Uitvoeringsregeling voor aan muziek te relateren buitenschoolse activiteiten Peel en Maas

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  Subsidieverordening: de Algemene Subsidieverordening Peel en Maas.

• b.

  Muzikale vorming: het bevorderen van het gevoel voor muziek - daaronder mede te verstaan de aan muziek grenzende vormen van cultuurbeleving en -beoefening - alsmede het verbreden en verdiepen van de kennis en vaardigheden die kunnen voorbereiden op of bijdragen een actieve muziekbeoefening door de deelnemer.

• c.

  Buitenschoolse activiteiten: voor kinderen van de basisschool bedoelde activiteiten die geen deel uitmaken van hun schoolprogramma en die plaatsvinden buiten de reguliere schooltijden.

• d.

  VOG: Verklaring Omtrent het Gedrag zoals afgegeven door het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

• e.

  College: College van burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas.

• f.

  Cultureel verbonden: leerlingen die niet woonachting zijn in de gemeente Peel en Maas, maar aantoonbaar in de gemeente Peel en Maas hun maatschappelijk leven leiden door hun school/vereniging komen ook in aanmerking voor subsidie.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in de deze uitvoeringsregeling is enkel van toepassing op de verstrekkingen van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

De volgende activiteiten komen voor subsidie in aanmerking:

• a.

  Buitenschoolse activiteiten die bijdragen aan de muzikale vorming voor kinderen onder de 21 jaar en woonachtig zijn in of cultureel verbonden zijn met Peel en Maas.

• b.

  De activiteiten moeten voor alle kinderen onder de 21 jaar uit Peel en Maas toegankelijk te zijn. Dit zowel in feitelijke als in financiële zin.

Artikel 4 Doelgroep waaraan subsidie kan worden verleend

Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt aan instellingen zonder winstoogmerk waarvan het doel en de activiteiten zijn gelegen op het vlak van de muziekbeoefening dan wel op het vlak van de muzikale vorming.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor

• a.

  Het organiseren en uitvoeren van de activiteiten.

• b.

  Van de deelnemers kan een eigen bijdrage worden gevraagd welke naar ons oordeel in redelijke verhouding staat tot de aard en omvang en tot de kosten van de activiteiten waaraan zij deelnemen.

Artikel 6 Het indienen van een subsidieaanvraag

In aanvulling op artikel 6 van de subsidieverordening moet bij de subsidieaanvraag tenminste de volgende stukken te worden overgelegd;

• a.

  Het werkplan met bijbehorende begroting waarin in elk geval is af te lezen:

  • •

    de manier waarop de activiteiten worden vormgegeven,

  • •

    het aantal kinderen die deelnemen,

  • •

    de tijdsduur,

  • •

    een begroting met inkomsten en uitgaven.

• b.

  Een verklaring dat de organisatie en de directe begeleiders van de kinderen beschikken over een VOG.

Artikel 7 Aanvullende weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 11 van de subsidieverordening kan de subsidie worden geweigerd als er sprake is van;

• a.

  activiteiten met een (para)commercieel doel c.q. karakter;

• b.

  activiteiten in de hobbysfeer of met een recreatief karakter;

• c.

  activiteiten die koepelorganisaties aanbieden aan de (leden van) de aangesloten organisaties (zowel de koepels zelf als hun activiteiten dienen te worden bekostigd door de aangesloten organisaties);

• d.

  activiteiten van politieke aard;

• e.

  activiteiten met een religieus of levensbeschouwelijk karakter;

• f.

  activiteiten die niet algemeen toegankelijk zijn vanwege bv. de hoge kosten van deelname of het hanteren van een selectie- of invitatiestelsel (behalve als daarvoor een functionele aanleiding bestaat);

• g.

  activiteiten die schadelijk zijn voor natuur en milieu of die anderszins strijdig zijn met de duurzaamheid;

• h.

  activiteiten waarbij er sprake is van een ongerechtvaardigd eigen belang van de aanvrager;

• i.

  activiteiten waarvoor op grond van een andere regeling al subsidie is verleend.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze uitvoeringsregeling, indien toepassing van deze regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.