Participatieverordening gemeente Woudenberg 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 30-04-2025

Intitulé

Participatieverordening gemeente Woudenberg 2025

De raad van de gemeente Woudenberg;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 maart 2025;

Gelet op de artikelen 149 en 150 van de Gemeentewet;

Overwegende;

dat het van belang is lokale democratische processen door participatie van inwoners te verrijken, de samenwerking tussen gemeente en inwoners te versterken en helderheid te geven over de invulling van het Beleidskader participatie;

Besluit:

Vast te stellen de volgende verordening:

Participatieverordening gemeente Woudenberg 2025

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    Bestuursorgaan: de gemeenteraad, de burgemeester of het college van burgemeester en wethouders. Ieder vanuit zijn eigen bestuurlijke bevoegdheden.

  • -

    Beleidsvoornemen: voornemen van een bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van gemeentelijkbeleid.

  • -

    Participatie: betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid.

  • -

    Inspraak: een door of namens een bestuursorgaan georganiseerde gelegenheid voor inwoners, maatschappelijke organisaties, bedrijven en belanghebbenden om hun mening over beleidsvoornemens te geven en daarover toelichting te geven en van gedachten te wisselen voorafgaand aan de definitieve besluitvorming door de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester.

  • -

    Informeren: inwoners en belanghebbenden worden op de hoogte gehouden van ontwikkelingen en beslissingen, zonder directe invloed. Zij kunnen wel vragen stellen. Dit gebeurt bijvoorbeeld via nieuwsbrieven en websites inclusief contactinformatie.

Artikel 2. Doelstelling en reikwijdte

  • 1. De verordening regelt de betrokkenheid van bewoners en andere belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid en projecten.

  • 2. De verordening beoogt de kwaliteit van lokale democratische processen te vergroten, samenwerking tussen gemeente, inwoners en initiatiefnemers te versterken en helderheid en eenduidigheid te scheppen over het proces en ieders rol daarin.

  • 3. In het door de gemeenteraad vastgestelde Beleidskader Participatie en de door het college vastgestelde Spelregels participatie en het Beslisinstrument participatie wordt de participatie met betrekking tot keuzes en afwegingen over doel, vorm en beïnvloedingsruimte van bewoners en andere belanghebbenden nader vorm gegeven.

Artikel 3. Onderwerp van participatie

  • 1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of participatie wordt toegepast.

  • 2. Participatie wordt altijd toegepast als de wet daartoe verplicht.

  • 3. Er is geen participatie mogelijk:

    • a.

      Ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      Als participatie bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      Inzake de vaststelling van de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • d.

      Als de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat participatie niet kan worden afgewacht.

  • 4. Er is beperkt participatie mogelijk indien er sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft.

Artikel 4. Procedure participatie

  • 1. Op beleidsvoornemens waarbij participatie wettelijk verplicht is, is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Tenzij door wetgeving dwingend anders wordt voorgeschreven.

  • 2. Het bestuursorgaan kan voor één of meer beleidsvoornemens een andere participatieprocedure vaststellen.

  • 3. Indien er een andere participatieprocedure wordt toegepast, neemt het bestuursorgaan over in ieder geval de volgende onderwerpen vooraf een besluit;

    • a.

      Doel van participatie (waarom vindt er participatie plaats);

    • b.

      Het onderwerp (waarover vindt participatie plaats);

    • c.

      Niveau van participatie/ mate van invloed (raadplegen, samen maken of samen beslissen);

    • d.

      De kaders waarbinnen het proces plaatsvindt (inhoudelijk, financieel);

    • e.

      Manier waarop het bestuursorgaan over deze kaders vooraf communiceert;

    • f.

      Manier waarop en tijdvak waarin ingezetenen en belanghebbenden hun inbreng kunnen leveren;

    • g.

      Manier waarop democratische waarden in de participatieprocedure worden gewaarborgd;

    • h.

      Een begroting van de kosten.

Artikel 5. Eindverslag participatie

  • 1. Ter afronding van de participatie maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2. Het eindverslag bevat in ieder geval;

    • a.

      De omschrijving van het doorlopen participatietraject;

    • b.

      Het gekozen beïnvloedingsniveau, de motivatie hierachter en de opgestelde kaders;

    • c.

      Eventuele afwijkingen van het originele participatieplan en de uitleg waarom;

    • d.

      De belanghebbenden die wel/niet betrokken zijn en waarom;

    • e.

      Uitwerking van de opgehaalde input;

    • f.

      Uitwerking van wat er met deze input gedaan is;

    • g.

      Motivering achter de manier waarop de input verwerkt is;

    • h.

      Beperkte evaluatie (met uitzondering informatieavonden en bewonersbijeenkomsten) van het doorlopen participatieproces waarbij onder andere gekeken wordt naar het democratisch proces en de tevredenheid van de deelnemers.

  • 3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar en informeert actief diegenen die deel hebben genomen aan het participatieproces.

  • 4. Op inspraak en informeren zoals gedefinieerd onder artikel 1 van deze verordening gelden de bovenstaande verplichtingen niet. Deze vallen Buiten de reikwijdte van deze participatieverordening.

Artikel 6. Evaluatie en monitoring verordening participatie

  • 1. De uitvoering van de verordening participatie wordt in 2027 geëvalueerd en daarna eenmaal per 3 jaar;

  • 2. Burgemeester en wethouders zenden jaarlijks aan de raad een overzicht van participatietrajecten (actieve en afgeronde) en burgerinitiatieven.

  • 3. Ten behoeve van dit participatieoverzicht verzamelen burgemeester en wethouders systematisch informatie over:

    • a.

      Het aantal participatieprocessen;

    • b.

      De consequenties voor de ambtelijke organisatie;

    • c.

      Een advies ter verbetering van participatieprocessen;

  • 4. De ervaringen en resultaten van het uitdaagrecht maken deel uit van de driejaarlijkse evaluatie van deze verordening.

Artikel 7. Intrekking oude regeling

De inspraak- en samenspraakverordening Woudenberg 2012 wordt ingetrokken.

Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Participatieverordening gemeente Woudenberg 2025.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 april 2025.

S.E. Lenderink

Griffier

M. Jansen-van Harten

Voorzitter