Beleidsregel standplaatsen Moerdijk

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 03-05-2025

Intitulé

Beleidsregel standplaatsen Moerdijk

gelet op artikel 1:3 vierde lid en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 1:6, 1:8, 5:17 en 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Moerdijk;

dat de behoefte bestaat om in beleidsregel nader uit te werken hoe met die bevoegdheid wordt om te gaan;

b e s l u i t :

vast te stellen de Beleidsregel standplaatsen Moerdijk

Inleiding

Het te koop aanbieden van goederen, zoals bloemen, vis, loempia’s, friet en overige snacks vanaf een standplaats, is in de meeste gemeenten in Nederland een niet meer weg te denken activiteit. Standplaatsactiviteiten vormen voor consumenten vaak een welkome aanvulling op het aanwezige winkelbestand. In sommige gevallen is het zelfs de enige mogelijkheid om dicht bij huis bepaalde inkopen te doen. Een activiteit die daar enigszins tegenaan schurkt zijn de weekmarkten, die in veel plaatsen vaak wekelijks plaatsvinden. Deze weekmarkten zijn in tegenstelling tot de standplaatsen, niet gebaseerd op de Algemene Plaatselijke Verordening Moerdijk (hierna: de APV), maar op de Marktverordening gemeente Moerdijk (hierna: de Marktverordening).

Doel

De beleidsregels standplaatsen Moerdijk vervangt het Standplaatsenbeleid gemeente Moerdijk.

De doelstellingen van deze beleidsregel zijn als volgt:

  • 1.

    De huidige beleidsregels standplaatsen zijn gebaseerd op het beleid en locatiekeuzen;

  • 2.

    Er is behoefte aan een duidelijk en helder beleidskader voor de standplaatshouders en vergunning aanvragers;

  • 3.

    Het stimuleren van extra standplaatsen in de kleine kernen;

  • 4.

    Een uitvoerbaar en hanteerbaar handhavings- en toezicht kader;

  • 5.

    Duidelijkheid en eenduidigheid over het gebruik van gemeentelijke faciliteiten, zoals stroomvoorziening en gebruik gemeentegrond.

Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: degene die een vergunning aanvraagt;

  • b.

    APV: de geldende Algemene plaatselijke verordening gemeente Moerdijk;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk; d. dag(en): de dag(en) waarop de standplaats wordt ingenomen;

  • d.

    vaste standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 5.17 van de APV op een door het college aangewezen locatie, die gedurende het gehele jaar één of meerdere dagen/dagdelen per week wordt ingenomen;

  • e.

    standplaats: het op of aan de weg of aan een openbaar water dan wel op een andere – al dan niet met enige beperking – voor publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen of te hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, informatie te verstrekken vanuit een voertuig dan wel diensten aan te bieden, zoals bedoeld in artikel 5.17 van de APV;

  • f.

    vergunning: de vergunning tot het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5.18 van de APV;

  • g.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • h.

    seizoen standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 5.17 van de APV op een door het college aangewezen locatie, die in de periode van maximaal drie maanden één of meerdere dagen/dagdelen per week wordt ingenomen.

  • i.

    maatschappelijke of ideële standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 5.17 van de APV, die wordt ingenomen door een maatschappelijke/sociaal- culturele instelling of activiteiten op het gebied van volksgezondheid, alleen met een niet-commercieel karakter (bijvoorbeeld activiteiten ten behoeve van politieke partijen, verenigingen, onderwijsinstellingen en niet commerciële instellingen).

Artikel 2 Standplaatsen

  • 1. Vaste en seizoensgebonden standplaatsen kunnen slechts worden ingenomen op de plaatsen beschreven op de tekeningen in bijlage 1 bij deze beleidsregel.

  • 2. Op de in het eerste lid bedoelde plaatsen mogen standplaatsen ingenomen worden, zoals omschreven in bijlage 2 van deze beleidsregel.

  • 3. Standplaatsen kunnen alleen worden ingenomen door een mobiel verkoopmiddel. Een kiosk, container of ander bouwwerk is niet toegestaan.

  • 4. Standplaatsen hebben een maximale afmeting zoals opgenomen in de vergunning.

Artikel 3 Vaste standplaatsen

  • 1. Er mogen geen vaste standplaatsen ingenomen worden op het Marktplein (Markt) in Zevenbergen op de dag van de weekmarkt en de nabijheid van 500 meter van het marktplein op de dag van de weekmarkt.

  • 2. Voor de vaste standplaatsen zijn niet altijd standaard stroomvoorzieningen aanwezig; indien nodig dient de vergunninghouder zelf voor een adequate en veilige stroomvoorziening te zorgen.

Artikel 4 Seizoensgebonden standplaatsen

  • 1. Een vergunning voor een seizoensgebonden standplaats wordt verleend voor maximaal negen aaneengesloten weken per kalenderjaar.

  • 2. Wanneer mogelijk kan deze seizoensgebonden standplaats op verzoek van de aanvrager eenmalig voor maximaal negen weken door het college worden verlengd.

  • 3. Voor een seizoensgebonden standplaats wordt enkel een standplaatsvergunning verleend, indien de aanvrager geen andere standplaats heeft in de gemeente Moerdijk.

Bepalingen over vergunningen

Artikel 5 Vergunningverlening vaste standplaatsen

  • 1. Per standplaatslocatie mogen alleen verschillende branches tegelijk standplaats innemen.

  • 2. Een vaste vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd.

Artikel 6 Procedure aanvragen vergunning standplaatsen

  • 1. Een aanvraag wordt door het college in behandeling genomen, wanneer er sprake is van een volledige aanvraag, inclusief alle bijlagen zoals vermeld op het aanvraagformulier;

  • 2. De aanvragen worden behandeld op datum van binnenkomst, hierbij geldt dat degene die als eerst een aanvraag heeft ingediend voorgaat;

  • 3. De aanvraag wordt getoetst aan de eisen die zijn gesteld in de artikelen 1:8, 5:17 en 5:18 van de APV en de Algemene wet Bestuursrecht.

Artikel 7. Vereisten vergunning

Voor toewijzing van een vergunning voor een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

De volgende documenten moeten worden overlegd:

  • a.

    Kopie van geldig legitimatiebewijs

  • b.

    Kopie inschrijving Kamer van Koophandel

  • c.

    Kopie aansprakelijkheidsverzekering

Artikel 8 Inhoud standplaatsvergunning

  • 1. Een standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval, voor zover van toepassing:

    • a.

      de naam en voornamen, geboortedatum en -plaats en het adres van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen standplaats met vermelding van de afmetingen;

    • c.

      het verkoopmiddel of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

    • d.

      de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

    • e.

      de vergunningsduur;

    • f.

      dat de vergunninghouder zelf zorgdraagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

    • g.

      de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

    • h.

      welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan;

    • i.

      de plaats waar een vergunde koelwagen mag staan.

  • 2. Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 9 Innemen standplaats

  • 1. De vergunninghouder is verplicht om de aan hem vergunde standplaats in te nemen, of te laten innemen;

  • 2. Aan de vergunninghouder die zijn standplaats niet persoonlijk wenst in te nemen, verleent het college toestemming zich te laten vervangen door een met name genoemd persoon;

  • 3. Ter verkrijging van toestemming om zich te laten vervangen dient de vergunninghouder een aanvraag in waaruit blijkt door wie de vergunninghouder wordt vervangen en dat deze vervanger aan de eisen van artikelen 6, 7 en 8 voldoet;

  • 4. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder en handelt namens de vergunninghouder.

  • 5. Het bepaalde in dit beleid en in de APV gemeente Moerdijk is van overeenkomstige toepassing op de vervanger. Alle handelingen van de vervanger op de standplaats worden aan de vergunninghouder toegerekend. De vergunninghouder blijft, ook bij een vervanger, altijd verantwoordelijk voor het gebruik van de standplaats.

Artikel 10 Overdragen standplaatsvergunning vaste en seizoensgebonden standplaatsen

  • 1. De standplaatsvergunning kan worden overgedragen als:

    • a.

      sprake is van blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder; b. de vergunninghouder het bedrijf beëindigt; of

    • b.

      de vergunninghouder overleden is.

  • 2. In deze situaties kan de standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere persoon met wie de vergunninghouder duurzaam samenwoonde.

  • 3. Wanneer de standplaatsvergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid van dit artikel, kan de standplaatsvergunning worden overgedragen aan een kind of een medewerk(st)er van de vergunninghouder als hij/zij:

    • a.

      ten minste één jaar in loondienst van het bedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt; of

    • b.

      gedurende één jaar als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.

  • 4. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder is vastgesteld, nadat het bedrijf is beëindigd of nadat de vergunninghouder overleden is.

Artikel 11 Toezicht en handhaving

De aangewezen toezichthouders, waaronder de buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s), zullen toezicht houden op de naleving van de vergunningvoorschriften. Wanneer nodig zal de handhavingsmatrix zoals vastgesteld in de beleidsregel uitvoering algemene bestuursrechtelijke handhaving en gedogen Moerdijk 2025 worden gevolgd.

Artikel 12 Intrekking standplaatsvergunning

Ter nadere invulling van het bepaalde in artikel 1:6 eerste lid onder d van de APV kan het college de standplaatsvergunning intrekken, wanneer er per kwartaal meer dan vijf dagen geen gebruik wordt gemaakt van een vaste standplaats.

Slotbepalingen

Artikel 13 Overgangsrecht standplaatsvergunning vaste standplaatsen

Voor zowel standplaatshouders die op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregel beschikken over een standplaatsvergunning geldt, dat de looptijd van die standplaatsvergunning voor onbepaalde tijd van kracht blijft.

Artikel 14 Intrekking oude regeling

Het Standplaatsenbeleid gemeente Moerdijk wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop deze beleidsregel in werking treedt.

Artikel 15 In werking treden

Deze beleidsregel treedt in werking de dag nadat deze bekend is gemaakt.

Artikel 16 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel standplaatsen Moerdijk.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk in de vergadering van 18 maart 2025.

Namens het college,

De secretaris,

S. Elseman

De burgemeester,

A.J. Moerkerke

Bijlage 1: locaties

Zevenbergen

Locatie

Aantal standplaatsen

Elektra aanwezig

Gemeentegrond

Opmerkingen 

  • 1.

    Markt/ Markt plein

2 standplaatslocaties (nabij de elektriciteitskasten)

Ja

Ja

Maximaal 4 dagen per week met uitzondering van donderdag (de dag van de weekmarkt).

Geschikt als baklocatie.

Omdat deze locatie tevens een evenementenlocatie betreft vindt er afstemming met de evenementenorganisatoren plaats. Wanneer de standplaats niet inpasbaar is in het inrichtingsplan van het evenement en er geen mogelijkheid is om uit te wijken naar een beschikbare standplaatslocatie elders, kan dezeniet worden ingenomen.

  • 2.

    Kerkhofweg

1

Nee

Ja

Maximaal 4 dagen per week.

Locatie is niet geschikt als baklocatie.

Willemstad

Locatie

Aantal standplaatsen 

Elektra aanwezig

Gemeentegrond

Opmerkingen 

  • 3.

    Lantaarndijk

2

Ja

Stroomaansluiting vanuit gebouw

Ja

Maximale bezetting: 4 dagen per week per standplaats

Standplaats is geschikt als baklocatie.

  • 4.

    Landpoortstraat

2

Ja

Ja

Maximale bezetting: 4 dagen per week

Standplaats is geschikt als baklocatie.

  • 5.

    Hofstraat 1 (Mauritshuis)

4

ja

ja

Maximale bezetting 4 standplaatsen en alleen op maandag.

  • 6.

    Prins Bernhardplein in Helwijk (voor Schapenkoppen)

1

Nee

Ja

Maximale bezetting: 2 dagen per week.

Klundert

Locatie

Aantal standplaatsen 

Elektra aanwezig 

Gemeentegrond

Opmerkingen 

  • 7.

    Carpoolplaats tussen Klundert en Zevenbergen

2

Nee

Ja

Maximale bezetting: 7 dagen per week per standplaats.

Standplaats geschikt alsbaklocatie.

  • 8.

    Parkeerterrein Westerstraat

4

Ja

Ja

Maximale bezetting: 2 dagen per week.

Standplaats is geschiktals baklocatie.

Standdaarbuiten

Locatie

Aantal standplaatsen

Elektra aanwezig

Gemeentegrond

Opmerkingen

  • 9.

    Markweg (vrachtwagen-parkeerplaats) 

2

Nee

Ja

Maximale bezetting: 7 dagen per week.

Geen gemeentelijke stroomvoorziening aanwezig.

Standplaats is geschikt als baklocatie.

  • 10.

    Markt (Rechts voor de Spar op parkeerplaatsen voor doorgang)

1

Ja

Ja

Maximale bezetting: 2 dagen per week.

Standplaats is geschikt als baklocatie.

Fijnaart

Locatie

Aantal standplaatsen 

Elektra aanwezig 

Gemeentegrond

Opmerkingen 

  • 11.

    Voorstraat

6 (dinsdag) 

2

Ja

Ja

Alleen op dinsdag en voor de overige dagen geldt eenmaximale bezetting van 4 dagen per week per standplaats (max 2 standplaatsen tegelijk), met uitzondering van dinsdag vanwege de weekmarkt.

Standplaats is geschikt alsbaklocatie.

Moerdijk

Locatie

Aantal standplaatsen 

Elektra aanwezig 

Gemeentegrond

Opmerkingen 

  • 12.

    Steenweg (Dorpshart) 

2

Ja

Ja

Maximale bezetting: 4 dagen per week per standplaats.

Standplaats is geschikt als baklocatie.

Noordhoek

Locatie

Aantal standplaatsen 

Elektra aanwezig 

Gemeentegrond

Opmerkingen 

  • 13.

    Bisschop Hopmansstraat 

3

nee

Ja

Maximale bezetting: 4 dagen per week per standplaats.

  • 14.

    Kapellenhof

2

Ja

Ja

Maximale bezetting: 4 dagen per week per standplaats.

Standplaats is geschiktals baklocatie.

Langeweg

Locatie

Aantal standplaatsen 

Elektra aanwezig 

Gemeentegrond

Opmerkingen 

  • 15.

    Kloosterlaan

2

Ja

Ja

Maximale bezetting: 4 dagen per week per standplaats.

Zevenbergschen Hoek

Locatie

Aantal standplaatsen 

Elektra aanwezig 

Gemeentegrond

Opmerkingen 

  • 16.

    Plein 1940 

2

Ja bij cafetaria 

Ja

Maximale bezetting: 2 dagen per week per standplaats

Bijlage 2: Toelichting (behorende bij beleidsregels standplaatsen/ 18 maart 2025)

Huidige situatie ambulante handel in de gemeente Moerdijk

Weekmarkt

Er zijn op dit moment vier algemene weekmarkten in de gemeente. Deze markten worden wekelijks op diverse momenten georganiseerd. De wens ligt voor om in de toekomst alleen de weekmarkt op donderdag in het centrum van Zevenbergen onder het regime van de Marktverordening gemeente Moerdijk te laten vallen. In de Marktverordening van de gemeente Moerdijk zijn spelregels opgenomen voor de organisatie van de weekmarkt. De standplaatsen vallen daarentegen onder het regime van de APV. Gelet op het voorgaande maakt de Marktverordening en dus ook de weekmarkt geen onderdeel uit van deze beleidsregels.

Overige mini markten

Op dit moment vindt er in Fijnaart, Klundert en Willemstad wekelijks één mini-markt plaats. Deze mini-markten vallen formeel onder de markt in de zin van de Gemeentewet en zullen met de herziening onder deze beleidsregels vallen.

In de landelijke gebieden en kleinere kernen streeft de gemeente Moerdijk naar een zo compleet en divers mogelijk aanbod dicht bij de consument. De standplaatsen versterken het voorzieningenniveau in de kernen en maken de landelijke gebieden aantrekkelijk voor inwoners, toeristen en recreanten.

Artikel 1 Definities

In dit artikel zijn de belangrijkste begrippen die worden genoemd in de beleidsregel omschreven. Er is onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten standplaatsen.

Artikel 2 Standplaatsen

In bijlage 3 staan de standplaatslocaties vermeld met het maximaal aantal te vergunnen dagen.

Artikel 3 Vaste standplaatsen

Ter bescherming van de weekmarkt in Zevenbergen worden er geen nieuwe vaste standplaatsvergunningen verleend op woensdag, donderdag en vrijdag op het Marktplein.

Artikel 4 Seizoensgebonden standplaatsen

Seizoensgebonden standplaatsen kunnen de aantrekkelijkheid van het verblijfsgebied versterken. Wij stimuleren standplaatsen op locaties en in de kernen waar ze een toegevoegde waarde hebben. Dit zijn locaties waar standplaatsen zorgen voor variëteit in het aanbod, dan wel de leefbaarheid in gebieden te bevorderen doordat ze een minimaal voorzieningenniveau garanderen.

Wij stimuleren eenmalige of tijdelijke standplaatsen zoveel mogelijk gebruik te laten maken van de aangewezen standplaatslocaties.

Artikel 5 vergunningverlening standplaatsen

De aanvraag voor een vergunning wordt getoetst aan het wettelijk kader en een afwegingskader. Voor het mogen innemen van een standplaats is in basis een standplaatsvergunning nodig van het college van burgemeester en wethouders op grond van de APV. Het college kan een vergunning weigeren in het belang van hetgeen bepaald onder artikel 1:8 APV:

  • 1.

    de openbare orde;

Als de locatie, het soort goederen of diensten of de wijze waarop deze worden aangeboden ertoe kan leiden dat de openbare orde wordt verstoord, kan de standplaatsvergunning worden geweigerd. Openbare orde is een aanduiding voor de normale gang van zaken van het maatschappelijk leven op een bepaalde plaats en onder gegeven omstandigheden. Het criterium openbare orde wordt vaak gehanteerd in combinatie met het beperken of voorkomen van overlast en de verkeersveiligheid. Per aanvraag wordt bekeken of het belang van de openbare orde dusdanig groot is, dat een vergunning moet worden geweigerd of dat vergunningverlening kan plaatsvinden onder het stellen van voorschriften of beperkingen in het belang van de openbare orde.

  • 2.

    de openbare veiligheid;

Bij het innemen van een standplaats mag de verkeersveiligheid niet in het geding komen. Als door de standplaats het verkeer wordt geblokkeerd of verkeerstekens niet meer zichtbaar zijn, kan de vergunning worden geweigerd. Dat geldt ook als men een standplaats op een onoverzichtelijke locatie wil innemen of als de verwachting is dat de aantrekkende werking van de standplaats een grote wachtrij bezoekers veroorzaakt, zoals bijvoorbeeld op de hoek van een straat of bij een kruispunt.

Een standplaats heeft een verkeers-aantrekkende werking. Er moet daarom voldoende parkeermogelijkheid aanwezig zijn. Er wordt getoetst of de aangevraagde locatie voor een standplaats de openbare veiligheid niet in gevaar brengt.

  • 3.

    de volksgezondheid;

In haar algemene taak draagt de gemeente zorg voor voorlichting en informatie over gezondheidsrisico’s die zich ook ten aanzien van standplaatsen kunnen voordoen. De weigeringsgrond de 'volksgezondheid' kan worden gehanteerd, als het innemen van een standplaats en het aanbieden van bepaalde etenswaren (zoals bedorven etenswaren) of anderszins bepaalde risico's met zich meebrengen voor de volksgezondheid. De weigeringsgrond volksgezondheid kan ook samenvallen met de openbare veiligheid wanneer het belang het voorkomen van verkeersslachtoffers betreft. Dit gaat dan met name over de wijze waarop een standplaats wordt ingenomen en een daarmee samenhangende verkeersonveiligheid.

  • 4.

    de bescherming van het milieu;

In het kader van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) kunnen aan standplaatsen milieueisen worden gesteld. Deze eisen betreffen met name de gevolgen van het bakken, zoals geuroverlast. Vanuit de Wet milieubeheer en of het Omgevingsplan worden eisen gesteld aan de uitoefening van deze activiteiten, zoals de afstand tot de bebouwing, het treffen van voorzieningen voor de vetafscheiding van het afvalwater en voor het voorkomen van geuroverlast. Hiervoor kan bij de locatie van de verkoopwagen rekening worden gehouden met onder andere de meest voorkomende windrichting en afstand tot (woon)gebouwen. Daarnaast worden in de standplaatsvergunning voorschriften opgenomen omtrent het schoonhouden van de standplaats, het plaatsen van afvalbakken en het opruimen van afval in de omgeving afkomstig vanuit de standplaats verkochte producten.

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 van de APV kan de vergunning ook worden geweigerd als:

  • a.

    de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand; of

  • b.

    een kwantitatieve of territoriale beperking als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente noodzakelijk is in verband met een dwingende reden van algemeen belang.

    In het verleden is het beschermen van een redelijk voorzieningenniveau in de gemeente ten behoeve van de consument als een openbaar ordebelang aangemerkt. Uit jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna; de Afdeling) blijkt dat het reguleren van de concurrentieverhoudingen niet als een huishoudelijk belang van de gemeente wordt aangemerkt. Hierop is door de Afdeling slechts één uitzondering toegestaan. Namelijk wanneer het voorzieningenniveau voor de consument in een deel van de gemeente in gevaar komt. Van duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau zal in de praktijk niet snel sprake zijn.

    Ook de Dienstenrichtlijn staat een redelijk voorzieningenniveau niet toe als weigeringsgrond voor standplaatsen. Een dergelijke weigeringsgrond wordt namelijk gezien als een economische, niet toegestane, belemmering voor het vrij verkeer van diensten (artikel 14, punt 5, van de Dienstenrichtlijn). Op grond van de Dienstenrichtlijn mag wel een kwantitatieve of territoriale beperking worden gesteld. Daarbij gelden wel de volgende voorwaarden (artikel 15 Dienstenrichtlijn):

    • 1.

      er mag geen sprake zijn van discriminatie naar nationaliteit of statutaire zetel (discriminatieverbod);

    • 2.

      er is sprake van een dwingende reden van algemeen belang (noodzakelijkheid); en

    • 3.

      de maatregelen zijn geschikt om het nagestreefde doel te bereiken en gaan niet verder dan nodig is en het doel kan niet met andere, minder beperkende maatregelen worden bereikt (evenredigheid).

Overige regelgeving

Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen (Besluit bgbop)

Het Besluit bgbop geeft brandveiligheidsvoorschriften voor het in georganiseerd verband gebruik maken van een afgebakende locatie (in het Besluit een plaats genoemd), waarvoor vanuit andere regels (zoals het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)) geen brandveiligheidseisen zijn gesteld. In bepaalde gevallen geldt het Besluit bgbop ook voor een verzameling van standplaatsen in een afgebakend gebied. Daarbij geldt wel de voorwaarde dat het niet om een permanente standplaats met een bouwwerk gaat, maar sprake is van een bouwsel. De voorschriften genoemd in de hoofdstukken 3 tot en met 5 in het Besluit bgbop gelden in alle gevallen, waarbij in georganiseerd verband gebruik wordt gemaakt van een afgebakende locatie.

Voor permanente standplaatsen met een bouwwerk geldt het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).

Warenwet

In de Warenwet staat waaraan levensmiddelen en andere producten voor consumenten moeten voldoen. Een levensmiddel of product mag de gezondheid of veiligheid van de consument niet in gevaar brengen. Producten die onder de Warenwet vallen, zijn bijvoorbeeld elektronische producten, speelgoed en gebruiksartikelen. Ook grondstoffen voor levensmiddelen vallen onder de Warenwet, evenals de productie, de plaatsen waar voedsel wordt bereid en de verkooppunten van producten.

Als vanaf de standplaats eet- en drinkwaren worden verkocht valt dit onder het toepassingsbereik van de Warenwet.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert of de regels van de Warenwet worden nageleefd.

Omgevingsvisie Moerdijk

In de Omgevingsvisie gemeente Moerdijk 2040 is de visie opgenomen waar de gemeente Moerdijk in 2040 staat. Deze visie is samengevat in drie kernambities:

In 2040 is de gemeente Moerdijk een aantrekkelijk mozaïek, van stad en land, oud en nieuw, groot en klein, rust en reuring . Voortgebouwd op de eigenschappen die al sinds jaar en dag in de gemeente te vinden zijn, is Moerdijk in 2040 een aantrekkelijke plek om te wonen, werken, ondernemen en recreëren. Moerdijk is in 2040 een mozaïek van formaat: met krachtige kernen en gebouwd op duurzame gronden.

Standplaatsen dragen bij aan het versterken van de stadse én dorpse leefomgeving, met name in de kleinere kernen zorgen standplaatsen voor levendigheid en het vasthouden van het verzorgingsniveau.

Omgevingsplan

Een standplaats kan alleen worden ingenomen als het gebruik daarvan op de betreffende locatie mogelijk is. De locatie moeten getoetst worden aan het vigerende bestemmingsplan c.q. het omgevingsplan. Op dit moment zijn een aantal standplaatslocaties nog niet als zodanig bestemd en zullen deze ruimtelijk moeten worden geborgd.

Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)

In de Omgevingswet staat gedefinieerd wat onder een “milieubelastende activiteit” wordt verstaan. Een milieubelastende activiteit is een activiteit die nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben. Met een standplaats kan een milieubelastende activiteit uitgevoerd worden. In het Besluit activiteiten leefomgeving zijn voor bepaalde milieubelastende activiteiten meldingsplichten opgenomen. Daarnaast kunnen er (decentrale) regels voor milieubelastende activiteiten staan in het omgevingsplan, de omgevingsverordening of de waterschap verordening. Indien met een standplaats een milieubelastende activiteit uitgevoerd wordt en melding plichtig is, mag een vergunninghouder pas van de standplaatsvergunning gebruikt maken, als aan de meldingsplicht is voldaan.

Winkeltijdenwet

Standplaatsen vallen ook onder het regime van de Winkeltijdenwet. Het te koop aanbieden of verkopen van goederen vanuit een standplaats is toegestaan op maandag tot en met zaterdag tussen 06:00 uur en 22:00 uur. Verder is in de Verordening winkeltijden gemeente Moerdijk geregeld dat straatverkoop van bepaalde goederen op zon- en feestdagen mogelijk is. Het gaat dan om straatverkoop bestaande uit het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Digitaal Opkopers Register (DOR)

In het belang van de aanpak van heling van goederen is het gewenst dat handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen (bijvoorbeeld goudopkopers) kunnen worden gecontroleerd. Om deze controle mogelijk te maken zijn handelaren verplicht een doorlopend in- en verkoopregister bij te houden. Hierin moeten zij aantekening bijhouden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die worden verworven, voorhanden zijn, die worden verkocht of op andere wijze worden overgedragen. Deze verplichtingen vloeien voort het Wetboek van Strafrecht, het Uitvoeringsbesluit van het Wetboek van Strafrecht en de APV. Ook standplaatshouders dienen zich hier aan te houden en zullen worden gecontroleerd op het bijhouden van een dergelijk register.

Per standplaatslocaties mogen alleen verschillende branches en artikelgroepen worden vertegenwoordigd en de vergunningen voor vaste standplaatsen worden verleend voor onbepaalde tijd. De vergunningen voor seizoensgebonden producten worden per jaar vergund.

Artikel 6 procedure aanvragen vergunning standplaatsen

Alleen volledig ingediende aanvragen worden in behandeling genomen. Wanneer de aanvraag niet compleet is, wordt er een verzoek om aanvullende gegevens gevraagd.

Er worden geen leges in rekening gebracht voor maatschappelijke standplaatsen met een niet commerciële doelstelling oftewel ideële standplaatsen.

In de Verordening op de heffing en invordering van leges (Legesverordening) is geregeld dat er geen leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in hoofdstuk 3, paragraaf 3.6 (leges standplaats), indien deze aanvraag een vergunning betreft voor activiteiten van een algemeen nut beogende of sociaal belang behartigende vereniging of stichting die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van niet commerciële activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij deze activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers en wordt voldaan aan door het college nader vast te stellen beleidsregels.

Standplaatsen met een commercieel doel worden ingenomen door ondernemers met een commercieel doel en winstoogmerk en voor het in behandeling nemen van commerciële standplaatsen worden wel leges zoals opgenomen in de Legesverordening in rekening gebracht.

Dezelfde regel geldt voor de staangelden, zoals geregeld in de Verordening op de heffing en invordering marktgeld en staangeld.

Schaarse vergunningen

De Europese Dienstenrichtlijn en jurisprudentie geven aan dat schaarse vergunningen een beperkte geldigheidsduur moeten hebben. Dit kan betekenen dat bij aangetoonde schaarste, standplaatsvergunningen voor onbepaalde tijd niet meer zijn toegestaan. In onze gemeente worden momenteel een aantal standplaatslocaties niet ingenomen, waardoor er voldoende ruimte voor nieuwe standplaatsen aanwezig is. Met name in de kleine kernen is voldoende plaats voor standplaatsen, waardoor wij kunnen constateren dat er op dit moment geen sprake is van schaarste. Daarom wordt er gekozen om de vergunningen voor onbepaalde tijd te blijven verlenen. Wanneer deze situatie wijzigt en er schaarste ontstaat, past het college deze beleidsregel aan.

Standplaatsvergunningen die voor vaststelling van de beleidsregel voor onbepaalde tijd zijn verleend blijven van kracht, zolang de standplaatshouder van de vergunning gebruik wenst te maken. Na vaststelling van dit beleid zullen de vergunningen ambtshalve worden aangepast naar het nieuwe format en geactualiseerd worden aan deze geactualiseerde beleidsregel.

Uitzondering op de vergunningen voor onbepaalde tijd zijn de seizoen standplaatsvergunningen. Deze zullen elk jaar per seizoen vergund worden. Hiervoor geldt geen meerjarige vergunning.

Artikel 7 inhoud standplaatsvergunning

Aan de standplaatsvergunning kunnen nadere voorschriften en beperkingen worden verbonden.

In de vergunning wordt ten minste vermeld:

  • a. een duidelijke omschrijving van de toegewezen standplaats, met vermelding van de locatie en de afmetingen (afbakening via de situatieplattegrond);

  • b. de artikelen of de groep van artikelen die door de vergunninghouder op de hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht;

  • c. de dag en de tijden waarop van de standplaats gebruik mag worden gemaakt.

In de vergunning worden oa de NAW gegevens en het telefoonnummer vermeld, waarop de standplaatshouder is te bereiken gedurende het innemen van de standplaats. Daarnaast wordt de branche, het al dan niet gebruiken van elektriciteit, kook-, bak- en braadkraam, en of bijplaatsen van een koelwagen vermeld.

Artikel 8 innemen standplaats

Wanneer de vergunninghouder de standplaats niet persoonlijk inneemt, moet de vergunninghouder wel aantonen dat degene die standplaats inneemt bevoegd is deze standplaats in te nemen.

Gemeentelijke inzet en verantwoordelijkheden

Bij het herzien van de beleidsregel standplaatsen is ook gekeken naar de rol van de gemeente zelf bij het innemen van een standplaats, zowel in faciliterende als ondersteunende zin, alsook op het gebied van financiële mogelijkheden en een eenduidige en laagdrempelige informatie rondom vergunningverlening.

Gemeentelijk dienstverlening

Uitgangspunten:

  • De gemeente stelt een aantal vaste standplaatslocaties beschikbaar.

  • De gemeente heeft op een aantal standplaatslocaties een stroomvoorziening geregeld.

  • De gemeente zorgt voor de juiste bebording bij de standplaatslocaties.

  • Maatschappelijke of ideële standplaatsen (zg niet commerciële standplaatsen) betalen minder ten opzichte van commerciële standplaatsen.

Standplaatslocaties

De gemeente regelt de vergunningverlening voor aanvragen van standplaatsen door middel van een standplaatsenlocatiebeleid. Hierin wordt een maximumstelsel opgenomen, waarin de gemeente aangeeft hoeveel standplaatsen er per locatie en tijdstip maximaal beschikbaar zijn in de gemeente Moerdijk.

Per standplaatslocatie mogen alleen verschillende branches tegelijk standplaats innemen.

Standplaatsen op bedrijventerreinen en industrieterreinen worden vanuit veiligheidsaspect niet toegestaan.

Overlast

De Omgevingswet en aanverwante regelgeving bevat regels ten aanzien van activiteiten die hinder of overlast kunnen veroorzaken in de omgeving. Een aantal van deze bepalingen gelden ook voor standplaatshouders van een verkoopinrichting. Vooral aan (geur)overlast veroorzakende en voedsel bereidende verkoopinrichtingen worden milieueisen gesteld. Er worden onder andere eisen gesteld met betrekking tot afvalstoffen en het voorkomen van (geur)overlast (waaronder afzuiginstallatie). De standplaatslocaties waar gebakken of gefrituurd kan worden, zijn in de overzicht bijlage 1 specifiek benoemd. Deze locaties staan op voldoende afstand ten opzichte van woningen en andere gevoelige objecten als onderwijsinstellingen.

Standplaats tegelijk met evenement

De vaste standplaatsvergunning mag wel worden ingenomen tijdens een evenement, wanneer de burgemeester c.q. het college en de evenementenorganisator hier expliciet schriftelijk toestemming voor hebben gegeven en de standplaats in de evenementenvergunning is opgenomen. Doordat de standplaats wordt opgenomen in de evenementenvergunning, maakt de standplaats tijdens het evenement integraal onderdeel uit van het evenement.

Wanneer de standplaatshouder geen toestemmening voor het innemen van de standplaats op het evenemententerrein heeft gevraagd aan het college c.q. de burgemeester en de evenementenorganisator, dan mag de standplaatshouder zich tijdens het evenement niet met zijn standplaats op het evenemententerrein zijn (lees: zijn vaste standplaatsplek innemen). In het geval een evenement vergunning plichtig is, dient de standplaatshouder uiterlijk acht c.q. twaalf weken voorafgaand aan het evenement toestemming te vragen voor het innemen van zijn standplaats op het evenemententerrein. Het innemen van de standplaats moet blijken en onderdeel uitmaken van het inrichtingsplan van het evenement.

Artikel 9 overdragen standplaatsvergunning vaste standplaatsen en seizoensgebonden standplaatsen

Bij genoemde omstandigheden kan er een verzoek tot overdracht van de vergunning worden ingediend.

Artikel 10 intrekking standplaatsvergunning vaste standplaatsen

Het college kan de vergunning intrekken:

  • a.

    op grond van de in artikel 1:6 APV genoemde intrekkingsgronden;

  • b.

    indien de vergunninghouder, zonder mededeling aan het college, de standplaats langer dan 3 weken achtereen niet gebruikt heeft.

Het college gaat in ieder geval over tot intrekking van de vergunning indien de vergunninghouder is overleden en geen verzoek tot overschrijving is ingediend binnen de gestelde termijn van 2 maanden.

Samenvatting

In de Beleidsregel standplaatsen Moerdijk zijn ten opzichte van het beleid uit 2016 in ieder geval de volgende wijzigingen opgenomen:

  • de beleidsregels zijn in overeenstemming met het huidig wettelijk kader, jurisprudentie en landelijke ontwikkelingen;

  • er is een duidelijk onderscheid gemaakt tussen standplaatsen op grond van de APV en standplaatsen op grond van de marktverordening;

  • er is een duidelijk onderscheid gemaakt tussen soorten standplaatsen (eenmalige -, tijdelijke (of seizoensgebonden) - en vaste standplaatsen) op grond van de APV;

  • de procedure voor het verlenen van een standplaatsvergunning is duidelijk in de beleidsregels beschreven;

  • aan bestaande rechten (in het verleden verleende standplaatsvergunningen voor onbepaalde tijd) wordt niet getornd;

  • in de beleidsregel is duidelijk bepaald op welke locaties standplaatsen ingenomen mogen worden;

  • in de beleidsregel is het maximumstelsel voor standplaatsvergunningen omgezet naar een maximumstelsel voor standplaatslocaties.

Bijlage 3: standplaatslocaties plattegronden

Locatie 1: Markt/Marktplein in Zevenbergen

Locatie 2: Kerkhofweg in Zevenbergen

Locatie 3: Lantaarndijk in Willemstad

Locatie 4: Landpoortstraat in Willemstad

Locatie 5: Hofstraat 1 in Willemstad

Locatie 6: Prins Bernhardplein in Willemstad (Helwijk)Locatie 7: Carpoolplaats in Klundert

Locatie 8: parkeerplaats Westerstraat in Klundert Locatie 9: Markweg in Standdaarbuiten

Locatie 10: Markt in Standdaarbuiten

Locatie 11: Voorstraat in Fijnaart

Locatie 12: Steenweg (Dorpshart) in Moerdijk

Locatie 13: Bisschop Hopmansstraat in Noordhoek Locatie 14: Kapellenhof in Noordhoek

Locatie 15: Kloosterlaan in Langeweg

Locatie 16: Plein 1940 in Zevenbergschen Hoek

Bijlage 3.1

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling