Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738719
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738719/1
Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Apeldoorn
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 29-04-2025 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025
Intitulé
Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente ApeldoornHet college van college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;
gelet op artikel 78gg Participatiewet;
overwegende dat het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een huishouden een vaste tegemoetkoming kan worden verstrekt of geweigerd en daartoe beleidsregels wenst vast te stellen;
besluit: vast te stellen de Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Apeldoorn.
Artikel 1. Begripsbepalingen
-
1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en de wet op de zorgtoeslag.
-
2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
- -
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;
- -
huishouden: twee personen die fiscaal partner en toeslagpartner van elkaar zijn voor het kalenderjaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;
- -
vaste tegemoetkoming: het bedrag dat over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 per jaar wordt vastgesteld bij ministeriële regeling in het kader van artikel 78gg van de Participatiewet.
- -
Artikel 2. Doelgroep
Voor een vaste tegemoetkoming komt in aanmerking het huishouden dat:
- a.
een inkomen heeft uit een uitkering, niet zijnde een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, eventueel aangevuld met een uitkering op grond van de Participatiewet; en
- b.
vergeleken met een vergelijkbaar huishouden, waarvoor het inkomen uit enkel een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet bestaat, een lager bedrag aan tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ontvangt, als gevolg van de verschillende afbouwpaden van de dubbele algemene heffingskorting, bedoeld in artikel 37, tweede lid, Participatiewet en in artikel 8.9 van de Wet inkomstenbelasting 2001; en
- c.
een netto-inkomen en tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ontvangt dat in totaal lager ligt dan bij een vergelijkbaar huishouden waarvoor het inkomen uit een uitkering enkel bestaat uit een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, vanwege hetgeen genoemd is onder sub b.
Artikel 3. Ambtshalve toekenning
-
1. Het college kent aan het huishouden waarvan voor het betreffende kalenderjaar het burgerservicenummer van de meestverdienende partner is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, van de Participatiewet, ambtshalve de vaste tegemoetkoming voor dat kalenderjaar toe.
-
2. Het college kent de vaste tegemoetkoming over 2025 ambtshalve toe aan het huishouden, indien:
- a.
het huishouden voor 2025 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;
- b.
voor 2025 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden niet is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;
- c.
op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming;
- d.
er zich tussentijds geen relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de situatie van het huishouden of de achterliggende wetten; en
- e.
de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente.
- a.
-
3. Het college kent de vaste tegemoetkoming over de jaren 2026 en/of 2027 ambtshalve toe aan het huishouden, indien:
- a.
het huishouden voor 2026 en/of 2027 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;
- b.
voor 2026 en 2027 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden niet is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;
- c.
op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming;
- d.
er zich tussentijds geen relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de situatie van het huishouden of de achterliggende wetten; en
- e.
de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente.
- a.
Artikel 4. Aanvraag
-
1. Het huishouden kan de aanvraag om een vaste tegemoetkoming schriftelijk indienen bij het college.
-
2. De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het daarvoor bestemde formulier en voorzien van een schriftelijk adviesrapport van Sociaal Raadslieden Stimensz Apeldoorn over betreffende kalenderjaar.
-
3. Het college beoordeelt of de aanvrager behoort tot de doelgroep.
-
4. Het college beoordeelt of de meestverdienende partner in het huishouden op de datum van aanvraag inwoner van de gemeente is en het huishouden voor het betreffende jaar nog geen vaste tegemoetkoming heeft ontvangen.
-
5. Bij de vaststelling van het inkomen om te bepalen of het huishouden tot de doelgroep behoort, telt alleen het inkomen van beide fiscale - en toeslagpartners mee.
-
6. Als er sprake is van een vast maandinkomen, toetst het college het inkomen van de meest recente maand van het jaar voorafgaand aan de datum van aanvraag. Het college rekent dit maandinkomen om naar een verwacht jaarinkomen.
-
7. Als er sprake is van een variabel maandinkomen, toetst het college het inkomen van de meest recente drie achtereenvolgende maanden voorafgaand aan de datum van aanvraag. Het college rekent deze maandinkomens om naar een verwacht jaarinkomen.
-
8. Als de definitieve aanslag inkomstenbelasting of definitieve beschikking voor toeslagen over het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd al bekend is, dan gebruikt het college het belastbaar jaarinkomen waar deze aanslag of beschikking op is gebaseerd.
-
9. Bij de vaststelling van het vermogen hanteert het college de vermogensgrens van de Wet op de zorgtoeslag, zoals die geldt voor het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd.
-
10. De aanvraag om een vaste tegemoetkoming over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 moet uiterlijk 31 december 2028 door het college zijn ontvangen.
Artikel 5. Toekenning
Het college kent de vaste tegemoetkoming eenmaal voor het betreffende kalenderjaar toe en voor het gehele bedrag.
Artikel 6. Verstrekking
-
1. Het college verstrekt de vaste tegemoetkoming in één keer in het kalenderjaar, onder aftrek van de reeds verstrekte bedragen over dat betreffende kalenderjaar.
-
2. Op verzoek van het college verstrekt het huishouden het bankrekeningnummer en de tenaamstelling van die rekening uiterlijk binnen zes maanden na het besluit tot toekenning.
Artikel 7. Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van het huishouden afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien het toepassen van deze regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Daarnaast beslist het college in situaties waarin deze beleidsregels niet voorzien.
Artikel 8. Inwerkingtreding
Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na publicatie en werken terug tot en met 1 januari 2025.
Artikel 9. Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Apeldoorn.
Ondertekening
Aldus vastgesteld op 8 april 2025
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris,
S. de Bruin
de burgemeester,
A.J.M. Heerts
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl