Beleidsregels Minimale vereisten peuter-kleutergroepen 2025 Gemeente Harlingen

1. Het creëren van een passend aanbod voor kinderen afgestemd op hun ontwikkelingsleeftijd.

2. Het versterken van de doorgaande ontwikkelingslijn.

3. Het creëren van een soepele overgang van de voorschool naar de basisschool.

4. Het versterken van de samenwerking tussen de voorschool en de basisschool.

1. De kinderopvangorganisatie voldoet aan de eisen van de Wet Kinderopvang en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

2. De basisschool is door de Inspectie van het onderwijs minimaal als voldoende beoordeeld;

3. Het IKC heeft een gezamenlijke pedagogische en educatieve visie op het jonge kind;

4. Het IKC heeft een beleidskader voor de peuter-kleutergroep en geeft daarin antwoord op de volgende vragen:

• a.

  Hoe ziet de peuter-kleutergroep eruit?

  • i.

    Criteria om in de peuter-kleutergroep te komen.

  • ii.

    Proces van in- en uitstroom.

  • iii.

    Betrokkenheid van ouders.

• b.

  Waarom ziet de peuter-kleutergroep er zo uit?

  • i.

    Welke meerwaarde heeft deze peuter-kleutergroep voor dit IKC?

  • ii.

    De pedagogische en educatieve aanpak op hoofdlijnen (afgeleid van de visie op het jonge kind)

• c.

  Welke doelen worden met de peuter-kleutergroep nagestreefd?

  • i.

    Beoogde resultaten en effecten.

  • ii.

    Evaluatiecriteria.

• d.

  Hoe worden deze doelen gemonitord?

  • i.

    Op welke manier controleren jullie of de doelen ook worden bereikt?

5. De peuter-kleutergroep is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de voorschool en basisschool: de twee partijen leggen op papier vast hoe de verantwoordelijkheden zijn verdeeld.

6. Na twee jaar evalueren voorschool en basisschool gezamenlijk de doelstellingen en de (afspraken over) de werkwijze en samenwerking en koppelen dit terug naar de gemeente.

1. Een veilige groep door vaste begeleiders, een vaste groep kinderen, herkenbare groepsruimte en vaste routines;

2. Een speelleeromgeving die aansluit bij het ontwikkelingsniveau van kinderen en waar zij zich spelenderwijs kunnen ontwikkelen;

3. Coaching van professionals door pedagogisch coach en onderbouwcoördinator/ intern begeleider met als doel de pedagogische en educatieve kwaliteit en de doorgaande lijn te borgen.

1. De voorschool en basisschool maken gezamenlijk een beleidskader zoals beschreven onder 4. van de organisatorische randvoorwaarden en sturen een kopie hiervan naar de gemeente.

2. Ouders geven schriftelijk toestemming voor deelname van hun kind in een peuter-kleutergroep.

3. Minimumleeftijd voor het instromen is 3 jaar en 6 maanden. Maximumleeftijd voor de uitstroom is 5 jaar. Daarbij wordt altijd gekeken naar de ontwikkelleeftijd en behoefte van het kind.

4. De groep bestaat - conform de Wet Kinderopvang - uit maximaal 16 kinderen.

5. Op de peuter-kleutergroep staat minimaal één onderwijsprofessional en één professional van de kinderopvang. De onderwijsprofessional heeft als specialisatie ‘het jonge kind’, de pedagogisch medewerker is VVE-gecertificeerd.

6. Er wordt gewerkt aan de doorgaande lijn naar de reguliere groep 1: wat heeft dit kind nodig om goed te kunnen starten in groep 1.

7. De ontwikkeling van kinderen in de peuter-kleutergroep wordt intensief gevolgd en besproken en het aanbod wordt afgestemd op hun ontwikkeling en eventuele ondersteuningsbehoefte.

8. Een peuter kan binnen een redelijke termijn terug naar een reguliere stamgroep in de opvang, als blijkt dat de peuter-kleutergroep niet passend is.

9. De doelstellingen en de (afspraken over) de werkwijze en samenwerking worden door de voorschool en basisschool gezamenlijk geëvalueerd. De resultaten worden teruggekoppeld naar de gemeente.

10. Het IKC dient medewerking te verlenen aan evaluaties, effectmetingen en kennisuitwisseling van de pilot wanneer dat gevraagd wordt.

1. Het volgende IKC neemt deel aan de pilot peuter-kleutergroepen:

• a.

  IKC Het Baken

2. Daarnaast is ruimte voor 1 extra IKC, door loting te bepalen. De voorschool en de basisschool dienen gezamenlijk een schriftelijke aanvraag in bij het college. De aanvraag is voorzien van een beleidskader conform artikel 2. Het college beslist uiterlijk binnen 13 weken op de aanvraag. Het maximaal aantal deelnemende IKC’s is 2.

3. Wanneer bovenstaande IKC voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld onder het kopje ‘Eisen aan de peuter-kleutergroepen’, wordt voor deze IKC op een overtreding rondom de samenstelling van de stamgroep niet gehandhaafd (art. 1.50b Wet Kinderopvang; art. 7 en art. 9 Besluit Kwaliteit Kinderopvang). Het college van burgemeester en wethouders behoudt zich op basis van de Wet kinderopvang het recht voor de peuter-kleutergroep te beëindigen wanneer er zorgen zijn over de veiligheid en kwaliteit.