.
Beloning voor goed afvalgedrag: Verschillende respondenten stellen voor om inwoners te belonen die goed afval scheiden. Dit kan variëren van lagere tarieven tot gratis compostbakken of regentonnen.
- 4.
Transparantie en voorlichting: Er is behoefte aan meer transparantie over wat er met het gescheiden afval gebeurt en betere voorlichting over wat wel en niet bij bepaalde afvalstromen mag.
- 5.
Kosten: Velen maken zich zorgen over de kosten en zijn van mening dat afval scheiden niet tot hogere tarieven zou moeten leiden. Sommigen stellen zelfs voor om terug te keren naar een systeem waarbij al het afval samen wordt verzameld en gescheiden bij de verwerking.
- 6.
Praktische zaken: Er zijn ook praktische zorgen geuit, zoals de behoefte aan meer ruimte voor afval, vooral voor gezinnen met kinderen, en de wens voor gemakkelijkere manieren om afval te scheiden, zoals in de keuken.
- 7.
Alternatieve oplossingen: Sommige respondenten suggereren alternatieve oplossingen, zoals ondergrondse containers, nascheiding van afval, of het verminderen van verpakkingsmateriaal om de hoeveelheid afval te verminderen.
De behoefte aan een manier om kleine stromen in te zamelen is niet nieuw, en sluit ook aan op de aanbevelingen die HVC in 2022 aan de gemeente heeft gedaan om de afvalinzameling te optimaliseren. Er zijn verschillende manieren om dit te doen, zoals bijvoorbeeld multi-minibakken of een mini milieustraat.
De behoefte aan extra voorlichting en meer duidelijkheid is ook in 2022 gesignaleerd door HVC; inwoners geven aan niet altijd te weten wat er in welke bak mag. Tenslotte komt de behoefte aan het rijden van snoeiroutes ook voor in de aanbevelingen uit 2022, en het verder optimaliseren van de papierinzameling ook.
4.5 Extra toelichting op inzameling van luiers
Luierproblematiek wordt veel genoemd, zowel bij de redenen waarom goed scheiden niet altijd lukt, als bij de suggesties om het inzamelen te verbeteren. Het probleem met luiers, is dat deze op dit moment nog niet te recyclen zijn. Ze belanden dus in de restafvalbak, terwijl een deel van de luier bestaat uit recyclebare materialen, en de rest uit composteerbaar materiaal.
Gemeenten en HVC zijn gezamenlijk actief bezig met maatregelen en/of grondstoffenplannen die leiden tot meer afvalscheiding en minder restafval (dus positief milieurendement) en dalende kosten. Daarbij is het uitgangspunt om alleen gescheiden afvalstromen in te zamelen als deze ook apart verwerkt kunnen worden. Ondanks het stijgende (relatieve) aandeel van luiers in het restafval en mogelijkheden om het serviceniveau te verhogen zijn er nog veel vragen over beschikbare verwerkingstechnieken en - capaciteit, het milieuvoordeel, de kosten en de risico’s. Daarnaast bestaan er tegenwoordig ook wasbare luiers die steeds betaalbaarder worden, wat het probleem op den duur kan verkleinen.
Vooralsnog ontwikkelt HVC niet proactief eigen verwerkingscapaciteit zolang technieken nog niet uitontwikkeld zijn, dus voor Opmeer is het niet mogelijk om luiers te recyclen. Daarbij lijken de totale kosten voor aparte inzameling en recycling aanzienlijk hoger te zijn dan de route van luiers bij het restafval. Er is immers sprake van een relatief beperkt aantal adressen dat te maken heeft met luiers, en de adressen veranderen ook steeds wanneer kinderen zindelijk worden. In de tussentijd lopen er in den lande meerdere initiatieven met wasbare luiers. Al gemeente volgen we deze ontwikkelingen met belangstelling.
4.6 Participatie dorpsraden en gemeenschapsraad
Daarnaast is er ook input opgehaald bij de verschillende dorpsraden en de gemeenschapsraad die de gemeente rijk is. Alle organisaties zijn uitgenodigd voor een bijeenkomst op 8 mei waarin zij hun visie konden delen over de accenten in het grondstoffenplan, en de keuzes die hierin gemaakt worden. De dorpsraad Aartswoud was helaas niet in de gelegenheid om op deze avond een lid af te vaardigen. Zij zijn wel in de gelegenheid geweest om per mail input toe te sturen.
Het gesprek met de dorpsraden en gemeenschapsraad is door beide partijen als productief ervaren. De raden hebben aangegeven zich graag in te zetten om mensen uit te leggen dat er veel winst te behalen is op papier en gft, twee stromen die nog relatief veel voorkomen in het restafval. De Met name op het gebied van papier zien zij een rol voor zichzelf weggelegd, aangezien een betere inzameling van papier voordelig is voor de verenigingen die het ophalen, het milieu en de eigen portemonnee. Papier is immers een stroom die geld oplevert, dus des te beter er wordt ingezameld, des te positiever dit is voor de afvalstoffenheffing. De raden gaven ook een aantal andere ideeën mee.
Allereerst gaven zij aan dat het verruimen van de openingstijden van het afvalbrengstation (ABS) een goed idee zou zijn. Zeer recentelijk zijn de openingstijden van de stations in Middenmeer, Enkhuizen, Zwaag en Obdam verruimd. Op dit moment wachten we even af of Zwaag en Middenmeer daadwerkelijk meer aanloop krijgen.
Net als de inwoners en HVC zijn de dorps-en gemeenschapsraden ook van mening dat er een oplossing moet komen voor het inzamelen van kleine stromen. Ook geven zij aan snoeiroutes te willen. Daarnaast zou het, om overvolle groene bakken te voorkomen, goed zijn om big bags beschikbaar te stellen aan inwoners om de bladeren op te vangen. Een alternatief is een bladerbak in de openbare ruimte, zoals sommige andere gemeenten ook hanteren. Een andere aanvulling vanuit de raden is het optimaliseren van de papierinzameling, en het aanbieden van oud papier containers voor hoogbouw. Tot slot zien de dorpsraden geen bezwaar tegen het tegen betaling op laten halen van grof afval, mits het bedrag niet te hoog is en kringloopwinkels hier geen hinder van ondervinden in de vorm van afvaldumping.
In het algemeen werd geadviseerd om meer informatie te delen via de gemeentelijke kanalen over welke grondstoffen er nog in het restafval voorkomen, om mensen bewust te maken van hun eigen inzamelgedrag. Meer transparantie over hoe de afvalstoffenheffing tot stand komt kan daarbij helpen, aangezien inwoners dan kunnen zien hoe hun inzamelgedrag zich door vertaalt naar de afvalstoffenheffing. Als voorbeeld kan gedacht worden aan de kosten van het brengen van grof restafval naar het ABS, ten opzichte van het aanbieden van dit restafval in de grijze container. Door te focussen op de verbetering van inzameling van stromen die weinig kosten of zelfs geld opleveren, kan er worden gestuurd op de kosten.
5. Wat gaan we doen?
De inwonersparticipatie heeft ons een zeer nuttige inkijk geboden in de behoeftes van de inwoners van Opmeer omtrent de afvalinzameling. Daarnaast zijn er ook veel goede, creatieve suggesties meegegeven voor de ontwikkeling van het grondstoffenplan. Helaas zijn niet alle suggesties haalbaar. Sommige initiatieven, zoals een milieustraat in de gemeente, zijn zeer duur in verhouding tot de opbrengst in restafvalreductie. Sommige initiatieven, zoals het volledig teruggaan naar nascheiding, zijn niet realistisch aangezien geen van de andere HVC-gemeenten gebruik maakt van dit systeem, en alles in Opmeer al is ingericht op bronscheiding (denk aan de glasbakken, papiercontainers, gft-cocons etc.). Ten derde zijn er ook maatregelen die zeer logisch en efficiënt lijken, zoals het ophalen van kleine stromen huis-aan-huis, maar die in de praktijk nauwelijks kosten besparen of restafval verminderen. Op verzoek van Opmeer heeft HVC een aantal initiatieven doorgerekend. Exacte kosten/baten zijn lastig te geven, aangezien dit van zeer veel factoren afhangt. Er zit dus altijd een onzekerheidsfactor in de berekening. Om deze reden wordt er gewerkt met plussen en minnen.
5.1 Kosten en baten overzicht
* Negatief effect = kostenverhogend / restafval verhogend / recycling verlagend
* Positief effect = kostenverlagend / restafval verlagend / recycling verhogend
Maatregel |
Effect op kosten |
Effect op aantal kg’s restafval |
Effect op % gerecycled materiaal |
Opmerkingen |
Snoeiroutes rijden, 2x in voorjaar en 2x in najaar |
- |
-/+ |
-/+ |
Heeft weinig invloed op milieu en kosten, maar komt wel duidelijk als wens naar voren |
Kleine stromen ophalen met de BEST-tas (boeken, electronica, speelgoed en textiel) |
|
|
|
|
Ja-Ja sticker op brievenbus |
- |
+ |
-/+ |
Inzameling met kraam dan wel multi-minibakken bij verenigingen levert weinig op en kost meer. |
Opruimdagen |
-/+ |
++ |
++ |
Omgekeerde reclamebezorging. Zeer efficiënt. |
Keukenbakjes faciliteren voor gft-afval |
+ |
-/+ |
-/+ |
Frequentie nader te bepalen. Wordt ervaren als zeer prettige service. |
Grof afval ophalen tegen betaling €10 |
- |
+ |
+ |
Kosten hangen af van inkoop keukenbakjes. |
+ |
++ |
++ |
Deze maatregel werkt service verlagend. Echter, in combinatie met de ophaaldagen wordt dit weer gecompenseerd |
Een belangrijke winstwaarschuwing bij bovenstaand overzicht heeft betrekking op de beperking van de hoeveelheid restafval. De exacte besparing dan wel toename van kosten hangt af van hoe veel restafval er daadwerkelijk wordt voorkomen, maar ook van de prijs van de verwerking van restafval in verhouding tot de verwerking van andere grondstromen. Met name dit laatste verandert constant, doordat de landelijke overheid de heffing op verbranding van restafval steeds verhoogt. De prijs/vergoeding voor andere, gerecyclede grondstromen hangt af van de marktontwikkeling. Exacte effecten zijn daarom moeilijk te voorspellen, maar in het algemeen kan gesteld worden dat vermindering van restafval altijd leidt tot kostenbesparing, aangezien restafval zonder meer de duurste grondstroom is om te verwerken.
5.2 Grondstoffendriehoek
Met de voorliggende koers, zet Opmeer ambitieuze stappen richting een circulaire toekomst. De overtuiging is dat we met deze maatregelen winst kunnen behalen op alle drie de pijlers binnen de grondstoffendriehoek: milieu, kosten en service. Alle maatregelen zijn erop gericht om de kosten zo laag mogelijk te houden, en de milieuwinst zo hoog mogelijk. Dit bereiken we door te sturen op serviceoptimalisatie. De servicemaatregelen die we willen nemen maken het makkelijker om afval te scheiden, en zijn in zijn geheel op zijn minst kostenneutraal. De winst die wordt gemaakt in verlaging van de hoeveelheid restafval en de verhoging van het percentage gescheiden grondstoffen, heeft een verlagend effect op de kosten.
De afvalstoffenheffing in Opmeer wordt bepaald aan de hand van meerdere factoren, welke niet allen (direct) te beïnvloeden zijn. Afspraken over het tegengaan van zwerfvuil (in samenwerking met WerkSaam), onkruidbestrijding, salariskosten en handhavingskosten brengen allen kosten met zich mee die een langdurig, stabiel karakter hebben. Een groot deel van de afvalstoffenheffing wordt echter bepaald door de opbrengsten van gescheiden grondstromen die geld opleveren (papier, textiel, oud ijzer etc.), en de vergoeding die vanuit de verpakkingsindustrie wordt geboden voor het recyclen van PMD. Deze opbrengsten worden verrekend in de eindafrekening met HVC. Het verwerken van restafval is de grootste kostenpost bij het fijn huishoudelijk afval, aangezien deze stroom verreweg het duurste is om te verwerken per ton. Het terugdringen van restafval vertaalt zich op die manier in de afvalstoffenheffing.
5.3 Verbeteren van de inzameling van groenafval
Als we kijken naar de inhoud van de restafvalbak, blijkt dat 28% van de inhoud bestaat uit GFT-afval. Dit is een stroom die in de groene bak hoort, en die vaak ook nog eens erg zwaar is. We willen daarom focussen op het terugdringen van de hoeveelheid groenafval in de restafvalbak. Dit kan op verschillende manieren.
We zullen snoeiroutes gaan rijden, zowel in de kernen als in het buitengebied. HVC rijdt eens in de 4 weken een ronde om snoeiafval op te halen bij de inwoners. Zo hebben inwoners minder last van een overvolle groene bak, en beland het snoeiafval op de plek waar het hoort. Deze maatregel levert niet direct veel winst op, maar is wel een nadrukkelijke wens van de inwoners. De kosten zullen iets toenemen, maar het serviceniveau ook.
We bieden de mogelijkheid om kosteloos een keukenbakje aan te vragen, zodat in ieder geval GFT-afval kan worden verzameld en men niet voor iedere schil naar de groene bak hoeft te lopen. Er belanden nog veel etensresten in het restafval, welke ook nog eens relatief zwaar zijn. Keukenbakjes kunnen helpen om dit apart te scheiden. We gaan ook onderzoeken of het financieel haalbaar is om prullenbakken met drie compartimenten (met korting) aan te bieden, zodat men nog meer afval kan scheiden binnenshuis.
Het advies van HVC is om een brief te versturen en/of afvalcoaches langs laten gaan met de vraag of inwoners een keukenbakje willen, eventueel door een coupon te verstrekken, waarmee inwoners het keukenbakje zelf gratis kunnen bestellen. De ervaring leert dat er dan maar ca. 25% gebruikmaakt van deze mogelijkheid. We willen voorkomen dat 75% van de keukenbakjes niet wordt gebruikt en/of wordt weggegooid. De exacte kosten hangen af van welk type bakje wordt uitgedeeld, en uiteraard hoe veel kg’s restafval hiermee wordt voorkomen. Welk bakje we zullen aanbieden, zal in de concrete uitwerking van de maatregel uitgewerkt worden.
In aanvulling hierop zullen we hoogbouw faciliteren met GFT-cocons voor zover dit nog niet het geval is. Uit de bijeenkomst met de dorpsraden kwam naar voren dat nog niet iedere hoogbouwwoning hier toegang toe heeft, dus dit gaan we nog eens tegen het licht houden.
5.4 Inzameling oud papier
Het college gaat in gesprek met de verenigingen om tot een gangbare oplossing te komen voor het systeem voor het ophalen van het oud papier. Het college legt voor het eind van 2024 een nieuw plan voor het inzamelingssysteem van oud papier voor aan de gemeenteraad, zodat de raad daar een besluit over kan nemen.
5.5 Ophaal van kleine stromen i.c.m. opruimdag
Uit de inwonersparticipatie kwam duidelijk naar voren dat de inwoners van Opmeer behoefte hebben aan een manier om kleine stromen, zoals hard plastic, piepschuim en elektronische apparaten, makkelijker te kunnen inzamelen. Een mogelijkheid die hierbij vaak genoemd wordt is een verzamelpunt met multi-mini bakken op een centrale plaats in de gemeente. Een andere versie hiervan is het inrichten van een kraam waarmee kleine stromen kunnen worden ingezameld, bijvoorbeeld 1 keer per maand. Doorrekening van HVC leert ons dat de gemeente Opmeer te weinig woonhuisaansluitingen heeft om deze maatregelen efficiënt te kunnen uitvoeren. De kosten wegen niet op tegen de baten.
Een alternatief dat wel mogelijk is, is het verstrekken van de BEST-tas (boeken, electronica, speelgoed en textiel). Deze tas wordt gratis aangeboden en bijvoorbeeld in samenwerking met kringloopbedrijven opgehaald. Na het ophalen worden de goederen gesorteerd. Wat kapot is wordt gerecycled, en wat nog bruikbaar is wordt aangeboden via het kringloopbedrijf. De tas wordt regelmatig ingezameld, bijvoorbeeld 1 keer per kwartaal. Het grote voordeel van dit systeem is dat er meer gerecycled wordt, en dat kringloopwinkels hier ook geld aan verdienen. In overleg met HVC over de uitrol van dit plan kan ook worden besloten om kosteloos meerdere tassen aan te bieden aan de inwoner die dat wenst.
Een beproefde maatregel die hier goed op aansluit is het organiseren van ophaaldagen. Tijdens de opruimdagen zorgt HVC dat er, in de wijk waar dit plaatsvindt, containers komen voor de verschillende soorten grof afval. Er zijn twee variaties. Bij de basisvariant komen er 1 of meerdere grof afvalcontainers en 1 magazijncontainer afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA) geplaatst. De hele dag zijn er afvalcoaches aanwezig die inwoners helpen bij het juist aanleveren en hen adviseren over afval scheiden.
Bij de tweede optie kan er een mini milieustraat ingericht worden, waarbij het ook mogelijk is om plastic, piepschuim, papier, textiel etc. in te leveren. In de praktische uitwerking van deze maatregelen zal er gekozen worden voor een van de twee versies.
De opruimdagen kunnen bijvoorbeeld 2 of 3 keer per jaar georganiseerd worden. Het grote voordeel is dat ook inwoners die niet in de gelegenheid zijn hun grof afval naar het ABS te brengen (bijvoorbeeld omdat ze geen aanhangwagen of trekhaak hebben), zich van hun grof afval kunnen ontdoen. Daarnaast voorkomt deze maatregel bijplaatsingen, en wordt er nog minder beroep gedaan op de grof vuil ophaaldienst.
5.6 Grof afval ophalen tegen betaling
Uit de participatie met zowel dorpsraden als inwoners via de enquête blijkt dat men behoefte heeft aan een vorm van beloning wanneer men goed afval scheidt. Aangezien we niet inzetten op een gedifferentieerd tarief, kunnen we niet volledig aan deze wens voldoen. Wat we wel zullen invoeren, is het ophalen van grof afval tegen betaling. Op dit moment is het nog zo dat inwoners kosteloos hun grof afval op kunnen laten halen. Dit is een kostbare onderneming, en draagt niet bij aan het beter recyclen van afval aangezien het opgehaalde grof afval niet meer nagescheiden wordt. Het belandt bij het restafval. Door een klein bedrag à €10 te vragen aan inwoners om hun grof afval op te laten halen, stimuleren we mensen om zelf hun grof afval naar het afvalbrengstation te brengen. Het voordeel is dat het grof afval op het ABS gescheiden ingezameld wordt, en de hoeveelheid restafval dus afneemt. Daarnaast zorgt het voor bewustwording bij de inwoner van de prijs van restafval. Uiteraard wordt er ook bespaard op de ophaalroutes, aangezien minder mensen hun grof afval laten ophalen.
In de praktische uitwerking maken we afspraken met andere West-Friese gemeenten die dit ook van plan zijn.
5.7 Maatwerk kringloopwinkels
Kringloopwinkels vervullen een belangrijke functie in onze gemeente. Enerzijds zorgen zij dat producten hergebruikt worden en mensen met een kleine beurs zich deze producten ook kunnen veroorloven. Anderzijds bieden zij een beschermde werkplaats aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Kringloopwinkels krijgen veel tweedehands spullen binnen. Soms zijn deze binnengebrachte goederen niet meer verkoopbaar, en blijft de kringloopwinkel zitten met grof restafval. Non-profit kringloopwinkels (zoals Rataplan) kunnen hun grof restafval altijd kosteloos afvoeren, maar commerciële kringloopwinkels kunnen dit niet altijd.
Enerzijds streven we als gemeente naar zo min mogelijk restafval, en willen we dat ook kringloopwinkels kritisch zijn op geleverde goederen, en hun afgekeurde goederen zo goed mogelijk scheiden. Anderzijds erkennen we de essentiële maatschappelijke functie van kringloopwinkels, en willen we hen faciliteren in hun werkzaamheden. Daarom kiezen we ervoor om ook commerciële kringloopwinkels kosteloos hun grof restafval aan te leveren bij de afvalbrengstations (ABS). We verwachten echter wel van de winkels dat zij zich zo goed mogelijk inspannen om de aangeleverde goederen bij binnenkomst te controleren, en zo nodig af te wijzen. Het is niet de bedoeling dat inwoners al hun grof restafval bij de kringloopwinkel deponeren. Om dit te voorkomen zullen we ook periodiek via de sociale mediakanalen van de gemeente, inwoners erop wijzen dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het afvoeren van hun grof restafval naar een ABS.
5.8 Aanvullende aanpassingen
Op basis van klachten en suggesties vanuit zowel de inwoners, als de gemeente en HVC, zullen er ook een aantal kleine aanpassingen plaatsvinden in het grondstoffenbeleid.
Allereerst zal er bij de bouw van nieuwe woningen al in een vroeg stadium contact gelegd worden tussen HVC en de projectontwikkelaar. In de afgelopen jaren hebben we gemerkt dat nieuwe adressen niet altijd tijdig bekend zijn bij HVC, waardoor zij nog geen (ondergrondse) containers hebben kunnen opleveren. Dit heeft hier en daar tot afvaldumpingen geleid, wat we uiteraard willen voorkomen.
Wat betreft bouw- en sloopafval is het voor inwoners niet altijd duidelijk waar ze terecht kunnen voor een grote afvalcontainer. HVC levert deze containers niet aan particulieren; een bouwcontainer kan tegen betaling worden aangevraagd bij GP Groot. Gemeente Opmeer zal dit duidelijker op de website vermelden, en hier ook via de overige gemeentelijke kanalen ruchtbaarheid aan geven.
6. Kanttekeningen en uitdagingen
6.1 Risico op afkeur
De komende jaren worden de afkeurcriteria voor afval waarschijnlijk strenger. Dit betekent dat meer partijen gescheiden ingezameld afval afgekeurd worden wanneer er grondstoffen in zitten die er niet bij horen. Afgekeurde partijen afval worden verbrand als restafval, wat de duurste stroom is om te verwerken. Tot nu toe heeft Opmeer altijd zeer weinig afkeur gehad, in sommige jaren zelfs 0%. Het is mogelijk dat de nieuwe criteria, wanneer deze gepubliceerd worden, zullen leiden tot meer afkeur en dus hogere verwerkingskosten. Op dit moment is nog niet met duidelijkheid te zeggen of dit ook daadwerkelijk zal gebeuren, maar het is een risico dat mogelijk aan de orde komt. Een andere optie is dat de afkeurcriteria niet per sé strenger worden, maar dat de vergoeding dan wel de prijs voor inzameling lager wordt.
6.2 Onduidelijkheid over afspraken met verpakkingsindustrie
Op 13 mei heeft de VNG laten weten de huidige overeenkomst met Verpact, de vertegenwoordiger van alle bedrijven die producten met een verpakking op de markt brengen, stop te zetten. Vergoedingen die gemeenten van Verpact ontvingen bleken niet kostendekkend. Ook hekelt de VNG de transparantie bij de organisatie. De VNG zet in op nieuwe afspraken vanaf 2025.
Verpact wordt bekostigd door het bedrijfsleven, en één van haar taken is om gemeenten financieel te compenseren voor het scheiden van afval. Gemeenten klagen echter al langer dat Verpact steeds vaker afval afkeurt omdat het te vervuild zou zijn. Wanneer er meer dan 15% vervuiling in een aangeboden hoeveelheid PMD-afval zit, is het niet goed recyclebaar en vindt gedeeltelijke of volledige afkeur plaats. In dat geval krijgen gemeenten geen vergoeding.
Hoewel de VNG voornemens is een nieuwe overeenkomst met Verpact te sluiten vòòr 2025, is er een kans dat dit niet lukt. Sowieso is het onduidelijk of de nieuwe te sluiten overeenkomst een verbetering oplevert voor gemeenten. Dientengevolge is het niet duidelijk wat er met de opbengsten van PMD-afval zal gebeuren in de komende jaren.
6.3 Stijging afvalstoffenheffing en CO2-heffing
Per 2024 is de CO2-heffing op restafval wederom omhoog gegaan. Het rijk bepaalt deze heffing, en verhoogt deze om gemeenten te stimuleren de hoeveelheid restafval in te perken. Het valt te verwachten dat deze heffing de komende jaren verder zal oplopen. Als het niet lukt om de hoeveelheid restafval terug te dringen, betekent dit een stijging van de afvalverwerkingskosten.
7. Evaluatie
Het komende halfjaar zullen er voorbereidingen worden getroffen om de gekozen maatregelen gefaseerd uit te rollen per 1 januari 2025. Vanaf deze datum zal er een jaarlijks evaluatiemoment komen, om de effectiviteit van de maatregelen te beoordelen. Jaarlijks biedt HVC een rapportage aan van alle ingezamelde stromen, waaronder ook restafval. Daarnaast doet HVC steekproeven om te bepalen welke recyclebare grondstromen nog voorkomen in de restafvalcontainer.
Deze jaarrapportage zal als uitgangspunt worden genomen voor de evaluatie, alsmede de eindafrekening die jaarlijks wordt toegezonden. Dit is de financiële kant van het verhaal; de kosten en baten van de inzameling van verschillende stromen afval bepalen de uiteindelijke gemaakte kosten.
Om het effect van de maatregelen goed te kunnen meten is wel meer dan één jaar nodig. Met name in het eerste jaar zal de evaluatie zich voornamelijk toespitsen op de praktische uitrol van de maatregelen, en eventuele plooien die nog glad moeten worden gestreken.
Het uiteindelijke doel is om de hoeveelheid restafval naar beneden te krijgen, en de hoeveelheid gerecyclede materialen omhoog. Dit is goed voor het milieu, maar ook voor de portemonnee. Restafval is immers de duurste stroom om te verwerken, en weegt dus zwaar op de afvalstoffenheffing. Als blijkt dat de hoeveelheid restafval niet afneemt na invoering van de maatregelen, zullen de maatregelen heroverwogen worden.
Ondertekening
Besloten in de raadsvergadering van 11 juli 2024.
G.J. van den Hengel
voorzitter
I. van Mulligen
plv. griffier
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl