Regeling vervalt per 01-04-2028

Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Halderberge

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 30-04-2025 t/m 31-03-2028 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025

Intitulé

Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Halderberge

Burgemeester en wethouders van Halderberge;

gelet op:

• de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

• titel 4.3 van de Algemene wet Bestuursrecht;

• artikel 78gg van de Participatiewet;

overwegende dat,

• het gewenst is om een beleidsregel vast te stellen voor de verstrekking van een jaarlijkse vaste tegemoetkoming ter aanvulling van een tekort aan ontvangen toeslagen door een ongelukkige samenloop van fiscaliteit, sociale zekerheid en toeslagen.

BESLUIT:

vast te stellen de Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Halderberge.

Artikel 1. Begripsbepalingen

1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (Pw), het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. de wet: Participatiewet;

b. Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van het openbaar lichaam Werkplein Hart van West-Brabant;

c. Alleenverdiener: het huishouden dat:

i. een inkomen heeft uit een uitkering, niet zijnde een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, eventueel aangevuld met een uitkering op grond van de Participatiewet en;

ii. vergeleken met een vergelijkbaar huishouden, waarvoor het inkomen uit enkel een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet bestaat, een lager bedrag aan tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ontvangt, als gevolg van de verschillende afbouwpaden van de dubbele algemene heffingskorting, bedoeld in artikel 37, tweede lid, Participatiewet en in artikel 8.9 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en;

iii. een netto-inkomen en tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ontvangt dat in totaal lager ligt dan bij een vergelijkbaar huishouden waarvoor het inkomen uit een uitkering enkel bestaat uit een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, vanwege hetgeen genoemd is onder sub ii;

d. huishouden: twee personen die fiscaal partner en toeslagpartner van elkaar zijn voor het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

e. vaste tegemoetkoming: het bedrag dat over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 per jaar wordt vastgesteld bij ministeriële regeling in het kader van artikel 78gg, Participatiewet.

f. Werkplein: Werkplein Hart van West-Brabant.

g. Werkpleingemeente: gemeente: Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen en Zundert.

Artikel 2. Doelgroep tegemoetkoming alleenverdienersproblematiek

1. De vaste tegemoetkoming alleenverdienersproblematiek wordt verstrekt aan een huishouden als bedoeld onder artikel 1 lid 2 onder c en d.

2. Tot het huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de datum van: ontvangst van de BSN-lijst van de Belastingdienst, of op datum aanvraag:

a. niet woonachtig is in de gemeente Halderberge;

b. is ingeschreven in de basisregistratie personen als ingezetene met enkel een briefadres;

3. Er bestaat geen recht op de vaste tegemoetkoming als het vermogen van het huishouden hoger is dan de vermogensgrens van de zorgtoeslag zoals die geldt voor het kalenderjaar waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd. Het peilmoment van het vermogen is 1 januari 00:00 uur van het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd.

Artikel 3. Hoogte vaste tegemoetkoming alleenverdienersproblematiek en wijze van uitbetaling

1. De hoogte van de vaste tegemoetkoming wordt jaarlijks bij ministeriële regeling bepaald.

2. De vaste tegemoetkoming waarop recht bestaat wordt per kalenderjaar als één bedrag toegekend en uitgekeerd.

3. De verstrekking voor het betreffende kalenderjaar wordt niet gewijzigd als het huishouden uit de Werkpleingemeente verhuist.

4. Bij toepassing van artikel 5 twaalfde lid, wordt de tegemoetkoming waarop beide ex-fiscaal partners in dat betreffende kalenderjaar gezamenlijk recht hebben voor 50% uitbetaald aan ieder van hen.

Artikel 4. Ambtshalve toekenning

1. Het Dagelijks Bestuur kent aan ieder huishouden waarvan voor het betreffende kalenderjaar het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner is verstrekt aan het Werkplein op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet, ambtshalve de vaste tegemoetkoming voor dat kalenderjaar toe.

2. Het Dagelijks Bestuur kent de vaste tegemoetkoming over de jaren: 2025, 2026 en/of 2027 ambtshalve toe aan het huishouden, indien:

a. het huishouden voor: 2025, 2026 en/of 2027 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;

b. voor 2025, 2026 en 2027 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden niet is verstrekt aan het Werkplein op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;

c. op basis van de bij het Dagelijks Bestuur bekende gegevens over het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft, het Dagelijks Bestuur vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming;

d. er zich tussentijds geen relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de situatie van het huishouden of de achterliggende wetten; en

e. de meestverdienende partner ingeschreven staat in één van de zes Werkpleingemeenten.

3. Bij een voorgenomen ambtshalve toekenning moet de inwoner/aanvrager de volgende informatie verstrekken:

a. op basis van de ontvangen BSN-lijst van de Belastingdienst:

- een kopie van een bankpas, of recent bankafschrift met daarop het rekeningnummer en de tenaamstelling.

b. op basis van over het voorafgaande kalenderjaar toegekende: bijzondere bijstand, of vaste tegemoetkoming op grond van artikel 78gg Pw:

- een verklaring waaruit blijkt dat er zich in de periode tussen de vorige toekenning en heden geen relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de woon -en leefsituatie van het huishouden.

Artikel 5 Aanvraag zelfmelder

1. Een huishouden dat niet voor ambtshalve toekenning op grond van artikel 4 in aanmerking komt, kan een aanvraag voor de vaste tegemoetkoming alleenverdienersproblematiek indienen bij het Werkplein Hart van West-Brabant. Hiervoor moeten zij het daarvoor beschikbaar gestelde aanvraagformulier op de website van het Werkplein Hart van West-Brabant gebruiken. In afwijking van deze digitale aanvraag is een schriftelijke aanvraag mogelijk indien naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.

2. Voor toepassing van lid 1 is het woonplaatsbeginsel als bedoeld in artikel 40 eerste lid van de Participatiewet op de aanvraagdatum bepalend en niet de periode waarop de kosten waarvoor de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd zich voordoen, of hebben voorgedaan.

3. Het Dagelijks Bestuur beoordeelt of de aanvrager alleenverdiener is als bedoeld in artikel 1 lid 2 onder c.

4. Het Dagelijks Bestuur beoordeelt of de meestverdienende partner in het huishouden op de datum van aanvraag inwoner van één van de zes Werkpleingemeenten is en het huishouden voor het betreffende jaar nog geen vaste tegemoetkoming heeft ontvangen. Als niet aan deze voorwaarden wordt voldoet, wordt de gevraagde vaste tegemoetkoming afgewezen.

5. Bij de vaststelling van het inkomen om te bepalen of het huishouden tot de doelgroep van alleenverdieners behoort, telt alleen het inkomen van beide fiscale en toeslagpartners mee.

6. Bij een aanvraag als bedoeld in het eerste lid toetst het Dagelijks Bestuur als er sprake is van een vast maandinkomen, het inkomen van de maand voorafgaand aan de maand van aanvraag. Het Dagelijks Bestuur rekent dit maandinkomen om naar een verwacht jaarinkomen.

7. Bij een aanvraag als bedoeld in het eerste lid toetst het Dagelijks Bestuur als er sprake is van een variabel maandinkomen, het inkomen van de drie achtereenvolgende maanden voorafgaand aan de maand van aanvraag. Het Dagelijks Bestuur rekent deze maandinkomens om naar een verwacht jaarinkomen.

8. Bij een aanvraag die betrekking heeft op een voorafgaand kalenderjaar toetst het Dagelijks Bestuur het inkomen aan de maand december van het voorafgaande kalenderjaar. Het Dagelijks Bestuur rekent dit maandinkomens om naar een verwacht jaarinkomen.

9. Bij de vaststelling van het vermogen hanteert het Dagelijks Bestuur de vermogensgrens van de zorgtoeslag zoals die geldt voor het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd. Het peilmoment van het vermogen is 1 januari 00:00 van het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd.

10. De vaste tegemoetkoming over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 kan worden aangevraagd tot 1 april van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft.

11. Bij de aanvraag moet de aanvrager over de kalenderjaren: 2025, 2026 en 2027 de volgende informatie verstrekken:

Algemeen:

i. een kopie van een identiteitsbewijs van de aanvrager en de fiscale -toeslagpartner;

ii. een kopie van een bankpas, of recent bankafschrift met daarop het rekeningnummer en de tenaamstelling.

Inkomen en vermogen:

i. de voorlopige beschikking van de Belastingdienst – Toeslagen met berekeningsspecificatie over het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft,

ii. bewijs waaruit blijkt hoe hoog het vermogen van aanvragers is op het moment van aanvraag,

iii. bij een vast maandinkomen: de inkomensspecificatie(s) van de maand voorafgaand aan de maand van aanvraag van de aanvrager en de fiscaal-toeslagpartner. De inkomens-specificaties dienen zowel het nettoloon als ook het belastbaar loon te bevatten,

iv. bij een variabel maandinkomen: de inkomensspecificatie(s) van de drie maanden voorafgaand aan de maand van aanvraag van de aanvrager en de fiscaal-toeslagpartner. De inkomensspecificaties dienen zowel het nettoloon als ook het belastbaar loon te bevatten,

v. Bij een aanvraag die betrekking heeft op het voorafgaand kalenderjaar: de inkomens-specificatie(s) van de maand december van het voorafgaande kalenderjaar van de aanvrager en de fiscaal-toeslagpartner. De inkomensspecificaties dienen zowel het nettoloon als ook het belastbaar loon te bevatten.

12. Als in het kalenderjaar waarop de aanvraag als bedoeld in lid 1 sprake was van fiscaal partnerschap maar door verbreking van die relatie bestaat dat fiscaal partnerschap op het moment van aanvraag niet meer, dan moeten beide partners ieder voor zich de aanvraag voor de vaste tegemoetkoming voor dat betreffende kalenderjaar indienen.

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdieners-problematiek gemeente Halderberge’.

2. Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2025.

3. Deze beleidsregels vervallen met ingang van 1 april 2028 met dien verstande dat deze beleidsregels van toepassing blijven op vóór 1 april 2028 ingediende aanvragen voor een tegemoetkoming 2025, 2026 en 2027 en eventueel daartegen ingediende bezwaar -en beroepschriften.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge in de vergadering van 22 april 2025,

de secretaris, de burgemeester,

mevrouw mr. C.G. Jacobs de heer A. Mulder