Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738744
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738744/1
Uitvoerings- en Handhavingsstrategie voor vergunningverlening, toezicht en handhaving Gemeente Midden-Delfland 2024
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 30-04-2025
Intitulé
Uitvoerings- en Handhavingsstrategie voor vergunningverlening, toezicht en handhaving Gemeente Midden-Delfland 20241. Inleiding
De voorliggende Uitvoerings- en Handhavingsstrategie (U&H-strategie) is de actualisering van het gemeentelijke beleid voor vergunningverlening, toezicht en handhaving uit 2017. De provincie Zuid-Holland heeft in het kader van interbestuurlijk toezicht in 2023 geconcludeerd dat Midden-Delfland niet beschikt over alle wettelijk vereiste stukken, waardoor zij haar toezicht onvoldoende kan uitvoeren.
De U&H-strategie beschrijft hoe Midden-Delfland omgaat met Uitvoerings- (vergunningen) en Handhavingstaken (toezicht en handhaving). Voorheen werd deze strategie ook wel VTH-beleid genoemd. Nu wordt terminologie gebruikt uit de Omgevingswet, die per 1 januari 2024 inwerking is getreden. De invloed van de Omgevingswet op het domein van vergunningverlening, toezicht en handhaving is opgenomen in bijlage 1. De U&H-strategie en daarop volgende uitvoeringsprogramma geven richting aan, en houvast bij de uitvoering van de werkzaamheden op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving in het ruimtelijke domein.
Juridische grondslag
Ter bescherming van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving zijn regels vastgelegd in het omgevingsrecht, inclusief omgevingsplannen, vergunningen en andere toestemmingen. Inwoners en bedrijven die activiteiten uitvoeren, zijn op de eerste plaats zelf verantwoordelijkheid voor het beschermen van deze omgeving. Zij moeten eventuele schade, hinder en overlast voorkomen, beperken of herstellen. De gemeente maakt activiteiten mogelijk via vergunningen en meldingen om de fysieke leefomgeving te beschermen, en treedt op waar nodig om naleving van deze regelgeving te waarborgen. De details van onze aanpak en de manier waarop wij deze instrumenten toepassen, zijn uiteengezet in deze U&H-strategie.
De wettelijke basis voor de inhoud van dit document is verankerd in het Besluit omgevingsrecht (§7.2; procescriteria) en het Omgevingsbesluit (art.13.5 en 13.6), waarin onder meer is gesteld dat bestuursorganen die zijn belast met de uitvoerings- en handhavingstaak (zoals het college van Burgemeester en wethouders) een uitvoerings- en handhavingsstrategie vaststellen in een of meer documenten waarin gemotiveerd wordt aangegeven welke doelen worden gesteld voor de uitvoering en handhaving en welke werkzaamheden met het oog op die doelen zullen worden verricht.
Evaluatie
De inhoud en effectiviteit van het huidige beleid en de praktijk zijn in februari 2024 geëvalueerd met medewerkers van de taakvelden ruimtelijk beleid, openbare orde en veiligheid, juridische zaken, openbare ruimte en vergunningverlening, toezicht en handhaving. Geconcludeerd is dat het VTH-beleid uit 2017 op veel onderdelen de kernwaarden en intenties bezit die nodig zijn voor een effectief bestuurlijk kader, maar dat wettelijke vereisten en feedback van betrokkenen het noodzakelijk maken om het beleid te actualiseren en te herzien in een U&H-strategie die richtlijnen biedt voor uitvoering van VTH-taken in de komende jaren.
Uit de evaluatie komt naar voren dat nadere aandacht gegeven dient te worden aan:
- -
Prioritering, voor meer richting in uitvoering en focus op belangrijke gebieden of thema’s (zoals met name landschap en cultuurhistorie);
- -
Samenwerking; intern en met externe partners voor beter afgestemd en integraal toezicht;
- -
Handhaving; helderheid in strategie, preventieve maatregelen en sancties, en een betere naleving van wet- en regelgeving;
- -
Capaciteit; beleid dient uitvoerbaar te zijn door goede aansluiting met kwalitatieve en kwantitatieve personele formatie.
- -
Monitoring en evaluatie; inrichting en beheer van informatiemanagementsysteem op basis waarvan tussentijds tijdig bijgestuurd kan worden op beleid en uitvoering.
De resultaten van de evaluatie zijn gebruikt bij een aantal werksessies met medewerkers van de diverse taakvelden om te komen tot een uitvoerings- en handhavingsstrategie.
Positie U&H-strategie
De uitvoerings- en handhavingstaken zijn geen doel op zich, maar een middel dat bijdraagt aan maatschappelijke ambities en inhoudelijke doelstellingen.
De U&H-strategie vormt een leidraad voor de vergunningverlening, toezicht en handhavingstaken en processen binnen de gemeente en zet hiermee de organisatie in beweging.
De inhoud van deze strategie is flexibel; het kan worden aangepast als nieuwe inzichten of veranderende omstandigheden dit vereisen. In een dynamische wereld is een adaptief beleid essentieel om effectief te blijven.
Belangrijk voor de uitvoering van VTH-taken is de verbinding tussen beleid en uitvoering. De beleidscyclus van beleid en uitvoering is vertaald in het zogenaamde Big-8 model (zie bijlage 2). Dit model is een samenhangend model van een beleidsvormende (strategische) en uitvoerende (operationele) cyclus.
Op het snijvlak van beide cycli ligt het uitvoeringsprogramma. Het jaarlijkse uitvoeringsprogramma VTH is van belang voor de concrete vertaling van de uitvoerings- en handhavingsstrategie naar uitvoeringsgerichte acties. Deze wordt jaarlijks in afstemming met bovenstaande taakvelden herzien. Zodoende worden de activiteiten per jaar bepaald en kan er worden ingespeeld op de actualiteit van beleid en dynamiek in de samenleving.
Privaatrechtelijke problemen komen ook voor in de leefomgeving. Deze problemen raken vaak de gemeentelijke VTH-taken, wat de casuïstiek complexer maakt. Omdat de basis van dit beleid publiekrechtelijk is, zijn privaatrechtelijke onderwerpen voor deze U&H-strategie buiten beschouwing gelaten.
Leeswijzer
VTH-uitgangspunten
In hoofdstuk 2 zijn de uitgangspunten voor de uitvoerings- en handhavingsstrategie weergegeven. Deze zijn kaderstellend en richtinggevend voor het beleid en de uitvoering ervan
Risicoanalyse
In hoofdstuk 3 wordt de risicoanalyse toegelicht die gebruikt wordt om keuzes te maken en prioriteiten te bepalen. Aan het bepalen van de prioriteiten ligt tevens een omgevingsanalyse ten grondslag, waarin ruimtelijke en functionele kwaliteiten aan de orde komen die behouden of versterkt dienen te worden. Deze is verwoord in bijlage 3. De prioriteiten zijn mede bepalend voor de doelstellingen van de uitvoerings- en handhavingsstrategie en richtinggevend voor het daarop volgende uitvoeringsprogramma.
Strategie
In hoofdstuk 4 is de VTH-strategie verwoord. Deze is opgedeeld in vier verschillende strategieën. Om een goede fysieke leefomgeving nu en in de toekomst te borgen zijn doelstellingen geformuleerd voor preventie, vergunningverlening, toezicht en handhaving. Ook monitoring en evaluatie zijn hierbij van belang.
VTH-organisatie
In hoofdstuk 5 komt de VTH-organisatie van Midden-Delfland aan de orde. Wat is nodig om de kwaliteit van uitvoering te verbeteren of te behouden? Er is inzicht gegeven in de huidige situatie, de (potentiële) knelpunten zijn benoemd, en de maatregelen die nodig zijn om de kwaliteit van uitvoering in de organisatie te borgen.
2. VTH- Uitgangspunten
De VTH-uitgangspunten zorgen voor een duidelijk richtinggevend kader voor de uitvoering van de VTH-taken. De VTH-uitgangspunten richten zich op proactieve handhaving, verbetering van dienstverlening en bescherming van de leefomgeving. Er wordt gewerkt met integrale samenwerking tussen teams en externe partners, duidelijke communicatie met inwoners, en scheiding van taken (zoals vergunningen en toezicht). Toezichthouders rouleren om belangenconflicten te vermijden. Het beleid volgt de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO), met focus op een transparante en risicogestuurde handhaving. |
De uitgangspunten voor beleid en uitvoering zijn gebaseerd op:
- -
Wenselijke ontwikkelingen binnen de gemeentelijke organisatie;
- -
Wettelijke voorwaarden uit met name het Omgevingsbesluit en het Besluit omgevingsrecht;
- -
Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht.
Gemeentelijk:
Doelstellingen zijn reëel en haalbaar
De doelstellingen in de U&H-strategie zijn realistisch en haalbaar doordat deze gekoppeld worden aan daarvoor vereiste personele capaciteit en beschikbaarheid van middelen. Er wordt tevens rekening gehouden met de organisatorische ontwikkeling voor wat betreft implementatie van de Omgevingswet, optimalisering van processen en het kunnen werven en behouden van de juiste medewerkers voor wat betreft kennis en ervaring.
Een goede dienstverlening
Kwaliteit van dienstverlening wordt verbeterd. Er wordt verbinding gezocht met inwoners en bedrijven. Een snelle, toegankelijke service is het doel. In geval van handhaving is het van belang om te handelen volgens een persoonlijke en duidelijke aanpak.
Van reactief naar proactief handhavingsbeleid
Een proactieve werkwijze is vereist om het naleefgedrag van inwoners, bedrijven en organisaties te bevorderen. Dit gebeurt onder meer door VTH-taken uit te breiden met preventieve activiteiten en een actief beleid op toezicht en handhaving.
Integraal VTH-beleid en uitvoering
Integraal beleid en uitvoering wordt bevorderd door binnen de gemeente beter samen te werken met de verschillende teams, en door betere afstemming van activiteiten met samenwerkingspartners zoals Omgevingsdienst Haaglanden, Veiligheidsregio Haaglanden, provincie Zuid-Holland, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Hoogheemraadschap Delfland, politie en openbaar ministerie.
Heldere en adequate communicatie
Wij streven naar communicatie die duidelijk, eenvoudig, actueel, juist en toegankelijk is. Dit zorgt ervoor dat onze inwoners gemakkelijk informatie kunnen vinden en begrijpen. Een eenduidige boodschap naar de inwoners helpt misverstanden te voorkomen en verhoogt de transparantie van de gemeente.
Wettelijk:
Scheiding taken VTH
Binnen de teams zijn de taken op functieniveau gescheiden. Dit betekent dat in de praktijk niet door dezelfde persoon een vergunning verleent en daarop ook het toezicht uitoefent.
Roulatiesysteem toezichthouders
Om te voorkomen dat er een band ontstaat tussen toezichthouder en personen werkzaam bij de te controleren bedrijf rouleren toezichthouders elke 2 jaar van gebied en/of casus.
Voldoen aan Kwaliteitscriteria VTH
Landelijk zijn kwaliteitscriteria ontwikkeld voor vergunningverlening, toezicht en handhaving 1
. Met deze kwaliteitscriteria wordt de kwaliteit van processen, de uitvoeringsorganisatie (capaciteit) en de kwaliteit van haar medewerkers geborgd.
Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden vastleggen
De taken en verantwoordelijkheden van de functies zijn vastgelegd in een functiebeschrijving.
Actueel beleid
Met het vaststellen van dit U&H-strategiedocument en het hieraan gekoppelde jaarlijkse uitvoeringsprogramma wordt voldoen aan deze wettelijke (kwaliteits)eis. Tenminste eens in de vier jaar wordt de U&H-strategie herzien en jaarlijks het uitvoeringsprogramma.
Werkprocessen beschreven
De werkprocessen voor de VTH-taken liggen vast en zijn actueel.
Uitvoering in overeenstemming met werkprocessen
Er wordt uitvoering aan de VTH-taken gegeven volgens de vastgelegde werkprocessen.
Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht:
De LHSO zorgt ervoor dat handhavende instanties de handhaving zo uniform mogelijk aanpakken. De gemeente brengt haar strategie in lijn met de landelijke handhavingsstrategie omgevingsrecht. De toelichting op de LHSO en de interventiematrix is weergegeven in bijlage 6.
Uitgangspunten LHSO
- -
Handhaving is gericht op het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving, een goede omgevingskwaliteit, en op doelmatig beheren en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving.
- -
Burgers en bedrijven kunnen erop vertrouwen dat de overheid ook zelf de regels naleeft. Instanties die met de uitvoering en handhaving van het omgevingsrecht zijn belast, handelen op basis van onderling vertrouwen en respect.
- -
Het tot handhaving bevoegde gezag heeft een onafhankelijke houding, is deskundig en professioneel, en handelt zonder vooringenomenheid.
- -
Met het oog op effectieve handhaving werken de met handhaving belaste bestuurlijke, politiële en justitiële autoriteiten loyaal met elkaar samen.
- -
Effectieve handhaving gaat uit van een adequate overlegstructuur waarin de bevoegde instanties en de bij hen werkzame toezichthouders en opsporingsambtenaren elkaar op het juiste moment informeren, overleg hebben en de vereiste loyale samenwerking tot stand brengen.
- -
Bestuurders en medewerkers handelen in het algemeen belang en stellen zich dienstbaar en rolvast op richting betrokken burgers en bedrijven, verzoekers om handhaving en overtreders.
- -
Het tot handhaving bevoegde gezag is transparant over zijn afwegingen, beleid, prioriteiten, activiteiten en resultaten.
- -
Handhaving in het omgevingsrecht is integraal, risico gestuurd en effectgericht.
3. Risicoanalyse en prioriteiten
De risicoanalyse bepaalt welke activiteiten de grootste negatieve effecten hebben bij niet-naleving van regelgeving. Gebaseerd op de Omgevingswet, worden thema’s als natuur, landschap, woningbouw, verkeer, recreatie en landbouw geanalyseerd. Prioriteiten worden vastgesteld op basis van effect x kans, met een jaarlijkse herziening van het uitvoeringsprogramma. Hoge prioriteit krijgt meer aandacht en controle, lage prioriteit minimale wettelijke aandacht. De prioritering stuurt de uitvoering van de VTH-taken. |
Met de risicoanalyse wordt inzichtelijk gemaakt welke activiteiten in de leefomgeving de meeste negatieve effecten tot gevolg kunnen hebben wanneer regelgeving niet wordt nageleefd. De risicoanalyse is gecategoriseerd op basis van de onderwerpen uit de Omgevingswet. Deze onderwerpen sluiten aan bij de VTH-taken van Midden-Delfland. De risicoanalyse is een eerste stap om de prioriteiten te bepalen. De prioritering kan invloed hebben op de personele capaciteit en inzet van middelen.
De basis voor een risicoanalyse is de bekende formule: Risico = effect x kans. Een effect is de mate van impact oftewel het ongewenste gevolg van niet-naleving van regelgeving. Een kans is de waarschijnlijkheid dat de niet-naleving van regelgeving een bepaalde impact heeft.
Mede bepalend voor het stellen van de prioriteiten zijn de onderkende kwaliteiten in de fysieke leefomgeving van Midden- Delfland, die uit de omgevingsanalyse naar voren zijn gekomen (zie bijlage 3). Deze betreffen de volgende inhoudelijke thema’s:
- -
Groene en duurzame gemeente: focus op natuur, duurzaamheid en sociale verbondenheid (Cittaslow);
- -
Landschap: bescherming van het Bijzonder Provinciaal Landschap, met aandacht voor het voorkomen van schadelijke activiteiten;
- -
Bebouwing: woningbouw zonder aantasting van het landschap, handhaving op illegale bouw;
- -
Verkeer en recreatie: duurzaam verkeer en recreatie bevorderen, met aandacht voor geluidsoverlast;
- -
Landbouw: duurzame landbouw en vermindering van stikstofemissies.
De gemeente werkt samen met partners om deze maatschappelijke uitdagingen aan te pakken en de VTH-taken effectief uit te voeren.
De opgaven die blijken uit de omgevingsanalyse sluiten aan op de prioritering uit de risicoanalyse. Zo zien we in de omgevingsanalyse een sterke behoefte om het landschap te behouden en te verbeteren en worden activiteiten rondom afvalwater en bodem ook als activiteiten aangeduid met een hoog risico en dus een hoge prioriteit.
De prioriteiten zijn dynamisch en kunnen veranderen. Dat gebeurt binnen het Big-8 model (zie bijlage 2). Indien de prioriteiten veranderen heeft dat gevolgen voor het uitvoeringsprogramma. Dat programma wordt jaarlijks herzien.
Verdere toelichting op de uitvoering van de risicoanalyse is opgenomen in bijlage 5.
Prioriteiten (hoog – gemiddeld - laag)
In onderstaande tabellen is aangegeven welke onderwerpen in de verschillende thema’s hoog scoren bij de risicoanalyse. De onderwerpen zijn onderverdeeld in prioriteit ‘hoog’, ‘gemiddeld’, ‘laag’. Een onderwerp met hoge prioriteit krijgt in de uitvoering meer aandacht (hogere controlefrequentie, meer diepgang, hoge prioritering in risico gestuurd werken) en zal ook proactief worden opgepakt. Onderwerpen met een gemiddelde prioriteit wordt op hoofdlijnen grondig getoetst en zal naast de wettelijke eisen ook meer project en themagericht uitvoering krijgen. Onderwerpen met een lage prioriteit krijgen de minimale wettelijke verplichte aandacht. Vanuit deze prioritering worden de werkprocessen ingericht in de inzet bepaald zodat de verschillende taken efficiënt, effectief en zichtbaar tot uitvoering komen.
Onderwerpen met een hoog risico: |
|
Thema |
Prioriteit |
Milieu |
|
|
|
Bouw |
|
Slopen |
|
|
|
Gebruik |
|
Verordening |
|
|
Onderwerpen met een gemiddeld risico: |
|
Thema |
Prioriteit |
Milieu |
|
Bouw |
|
Slopen |
|
Gebruik |
|
Verordening |
|
Onderwerpen met een laag risico: |
|
Thema |
Prioriteit |
Milieu |
|
|
|
Bouw |
|
|
|
Slopen |
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik |
|
Verordening |
|
|
4. De VTH-strategie
De VTH-strategie zorgt voor een efficiënte, transparante en samenhangende aanpak van vergunningverlening, toezicht, handhaving. De strategie is vooral gericht op verbetering en borging van processen. Het gaat samengevat om de volgende aspecten:
|
Waar de overheid regels opstelt, zijn gerichte acties noodzakelijk om te zorgen dat deze regels nageleefd worden. De uitvoeringsstrategie van Midden-Delfland zorgt ervoor dat naleving door zowel inwoners als bedrijven niet alleen behouden blijft, maar ook verder wordt bevorderd. In lijn met stap 3 van de BIG 8 (zie bijlage 2) wordt het strategisch kader vertaald naar een operationeel kader.
De VTH-strategie omvat vier uitvoeringsstrategieën:
- •
Preventiestrategie
- •
Vergunningenstrategie
- •
Toezichtstrategie
- •
Handhavingsstrategie
Elk van deze strategieën speelt een cruciale rol in het waarborgen van de naleving van de lokale regelgeving, waarbij gestreefd wordt naar een coherente en efficiënte aanpak om de leefbaarheid en veiligheid binnen de gemeenschap te waarborgen. Voor iedere uitvoeringsstrategie zijn doelstellingen geformuleerd. Deze doelstellingen komen aan de orde in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma (zoals bedoeld in artikel 13.8 Omgevingsbesluit) , gevolgd door concrete acties die bijdragen aan het bereiken van deze doelstellingen. Door een jaarlijkse evaluatie wordt zichtbaar welke bijdrage al is geleverd met welk resultaat.
Naast de doelstellingen worden ook per VTH-taak de werkwijze en relevante onderwerpen toegelicht. Dit laat zien waar extra aandacht naar toe gaat, en hoe de komende periode gewerkt wordt aan de wenselijke verbeteringen en waar mogelijk valkuilen liggen voor de uitvoering. Dit alles schept een actueel beeld van de uitvoering van de VTH-taken binnen de gemeente en waar de organisatie aan gaat werken.
Omdat communicatie binnen de VTH-taken essentieel is, krijgt dit per VTH-taak afzonderlijke aandacht.
Binnen de VTH-strategie wordt een monitoring- en evaluatiestrategie opgenomen. Zodoende worden de strategische en operationele cyclus uit het BIG 8-model met elkaar verbonden, en draagt het bij aan uitvoering van VTH-strategie die aansluit bij de politiek-bestuurlijke en maatschappelijke wensen en behoeften voor wat betreft vergunningverlening, toezicht en handhaving.
VTH-strategie
Preventiestrategie
Doelstellingen
Doel is het bevorderen van naleefgedrag door actieve bewustwording en het vooraf verstrekken van informatie. Preventie stelt der gemeente in staat om proactief potentiële overtredingen te adresseren en zo de werklast binnen de organisatie te verminderen. Preventie is gericht op het informeren en attenderen van burgers over de regelgeving, met als doel het voorkomen van illegale activiteiten.
Voor de komende periode worden de volgende doelstellingen nagestreefd voor de preventieve inzet:
Doelstellingen |
1. We werken planmatig aan preventie, met daartoe duidelijke vastgelegde werkafspraken. |
2. De komende jaren zorgen we ervoor dat de uitvoering van activiteiten en het eigenaarschap van onze VTH-preventietaak belegd en geborgd worden bij specifieke functie(s) binnen de gemeentelijke organisatie. |
3. Op basis van relevante data m.b.t. handhaving communiceren we gericht over belangrijke thema’s om overtredingen te voorkomen. |
4. Samenwerking tussen de medewerkers van VTH en het cluster Communicatie wordt intensiever zodat we adequaat communicatie kunnen inzetten voor preventieve acties. |
Werkwijze
Er zijn diverse uitdagingen in de voorgestelde aanpak. Het omgevingsloket behoeft verbetering en de gemeentelijke website dient geactualiseerd te worden om relevant te blijven. En binnen het VTH-werkveld dienen preventieve acties op dit moment naast de basistaken te worden uitgevoerd, dat een uitdaging vormt voor de formatie en prioriteitstelling in de werkvoorraad.
Voor de komende periode ligt de focus op het verzamelen van data van handhavingszaken. Na analyse van deze data kan geconcludeerd worden op welke onderdelen het zinvol en doelmatig zal zijn om gericht te communiceren over relevante thema's. Het voornemen is om met enige regelmaat artikelen te plaatsen over actuele thema's om de gemeenschap op de hoogte te houden en te betrekken.
Preventie zal gelijke prioriteit krijgen ten opzichte van andere taken om te verzekeren dat een integrale en effectieve benadering gehanteerd wordt. Dit zal ondersteund worden door de inrichting van onderdelen onder de Omgevingswet, waarbij afspraken vertaald worden in toepasbare regels die duidelijk gecommuniceerd worden aan de inwoners en ondernemers.
Eigenaarschap
Binnen de formatie wordt een functionaris verantwoordelijk gesteld voor de planmatige preventie, om zodoende consistentie en eigenaarschap te borgen.
Communicatie
Communicatie is in veel gevallen de sleutel tot preventie. Door op de juiste manier te communiceren en goed rekenschap te geven van de doelgroep heeft de preventieve actie het meest succes. Het publiceren van beleidsregels via het elektronische gemeenteblad is voor preventie dan niet toereikend. Bij verschillende doelgroepen horen dan ook verschillende communicatiekanalen. Sociale media zoals bijvoorbeeld Facebook en Instagram kunnen worden gebruik om snel preventieve boodschappen te verspreiden, evenals voor updates over handhaving en vergunningverlening. Digitale media zoals websites zijn gericht op algemene of specifieke doelgroepen om inhoudelijke onderwerpen ter verduidelijken. Directe communicatie zoals via e-mail, telefoongesprekken of spreekuren zijn kanalen voor specifieke één op één communicatie.
Er zal een mix van communicatiekanalen gebruikt worden. Hoewel het zichtbaar handhaven ook een preventieve werking kan hebben, is voorkomen beter dan genezen. Het actualiseren en actueel houden van de gemeentelijke website is hiertoe een noodzakelijk onderdeel.
Vergunningenstrategie
Doelstellingen
Bij vergunningverlening gaat het om nauwkeurige toetsing aan regelgeving, het leveren van maatwerk waar mogelijk, en een goede coördinatie van aanvragen die complexe activiteiten betreffen. Bij vergunningverlening wordt een zorgvuldige belangenafweging gemaakt tussen de individuele behoeften van de aanvrager en het algemeen belang en de inhoudelijke doelstellingen en ambities van de gemeente in het bijzonder. Hierbij wordt gestreefd naar een optimaal niveau van dienstverlening en naleving van wet- en regelgeving.
Voor de komende periode worden de volgende doelstellingen nagestreefd voor de vergunningenstrategie:
Doelstellingen |
1. Systemen en archieven op orde brengen om efficiëntie en toegankelijkheid te verhogen. |
2. Vergunningen duidelijk en ondubbelzinnig maken om interpretatieverschillen te minimaliseren. |
3. Actief de naleving van vergunningen bewaken, inclusief het intrekken van vergunningen wanneer er geen gebruik van wordt gemaakt. Speciale aandacht voor het bewaken van tijdelijke vergunningen en het proces m.b.t. het intrekken van legalisatievergunningen, inclusief duidelijke waarschuwingen en terugkoppelingen naar aanvragers en de interne discipline handhaving. |
4. Een betere samenwerking tussen Vergunningverlening en de verschillende teams zowel binnen als buiten de afdeling. |
Werkwijze
Vergunningverlening is volledig gebaseerd op toetsing aan vastgestelde wet- en regelgeving en beleid. De activiteiten met betrekking tot vergunningverlening door de gemeente zijn grofweg gebaseerd op drie stelsels: de Omgevingswet (omgevingsrecht), de Algemene Plaatselijke Verordening (openbare ruimte) en bijzondere wetten (waaronder bijvoorbeeld drank- en horecawet en ligplaatsenbeleid).
Omgevingswet
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 2024 is er voor vergunningverlening veel veranderd. Niet alleen juridisch maar er zijn ook procesmatige wijzigingen. Dit doet een beroep op medewerkers om de aanvragen vlot te behandelen en tegelijkertijd het nieuwe juridische kader eigen te maken. Tevens is het voor de aanvrager niet per se eenvoudiger geworden, waardoor begeleiding van de aanvrager de nodige inzet vergt. Voor de afgelopen periode maar ook de komende periode geldt: al doende leren.
Het proces voor de intake- en omgevingstafel wordt verder geoptimaliseerd op basis van de opgedane ervaringen. Ook het proces met betrekking tot een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) krijgt de nodige aandacht.
Er wordt een 'ja, mits' benadering gehanteerd, waarbij door het stellen van voorwaardelijke verplichtingen flexibiliteit geboden wordt en de doorlooptijd beperkt.
De in 2024 vastgestelde APV bevat nog geen inhoudelijke wijziging in het kader van de Omgevingswet. Er is nog niet geanticipeerd op de algemene plicht om bepaalde regels op te nemen in het Omgevingsplan.
Bij het opstellen van het Omgevingsplan heeft de raad de keuze om activiteiten vergunningplichtig, meldingsplichtig of vergunningsvrij te maken. Die beleidskeuzes hebben gevolgen voor de uitvoering van de VTH-taken. Om die reden worden bij het voorstellen van die keuzes de medewerkers van team VTH betrokken bij het opstellen van het Omgevingsplan. Volgens de Omgevingswet dient uiterlijk op 1 januari 2032 voor de hele gemeente een Omgevingsplan vastgesteld te zijn.
Samenwerking
Gestreefd wordt naar goede samenwerking tussen de verschillende teams, waarbij medewerkers elkaar actief opzoeken en relevante informatie ontsluiten.
Het gebruik van verschillende systemen en archieven die niet op elkaar aansluiten zorgen voor inconsistenties. Door in de toekomst gebruik te maken van locatiedossiers en warme overdrachten te implementeren tussen vergunningverlening en toezicht, wordt efficiëntie en transparantie bevorderd.
Leren van evalueren
Tevens wordt ingezet op periodieke evaluatie van dossiers, zodat het lerend vermogen wordt vergroot en een basis ontstaat om continu te kunnen verbeteren.
Vergunning bewaking
Het toetsen van vergunningen en meldingen is een van de eerste moment van toezicht die de gemeente heeft. Deze toetsing heeft in de fysieke omgeving niet altijd de gewenste uitwerking. Voorschriften in vergunningen worden niet nageleefd, de start van mogelijk gemaakte activiteiten wordt niet uitgevoerd en vastgestelde termijnen worden overschreden. Actief de naleving van vergunningen bewaken is dan ook een essentieel onderdeel voor het beheer van de leefomgeving. Dit bevindt zich op de scheidslijn van vergunningverlening en toezicht en zal hierom vanuit beide aandachtsgebieden actief worden opgepakt. Voor het taakveld vergunningverlening betekent dit bijvoorbeeld het actief intrekken van vergunningen, mede adviseren over legalisatieverzoeken en tijdig signaleren van het verlopen van tijdelijke vergunningen.
Communicatie
Binnen de gemeentelijke organisatie zijn de communicatielijnen overwegend informeel, wat een open en samenwerkende werkomgeving bevordert.
Bij ieder vergunning of melding hoort communicatie vanuit de gemeente. De juiste communicatie draagt bij aan een goed proces en zorgt voor betrouwbaarheid en voorspelbaarheid van de gemeentelijke diensten. Alle directe communicatie over vergunningen moet dan ook in duidelijke, begrijpelijke taal geschreven zijn, zoals bevorderd door het gemeentelijke project 'Heldere Taal'. Vergunningen die begrijpelijk zijn voor een aanvrager en niet voor meerdere uitleg vatbaar, dragen bij aan het naleven van de vergunning en wet- en regelgeving.
Toezichtstrategie
Doelstellingen
De bedoeling van de toezichtstrategie is om het naleefgedrag te verhogen en het vertrouwen van inwoners en ondernemers te versterken dat het toezicht bijdraagt aan een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving.
De aandacht gaat uit naar actieve bijdrage aan monitoring van de beleidsdoelen en het signaleren van activiteiten die negatieve gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving. Dit vereist een proactieve aanpak, waarbij de gemeenschap voelt dat haar belangen worden beschermd.
Voor de komende periode hanteren we de volgende doelstellingen voor onze toezichtstaak:
Doelstellingen |
1. Voor toezicht werken we risicogericht en met een prioriteringssysteem. |
2. Toezichthouders werken met signaaltoezicht. Buiten het vakgebied om worden signalen geconstateerd en structureel gecommuniceerd met andere relevante afdelingen of samenwerkingspartners (‘ogen en oren voor toezicht’). |
3. De afhandeling van toezicht die valt onder de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) wordt geïntegreerd in onze werkwijze. |
Werkwijze
Momenteel omvat de werkwijze start- en oplevercontroles die weinig risico gestuurd zijn. We reageren actief maar ad hoc op meldingen en klachten. Er is geen gestructureerde keuze in of prioritering van wat gecontroleerd wordt. Dit leidt tot het opsporen en constateren van illegale situaties zonder een duidelijke strategie.
Verschillende typen toezichthouders zoals Buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's) en VTH- toezichthouders werken nog te geïsoleerd, en sommige vergunningstypes worden in sommige situaties zonder afweging wel of niet gecontroleerd.
Een valkuil in het huidige toezicht is het ontbreken van consequente handhaving na overtredingen, wat leidt tot frustraties en een ondermijning van het vertrouwen. De inconsistentie in toezicht en handhaving kan resulteren in of de indruk wekken van willekeur.
Risicogericht toezicht
Er wordt ingezet op een planmatige en risicogerichte toezichtstrategie waarbij duidelijke keuzes gemaakt worden over wat en hoe gecontroleerd wordt. Dit zal helpen om meer grip te krijgen op illegale situaties en meer integrale controles uit te voeren op specifieke thema's.
Realistische doelen worden gesteld die passen bij de beschikbare capaciteit. Regelmatig wordt gerapporteerd over de aanpak aan de VTH-manager op basis waarvan kort-cyclisch geëvalueerd kan worden met de medewerkers.
Het planmatige toezicht krijgt een plek in het jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma. Belangrijk uitgangspunt hierbij is om te zorgen dat inwoners zichtbaar toezicht ervaren.
Signaaltoezicht
Voor planmatig toezicht wordt niet alle capaciteit constant ingezet. Er blijft ruimte voor acute situaties, of signalen van illegale activiteiten die gemeld worden. Deze worden dan ook lang de maatlat van prioritering gelegd voor wat betreft de mate van inzet..
Signaaltoezicht zal worden ingevoerd, waardoor een toezichthouder ook de ruimte krijgt om signalen op de juiste manier over te dragen Toezichthouders zien buiten meer dan enkel de onderwerpen waarvoor ze op dat moment op pad zijn. Met de juiste blik en de bevoegdheid die een toezichthouder heeft kan hij of zij op specifiekere plekken komen en kan meer constateren dan een ander. De toezichthouders kunnen signalen intern of richting samenwerkingspartners overdragen.
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)
In 2024 is de Wet kwaliteitsborging voor bouwen ingegaan. Dit betekent de toetsing aan bouwtechnische eisen van een bouwwerk wordt verplaatst van de gemeente naar een onafhankelijke partij, de zogenoemde kwaliteitsborger. Deze nieuwe aanpak zorgt ervoor dat een deel van het bouwtoezicht bij de gemeente komt te vervallen dan wel een andere insteek van de gemeente vraagt. Immers de gemeente blijft wel verantwoordelijk voor de eenmaal afgegeven vergunning. De specifieke aanpak voor de Wkb zal worden geïntegreerd in de werkwijze en strategie voor toezicht om de efficiëntie en effectiviteit van het toezicht verder te verbeteren.
Communicatie
Ook bij toezicht speelt communicatie een belangrijke rol. Toezicht is de schakel tussen vergunningverlening en handhaving. De toezichthouder constateert aan de hand van controles bevindingen en informatie, en communiceert hierover naar de interne organisatie en naar de belanghebbende. Communicatie naar de belanghebbende dient op een juiste manier en op een juiste toon gedaan te worden. Toezichthouders moeten door communicatie de situatie expliciet maken. Is een overtreder niet bekend met regelgeving? Is de situatie zo dat regelgeving niet na te leven is of is een persoon bewust de regelgeving aan het overtreden? De juiste manier van communicatie helpt erbij deze vragen te beantwoorden. Communicatieve vaardigheden van de toezichthouders worden steeds belangrijker. Zeker ook gelet op de steeds mondiger wordende samenleving.
Intern betekent dit dat de (digitale) informatiehuishouding op orde is, zodat de toezichthouders op elk moment de actuele gegevens bij de hand hebben en de bevindingen tegelijkertijd digitaal kan toevoegen.
Handhavingsstrategie
Doelstellingen
De bedoeling van de handhavingsstrategie is om te waarborgen dat zo veel mogelijk activiteiten binnen de gemeente Midden-Delfland voldoen aan de wettelijke regels. Handhaving is essentieel voor het bereiken van onze beleidsdoelen met betrekking tot de fysieke leefomgeving. Dit is niet alleen een wettelijke verplichting, maar ook noodzakelijk om een corrigerende werking te hebben waar nodig.
Voor de komende periode worden de volgende doelstellingen nagestreefd voor de handhavingsstrategie:
Doelstellingen |
1. In beginsel volgen we de Landelijke handhavingsstrategie omgevingsrecht (LHSO). |
2. Gedogen gaat conform de nota “Grenzen aan Gedogen” (1996). |
3. Door middel van informatiedeling over illegale situaties sluit handhaving aan bij onze preventie taak. |
4. Handhaving krijgt meer structuur en prioriteit; we maken duidelijke (werk- en proces)afspraken, en bepalen termijnen voor specifieke handhavingsacties. |
5. Handhavingstaken zijn reëel; acties zijn vooraf getoetst op haalbaarheid. |
Werkwijze
Als een burger of bedrijf niet voldoet aan de regels van het omgevingsrecht, kan de gemeente handhavingsinstrumenten inzetten. Ook een belanghebbende kan verzoeken om handhaving. In veel gevallen is daadwerkelijke handhaving afhankelijkheid van disciplines die niet per se in hetzelfde team aanwezig zijn. Dit vereist samenwerking en goede afstemming van inzet. Dit is niet in alle gevallen in voldoende mate aanwezig. Tevens zijn geen specifieke termijnen bepaald of vastgelegd in afspraken. Ook is onvoldoende bewaking op naleving van verleende vergunningen. De geloofwaardigheid van handhaving kan toenemen als beleid en regelingen eenvoudig zijn. Dat helpt voor de naleving.
Handhaving heeft voor de uitvoering op dit moment geen duidelijk proces of prioritering van onderwerpen. Deze U&H-strategie geeft daar richting aan. De eerste stappen richting prioritering en procesafspraken zijn inmiddels gedaan, maar is nog geen routine. Er is bewaking op lopende zaken, dat zorgt voor voldoende opvolging en een duidelijke boodschap naar inwoners over de urgentie en ernst van handhaving. In het uitvoeringsprogramma worden de verbeteracties concreter uitgewerkt.
Handhavingsprocessen
Voor de komende jaren wordt voor handhavingszaken een duidelijk proces opgezet waarbij vaste aanspreekpunten worden benoemd. In de eigen organisatie zullen regelmatig overleggen over handhavingszaken en legalisatieverzoeken plaatsvinden, met alle relevante disciplines. Dit zal bijdragen aan de samenwerking, bewustwording van verantwoordelijkheden van elkaar, en de termijnen waarbinnen taken moeten worden afgerond.
Voor minder urgente zaken zullen wrakingsbrieven worden verzonden om overtredingen vast te leggen en deze data ook (juridisch) bruikbaar te houden.
Binnen de handhavingsprocessen zal ook ruimte zijn voor projectmatige aanpak van gebieden of thema’s. Dezelfde soort terugkerende overtredingen zullen hierin worden opgepakt, inclusief communicatie hierover. Dit zal helpen om de efficiëntie en de preventieve werking van handhaving te versterken.
Gedoogstrategie
De gemeente heeft in principe een handhavingsplicht. Hierop bestaan uitzonderingen. Denk aan de situatie waarbij concreet zicht is op legalisatie of wanneer de situatie zich ervoor leent om de overtreding te gedogen. Dit laatste kan het geval zijn wanneer sprake is van een overmachtssituatie of gewoonweg wanneer handhavend optreden onevenredig is.
Een gedoog- en sanctiestrategie zal worden ontwikkeld om consistentie in de handhaving en rechtsgelijkheid te waarborgen. Dit alles zal bijdragen aan een sterkere en meer gerespecteerde handhavingsfunctie binnen de gemeente.
De gedoogstrategie wordt gebaseerd op de kabinetsnota ‘Grenzen aan Gedogen’ uit 19962 . Hierin is benadrukt dat gedogen geen legaliseren betekent. Gedogen is alleen acceptabel als het expliciet, transparant en voor afgebakende periode plaatsvindt onder strikte voorwaarden. En als het gaat om activiteiten die niet direct schadelijk zijn voor de openbare orde of de volksgezondheid, als er geen andere oplossing beschikbaar is, handhaven niet leidt tot een betere situatie, het leidt tot onrealistische en onwenselijke handhavingspraktijken, en als het maatschappelijk acceptabel is.
Landelijke handhavingsstrategie Omgevingsrecht
Er is een Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO, 2022) om te zorgen dat handhavende instanties de handhaving zo uniform mogelijk aanpakken. Overheden, waaronder gemeente Midden-Delfland, brengen hun strategie in lijn met de landelijke strategie omgevingsrecht.
De LHSO is in het najaar van 2022 vastgesteld en wordt sinds mei 2023 ondersteund met de Leidraad handhavingsacties en begunstigingstermijnen. In bijlage 6 is een korte toelichting op de LHSO opgenomen en de daarbij behorende LHSO-interventiematrix.
Communicatie
Er zal meer ingezet worden op communicatie naar inwoners en ondernemers in geval van handhaving en naleving van wet- en regelgeving. Snel en effectief reageren op vragen en feedback van burgers inzake handhaving, communiceren over illegale voorvallen, en informatie tijdig bij inwoners en ondernemers brengen. Dit is allemaal van belang voor een goede uitvoering van handhaving en naleving van wet- en regelgeving. Inwoners en ondernemers moeten weten en zien dat handhaving er is en dat het ook de juiste uitwerking heeft. Door ook preventief te communiceren over handhaving wordt het effect van handhaving versterkt.
Intern moet duidelijk zijn dat handhaving niet begint bij enkel de handhavers. De gehele VTH-keten draagt bij aan een juiste en efficiënte manier van handhaven. Handhaving is weliswaar een sluitstuk, maar ook het begin van heroverweging van beleid. Door regelmatig intern met elkaar in gesprek te gaan kan de samenwerking versterkt worden en afspraken of processen met betrekking tot (voorkomen van) handhaving verbeterd worden. Zodoende kan handhaving aan daadkracht winnen.
Monitoringsstrategie
Monitoring van vergunningverlening, toezicht en handhaving draagt bij aan het inzichtelijk maken van de voortgang van acties en bereiken van doelstellingen. Tevens stelt monitoring het management in staat om tijdig bij te sturen indien nodig.
Door het gebruik van geavanceerde digitale instrumenten, zoals BI Tooling met Power BI en de VTH-applicatie RX.Mission, worden continu de voortgang van activiteiten, en de inzet van middelen en medewerkers geregistreerd. Zodoende kunnen de (tussentijdse) prestaties afgezet worden tegen de voorgenomen doelstellingen.
De doelstellingen van monitoring:
Doelstellingen |
1. We richten een structureel monitoringsysteem in voor de VTH-taken, zodat met de data actuele managementinformatie en bestuursinformatie gegenereerd kan worden. |
2. We werken met halfjaar-rapportages en aan de hand van die rapportages stellen we uitvoering van het uitvoeringsprogramma bij. |
Om de kwaliteit van onze data en het gebruik ervan te waarborgen, worden procesafspraken gemaakt en controles ingesteld. Het is cruciaal dat de doelstellingen in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma dusdanig zijn geformuleerd dat er eenduidige en meetbare criteria voor succes te stellen zijn.
Voortdurend wordt gestreefd naar verbeteringen in de monitoringprocessen door de selectie van relevante data te optimaliseren en door te zorgen voor structurele borging van deze processen. De verantwoordelijkheid voor projecten, duidelijk belegd bij een of meer proceseigenaren, speelt een belangrijke rol in de haalbaarheid en het succes van onze monitoringinspanningen.
Daarnaast wordt gewerkt aan verbetering van de relaties en rapportages voor externe toezicht, waaronder het Interbestuurlijk Toezicht van de Provincie en de monitoring door de Inspectie voor Overheidsinformatie en Erfgoed. Dit dient bij te dragen aan het blijven voldoen aan zowel onze interne standaarden als externe verplichtingen.
Deze aanpak bevordert niet alleen het behalen van de operationele doelstellingen, maar ook een blijvende impact op de kwaliteit van processen.
Evaluatiestrategie
De gemeente evalueert het VTH-beleid op basis van inhoud en proces. Jaarlijks evalueren we alle werkzaamheden en processen. Op basis van evaluatie van de resultaten die in het voorgaande jaar zijn behaald kan indien nodig of wenselijk de doelstellingen van de U&H-strategie aangepast worden. Dit garandeert dat de strategie blijft aansluiten bij de veranderende omstandigheden in de omgeving en stelt de gemeente in staat om de kwaliteit van dienstverlening te verbeteren.
Ook wordt elk jaar het uitvoeringsprogramma VTH geëvalueerd en geactualiseerd op basis van die evaluatie (zoals bedoeld in artikel 13.11 van het Omgevingsbesluit). Er worden dan prioriteiten voor het komende jaar vastgesteld.
Het evaluatieproces omvat de beoordeling van zowel afgeronde als niet afgeronde acties op inhoud, proces en dossierniveau, waardoor continu bijgestuurd of verbeterd kan worden. Ook kan geëvalueerd worden op specifieke thema’s of projecten om gerichte verbeteringen mogelijk te maken.
De resultaten van de evaluatie zijn een vast onderdeel van de planning & control cyclus. Dit zorgt voor een gestructureerde feedbackloop naar de gemeenteraad.
Daarnaast zijn er cyclische thematische controles en integreren periodiek externe evaluaties van de samenwerkingspartners. Ook werken we samen met naburige gemeenten voor benchmarking. Dit vindt eens in de vier jaar plaats.
De doelstellingen voor evaluatie zijn als volgt:
Doelstellingen |
1. Jaarlijks evalueren en actualiseren wij het uitvoeringsprogramma en stellen daarbij een jaarverslag op. |
2. We evalueren jaarlijks de doelstellingen van de U&H-strategie en stellen bij wanneer nodig. |
Met de evaluatie kan worden vastgesteld of en in welke mate de doelstellingen zijn bereikt en nog relevant zijn, worden de oorzaken van de resultaten geanalyseerd. Daarnaast wordt ervoor gezorgd dat de relevante medewerkers helderheid hebben over de gemaakte afspraken en hun specifieke rollen binnen het proces.
Om deze analyses uit te voeren, gebruiken we digitale monitoringinstrumenten en rapportagetools. Deze tools bieden continu inzicht in de voortgang en helpen bij het identificeren van actiepunten die aandacht vereisen. Deze methodische aanpak garandeert dat VTH-beleid voortdurend kan worden aangepast of verbeterd. Zodoende kan de kwaliteit van de leefomgeving in Midden-Delfland gehandhaafd worden.
5. De VTH-organisatie
De gemeente Midden-Delfland heeft een VTH-organisatie waar de taken belegd zijn bij verschillende teams en afdelingen. Ondanks een functionerende taakuitvoering zijn er uitdagingen en verbeteringen. Deze hebben vooral te maken met relatief veel inhuur als gevolg van arbeidsmarktkrapte en langdurige uitval, en extra werkdruk door aanpassingen vanwege de Omgevingswet. De gemeente werkt aan verbeteringen, zoals optimaliseren van inrichting systemen en processen, aanpassing van formatie voor met name toezicht en juridische ondersteuning, en verbetering van samenwerking tussen de verschillende taakvelden en met externe partners. Bij verbetering van dienstverlening ligt de focus efficiëntere, klantgerichte dienstverlening met duidelijke communicatie, en proactieve ondersteuning van aanvragers. Onderzocht wordt of het klantcontactcentrum eenvoudige VTH-vragen kan overnemen. |
De gemeente dient zorg te dragen voor een organisatie die in staat is om de uitvoerings- en handhavingsstrategie goed uit te voeren (art. 13.9 en 13.10 van het Omgevingsbesluit). In dit hoofdstuk is de VTH-organisatie en de ontwikkeling ervan beschreven. Ook is weergegeven hoe de uitvoering van VTH-taken zichtbaar is als dienstverlening.
Knelpunten
Binnen Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) zijn er knelpunten die de dienstverlening aan inwoners en ondernemers kunnen beïnvloeden.
De knelpunten zijn:
- •
Langdurige uitval van medewerkers, wat de werkdruk voor de andere medewerkers verhoogt. De uitval wordt zo mogelijk gecompenseerd met tijdelijke inhuurkrachten. Echter kortlopende contracten hinderen opbouw van gebiedskennis en continuïteit in procesverbetering..
- •
Arbeidsmarktkrapte binnen VTH, waardoor het moeilijk is om vaste medewerkers aan te trekken. Hierom wordt er nog steeds relatief veel capaciteit ingehuurd. Tevens zal ingezet worden op verbetering van de arbeidsmarktcommunicatie en zal meer aansluiting gezocht worden met onderwijsinstellingen.
- •
De Omgevingswet vraagt extra tijd van medewerkers, wat de werkdruk vergroot. Met name aanvragers hebben moeite met digitale aanvragen bij het Omgevingsloket zodat medewerkers veel tijd kwijt zijn aan completeren van de aanvraag en begeleiden van de aanvrager. Medewerkers zijn meer tijd kwijt met toetsing van aanvragen in het stelsel van het “tijdelijk omgevingsplan”.
Er wordt ingezet op verlichten van werkdruk, verbeteren van de capaciteit, en efficiënter werken om de dienstverlening te verbeteren.
De gemeente als VTH-organisatie
Rekening houdende met de veranderingen door de Omgevingswet is bezien hoe de organisatie zich verhoudt tot de uitvoering van taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. De wenselijke situatie is ten opzichte van de huidige situatie in beeld gebracht.
Effecten Omgevingswet op VTH-organisatie
Per 2024 is de Omgevingswet van kracht geworden. Deze wet introduceert een nieuwe manier van werken, met meer verantwoordelijkheid voor initiatiefnemers en een grotere rol voor gemeenten in toezicht en handhaving. Het vergt aanpassingen in processen en systemen, en zorgt voor nodige veranderingen in werkzaamheden, rollen en vaardigheden van medewerkers.
De belangrijkste veranderingen zijn de verplichting tot digitalisering van processen, vergunningverlening per activiteit in plaats van per inrichting of locatie, en verkorting van behandeltijden van vergunningprocedures. In bijlage 1 wordt hier nader op ingegaan.
Processen en systemen
Onder andere vanwege verplichte aansluiting op het Digitale Stelsel Omgevingsrecht (DSO) heeft de gemeente geïnvesteerd in verdere digitalisering van de processen voor vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) van het Rijk ondersteunt de uitvoering van de Omgevingswet. Om te kunnen werken volgens de Omgevingswet moest de gemeente systemen aansluiten op onderdelen van het DSO, zodat documenten en gegevens uitgewisseld kunnen worden met het Omgevingsloket. Via dit systeem dienen aanvragen om omgevingsvergunning en meldingen ingediend te worden en vergunningverlening plaats te vinden.
De gemeente heeft hiervoor in 2022 de overstap gemaakt van het uitgefaseerde Squit XO naar het pakket Rx.Mission. Dit biedt ondersteuning voor vergunningverlening, toezicht en handhaving via omgevingsdossiers (bijv. milieu, bouw/sloop, APV), en voor taken zoals vergunningen, advies en toezicht. Ook kent het koppelingen met basisregistraties (o.a. BAG, HR, GBA). Ook checklisten, adviezen, formats voor uitgaande brieven en mailintegratie maken er onderdeel van uit, zodat werkprocessen van VTH ook digitaal ingericht kunnen worden.
Per 1 januari 2024 werkt het digitale systeem. Echter de inrichting van het systeem en daarmee de processen is nog niet optimaal. De komende periode wordt al werkende de inrichting van het systeem gecompleteerd en geoptimaliseerd. De verwachting is dat zodoende voor medewerkers meer helderheid ontstaat over de werkprocessen en dat deze efficiënter kunnen worden uitgevoerd.
Capaciteit en werkvoorraad
De benodigde capaciteit voor de VTH-organisatie is inzichtelijk gemaakt op basis van de werkvoorraad in de afgelopen jaren en een doorkijk naar de komende periode, rekening houdende met de mogelijke effecten van de Omgevingswet.
De gemiddelde tijdsinzet per activiteit in de werkvoorraad is afgezet tegen gemiddelden van andere soortgelijke gemeenten zoals Midden-Delfland. Dit heeft geleid tot kengetallen, die zijn vermenigvuldigd met het aantal keren dat een betreffende activiteit voorkomt. Het totaalresultaat hiervan is de effectieve tijdsbesteding die vertaald kan worden naar personele formatie die nodig is.
Ook is de personele capaciteit afgezet tegen de kwaliteitscriteria die landelijk zijn ontwikkeld voor vergunningverlening, toezicht en handhaving3 . Met deze kwaliteitscriteria wordt de kwaliteit van de uitvoeringsorganisatie (kritische massa van de formatie, vervangbaarheid voor continuïteit) en de kwaliteit van medewerkers (vereiste opleidingsniveau en competenties) geborgd.
De belangrijkste bevindingen zijn:
- •
Formatie voor vergunningverlening is toereikend (4 fte4 ).
- •
Capaciteit voor toezicht VTH is onvoldoende (huidige formatie 1 fte terwijl tenminste ca. 2,2 fte vereist is);
- •
Formatie voor Bijzondere opsporingsambtenaar (boa) is in 2024 uitgebreid tot 2 fte en wordt als toereikend beschouwd. (omvang van wenselijke capaciteit wordt in belangrijke bepaald door politiek-bestuurlijke ambities).
- •
Capaciteit voor juridisch medewerker handhaving/ omgevingsrecht is eveneens onvoldoende (huidige formatie 1 fte, tenminste nodig ca. 1,3 – 1,5 fte).
- •
Formatie voor juridisch medewerker APV/bijzondere wetten is ontoereikend. (huidige formatie 1 fte, tenminste nodig ca. 1,5 fte).
- •
De functie of rol van casemanager is nog niet structureel belegd binnen de formatie. Een casemanager is de contactpersoon voor en ondersteuner van een initiatiefnemer en coördinator / begeleider van interne en externe processen om tot een omgevingsvergunning te komen. (De verwachte formatie die hiervoor nodig is: ca. 1 – 1,5 fte. Bezien dient te worden in welke mate dit uit de bestaande formatie kan komen door taakverandering).
- •
De rol van kwaliteitsmedewerker VTH is niet expliciet benoemd in het functiehuis van VTH. De kwaliteitsmedewerker is belast met de monitoring en evaluatie van de U&H-strategie en het Uitvoeringsprogramma VTH, en de bewaking / borging van kwaliteiten van interne en externe processen binnen het VTH- domein. Tevens is deze contactpersoon voor het Interbestuurlijk Toezicht VTH. (De verwachte formatie die hiervoor nodig is: ca. 0,5 – 1 fte. Bezien dient te worden in welke mate dit uit de bestaande formatie kan komen door taakverandering).
- •
Een flexibele inzet door tijdelijke inhuur blijft wenselijk in geval van tijdelijke vervanging, pieken in de werkvoorraad of wenselijkheid van expertise.
Indiende gemeente de U&H-strategie en het uitvoeringsplan goed willen uitvoeren en beheren, is voor het VTH-domein uitbreiding van de structurele formatie nodig met minimaal 2 fte. Afhankelijk van de mate waarin de invulling van de functies casemanager en kwaliteitsmedewerker uit de bestaande formatie kan komen, kan voor deze functie bepaald worden hoeveel de eventuele minimale uitbreiding van formatie gewenst is. |
Organisatieontwikkeling en samenwerking
De samenwerking tussen verschillende teams en afdelingen en ook met de externe partners is cruciaal voor efficiënte en effectieve processen en voor bevordering van integraal werken.
De VTH-taken zijn verspreid over verschillende teams bij verschillende afdelingen (teams VTH, Ruimte, Beheer, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken). Dit heeft geleid tot onduidelijkheid over verantwoordelijkheden en inefficiënte processen. Hierom is het volgende aanbevolen:
- •
Taakvelden die direct onderdeel uitmaken van de VTH-keten onderbrengen bij een zelfde organisatieonderdeel of hiërarchisch leidinggevende. Dit bevordert eenduidige processturing, termijnbewaking en focus op dezelfde prioriteiten in werkzaamheden.
- •
De samenwerking tussen de verschillende teams of taakvelden verbeteren voor meer integrale en beter op elkaar afgestemde werkprocessen. Belangrijk hierbij is verbetering van informatie-uitwisseling. Om samenwerking en onderlinge afstemming te bevorderen worden teams aangemoedigd om in dezelfde systemen te werken en fysiek dichter bij elkaar geplaatst te worden voor betere communicatie.
- •
Bezien hoe de samenwerking met externe partners (zie bijlage 4) verbeterd kan worden door meer gezamenlijk en programmatisch te handelen op preventie en op toezicht en handhaving, zodat de informatie naar inwoners en ondernemers en integraal toezicht versterkt kan worden.
Frontoffice
Voor de middellange termijn wordt voorgesteld om te onderzoeken of het klantcontactcentrum (KCC) betrokken kan worden bij het afhandelen van eenvoudige vragen en wellicht ook de afhandeling van eenvoudige VTH-vragen en meldingen. Hierdoor kan de belasting van VTH wordt verlicht en de dienstverlening aan inwoners en ondernemers sneller verlopen. Randvoorwaardelijk hiervoor zijn de digitale informatievoorziening en training van KCC-medewerkers.
VTH-Organisatie (nov. 2024) |
|||
Functie |
Formatie |
Wenselijke formatie |
Inhuur |
Beleid & kwaliteit |
|||
Senior beleidsmedewerker BWT/ |
1,00 |
0,50 |
0 |
Kwaliteitsmedewerker. |
|
|
|
Vergunningverlening |
|
|
|
Bouwkundig mw. monumenten |
0,89 |
4,00 |
0 |
Bouwplantoetser (incl. constructeur) |
2,67 |
|
2,23 |
Casemanager |
|
|
0 |
Toezicht & Handhaving |
|
|
|
Toezichthouder B&W |
1,00 |
2,2 |
1,44 |
Bijzonder opsporingsambt. (boa) |
2,00 |
2,00 |
|
Juridische ondersteuning |
|
|
|
Juridisch mw. APV/ Bijzondere wetten |
1,00 |
1,50 |
0,44 |
Juridisch mw. handhaving |
1,00 |
1,30 |
0 |
Administratie |
|
|
|
Coördinator Geo-informatie |
1,00 |
1,00 |
0 |
Adm. Medewerker BWT |
0,86 |
0,86 |
0 |
TOTAAL: |
11.42 |
13,86 |
4,11* |
*Inhuur = inclusief compensatie langdurige uitval
De VTH-organisatie als dienstverlener
De gemeente vindt een goede dienstverlening belangrijk. Met betrekking tot VTH-taken is het hierom van belang dat alle processen voldoen aan de wettelijke normen, gebaseerd zijn op correcte en actuele feiten en ook transparant en begrijpelijk zijn voor de inwoners en ondernemers.
Om de kwaliteit van de dienstverlening continu te verbeteren, stelt de gemeente zichzelf op dit moment ook enkele doelstellingen:
- -
Projectmatige aanpak en integrale benadering: Deze aanpakken zorgen voor een gestructureerde en complete behandeling van VTH-taken
- -
Objectiviteit en integriteit Deze principes zijn fundamenteel om vertrouwen in de gemeentelijke dienstverlening te waarborgen.
- -
Communicatie; nieuwe wet- en regelgeving nog duidelijker communiceren via diverse kanalen, en makkelijker vindbaar maken voor de inwoner en ondernemer.
- -
Planbegeleiding; zorgen dat een aanvrager met éénzelfde persoon te maken heeft. Deze persoon dient het proces en afronding van de aanvraag te coördineren en proactief met de aanvrager te communiceren over de voortgang van de aanvraag. Initiatiefnemers en inwoners van Midden-Delfland worden niet meer naar verschillende loketjes gestuurd.
Grenzen van dienstverlening
De gemeente zorgt ervoor dat de verantwoordelijkheden met betrekking tot VTH-taken duidelijk zijn bij de aanvragers, met als doel een efficiënte en eerlijke dienstverlening:
- -
Rollen en verantwoordelijkheden: Aanvragers moeten hun eigen verantwoordelijkheid nemen. De gemeente neemt de aanvraag niet over maar biedt ondersteuning waar nodig.
- -
Compleetheid van aanvragen: Alle aanvragen moeten voldoen aan de gestelde indieningseisen. Dit zorgt voor een vlotte verwerking en voorkomt vertragingen en misverstanden.
- -
Gelijkheid in behandeling: Consistentie in de behandeling van alle aanvragen verzekert dat gelijke gevallen gelijk behandeld worden, wat de rechtvaardigheid en transparantie van het proces ten goede komt.
Aanvullende dienstverlening
Naast de standaard VTH-diensten, biedt de gemeente aanvullende ondersteuning om de kwaliteit en effectiviteit van de VTH-dienstverlening te verbeteren:
- -
Proactieve ondersteuning: Door de inzet van intakegesprekken en het omgevingsoverleg denkt de gemeente proactief mee met aanvragers, om de mogelijkheden te bezien van hun initiatieven.
- -
Samenwerking en doorverwijzing: Er wordt actief gezocht naar samenwerking met andere bestuursorganen en afdelingen en indien nodig worden aanvragen doorgezonden naar de juiste instanties.
- -
Legaliseringsmogelijkheden: De gemeente benut actief de mogelijkheden tot legalisatie om te zorgen voor een soepel en rechtvaardig verloop van vergunningsaanvragen en handhavingsprocedures.
- -
Bereikbaarheid: Door middel van piketdiensten en een 24-uurs klachtennummer van de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) zijn er middelen en processen ingericht om buiten kantooruren voor burgers bereikbaar te zijn voor noodgevallen en urgente zaken.
Ondertekening
BIJLAGE 1: Gevolgen Omgevingswet op VTH
De Omgevingswet is op 1 januari 2024 in werking getreden en beoogt vier verbeterdoelen: het omgevingsrecht toegankelijker, voorspelbaarder en gebruiksvriendelijker maken, een samenhangende benadering hanteren, de bestuurlijke afwegingsruimte vergroten, en versnelde besluitvorming realiseren. De wet stelt ook twee maatschappelijke doelen: het waarborgen van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en het doelmatig beheren van de ruimte. Dit vereist een balans tussen bescherming van de leefomgeving en maatschappelijke wensen.
Veranderingen door de wet:
- •
Wet Kwaliteitsborging: Vanaf 2024 is de initiatiefnemer verantwoordelijk voor de bouwtechnische toetsing van bouwwerken. De gemeente blijft toezichthouder en ontvangt meldingen van de initiatiefnemer. Dit vergt praktische aanpassingen.
- •
Bodemtaken: De Omgevingswet brengt bodemsaneringstaken van de provincie naar de gemeenten.
- •
Digitale informatievoorziening: Het Omgevingsloket wordt het centrale punt voor digitale informatie, wat zorgt voor vereenvoudiging van aanvragen en meldingen, maar vereist de noodzakelijke aanpassingen van gemeentelijke systemen.
- •
Medewerkers: De wet verandert de rol van de medewerkers, die meer als procesbegeleiders en adviseurs werken, met nadruk op samenwerking en vroegtijdige participatie. Medewerkers moeten digitaler en communicatief vaardiger worden.
Gevolgen voor vergunningverlening:
- •
Kortere behandeltijden: De standaard behandelingsduur voor vergunningen is maximaal 8 weken, met een mogelijke verlenging van 6 weken.
- •
Eventueel minder aanvragen: Door algemene regels kan het zijn dat activiteiten niet meer vergund hoeven te worden. Dit is mede afhankelijk van de inrichting van het op te stellen Omgevingsplan en de keuzes die de gemeenteraad daarin maakt. In plaats daarvan zijn zorgplichten van toepassing, wat de verantwoordelijkheid van initiatiefnemers vergroot.
- •
Vooroverleg: Het vooroverleg wordt belangrijker om vergunningaanvragen soepel en snel te kunnen behandelen.
- •
Ketensamenwerking: De vergunningverlening vereist meer samenwerking tussen verschillende gezagen en partners, vooral voor complexe aanvragen.
Gevolgen voor toezicht en handhaving:
- •
Meer toezicht: Met de verschuiving van vergunningverlening naar meldingsplicht, komt er meer nadruk op toezicht achteraf. Dit vergroot de rol van gemeenten in het handhaven van de wet.
- •
Wet Kwaliteitsborging: Het toezicht op de naleving van bouwtechnische voorschriften verschuift naar private kwaliteitsborgers, maar de gemeente blijft verantwoordelijk voor ruimtelijke en welstandscontrole tijdens en na de bouw.
- •
Handhaving: De nadruk verschuift van vergunningverlening naar handhaving achteraf, wat betekent dat gemeenten meer toezicht moeten houden en handhavingsprocedures meer tijd in beslag kunnen nemen door de complexiteit van de nieuwe regels.
- •
Jurisprudentie en handhavingsstrategie: Onzekerheden over de verhouding tussen zorgplichten en vergunningen kunnen leiden tot juridische vraagstukken. Handhaving wordt belangrijker, maar vereist meer middelen en samenwerking tussen verschillende partijen om effectief te zijn.
Kortom: de Omgevingswet introduceert een nieuwe manier van werken, met meer verantwoordelijkheid voor initiatiefnemers en een grotere rol voor gemeenten in toezicht en handhaving. Het vergt aanpassingen in processen, systemen, en de vaardigheden van medewerkers.
BIJLAGE 2: Big 8- cyclus
De BIG 8-beleidscyclus wordt toegepast om de kwaliteit van de uitvoering van de U&H-taken te borgen. De vorm van de 8, zie onderstaand figuur, staat voor de verbinding tussen een beleidsvormende cyclus en een uitvoerende cyclus. Vanuit een strategisch kader wordt operationeel beleid opgesteld met als doel het waarborgen van de kwaliteit in de uitvoering van de U&H taken. Door deze cycli te volgen, zijn we in staat om te leren en verbeteren waardoor we een steeds betere kwaliteit van ons werk bereiken. Onze U&H strategie is dan ook ingericht volgens de 7 onderdelen van de BIG 8. Wat deze 7 onderdelen inhouden, staat hierna kort beschreven.
1.Strategische beleidsvoorbereiding en evaluatie
Deze stap betreft het bijhouden en analyseren van veranderingen die invloed (kunnen) hebben op de uitvoering van onze U&H taken. Hierbij analyseren we ook de resultaten van wel of niet behaalde beleidsdoelen en hoe de risicobeheersing de afgelopen jaren is verlopen. Deze resultaten worden meegenomen bij het opstellen van nieuw U&H beleid. Daarnaast analyseren we welke actualiteiten en ontwikkelingen in onze regio spelen. Bij deze stap brengen we daarom ook de omgeving opnieuw in kaart. Zie hiervoor bijlage 3.
2.Beleidsvorming
Op basis van de analyse die in de vorige stap is uitgevoerd, worden de doelen bijgesteld. Aan deze doelen worden prioriteiten gekoppeld. Dit geeft richting bij de uitvoering van de U&H taken.
3.Operationeel beleidskader
In dit onderdeel vindt de vertaling van het strategisch kader naar het operationeel kader plaats. Dit gebeurt door doelstellingen en een naleefstrategie te formuleren. Het is belangrijk dat de personen die de U&H taken uitvoeren weten waarvoor en op welke wijze uitvoering gegeven moet worden aan het strategisch kader. Dit staat omschreven in de uitvoeringsstrategieën.
4.Planning en controle
Dit onderdeel ziet op praktische zaken zoals het inrichten van de U&H organisatie en het bepalen van de benodigde capaciteit en financiële middelen. Dit wordt onder andere vastgelegd in ons uitvoeringsprogramma. Hoe onze U&H organisatie er uitziet en met wie wij samenwerken, staat omschreven in hoofdstuk 4.
5.Uitvoeringskader (voorbereiden)
Het uitvoeringskader is het wettelijk kader voor de uitvoering van de U&H taken. Dit komt voort uit de Omgevingswet. Binnen dit kader stellen wij onze uitvoeringsstrategieën op. Dit is verder niet concreet omschreven in één hoofdstuk, maar vormt wel de basis voor dit gehele U&H-beleid.
6.Uitvoering
De uitvoering ziet op de praktijk en gaat over vergunningverlening, het houden van toezicht en handhaving. Om deze taken naar behoren uit te kunnen voeren, zijn kwantitatieve en kwalitatieve hulpmiddelen nodig. Deze middelen maken geen onderdeel uit van onderhavig beleid.
7.Monitoring
Tot slot vindt monitoring van de resultaten en de voortgang van de uitvoering van het beleid plaats. De resultaten van deze monitoring worden vastgelegd in een jaarverslag en gebruikt voor bijsturing van de operationele beleidscyclus.
BIJLAGE 3: Omgevingsanalyse
Samenvatting Uit de omgevingsanalyse komen de volgende inhoudelijke thema’s die ondersteunend zijn aan de U&H-strategie:
De gemeente werkt samen met partners om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken en VTH-taken effectief uit te voeren. |
In de omgevingsanalyse zijn belangrijke thema's en unieke kenmerken van het gemeentelijke gebied geïdentificeerd, aangevuld met toekomstige wensen. Deze vormen de kern voor strategische en operationele inzet binnen de wettelijke kaders. De analyse is gebaseerd op documenten zoals de Omgevingsvisie 1.0, het Coalitieakkoord, de Toekomstvisie 2050 en werksessies met medewerkers.
Groene gemeente in de Randstad
In het groene hart van de Metropoolregio Rotterdam – Den Haag (MRDH) ligt een gemeenschap waar landschap en natuur de boventoon voeren. Waar kwaliteit van leven, rust en ruimte de norm zijn. Waar mensen elkaar kennen en helpen. Dat is Midden-Delfland. Inwoners en ondernemers pakken er het initiatief en geven de dorpen Den Hoorn, Maasland en Schipluiden hun identiteit. Scholen bieden kinderen eigentijds onderwijs. Duurzame land- en tuinbouw en recreërende bezoekers brengen de gemeenschap economische kracht. Waar mogelijk versterkt en versnelt de gemeente initiatieven uit de gemeenschap. Ook staat zij mensen bij die niet op eigen benen kunnen staan. Buiten de gemeentegrenzen stimuleert ze samenwerking met bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Zo verbindt de gemeente het authentieke platteland met het verlangen naar natuur, cultuur en ontspanning vanuit de steden. In 2008 verwierf Midden-Delfland als eerste gemeente in Nederland het Cittaslow-lidmaatschap. Dit wereldwijde keurmerk wordt toegekend aan gastvrije gemeenten die een duurzame samenleving nastreven waarvan natuur, agrarische productie, toerisme en sociale verbondenheid de kern zijn.
De bescherming van het landschap vormt de kernprioriteit. De groene omgeving kenmerkt zich als echt oer-Hollands landschap met weidse uitzichten met aan de horizon de gebouwen van de steden binnen de MRDH. Op basis van de Reconstructiewet Midden-Delfland 1977 kreeg het landschap zijn status en is het beschermd. Vanwege de aanwezige en te ontwikkelen kwaliteiten en de betekenis van het groen voor de stedelijke omgeving wees in 2017 de provincie Zuid-Holland het landschap van Midden-Delfland als eerste in Nederland aan als Bijzonder Provinciaal Landschap (BPL). Het BPL beslaat het grondgebied van 9 gemeenten. Het grootste gedeelte behoort tot het grondgebied van de gemeente Midden-Delfland. Overheden en maatschappelijke organisaties werken met elkaar samen om het landschap te beschermen, versterken en ontwikkelen. De (kringloop)boeren onderhouden het eeuwenoude landschap. Zij blijven de drager en beheerder van het landschap. In de weidevogelgebieden is de grutto het icoon. De rust, ruimte en stilte is waardevol voor de regio en wordt gewaardeerd.
Ontwikkelingen
Landschap
Het BPL kent bepaalde problematiek. Grasland wordt op enkele plekken strijdig gebruikt, zoals het omvormen naar moes- of siertuinen. Daarnaast hebben ongeoorloofde bedrijfsactiviteiten bij woningen en illegale grondwerkzaamheden binnen waardevolle landschapselementen een effect op het landschap. Ook niet-vergunde graafwerkzaamheden die kreekruggen of historische slotenpatronen aantasten, en bodemverontreiniging of activiteiten zoals het verwijderen van beplanting, komen steeds vaker voor.
De VTH-taken van de gemeente richten zich op het verbeteren van de omgevings- en waterkwaliteit en handhaaft op activiteiten die negatieve gevolgen hebben voor het landschap. Doel is behoud van het cultuurhistorische waardevolle landschap, met aandacht voor stilte, rust en verbeteren van de lucht-, water- en bodemkwaliteit.
Landbouw
De landbouwsector staat voor een aantal uitdagingen. Er is een noodzaak om stikstofemissies te verminderen en tegelijkertijd om activiteiten die de sector bedreigen aan te pakken. Enkele voorbeelden zijn het gebruik van agrarisch grond om te parkeren of als tuin, als deze activiteiten strijdig zijn met hun bestemming. Agrarische bedrijfsgebouwen worden zoveel mogelijk gebruik als bedrijfsfunctie en is er een nadrukkelijke wens om agrarische bebouwing niet om te zetten in burgerwoningen. We kiezen expliciet voor natuur als functie naast de agrarische bedrijfsactiviteiten en houden ons buitengebied zoveel mogelijk open.
Bebouwing
Er is behoefte aan woningen, maar deze mogen niet ten koste gaan van het open landschap. De uitdagingen zijn veelzijdig, variërend van illegale bouwactiviteiten in zowel bebouwde gebieden als ook in het buitengebied tot het onrechtmatig gebruik van bedrijfspanden.
Er wordt gehandhaafd op bouwen in strijd met bestemmingsplannen (omgevingsplan). En ook op illegaal gebruik van bedrijfsgebouwen in de glastuinbouw, waarbij preventieve maatregelen zoals overleg met tuinders worden ingezet om naleving te bevorderen. De bouwopgave en behoud van de karaktereigenschappen van de dorpen en het landschap worden in balans bezien.
Duurzaamheid
Midden-Delfland streeft naar een CO2-neutrale gemeente. Duurzaamheidsinitiatieven worden gestimuleerd die bijdragen aan de energietransitie en klimaatadaptatie. Harnaschpolder speelt hierin een belangrijke rol als duurzaam bedrijventerrein. Daarnaast is ruimte voor zonne- en windenergie mits passend in het landschap.
Vrije tijdseconomie
Het versterken en uitbreiden van het recreatieve netwerk voor wandelen, fietsen, varen, paardrijden en skaten staat hoog op de agenda. De gemeente wil de potentie als aantrekkelijk gebied voor recreatief gebruik goed benutten. De balans tussen rust en recreatie wordt bewaakt door het reguleren van bevordering van waterrecreatie die past bij de Cittaslow-kenmerken. Overlast door versterkt muziekgeluid wordt gehandhaafd. Recreatie dat respectvol omgaat met landschap en natuur wordt gestimuleerd.
Evenementen
Organisaties organiseren verschillende evenementen. De gemeente streeft naar een beheerste toename van evenementen waarbij geluidsoverlast wordt beperkt.
Verkeer
Verkeersmanagement is gericht op veiligheid en duurzame mobiliteit, zoals wandelen en fietsen en bevordering van het openbaar vervoer. Dit zorgt voor een vermindering van parkeeroverlast en het beheersen van de verkeersintensiteit. De gemeente streeft naar een oplossing tegen sluipverkeer en zwaar verkeer om de veiligheid en (geluids)overlast te beheren.
Wonen
De woonsector in Midden-Delfland kampt met diverse uitdagingen die de kwaliteit van leven beïnvloeden. Woningen zonder vergunning worden gesplitst en gebruikt voor kamerverhuur. Dit legt druk op de bestaande infrastructuur en sociale cohesie. Bovendien worden bedrijfsgebouwen soms gebruikt voor illegale bewoning en activiteiten die strijdig zijn met het omgevingsplan.
De inwoners van dorpen uiten een groeiende behoefte om groter te wonen, maar vaak zijn de mogelijkheden beperkt. Dit benadrukt de noodzaak voor een evenwichtige benadering van woningbouw die zowel de behoeften van bewoners als het landschappelijk en cultureel erfgoed respecteert. Voor nieuwe woningen wordt zoveel mogelijk binnenstedelijke locaties benut. Het behoud van het dorpsgezicht en de vitaliteit van de kernen staat hierbij centraal. Net zoals de complexe relatie tussen stedelijke druk en de ruimtelijke kwaliteit aan de randen van stad en land.
Erfgoed
Daarnaast is de bescherming van cultuurhistorische gebouwen en monumenten en kenmerken van het cultuurhistorische landschap belangrijk. Midden-Delfland hecht groot belang aan het behoud van haar historische en culturele erfgoed.
Sociale ontwikkelingen
De gemeente wil dat iedereen zich welkom voelt, en wil de sociale binding van de inwoners behouden en het dorpsgevoel stimuleren. Zodoende wordt geïnvesteerd in het sociale netwerk en het lokale voorzieningenniveau met de menselijke maat als uitgangspunt. Lokale verenigingen en maatschappelijke organisaties spelen hierin een belangrijke rol.
Veiligheid
De gemeente zet zich actief in om de veiligheid van haar inwoners en bezoekers te waarborgen. Door nauwe samenwerking met politie, brandweer, en hulpdiensten worden risico’s in de openbare ruimte voortdurend gemonitord en aangepakt.
Partners en samenwerking
Niet alleen de gemeente Midden-Delfland maar ook andere organisaties dragen bij aan een veilige, gezonde, en duurzame leefomgeving. Deze organisaties zijn voor Midden-Delfland samenwerkingspartners binnen het aandachtsveld van VTH. De partners hebben een duidelijk gezamenlijk belang en vullen elkaar aan in de zogenaamde VTH-keten..
Manier van samenwerken
Voor de realisatie van de doelstellingen is de gemeente mede afhankelijk van andere partijen. Hierom is samenwerking met de partners in de VTH-keten van belang. Samenwerking is gebaseerd op een collectieve verantwoordelijkheid voor de maatschappelijke uitdagingen en een gestructureerde aanpak van de naleving van wet-en regelgeving. Zowel de partners als de gemeente brengen waardevolle expertise, middelen en netwerkmogelijkheden in.
Om effectieve handhaving uit te voeren in de regio is het van belang dat er geen versnippering ontstaat tussen partners en buurgemeentes. De gemeente heeft contact met deze partijen om informatie te delen en om zodoende een ‘waterbedeffect’ in de regio te voorkomen.
Regionale samenwerking kan ook een oplossing zijn voor een capaciteits- en expertiseprobleem. Door als gemeente meer in te zetten op regionale samenwerking kan er eventueel capaciteit en expertise gedeeld worden met partners waardoor ook gemakkelijker voldaan kan worden aan (wettelijke) verplichtingen met betrekking tot uitvoering van de VTH-taken en de inrichting van de VTH-organisatie binnen de gemeente.
Een duidelijke beschrijving van taken en werkafspraken betreffende de samenwerking kan bijdragen aan de effectiviteit en pro activiteit van samenwerking. In bijlage 2 van dit document zijn de meest bekende samenwerkingspartners weergegeven.
BIJLAGE 4: Samenwerkingspartners
BIJLAGE 5: Toelichting risicoanalyse
De gemeente heeft samen met haar VTH-medewerkers een risicoanalyse uitgevoerd. Die analyse handelt over kwalitatieve inschatting van risico’s op gevolgen voor onze fysieke leefomgeving door het niet-naleven van gestelde wet- en regelgeving, tijdens de uitvoering van bepaalde activiteiten/ thema’s binnen het omgevingsrecht. De gemaakte risicoanalyse is een belangrijke pijler om het VTH-werk vanuit kennis en ervaring te prioriteren.
Risico & Effect
Een risicoanalyse is een overzicht van bekende of potentiële risico’s die de fysieke leefomgeving in brede zin kunnen beïnvloeden, waarbij nader benoemde risico’s worden bepaald door het combineren van de kans dat een dreiging (op de thema’s in de relevante regels) zich voordoen en de gevolgen daarvan.
De basis voor een risicoanalyse begint bij de bekende formule: Risico = effect x kans. Een effect is de mate van impact oftewel het ongewenste gevolg van niet-naleving van regelgeving. Een kans is de waarschijnlijkheid dat de niet-naleving van regelgeving een bepaalde impact heeft.
Met de Omgevingswet komen alle onderwerpen uit de fysieke leefomgeving samen. Onderwerpen als gezondheid, veiligheid, geluid, natuur, bouw en water maken integraal deel uit van visies en beleid. Daarom is bij de risicoanalyse gekozen voor de onderwerpen uit de Omgevingswet.
De gemeente heeft gekozen voor een iets ander benadering. Tijdens de strategische sessie hebben de deelnemers bij elk onderwerp een keuze gemaakt tussen een laag risico, gemiddeld risico en hoog risico. Bij deze keuze hebben de deelnemers het effect en de kans meegenomen in hun overweging. Na de strategische sessie zijn dezelfde onderwerpen voorgelegd aan andere VTH-medewerkers van de gemeente, door middel van een vragenlijst. Hierdoor hebben een grote groep VTH-medewerkers deelgenomen aan de risicoanalyse waardoor de validiteit van de analyse is toegenomen.
De onderwerpen zijn onderverdeeld in drie activiteiten. Alle onderwerpen komen voor in het VTH-werk van de gemeente. De volgende onderwerpen zijn in de risicoanalyse aan bod gekomen:
Milieu |
Bouw |
Sloop/Monumenten |
Gebruik |
Verordening |
Afval |
Energiezuinigheid en milieu |
Slopen met asbest |
Gebruik van gronden |
Bomen kappen |
(Afval) water |
Bouwwerkzaamheden |
Slopen >10m3 (zonder asbest) |
Illegale bewoning bouwwerk |
Uitweg |
Bodem |
Welstand |
Sloopwerkzaamheden |
Illegaal bedrijfsmatig gebruik bouwwerk |
Reclame |
Energie/duurzaamheid |
Woningen en woongebouwen |
Slopen van een monument |
Illegaal kamerverhuur |
Verkeer & parkeren |
(Externe)veiligheid |
Bedrijfsgebouwen |
Wijzigen van een monument |
Permanente bewoning op recreatieterreinen |
Evenementen |
Geluid |
Logiesgebouwen |
Onderhoud aan een monument |
Huisvesting arbeidsmigranten |
Openbare ruimte |
Geur |
Maatschappelijke gebouwen |
Uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde (aanleg) |
Overige gebruik van bouwwerken |
Hout stoken |
Groen en ecologie |
Bijbehorende bouwwerken |
Uitvoeren van werkzaamheden |
|
Drank & horeca |
Lucht(kwaliteit) |
Bouwwerken geen gebouw zijnde |
Landschappelijke waarden |
|
Ondermijning |
Trillingen |
Veiligheid |
Opsporen explosieven |
|
Alcohol/Drugshandel op straat |
Licht |
Gezondheid |
Bijhorende bouwwerken |
|
Geluidsoverlast |
|
Bruikbaarheid |
|
|
|
Prioritering
De resultaten zijn weergegeven in hoofdstuk 3. Hoe hoger het risico, hoe meer prioriteit aan het desbetreffende onderwerp kan worden gegeven. Het hoogst ingeschatte risico leidt in de basis tot de meeste aandacht (controlefrequentie, diepgang, prioritering in optreden) bij de werkzaamheden qua vergunningverlening, toezicht en handhaving binnen het omgevingsrecht. Deze onderwerpen worden dan ook actief en zelfs proactief opgepakt. Onderwerpen met een gemiddeld risico toetsen en controleren we aan de meest relevante voorschriften. Het niet-naleven van regels van onderwerpen met een laag risico hebben volgens de eerdergenoemde VTH-medewerkers van de gemeente weinig tot geen risico tot gevolg. Bij deze onderwerpen doen we uiteraard wel wat wettelijk vereist is.
Ontwikkeling risicoanalyse
Op basis van de uitkomsten van de risicoanalyse is een prioritering opgesteld. Het is een momentopname. Het is belangrijk dat de gemeente deze prioritering jaarlijks evalueert om in de organisatie draagvlak te creëren en omdat de actualiteit per thema kan veranderen door maatschappelijke ontwikkelingen of (nieuwe) wetgeving. Alle taken die de gemeente uitvoert om de leefomgeving te bevorderen zijn belangrijk, maar we kunnen niet alles tegelijk oppakken.
BIJLAGE 6: Toelichting LHSO en LHSO-interventiematrix
Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO)
Als een burger of bedrijf niet voldoet aan de regels van het omgevingsrecht, kan de overheid handhavingsinstrumenten inzetten. Ook een belanghebbende kan verzoeken om handhaving bij de overheid.
Er is een Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO, 2022) om te zorgen dat handhavende instanties de handhaving zo uniform mogelijk aanpakken. Overheden brengen hun strategie in lijn met de landelijke strategie omgevingsrecht en wisselen ervaringen uit. De LHSO is in 2022 vastgesteld (pdf, 957 kB). De LHSO wordt sinds mei 2023 ondersteund met de Leidraad handhavingsacties en begunstigingstermijnen (pdf, 1.1 MB).
Doorwerking LHSO
Het Omgevingsbesluit stelt eisen aan de kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Ook zijn alle organisaties die betrokken zijn bij handhaving verplicht een uitvoerings- en handhavingsstrategie vast te stellen in een of meer documenten. Daarin wordt gemotiveerd aangegeven welke doelen worden gesteld voor de uitvoering en handhaving en welke werkzaamheden met het oog op die doelen zullen worden verricht. Voor het handhavingsdeel wordt door gemeenten bij voorkeur de LHSO gebruikt. Voor de omgevingsdiensten is dit verplicht.
Uitgangspunten LHSO
Midden-Delfland gebruikt het de LHSO als uitgangspunt voor de opstelling van het lokale beleid en uitvoeringsprogramma.
De uitgangspunten van de LHSO zijn weergegeven in hoofdstuk 3; VTH-uitgangspunten.
Interventiematrix
Centrale doelstelling van het omgevingsrecht is het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit. Dit betekent dat bij handhaving van het omgevingsrecht herstel van de rechtmatige toestand altijd het eerste doel moet zijn, indien herstel uiteraard mogelijk is. Herstel wordt hier ruim opgevat: het beëindigen van de overtreding, het wegnemen of beperken van de gevolgen van de overtreding en/of het voorkomen van herhaling van de overtreding.
Het aansturen op herstel ligt primair op de weg van het bestuur, dat zo nodig namelijk een herstelsanctie (last onder bestuursdwang of last onder dwangsom) kan opleggen en effectueren. Dit volgt ook uit de beginselplicht tot handhaving. Welke bestuurlijke interventie het meest passend is, hangt af van de omstandigheden van het geval, zoals de aard en ernst van de overtreding, kenmerken van de overtreder en de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd of ontstaan. De keuze vindt plaats aan de hand van een stappenplan en de interventiematrix.
Aan de hand van het stappenplan, waartoe de hierna weergegeven interventiematrix behoort, kan worden gekomen tot onderling afgestemd en effectief handelen van de handhavingspartners.
Het stappenplan bestaat uit de volgende vijf stappen:
- 1.
Positionering van de bevindingen in de basisinterventiematrix.
- 2.
Bepalen van de verzwarende aspecten die aanleiding kunnen geven voor een ingrijpender herstelsanctie of voor strafrechtelijk onderzoek of bestraffing.
- 3.
Optreden aan de hand van de algemene of domein specifieke interventiematrix.
- 4.
Bepalen of afstemmingsoverleg nodig is.
- 5.
Vastleggen stappen en beslissingen.
Soorten handhavingsinstrumenten
Er bestaan verschillende soorten handhavingsinstrumenten.
Instrumenten gericht op herstel
- -
Last onder dwangsom (LOD)
- -
Last onder bestuursdwang (LOB)
Bestuurlijke boete
- -
Stafrechtelijke sanctie
- -
Bestuurlijke strafbeschikking (BSB)
Strafbaarstelling op grond van de Wet op de economische delicten (Wed).
LHSO - interventiematrix
Interventiematrix |
||||
De (mogelijke) gevolgen |
||||
Aanzienlijk dreigend en/of onomkeerbaar |
-Strafrecht BSB / PV -Bestuursrecht Bestraffend Bestuurlijke boete -Bestuursrecht Herstellend Tijdelijk stilleggen LOD/LOB Verscherpt toezicht |
-Strafrecht BSB / PV -Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete -Bestuursrecht herstellend Tijdelijk stilleggen LOD/LOB Verscherpt toezicht |
-Strafrecht BSB/ PV -Bestuursrecht bestraffend Exploitatieverbod/ sluiting, schorsen of intrekken vergunning certificaat of erkenning -Bestuursrecht herstellend Tijdelijk stilleggen LOB/LOD |
-Strafrecht PV -Bestuursrecht bestraffend Exploitatieverbod/ sluiting, schorsen of intrekken vergunning certificaat of erkenning -Bestuursrecht herstellend Tijdelijk stilleggen LOB/LOD |
Van belang |
-Strafrecht BSB / PV -Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete -Bestuursrecht herstellend Bestuurlijk gesprek waarschuwing |
-Strafrecht BSB / PV -Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete -Bestuursrecht herstellend Tijdelijk stilleggen LOD/LOB Verscherpt toezicht |
-Strafrecht BSB/ PV -Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete -Bestuursrecht herstellend Tijdelijk stilleggen LOB/LOD Verscherpt toezicht |
-Strafrecht PV -Bestuursrecht bestraffend Exploitatieverbod/ sluiting, schorsen of intrekken vergunning certificaat of erkenning -Bestuursrecht herstellend Tijdelijk stilleggen LOB/LOD |
Beperkt |
-Bestuursrecht herstellend Aanspreken informeren |
-Strafrecht BSB / PV -Bestuursrecht herstellend Bestuurlijk gesprek waarschuwing |
-Strafrecht PV -Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete -Bestuursrecht herstellend Tijdelijk stilleggen LOB/LOD Verscherpt toezicht |
-Strafrecht PV -Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete -Bestuursrecht herstellend Tijdelijk stilleggen LOB/LOD |
Vrijwel nihil |
-Bestuursrecht herstellend Aanspreken informeren |
-Bestuursrecht herstellend Aanspreken informeren |
-Strafrecht BSB/ PV -Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete -Bestuursrecht herstellend Bestuurlijk gesprek Waarschuwing |
-Strafrecht PV -Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete -Bestuursrecht herstellend Bestuurlijk gesprek Waarschuwing |
Gedrag van deovertreder: |
Goedwillend Onbedoeld, Proactieve beëindiging overtreding |
Onverschillig ‘Moet kunnen’ |
Calculerend Bewust belemmerend, |
Bewust, structureel- notoir / crimineel |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl