Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738698
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738698/1
Beleidsregel leerlingenvervoer Gooise Meren 2025
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 30-04-2025
Intitulé
Beleidsregel leerlingenvervoer Gooise Meren 2025Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren,
overwegende dat het gewenst is ter invulling van hun beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen over de uitvoering van het leerlingenvervoer;
gelet op artikel 1:3 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht, gelet op Afdeling 4.3 “Beleidsregels” van de Algemene wet bestuursrecht, gelet op de Verordening leerlingenvervoer Gooise Meren 2025;
besluit vast te stellen de volgende Beleidsregel leerlingenvervoer Gooise Meren 2025:
Inleiding
Passend onderwijs vraagt om een regionale benadering en dit heeft zich vertaald in de ontwikkeling van samenwerkingsverbanden. Daarbij past een zoveel mogelijke uniforme uitvoeringspraktijk voor wat betreft het leerlingenvervoer tussen de regiogemeenten.
Naast een passend aanbod aan ouders voor hun kind, staat ook een passende inzet van ouders om hun kind zelf naar school te vervoeren. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:
- •
aangepast (taxi)vervoer is niet vanzelfsprekend;
- •
de ouders zijn primair verantwoordelijk voor het vervoer;
- •
zelfstandige mobiliteit is een belangrijke voorwaarde bij het volwaardig meekunnen doen in de samenleving.
Hoofdstuk 1 Algemeen
Artikel 1. Begripsbepalingen
- a.
De begrippen in deze beleidsregel hebben dezelfde betekenis als in de Verordening leerlingenvervoer Gooise Meren 2025.
- b.
BIG: Wet Beroepen in de Gezondheidszorg.
- c.
SKJ: Stichting Kwaliteitsregister Jeugd.
- d.
Structurele handicap: Een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische aandoening, die minimaal drie maanden duurt
- e.
Woning: een woning zoals bedoeld in de Verordening waar de leerling gemiddeld minimaal twee nachten per week verblijft.
Artikel 2. Afstand
-
1. De afstand woning-school wordt bepaald via de ANWB Routeplanner volgens de “kortste route per fiets”.
-
2. De vergoeding voor eigen vervoer wordt bepaald via de ANWB Routeplanner volgens de “kortste route per fiets” tot 6 km, vanaf 6 km “kortste route per auto”.
-
3. Als de afstand, zoals opgenomen in artikel 8, lid 1 van de verordening, op de heenreis en de terugreis verschillend zijn, worden de afstanden afzonderlijk beoordeeld. Indien de reisafstand op de heenweg onder de in de verordening gestelde grens ligt doch de reisafstand op de terugweg daarboven of omgekeerd, dan wordt een gedeeltelijke bekostiging verstrekt: alleen de heen- of alleen de terugreis.
Artikel 3. Reistijd
Het vaststellen van de reistijd met het openbaar vervoer vindt plaats op basis van de door de Reisinformatiegroep BV beschikbaar gestelde informatie (www.9292ov.nl). Er wordt uitgegaan van de adressen van de woning en de school.
Artikel 4. Leerlingen zonder verblijfstatus
Het recht op onderwijs voor illegaal in ons land verblijvende minderjarige leerlingen, is gebaseerd op het principe dat de overheid jongeren, waar ook ter wereld, toerust om aan het maatschappelijke leven deel te nemen. Nederland is hiertoe ook internationale verdragsrechtelijke verplichtingen aangegaan. Scholen en gemeenten mogen leerplichtige leerlingen niet vragen naar de verblijfstatus.
Artikel 5. Meerjarige beschikkingen
Burgemeester en wethouders bepalen het recht op het leerlingenvervoer. Burgemeester en wethouders hanteren meerjarige beschikkingen waarbij het recht op het leerlingenvervoer blijft bestaan gedurende meerdere schooljaren, tenzij er iets verandert in de van belang zijnde omstandigheden.
Hoofdstuk 2 Beoordeling recht op leerlingenvervoer
Artikel 6. Verantwoordelijkheid ouders
Ouders zijn verantwoordelijk voor het vervoer van de leerling naar school. Pas als de leerling niet zelfstandig kan reizen en als begeleiding niet mogelijk is of tot ernstige benadeling van het gezin leidt, kan er aanleiding zijn voor taxivervoer.
Voor de wijze van vervoer geldt op grond van de verordening de volgende volgorde:
- •
Primair de leerling zelf per (brom)fiets, al dan niet onder begeleiding;
- •
Openbaar vervoer (OV), al dan niet onder begeleiding, als de leerling niet met de (brom)fiets kan reizen;
- •
Eigen (auto)vervoer van de ouders;
- •
Aangepast (taxi)vervoer, als de voorgaande opties niet mogelijk zijn.
Artikel 7. Ernstige benadeling van het gezin
In de verordening is aangegeven wanneer begeleiding van de leerling bij het zelfstandig reizen niet kan worden gevraagd en taxivervoer kan worden toegekend. Dat is onder meer aan de orde, als begeleiding leidt tot ernstige benadeling van het gezin en een andere oplossing niet mogelijk is. Van ‘ernstige benadeling’ kan bijvoorbeeld sprake zijn in verband met:
- •
De duur van de reistijd voor de ouder. Als bovengrens wordt een reistijd van drie uur per dag van het woonadres naar school aangehouden. Is de reistijd langer en kan de leerling niet zelfstandig reizen, dan is in ieder geval aangepast vervoer aan de orde. Het is echter denkbaar dat een kortere reistijd ook onaanvaardbare consequenties heeft, bijv. in combinatie met:
- •
De specifieke handicap van de leerling en/of de ouder(s): deze kan zodanig zijn, dat alleen aangepast vervoer aangewezen is;
- •
De werksituatie van de ouder: werk is in het algemeen geen reden om tot aangepast vervoer te besluiten, maar in bijzondere omstandigheden kan dit soms toch het geval zijn. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn bij een alleenstaande ouder, die werk met geen mogelijkheid kan combineren met het zelf vervoeren van het kind naar school;
- •
De gezinssituatie: als de gezinssituatie met zich meebrengt dat de ouder de leerling niet kan begeleiden terwijl dat wel noodzakelijk is. Dat kan bijvoorbeeld aan de orde zijn in verband met de gezinsgrootte of noodzakelijke begeleiding van andere kinderen. Het is aan de ouder(s) om aan te tonen dat sprake is van een situatie die tot ‘ernstige benadeling’ leidt.
Artikel 8. Beoordeling mogelijkheid om met OV te reizen
-
1. Ouders dienen aan te tonen dat hun kind niet in staat is om met het OV te reizen.
-
2. Dit dient te gebeuren door middel van een verklaring en rapportage van een onafhankelijke BIG 0f SKJ geregistreerde deskundige. Deze deskundige is niet de huisarts of verbonden aan school of samenwerkingsverband.
-
3. Het college kan hieromtrent vragen opstellen die in het onderzoek beantwoord dienen te worden.
Artikel 9. Specifieke onderwijskundige behoefte
-
1. Dat er sprake is van een specifieke onderwijskundige behoefte, zoals hoogbegaafde leerlingen die niet kunnen deelnemen aan het regulier onderwijs, dienen ouders aan te tonen. Dit kan op één van de twee navolgende wijzen:
- a.
Een verklaring van alle dichterbij gelegen scholen dat zij de leerling geen onderwijs kunnen bieden gezien zijn ondersteuningsbehoefte;
- b.
Een verklaring van een SKJ of BIG geregistreerde professional dat de leerling een ernstige ontwikkelingsbedreiging heeft bij het niet volgen van het specifieke onderwijs.
- a.
-
2. Ouders dienen aan te tonen dat de door gekozen school de ondersteuning kan bieden die noodzakelijk is. Hiervoor dienen de ouders een verklaring van die school aan te bieden waaruit blijkt dat er sprake is van een voltijds aanbod voor deze leerlingen, met gespecialiseerde leerkrachten, onder vermelding van de aanvullende opleidingen, die het bij die groep betrokken personeel heeft gevolgd voor de doelgroep.
Hoofdstuk 3 Bijzondere situaties
Artikel 10. Werkwijze twee woningen van de leerling binnen de gemeente Gooise Meren
-
1. In een situatie dat een leerling twee woningen binnen de gemeente heeft (bijv. co-ouderschap) kan er aanspraak zijn op bekostiging van leerlingenvervoer voor de dagen dat de leerling bij de betreffende ouder verblijft.
-
2. Beide ouders dienen dan afzonderlijk een aanvraag in voor de dagen dat het kind bij hen verblijft.
-
3. Vanuit iedere woning zal het recht op leerlingenvervoer afzonderlijk worden bepaald.
-
4. Indien het drempelbedrag en de eigen bijdrage van toepassing is, dan wordt dit berekend naar verhouding tot het aantal dagen dat de leerling bij de betrokken ouder verblijft, op basis van de werkelijke kosten.
Artikel 11. Andere bestemmingen
-
1. Naast het adres van de woning, als bedoeld in artikel 1 van de verordening, mag er één ander adres worden doorgegeven voor het ophalen of thuisbrengen van de leerling (bijvoorbeeld bij BSO of verblijf in een instelling).
-
2. Het tweede adres dient structureel op vaste dagen per week gedurende het gehele schooljaar gebruikt te worden en moet binnen de gemeentegrenzen liggen óf op de route tussen woonadres en school.
Artikel 12. Afwijkende schooltijden
Als de leerling door een handicap slechts een deel van het onderwijsprogramma kan volgen, waardoor afwijkende schooltijden gelden, kan daar in uitzonderlijke gevallen bij het aangepast (taxi)vervoer rekening mee worden gehouden.
Toelichting
Voor aangepast (taxi)vervoer wordt aangesloten bij de schooltijden, zoals deze zijn vermeld in de schoolgids. Soms wordt een verzoek ingediend voor aangepast vervoer op andere tijden. Het is denkbaar dat het door een handicap voor de leerling te belastend is om het volledige onderwijsprogramma te volgen. Bij het aangepast (taxi)vervoer kan daarmee rekening worden gehouden. Wel streeft het college ernaar, om in overleg met de school het vervoer in de ochtend of de middag gelijktijdig met het reguliere leerlingenvervoer te laten plaatsvinden.
Artikel 13. Deeltijd Arrangementen samenwerkingsverband Unita
De leerling die een deeltijd arrangement van het samenwerkingsverband Unita bezoekt kan in aanmerking komen voor leerlingenvervoer, indien is voldaan aan de volgende eisen.
- 1.
De aanvraag voldoet aan de eisen voor de toekenning van leerlingenvervoer zoals gesteld in de verordening.
- 2.
Het betreft een deeltijd arrangement van het samenwerkingsverband Unita op een andere locatie dan de school waar de leerling is ingeschreven.
- 3.
De leerling bezoek het arrangement tenminste drie maanden.
- 4.
De leerling bezoekt het arrangement op vaste dagen van de week.
Toelichting
Het samenwerkingsverband Unit heeft extra ondersteuning georganiseerd voor leerlingen die daarvoor één of twee dagen voltijds onderwijs volgen op een andere locatie terwijl ze ingeschreven blijven op de eigen school en die eigen school het grootste deel van de week onderwijs volgen. Deze arrangementen vallen niet onder de eisen van de verordening leerlingenvervoer maar worden door deze regel wel onder het leerlingenvervoer gebracht.
Artikel 14. Wachttijden
Ingeval er binnen een school sprake is van verschillende lesroosters binnen de vaste schooltijden (artikel 12, lid 2 verordening), wordt er een wachttijd van twee klokuren aangehouden, om zo doende aan te sluiten op het reguliere leerlingenvervoer.
Artikel 15. Stage
De maximale afstand van een stageadres is 20 kilometer via de weg vanaf school of woning.
Hoofdstuk 4 Financiën
Artikel 16. Terugval in inkomen
-
1. Het inkomen wordt bepaald op basis van het inkomen in het kalenderjaar twee jaar voor het schooljaar van het leerlingenvervoer, zie artikel 1 van de verordening.
-
2. Indien er een terugval van inkomen is van meer dan 15% (gelijk aan de Wet studiefinanciering 2000) kan het inkomen worden beoordeeld aan de hand van het jaar voorafgaand aan het schooljaar.
Artikel 17. Loosmelding
Een loosmelding houdt in dat een leerling niet aanwezig is op het ophaaladres of dat er niemand aanwezig is op het brengadres om de leerling op te vangen. Bij de eerste loosmelding ontvangen de ouders een waarschuwing bij de tweede en volgende loosmelding zullen de kosten ter hoogte van € 10,- in rekening worden gebracht bij de ouders. Deze kosten bij een loosmelding is een ten onrechte genoten vervoersvoorziening in de zin van artikel 25, lid 2, van de verordening.
Artikel 18. Vergoedingen
De vergoeding van de kosten worden vastgesteld voor:
- •
Openbaar vervoer: op basis van de door de Reisinformatiegroep BV beschikbaar gestelde informatie via 0900-9292 of www.9292.nl op het moment van toetsing op basis van het aantal schooldagen (doorgaans 200).
- •
Eigen (auto) vervoer: Eigen vervoer door de ouder van de leerling wordt alleen vergoed als dit voor de gemeente goedkoper is dan de vervoersvoorziening waarop de ouder op grond van de Verordening een beroep op kan doen, of als die vorm van leerlingenvervoer, gelet op de handicap van de leerling, redelijkerwijs niet toegankelijk of geschikt is op basis van het aantal schooldagen (doorgaans 200).
- •
Aangepast (taxi) vervoer: georganiseerd door de BV Vervoer of een andere door het College aangewezen vervoerder uit de regio Gooi en Vechtstreek.
Hoofdstuk 5 Wangedrag in het aangepast vervoer
Artikel 19. Mogelijkheden tot aangepast vervoer
-
1. Uitgangspunt van het aangepast vervoer is dat de leerling veilig te vervoeren moet zijn en daartoe in staat is.
-
2. Burgemeester en wethouders verstrekken een voorziening in de vorm van aangepast vervoer indien de leerling de veiligheid van medeleerlingen en chauffeur in het aangepast vervoer niet in gevaar brengt.
-
3. Bij wangedrag kunnen burgemeester en wethouders maatregelen opleggen.
-
Doel van de maatregelen is ouders en leerlingen te wijzen op hun verantwoordelijkheid om gedragsproblemen op te lossen. De ondernomen acties worden in het dossier van de betreffende leerling vastgelegd.
-
4. Wangedrag betreft gedrag van zowel een leerling of een ouder.
Artikel 20. Wangedrag: categorieën
-
1. Naar het oordeel van burgemeester en wethouders is in ieder geval sprake van wangedrag als een leerling of ouder:
- a.
een bedreigende, hinderlijke of gevaarlijke situatie veroorzaakt, of;
- b.
(seksueel) grensoverschrijdend gedrag vertoont.
- a.
-
2. Niet alle misdragingen zijn even ernstig. Burgemeester en wethouders onderscheiden de volgende categorieën naargelang de ernst van het wangedrag:
- a.
lichte misdragingen. Hiervan is in ieder geval sprake als de leerling zich niet houdt aan de regels van de vervoerder, zoals:
- i.
niet rustig in het voertuig stappen;
- ii.
niet luisteren naar de aanwijzingen van de chauffeur;
- iii.
ongepast gedrag vertonen;
- iv.
ongepast taalgebruik hanteren;
- v.
levensmiddelen in het voertuig gebruiken;
- vi.
(geluids-)overlast veroorzaken, of;
- vii.
de gordel niet omdoen.
- i.
- b.
ernstige misdragingen. Hiervan is in ieder geval sprake als de leerling:
- i.
dreigt met fysiek geweld tegen de chauffeur of medeleerlingen of anderen die gelijktijdig worden vervoerd;
- ii.
dreigt met fysiek geweld tegen goederen, waarvoor geldt dat er bij de uitvoering van het dreigement gevaar voor personen ontstaat, of;
- iii.
de gedragingen genoemd onder a blijft herhalen.
- i.
- c.
zeer ernstige misdragingen. Hiervan is in ieder geval sprake als de leerling:
- i.
fysiek geweld toepast tegen personen of goederen waarbij letsel wordt toegebracht aan personen of schade aan goederen ontstaat;
- ii.
fysiek geweld toepast tegen personen of goederen met de intentie om letsel toe te brengen aan personen of schade aan goederen te veroorzaken, zonder dat dit letsel of die schade daadwerkelijk wordt toegebracht of veroorzaakt;
- iii.
dreigt met fysiek geweld met de kennelijke bedoeling dat de chauffeur of andere personen in het aangepast vervoer iets doet of nalaat, waarbij de dreiging net zo lang wordt voortgezet totdat dat doel is bereikt of totdat dat doel niet meer te bereiken is;
- iv.
ernstig seksueel overschrijdend gedrag vertoont naar de chauffeur of andere personen in of bij het aangepast vervoer;
- v.
de gedragingen genoemd onder c blijft herhalen.
- i.
- a.
Artikel 21. Wangedrag: maatregelen
-
1. Burgemeester en wethouders hanteren per categorie wangedrag bedoeld in artikel 23, tweede lid, een stappenplan met maatregelen passend bij de ernst van de misdraging.
-
2. Stappenplan bij lichte misdragingen:
- a.
In beginsel vindt eerst een gesprek plaats tussen de ouder(s) en de chauffeur en/of de vervoerder met als doel het gedrag van de leerling te verbeteren. Zo nodig betrekt één van de partijen de gemeente of school bij het zoeken naar een oplossing. Van het gesprek wordt een verslag gestuurd naar de gemeente;
- b.
Als het gedrag na het gesprek niet verbetert, volgt een schriftelijke waarschuwing;
- c.
Als het gedrag na de schriftelijke waarschuwing niet verbetert, wordt het stappenplan bij ernstige misdragingen toegepast.
- a.
-
3. Stappenplan bij ernstige misdragingen:
- a.
het aangepast vervoer wordt tijdelijk opgeschort. De ouder(s) ontvangen hierover een brief. De duur van de opschorting is afhankelijk van de ernst van de gedraging. De opschorting kan niet langer duren dan acht (8) weken. Gedurende de opschorting is de leerling wel verplicht naar school te gaan, hiervoor zijn de ouders verantwoordelijk. Tijdens de opschorting overleggen ouder(s) en gemeente om te komen tot een structurele oplossing na de opschorting;
- b.
als het gedrag na de tijdelijke opschorting niet verbetert, wordt het stappenplan bij zeer ernstige misdragingen toegepast.
- a.
-
4. Stappenplan bij zeer ernstige misdragingen:
- a.
het aangepast vervoer wordt opgeschort voor de rest van het betreffende schooljaar. De ouder(s) ontvangen hierover een brief. Gedurende de opschorting is de leerling wel verplicht naar school te gaan, hiervoor zijn de ouders verantwoordelijk
- b.
herhaalt het gedrag zich in het daaropvolgende schooljaar dan wordt het aangepast vervoer definitief beëindigd. Leerlingenvervoer is dan alleen mogelijk in de vorm van een vergoeding voor eigen of openbaar vervoer. De leerling is wel verplicht naar school te gaan, hiervoor zijn de ouders verantwoordelijk
- a.
-
5. Als sprake is van meerdere misdragingen geldt in beginsel de maatregel uit het stappenplan dat hoort bij de meest ernstige misdraging.
Hoofdstuk 6 Slotbepalingen
Artikel 22. Inwerkingtreding
Deze Beleidsregel leerlingenvervoer Gooise Meren 2025 treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking.
Artikel 23. Intrekking oude beleidsregel
De Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer Gooise Meren 2022 worden ingetrokken gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Beleidsregel leerlingenvervoer Gooise Meren 2025.
Artikel 24. Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel leerlingenvervoer Gooise Meren 2025.
Ondertekening
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van gemeente Gooise Meren 15 april 2025.
de gemeentesecretaris,
drs. E.M. Voorhorst
de burgemeester,
drs. H.M.W. ter Heegde
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl