Treasurystatuut gemeente Heusden 2025

Geldend van 06-05-2025 t/m heden

Intitulé

Treasurystatuut gemeente Heusden 2025

Het college van de gemeente Heusden;

gelezen het collegevoorstel van 29 april 2025;

gelet op artikel 212 Gemeentewet, de Financiële Verordening gemeente Heusden 2023 en de Wet Financiering decentrale overheden;

overwegende dat het noodzakelijk is om het huidige Besluit financieringsstatuut gemeente Heusden 2010 te actualiseren aan de hand van de laatst vastgestelde verordeningen en wet- en regelgeving;

besluit:

vast te stellen het navolgende Treasurystatuut gemeente Heusden 2025.

Begrippenkader

Artikel 1. Begrippenkader

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • Administratie: Het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens en het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van de gemeentelijke organisatie en het afleggen van verantwoording hierover, ook omvattende de administratie en verantwoording aangaande de geldmiddelen;

  • Administratieve organisatie: Het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot organisatie stand brengen en in stand houden van de goede werking van de administratie;

  • Agentschap: Het uitvoeringsorgaan van het Ministerie van Financiën, dat onder anderen verantwoordelijk is voor de uitvoering van Schatkistbankieren;

  • Deposito: Niet-verhandelbare belegging bij een financiële instelling of bij het Agentschap, waarbij een bedrag voor een bepaalde periode tegen een vast rentepercentage wordt weggezet;

  • Financiële derivaten: financiële instrumenten belichaamd in contracten waarin de voorwaarden zijn vastgelegd waartegen een transactie op een bepaald moment zal of kan plaatsvinden en waarvan de waarde afhankelijk is van één of meer onderliggende activa, referentieprijzen of indices;

  • Drempelbedrag: Het bedrag aan overtollige liquide middelen dat gemiddeld over een kwartaal buiten de schatkist aangehouden mag worden. De hoogte van het drempelbedrag is gerelateerd aan de begrotingsomvang van een decentrale overheid;

  • Financiering: Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor de dekking van de vermogensbehoefte;

  • Geldstromenbeheer: Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);

  • Intern liquiditeitsrisico: De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning, waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

  • Kasgeldlimiet: Een bedrag op basis van de Wet fido (Wet financiering decentrale overheden) ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar;

  • Koersrisico: Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;

  • Kredietrisico: De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij;

  • Liquiditeitenbeheer/treasury: Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;

  • Liquiditeitenplanning: Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid;

  • Onderhandse geldleningen: Zijn leningen waarbij de voorwaarden van de lening in onderling overleg tussen partijen kunnen worden vastgesteld.

  • Rating: Een classificatie door een rating agency, die de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier aangeeft;

  • Renterisico: Het risico op (toekomstige) ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen van leningen of uitzettingen met een looptijd van een jaar of langer;

  • Renterisiconorm: Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar;

  • Rentetypische looptijd: Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;

  • Rentevisie: Verwachting over de toekomstige renteontwikkeling;

  • Saldobeheer: Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;

  • Schatkistbankieren: Het aanhouden van gelden bij het ministerie van Financiën;

  • Solvabiliteitsratio van 0%: Status die door een bancaire toezichthouder in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER: lidstaten van de Europese Unie uitgebreid met Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend;

  • Treasuryfunctie: Omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;

  • Uitzetting: Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.

  • Valutarisico: Het risico dat voortvloeit uit de mogelijkheid dat op een bepaald moment de waarde van de vreemde valutastromen, uitgedrukt in eigen valuta, afwijkt van het hetgeen verwacht werd op het beslissingsmoment.

Doelstellingen van de treasuryfunctie

Artikel 2. Doelstellingen

De gemeente onderscheidt een vijftal doelstellingen van de treasuryfunctie:

  • 1.

    Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • 2.

    Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;

  • 3.

    Het streven, binnen de kaders van wet- en regelgeving en binnen de bepalingen van dit Statuut, naar een optimale financieringsstructuur en beheersing van de daarmee gemoeide kosten.

  • 4.

    Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden met als doel het uitvoeren van de gemeentelijke taken binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting

  • 5.

    Waarborgen dat de taken en verantwoordelijkheden op dit onderdeel duidelijk worden geregeld.

Risicobeheer

Artikel 3. Uitgangspunten risicobeheer

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    Het voorzichtigheidsbeginsel wordt breed toegepast door de treasuryfunctie;

  • 2.

    Bij de uitvoering van alle treasuryactiviteiten dienen de regels en bepalingen van dit treasurystatuut, de wet financiering decentrale overheden (Wet fido) en aanvullende regelgeving in acht te worden genomen;

  • 3.

    De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan officieel geregistreerde organisaties en waarbij vooraf advies van cluster financieel beleid wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij;

  • 4.

    De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico.

  • 5.

    Tijdelijk overtollige middelen van aangetrokken geldleningen voor projectfinanciering worden uitsluitend uitgezet bij de financiële onderneming waar de geldlening is aangegaan.

  • 6.

    Het gebruik van financiële derivaten is niet toegestaan.

Artikel 4. Renterisicobeheer

  • 1.

    De kasgeldlimiet wordt niet overschreden in overeenstemming met de Wet fido;

  • 2.

    De renterisiconorm wordt niet overschreden in overeenstemming met de Wet fido;

  • 3.

    Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie, de liquiditeitenplanning, de actuele rentestand en de rentevisie;

  • 4.

    De rentevisie van de gemeente wordt jaarlijks opgesteld (paragraaf financiering in de begroting);

  • 5.

    Binnen de kaders gesteld onder lid 3 en lid 4, streeft de gemeente tevens naar spreiding in de rente typische looptijden van leningen/uitzettingen, opdat ook in de toekomst geen overmatige blootstelling aan rentebewegingen optreedt.

Artikel 5. Koersrisicobeheer

  • 1.

    De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren: hoofdsomgarantie aan het einde van de looptijd en/of uitzettingen in vastrentende waarden;

  • 2.

    Tevens beperkt de gemeente de koersrisico’s door in overeenstemming met artikel 7 de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de meerjarenliquiditeitenplanning.

Artikel 6. Kredietrisicobeheer

  • 1.

    Bij het uitzetten van middelen in de schatkist van het rijk doen zich geen kredietrisico’s voor uit hoofde van treasury.

  • 2.

    Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de publieke taak bedingt de gemeente zoveel mogelijk zekerheden.

Artikel 7. Intern liquiditeitsrisicobeheer

De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning voor de komende 12 maanden. Tevens wordt een meerjarige liquiditeitenplanning opgesteld gelijk aan de in de meerjarenraming opgenomen periode.

Artikel 8. Valutarisicobeheer

Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.

Gemeentefinanciering

Artikel 9. Financiering

Bij het aantrekken van financieringen gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Financieringen worden uitsluitend aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;

  • 2.

    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken teneinde de renterisico’s te minimaliseren en het renteresultaat te optimaliseren;

  • 3.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn: onderhandse leningen en kasgeldleningen;

  • 4.

    De gemeente vraagt prijsopgaven op bij minimaal 2 financiële instellingen alvorens een financiering wordt aangetrokken. De prijsopgaven en de opdrachtbevestigingen worden door de gemeente schriftelijk vastgelegd.

Artikel 10. Langlopende uitzettingen

Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Uitzettingen worden uitsluitend gedaan onder de in artikel 4, 5 en 6 genoemde voorwaarden;

  • 2.

    De gemeente vraagt bij minimaal 3 instellingen prijsopgaven op alvorens een langlopende uitzetting wordt gedaan, welke schriftelijk worden vastgelegd.

Kasbeheer

Artikel 11. Geldstromenbeheer

Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:

  • 1.

    Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;

  • 2.

    Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.

Artikel 12. Saldo- en liquiditeitenbeheer

Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:

  • 1.

    De gemeente streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatiestelsel bij de bank met de gunstigste condities;

  • 2.

    Indien een liquiditeitsbehoefte ontstaat, kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt – in overeenstemming met artikel 4 lid 1 - de kasgeldlimiet niet overschreden;

  • 3.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening courant;

  • 4.

    Toegestane instrumenten bij het extern uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn producten met hoofdsomgarantie aan het einde van de looptijd en/of uitzettingen in vastrentende waarden;

  • 5.

    Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar wordt artikel 6 lid 2 in acht genomen;

  • 6.

    De gemeente vraagt bij minimaal 2 instellingen prijsopgaven op alvorens middelen worden aangetrokken of uitgezet met een looptijd korter dan één jaar, welke schriftelijk worden vastgelegd.

Relatiebeheer

Artikel 13. Bankrelaties en bancaire condities

De gemeente wil gunstige c.q. marktconforme condities realiseren voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Bankrelaties en hun bancaire condities worden tenminste ééns in de 4 jaar beoordeeld. Beoordeling kan ook plaatsvinden bij veranderingen in de bancaire condities of als de samenwerking niet meer naar tevredenheid van de gemeente verloopt.

  • 2.

    Financiële instellingen moeten onder Nederlands of anders onder EER-toezicht vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer.

  • 3.

    Tussenpersonen moeten geregistreerd staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen. Dit geldt alleen als de tussenpersonen zelf kredieten en geldleningen verstrekken. Niet als de geldlening van de verstrekker rechtstreeks naar de gemeente Heusden gaat.

Administratieve organisatie en interne controle

Artikel 14. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle.

  • 1.

    De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;

  • 2.

    Bevoegdheden zijn via mandaat nader schriftelijk vastgelegd;

  • 3.

    Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • a.

      iedere betalingstransactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe) zoals is vastgelegd in de mandaatregeling en budgethouders regeling. In dit treasurystatuut wordt het aantrekken van kasgeldleningen niet gezien als een betalingstransactie3;

    • b.

      de uitvoering en de controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

    • c.

      de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.

  • 4.

    Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar het cluster financieel beleid zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties;

De accountant toetst, in het kader van zijn algemene controleopdracht, de opzet, bestaan en werking van de administratieve- en interne controlemaatregelen.

Artikel 15. Verantwoordelijkheden

De taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente zijn in de hiernavolgende tabel gedefinieerd. De uitvoering van de taken vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van de concerncontroller, in overeenstemming met de financiële beheers- en controleregeling van de gemeente Heusden.

Functie

Verantwoordelijkheden

Gemeenteraad

  • Het bepalen van het treasurybeleid door het vaststellen van de Financiële verordening en de paragraaf financiering bij de begroting.

  • Het houden van toezicht op de treasuryfunctie, vooral via de paragraaf financiering bij de jaarrekening.

College van B&W

  • Het uitvoeren van de treasuryfunctie en het afleggen van verantwoording hierover.

Clustermanager/ budgethouder

  • Het zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare informatie over toekomstige geldstromen aan cluster financieel beleid.

Clustermanager financieel beleid

  • Het uitvoeren van de aan haar/hem gemandateerde treasuryactiviteiten in overeenstemming met het Besluit;

  • Het zorgdragen voor juiste verantwoording van de uitvoering van de door hem/haar gemandateerde treasuryactiviteiten;

  • Het rapporteren aan B&W over de uitvoering van het treasurybeheer;

  • Het afleggen van verantwoording aan het college van B&W.

Treasurer / Liqiditeitenbeheerder

  • Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende deelfuncties: het risicobeheer en gemeentefinanciering (financiering, uitzetting en relatiebeheer).

  • Het opstellen van de rentevisie;

  • Het opstellen en bijhouden van de liquiditeitenplanning;

  • Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer (voornamelijk het schatkistbankieren);

  • Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen;

  • Het afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties;

  • Het schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties;

  • Het voorbereiden van beleidsvoorstellen en adviezen op treasurygebied;

  • Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie.

Kassier

  • Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende deelfunctie: kasbeheer.

  • Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen;

  • Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer;

  • Het aanleveren van tijdige, volledige en juiste gegevens aan de gemeentelijke administratie.

Artikel 16. Bevoegdheden

In onderstaande tabel staan de bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde autorisatie.

Bevoegd functionaris

Autorisatie door

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

1. Het uitzetten van middelen via callgeld, deposito en spaarrekening

Treasurer

Cluster financieel beleid

2. Het aantrekken van middelen via callgeld of kasgeld

Treasurer

Cluster financieel beleid

3. Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen

Kassier

Medewerker cluster financieel beleid

Bankrelatiebeheer

4. Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen

Kassier

Cluster financieel beleid

5. Bankcondities en tarieven afspreken

liquiditeitenbeheerder

Cluster financieel beleid

Financiering aantrekking, uitzetting en risicobeheer

6. Het vaststellen van kredietfaciliteiten

Cluster financieel beleid

College van B&W

7. Het aantrekken van middelen via onderhandse leningen uit hoofde van de publieke taak

Cluster financieel beleid

College van B&W

8. Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak

Cluster financieel beleid

College van B&W

9. Het garanderen van middelen uit hoofde van de publieke taak

Cluster financieel beleid

College van B&W

Artikel 17. Informatievoorziening

Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient ten minste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

Informatie

Frequentie

Informatie verstrekker

Informatie-ontvanger

1. Liquiditeitenplanning;

Jaarlijks

Treasurer

Clustermanager financieel beleid

2. Beleidsplannen voor de paragraaf financiering bij de begroting;

Jaarlijks

Treasurer

Gemeenteraad

3. Evaluatie treasuryactiviteiten in paragraaf financiering van de jaarrekening;

Jaarlijks

Treasurer

Gemeenteraad

4. Voortgang onderdelen paragraaf financiering via de voor- en najaarsrapportage;

Halfjaarlijks

Treasurer

Gemeenteraad

5. Informatie aan derden (toezichthouder en CBS) zoals genoemd in art. 8 Wet fido;

Jaarlijks

Treasurer

Derden

Artikel 18. Inwerkingtreding

Dit treasurystatuut onder de naam ‘Treasurystatuut gemeente Heusden 2025’ treedt een dag na de officiële bekendmaking daarvan in werking. Tegelijkertijd vervalt dan het ‘Besluit financieringsstatuut gemeente Heusden 2010’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van Heusden in de vergadering van 29 april 2025.

namens het college van Heusden,

de secretaris,

mr. H.J.M. Timmermans