Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738947
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738947/1
Beleid Misbruik en Oneigenlijk gebruik (M&O) Wet Inburgering 2021 Gemeente Súdwest-Fryslân
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 03-05-2025 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024
Intitulé
Beleid Misbruik en Oneigenlijk gebruik (M&O) Wet Inburgering 2021 Gemeente Súdwest-FryslânHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân:
heeft overwogen dat:
• het wenselijk is beleid vast te stellen ter voorkoming en afdoening van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke middelen ten behoeve van de uitvoering Wet Inburgering 2021;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en het Beleid Misbruik en Oneigenlijk Gebruik gemeente Súdwest-Fryslân;
besluit:
het Beleid Misbruik en Oneigenlijk gebruik (M&O) Wet Inburgering 2021 Gemeente Súdwest-Fryslân vast te stellen
1. Inleiding
Met de invoering van de Wet inburgering 2021 zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor het bieden van inburgeringsvoorzieningen aan inburgeringsplichtigen. Gemeenten krijgen hiervoor een specifieke uitkering (SPUK) voor die wordt verantwoord middels de SiSa-systematiek (A38). Een verantwoorde besteding van overheidsmiddelen vraagt om passende maatregelen die misbruik en oneigenlijk gebruik van publieke middelen tegengaan (M&O-beleid). In deze nota worden de M&O-maatregelen binnen de gemeente Súdwest-Fryslân rondom de Wet inburgering 2021 uiteengezet.
2. Registraties bij DUO
De gemeente Súdwest-Fryslân registreert conform landelijke voorschriften van DUO de vereiste gegevens in Portal Inburgering voor de wet Inburgering 2021.
3. Toets op identificatie inburgeringsplichtige
Voor statushouders en nareizigers geldt dat de signalen hiervan binnenkomen bij de gemeente via het Portaal Taakvolgsysteem (TVS) van het Centraal orgaan opvang Asielzoekers (COA). Dit betreft nagenoeg altijd personen die bijstand aanvragen in het kader van de Participatiewet. De identiteit wordt in dit geval door het college vastgesteld met de aanvraag voor bijstand.
De gemeente ontvangt voor de groep statushouders en gezinsmigranten die geen bijstand aanvragen, signalen vanuit het DUO over de inburgeringsplicht. De inburgeringsplichtige wordt vervolgens uitgenodigd voor een gesprek over de inburgering. Tijdens dit gesprek wordt diens identiteit vastgesteld aan de hand van het verblijfsdocument.
Het financieel risico voor gezinsmigranten is aanzienlijk lager, omdat zij zelf verantwoordelijk zijn voor bekostiging van hun inburgeringstraject (al dan niet via een lening via DUO).
4. Toets op woonplaatsbeginsel inburgeringsplichtige
Gemeenten hebben een wettelijke opdracht om statushouders te vestigen in de gemeente (Taakstelling huisvesting statushouders). Hiermee is duidelijk dat de statushouders die gekoppeld zijn aan de gemeente ook daadwerkelijk gevestigd worden in de gemeente Súdwest-Fryslân. Het risico dat de gemeente inburgeringsvoorzieningen bekostigt voor een statushouder die niet in Súdwest-Fryslân woont is hierdoor zeer laag. Daarnaast geldt ook hier dat de meeste inburgeringplichtige statushouders bijstand ontvangen binnen de Participatiewet. Vanuit de Participatiewet volgen ook regelmatige controles op de rechtmatigheid, waaronder de woonplaats van de belanghebbende wordt gecontroleerd.
5. Monitoring Persoonlijk plan Inburgering en Participatie (PIP)
Het college legt in het Persoonlijk plan Inburgering en Participatie (PIP) vast welke acties en afspraken worden ingezet tijdens het inburgeringstraject. Dit staat gelijk aan een beschikking en daarmee is de PIP een formeel juridisch document. Gedurende de inburgeringsperiode wordt door het college de voortgang van de inburgeraar periodiek getoetst en daar waar nodig wordt de PIP aangepast.
6. Maatregelen integriteit Leerbaarheidstoets
Het uitgangspunt van de Wet Inburgering is het behalen van het inburgeringsexamen. Het college zet daarbij in op het verwerven van een zo hoog mogelijk taalniveau. De leerbaarheidstoets wordt ingezet om vast te stellen op welk niveau van de Nederlandse taal kan worden behaald en of de inburgeringsplichtige in staat kan worden geacht om het B-1 niveau te behalen. Om te voorkomen dat de leerbaarheidstoets niet correct worden afgenomen, wordt uitvoering gegeven aan de volgende kwaliteitsadviezen van het Rijk:
• Hardware sluit aan bij de doelgroep (de toets is zowel mogelijk met touchscreen als op laptop), zodat digitale vaardigheid zo min mogelijk van invloed is op het resultaat;
• De Leerbaarheidstoets wordt altijd afgenomen onder supervisie van een gecertificeerde consulent inburgering;
• De Leerbaarheidstoets wordt afgenomen in een afgesloten ruimte om afleiding zoveel mogelijk te voorkomen.
De uitkomst van de leerbaarheidstoets wordt als indicatie gezien bij het vaststellen van het te behalen taalniveau. De leerbaarheidstoets is onderdeel van de brede intake. Tijdens de brede intake wordt uitvraag gedaan op alle leefgebieden (werk, gezondheid, opleiding, financiën en gezinssituatie) zodat een zo compleet mogelijk beeld ontstaat van de persoonlijke situatie en verwachte mogelijkheden van de inburgeringsplichtige. Aan de hand van de uitkomst van de brede intake stelt de consulenten inburgering vast op welk niveau de Nederlandse taal kan worden behaald. Deze consulenten worden (cultuursensitief) getraind om tot een goede beoordeling te komen voor een passend inburgeringstraject. Bestaat na de brede intake twijfel over het taalniveau van de inburgeringplichtige dan wordt bij opleidingscentrum Stavoor B.V. een taaltoets ingezet.
7. Waarschuwingen en boetes
Hoofdstuk 7 in de Wet Inburgering 2021 biedt het college de mogelijkheid tot het opleggen van boetes wanneer inburgeringsplichtige:
• Niet of onvoldoende meewerkt aan de brede intake (incl. leerbaarheidstoets);
• Niet of onvoldoende meewerkt aan het opstellen en uitvoeren van het PIP;
• Niet of onvoldoende meewerkt aan de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) of Participatieverklaringstraject (PVT).
De boete is een instrument dat ingezet kan worden om een spoedige start van een inburgeringstraject af te dwingen. In de praktijk worden periodieke gesprekken gevoerd met de inburgeringsplichtige zodat deze gemotiveerd en doelbewust deelneemt aan het inburgeringstraject. Een inburgeringstraject heeft op lange termijn immers meer kans van slagen als de inburgeringsplichtige intrinsiek gemotiveerd is. De boete (en waarschuwing) wordt daarom ingezet als laatste instrument.
8. Interne controle
Concerncontrol voert jaarlijks de verbijzonderde interne controle (VIC) uit. Concerncontrol controleert onder andere of de SiSa-verantwoording aangeleverd door de verantwoordelijke afdeling, juist en volledig is ingevuld. Hierbij wordt ook vastgesteld of de uitgaven terecht verantwoord zijn.
9. Voorkomen misstanden cursusinstellingen en kwaliteitsborging
De gemeente Súdwest-Fryslân heeft na gezamenlijke Europese aanbesteding met de Friese Gemeenten, de uitvoering van de B1-route en de Z-route ingekocht bij Stavoor B.V. Over de uitvoering van de opdracht zijn door de gemeente met Stavoor B.V. afspraken gemaakt, die schriftelijk zijn vastgelegd in een raamovereenkomst. Met Stavoor B.V. vindt periodiek overleg plaats over de uitvoering van de opdracht.
Voor de uitvoering van de Onderwijsroute is door de gemeente Leeuwarden, namens de Friese gemeenten, waar gemeente Súdwest-Fryslân deel van uitmaakt, een raamovereenkomst en een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Stichting voor Beroepsonderwijs, Volwasseneneducatie en Algemeen voortgezet onderwijs in Friesland en Flevoland, handelend onder de naam Firda voor Volwassenen.
De gemeente Súdwest-Fryslân heeft voor de maatschappelijke begeleiding een opdracht verstrekt aan Vluchtelingenwerk, waarvoor een overeenkomst is afgesloten. Over de voortgang van de maatschappelijke begeleiding vindt ieder kwartaal overleg plaats met Vluchtelingenwerk.
10. Slotbepalingen
- 1.
Deze beleidsregels treden in werking de dag volgend op de bekendmaking en werken terug tot 1 januari 2024.
- 2.
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleid Misbruik en Oneigenlijk Gebruik Wet Inburgering 2021 gemeente Súdwest-Fryslân.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 25 maart 2025,
mr. drs. J.A. de Vries, burgemeester
drs. W.J. Sikkes, waarnemend gemeentesecretaris
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl