Regeling vervallen per 01-01-2021

Besluit van de regeringscommissaris van 18 december 2018 no. 5.25D in plaats van de eilandsraad tot vaststelling van de Subsidieverordening Sint Eustatius 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

Besluit van de regeringscommissaris van 18 december 2018 no. 5.25D in plaats van de eilandsraad tot vaststelling van de Subsidieverordening Sint Eustatius 2019

De regeringscommissaris voor Sint Eustatius, krachtens de Tijdelijke wet verwaarlozing Sint Eustatius handelende in plaats van de eilandsraad;

overwegende dat de Subsidieverordening 2013 op meerdere punten is verouderd en een aantal bepalingen bevat dat zich niet verhoudt tot het bestaande rechtskader en dat het in verband daarmee gewenst is deze te vervangen door een nieuwe verordening;

gelet op artikel 149 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

gelet op de artikelen 18, 19 en 38 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Besluit:

vast te stellen de navolgende:

Subsidieverordening Sint Eustatius

HOOFDSTUK I BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. activiteit:

de activiteit waarmee een instelling haar doel wil bereiken hetzij als onderdeel van de taakuitvoering, hetzij als onderdeel van een evenement

b. beheerovereenkomst:

een overeenkomst tussen een instelling en het openbaar lichaam waarin de wijze waarop de taken door de instelling worden uitgevoerd is vastgelegd, alsmede de wijze waarom de instelling zich financieel en inhoudelijk verantwoordt over de uitvoering ten behoeve van het openbaar lichaam

c. evenementensubsidie:

een financiële bijdrage van het openbaar lichaam aan een instelling ter ondersteuning van de organisatie van een evenement voor de inwoners of specifieke doelgroepen daarvan op Sint Eustatius, waarvoor gelden op de begroting beschikbaar zijn gesteld;

d. instelling:

een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie zonder winstoogmerk;

e. openbaar lichaam:

openbaar lichaam Sint Eustatius

f. subsidie:

evenementensubsidie en/of taaksubsidie;

g. taaksubsidie:

een financiële bijdrage van het openbaar lichaam aan een instelling ter uitvoering van een door het openbaar lichaam erkende taak waarvoor gelden op de begroting beschikbaar zijn gesteld;

h. taken:

de door het openbaar lichaam erkende taken die door de instelling ten behoeve van het openbaar lichaam worden uitgevoerd en die zijn vastgelegd in een beheerovereenkomst en/of in een door de eilandsraad vastgestelde verordening;

HOOFDSTUK II BEVOEGDHEDEN

Artikel 2

  • 1. Het bestuurscollege is bevoegd een taaksubsidie te verlenen, te weigeren, geheel of gedeeltelijk op te schorten, in te trekken of terug te vorderen conform het bepaalde in artikel 9 van deze verordening.

  • 2. Het bestuurscollege is bevoegd een evenementensubsidie te verlenen, te weigeren, geheel of gedeeltelijk op te schorten, in te trekken of terug te vorderen conform het bepaalde in artikel 17 van deze verordening.

HOOFDSTUK III AANVRAAG, VERLENING EN UITVOERING TAAKSUBSIDIE

Paragraaf 1, Aanvraag taaksubsidie

Artikel 3

  • 1. Een aanvraag voor een taaksubsidie wordt schriftelijk in tweevoud, maar, zo mogelijk digitaal ingediend bij het bestuurscollege voor 1 april voorafgaand aan het begrotingsjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. De in het eerste lid genoemde indieningsdatum is niet van toepassing op een aanvraag voor een aanvullende taaksubsidie op een reeds toegekende of aangevraagde subsidie voor het betreffende begrotingsjaar.

  • 3. De aanvraag wordt gedaan door middel van een “aanvraagformulier taaksubsidie” zoals bij besluit door het bestuurscollege vastgesteld.

  • 4. De aanvraag bevat ten minste:

    • a.

      een verwijzing naar de beheerovereenkomst die tussen de instelling en het openbaar lichaam is vastgesteld;

    • b.

      het gewenste subsidiebedrag;

    • c.

      een toelichting op de taak die met de subsidie wordt uitgevoerd;

    • d.

      een toelichting op de vraag waarom de instelling niet of onvoldoende in staat is om voor de uitvoering van de taak eigen inkomsten te verwerven;

    • e.

      het werkprogramma voor het jaar waarvoor de aanvrager om subsidie verzoekt.

Artikel 4

  • 1. Bij de aanvraag worden de volgende bescheiden overlegd:

    • a.

      het aanvraagformulier taaksubsidie;

    • b.

      een afschrift van de statuten of het reglement van de instelling voorzover deze na 1 april van het voorgaande jaar gewijzigd zijn;

    • c.

      een uittreksel van de inschrijving van de instelling in het handelsregister; voor zover deze na 1 april van het voorgaande jaar gewijzigd is;

    • d.

      de (meerjaren)begroting van de instelling voor het jaar waarover de aanvrager om subsidie verzoekt;

    • e.

      de jaarrekening van de instelling van het jaar voorafgaand aan het jaar van de aanvraag;

    • f.

      het jaarverslag van de instelling over het jaar voorafgaand aan het jaar van de aanvraag.

  • 2. Bij een eerste aanvraag worden ook de volgende bescheiden overlegd:

    • a.

      een afschrift van de statuten of het reglement van de instelling;

    • b.

      een uittreksel van de inschrijving van de instelling in het handelsregister.

  • 3. Het bestuurscollege kan op verzoek van de aanvrager uitstel verlenen voor het overleggen van een of meer bescheiden.

Paragraaf 2 Verlening taaksubsidie

Artikel 5

  • 1. Indien de aanvraag niet voldoet aan de in artikel 3, vierde lid en artikel 4 gestelde eisen, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 2. Van de beslissing als genoemd in lid 1 van dit artikel wordt schriftelijk en zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen een week na indiening van de aanvraag mededeling gedaan aan de aanvrager, onder opgaaf van redenen en terugzending van alle ingediende documenten. De aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld om de gebreken te herstellen en binnen veertien dagen na de dagtekening van de beslissing de aanvraag opnieuw in te dienen.

  • 3. Na een hernieuwde aanvraag zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel, kan de aanvrager bij wederom gebleken gebreken in de aanvraag, de aanvraag niet meer herstellen, tenzij de datum genoemd in artikel 3, eerste lid nog niet is verstreken.

Artikel 6

  • 1. Na ontvangst van de aanvraag neemt het bestuurscollege binnen acht weken een voorlopig besluit over de aanvraag, maar uiterlijk voor 15 augustus van het jaar waarin de aanvraag is ingediend in het geval tijdens de behandeling blijkt dat er nadere informatie van de aanvrager nodig is.

  • 2. Het bestuurscollege neemt na vaststelling van de begroting van het openbaar lichaam door de eilandsraad zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend een definitief besluit op de aanvraag.

  • 3. Indien het bestuurscollege niet binnen de termijnen van de voorgaande leden een besluit heeft genomen dat kenbaar is voor de aanvrager, wordt de aanvraag geacht te zijn toegekend.

Artikel 7

  • 1. Een subsidie zoals bedoeld in artikel 1, lid g, wordt bepaald en verleend voor de termijn van maximaal een jaar binnen het begrotingsjaar waarop de aanvraag van toepassing is.

  • 2. Aan een toekenningsbesluit kan het bestuurscollege voorwaarden verbinden.

  • 3. Als een voorwaarde zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel, worden in ieder geval beschouwd:

    • a)

      het werkprogramma van de instelling voor het jaar waarover een subsidie wordt aangevraagd;

    • b)

      de momenten van de financiële verantwoording door de instelling alsmede de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten e/of projecten.

  • 4. Een werkprogramma bevat in ieder geval:

    • a.

      de doelen die de instelling wil bereiken;

    • b.

      de prestaties die de instelling zal leveren;

    • c.

      de activiteiten die de instelling verricht en/of de projecten die worden ingericht om de prestatie te kunnen leveren.

  • 5. De in lid 2 van dit artikel genoemde voorwaarden maken deel uit van de beschikking waarin het toekenningsbesluit is verwoord.

  • 6. De in het eerste lid bedoelde subsidie en de in leden twee, drie en vijf genoemde voorwaarden kunnen door het bestuurscollege worden gewijzigd indien de aanvrager zich niet of niet volledig houdt aan de voorwaarden in de laatste genoemde leden. Daartoe neemt het bestuurscollege een besluit dat schriftelijk kenbaar wordt gemaakt aan de aanvrager.

Paragraaf 3 Toekenning, weigering, opschorting taaksubsidie

Artikel 8 toekenning

  • 1. Een voorlopig en definitief besluit om de subsidie toe te kennen bevat in ieder geval:

    • a.

      de datum waarop de aanvraag is ingediend;

    • b.

      de naam en het adres van de instelling die de aanvraag heeft ingediend;

    • c.

      het aangevraagde subsidiebedrag;

    • d.

      het toegekende subsidiebedrag en de wijze van betaling, alsmede de eventuele termijnen van betaling en de subsidieperiode;

    • e.

      de voorwaarden;

    • f.

      de motivering van het besluit.

  • 2. Een voorlopig besluit om de subsidie toe te kennen, bevat de voorwaarde dat het definitieve besluit door het bestuurscollege wordt genomen nadat de eilandsraad de betreffende begroting van het openbaar lichaam heeft vastgesteld.

Artikel 9 weigering, intrekking, opschorting

  • 1. Het bestuurscollege neemt op de aanvraag een besluit om de aanvraag geheel of gedeeltelijk te weigeren indien:

    • a.

      de aanvraag, ondanks een termijn waarbinnen de aanvrager gebreken in de aanvraag had kunnen herstellen, incompleet blijft;

    • b.

      de aanvraag niet tijdig is ingediend;

    • c.

      de aanvraag op onjuiste gronden is ingediend;

    • d.

      blijkt dat de aanvrager niet voldoet aan hetgeen in artikel 1, lid d is bepaald;

    • e.

      blijkt dat de werkzaamheden van de instelling niet tot de erkende taken van het openbaar lichaam behoren;

    • f.

      blijkt dat de instelling de uitvoering van de taken volledig uit eigen middelen of uit middelen van derden kan bekostigen;

    • g.

      aan de instelling surséance van betaling is verleend dan wel een verzoek daartoe bij het gerecht is ingediend;

    • h.

      de aanvrager failliet is verklaard dan wel een verzoek daartoe bij het gerecht is ingediend;

    • i.

      de eilandsraad de begroting van het betreffende jaar heeft vastgesteld zonder de financiële middelen om de subsidie te kunnen toekennen;

    • j.

      elke andere grond die een weigering rechtvaardigen.

  • 2. Het bestuurscollege kan het besluit om een subsidie toe te kennen intrekken, geheel of gedeeltelijk opschorten indien:

    • a.

      de situaties, genoemd in lid 1 g en lid 1 h van dit artikel, zich alsnog voordoen;

    • b.

      de aanvrager niet of niet langer voldoet aan een of meer van de voorwaarden die in het definitieve besluit van toekenning zijn bepaald.

  • 3. Een besluit zoals in het eerste lid genoemd bevat in ieder geval:

    • a.

      de dag van inwerkingtreding en de periode van intrekking of opschorting;

    • b.

      de gronden waarop het besluit is genomen.

  • 4. Het bestuurscollege kan het besluit aan de instelling dan wel aanvrager per aangetekende brief toezenden of tegen gedagtekend ontvangstbewijs uitreiken.

Paragraaf 4 Uitvoering taaksubsidie

Artikel 10

  • 1. Bij gehele of gedeeltelijke toekenning van de subsidie verleent de instelling vanaf het moment van een voorlopig besluit tot en met het moment, zoals onder lid 2 van dit artikel genoemd medewerking aan:

    • a.

      Inzage door het openbaar lichaam in de boekhouding en andere van belang zijnde administraties;

    • b.

      het verstrekken van inlichtingen en gegevens aan het openbaar lichaam, indien deze nodig zijn om de naleving van de voorwaarden te kunnen vaststellen.

  • 2. De instelling dient voor 1 april van het jaar volgend op de subsidieperiode een jaarverslag in, alsmede een jaarrekening.

  • 3. Het bestuurscollege kan besluiten om een accountantsverklaring te vragen.

  • 4. Het bestuurscollege kan op verzoek van de instelling besluiten om tot een nader te bepalen datum uitstel te geven voor de indiening van een of meer documenten zoals genoemd in de leden twee en drie.

HOOFDSTUK IV AANVRAAG, VERLENING EN UITVOERING EVENEMENTENSUBSIDIE

Paragraaf 5 Aanvraag evenementensubsidie

Artikel 11

  • 1. Een aanvraag voor een evenementensubsidie wordt schriftelijk in tweevoud, maar zo mogelijk digitaal, ingediend bij het bestuurscollege minimaal zes weken voorafgaand aan de periode waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. De aanvraag wordt gedaan door middel van een “aanvraagformulier evenementensubsidie” zoals bij besluit door het bestuurscollege vastgesteld.

  • 3. De aanvraag bevat ten minste:

    • a.

      het gewenste subsidiebedrag;

    • b.

      het werkprogramma van het evenement.

Artikel 12

  • 1. Bij de aanvraag worden de volgende bescheiden overlegd:

    • a.

      het aanvraagformulier evenementensubsidie;

    • b.

      een afschrift van de statuten of het reglement van de instelling voor zover deze na een eerdere aanvraag gewijzigd zijn;

    • c.

      indien van toepassing een uittreksel van de inschrijving van de instelling in het handelsregister; voor zover deze na een eerdere aanvraag gewijzigd is;

    • d.

      de begroting van het evenement voorzien van een toelichting;

    • e.

      de financiële verantwoording van eerder georganiseerde evenementen in de twee jaren voorafgaand aan het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. Bij een eerste aanvraag worden ook de volgende bescheiden overlegd:

    • a.

      een afschrift van de statuten of het reglement van de instelling;

    • b.

      indien van toepassing een uittreksel van de inschrijving van de instelling in het handelsregister.

  • 3. Het bestuurscollege kan op verzoek van de aanvrager uitstel verlenen voor het overleggen van een of meer bescheiden.

Paragraaf 6 Verlening evenementensubsidie

Artikel 13

  • 1. Indien de aanvraag niet voldoet aan de in artikel 11 derde lid en artikel 12 gestelde eisen, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 2. Van de beslissing als genoemd in lid 1 van dit artikel wordt schriftelijk en zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen een week na indiening van de aanvraag mededeling gedaan aan de aanvrager, onder opgaaf van redenen en terugzending van alle ingediende documenten. De aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld om de gebreken te herstellen en binnen veertien dagen na de dagtekening van de beslissing de aanvraag opnieuw in te dienen.

  • 3. Na een hernieuwde aanvraag zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel, kan de aanvrager bij wederom gebleken gebreken in de aanvraag, de aanvraag niet meer herstellen, tenzij de datum genoemd in artikel 11 eerste lid nog niet is verstreken.

Artikel 14

  • 1. Na ontvangst van de aanvraag neemt het bestuurscollege zo spoedig mogelijk een besluit over de aanvraag, maar uiterlijk twee weken voor de datum van het evenement.

  • 2. Indien het bestuurscollege niet binnen de termijn van lid 1 een besluit heeft genomen dat kenbaar is voor de aanvrager, wordt de aanvraag geacht te zijn toegekend.

Artikel 15

  • 1. Aan een toekenningsbesluit kan het bestuurscollege voorwaarden verbinden.

  • 2. Als een voorwaarde zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel, wordt in ieder geval beschouwd een activiteitenplan ten behoeve van het evenement.

  • 3. Een activiteitenplan bevat in ieder geval:

    • a.

      de activiteiten die de instelling verricht voor het evenement;

    • b.

      de met de toegekende subsidie te bereiken doelstellingen;

    • c.

      de afspraken tussen de instelling en het openbaar lichaam over de momenten van de financiële verantwoording en over de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten.

  • 4. De in het eerste lid bedoelde subsidie en de in leden twee en drie genoemde voorwaarden kunnen door het bestuurscollege worden gewijzigd indien de aanvrager zich niet of niet volledig houdt aan de voorwaarden in lid 2 en lid 3 van dit artikel. Daartoe neemt het bestuurscollege een besluit dat schriftelijk kenbaar wordt gemaakt aan de aanvrager.

Paragraaf 7 Toekenning, weigering, opschorting evenementensubsidie

Artikel 16 toekenning

  • 1. Een voorlopig en definitief besluit om de subsidie toe te kennen bevat in ieder geval:

    • a.

      de datum waarop de aanvraag is ingediend;

    • b.

      de naam en het adres van de instelling die de aanvraag heeft ingediend;

    • c.

      de locatie en datum of data van het evenement;

    • d.

      het aangevraagde subsidiebedrag;

    • e.

      het toegekende subsidiebedrag en de wijze van betaling, alsmede de eventuele termijnen van betaling en de subsidieperiode;

    • f.

      de voorwaarden;

    • g.

      de gronden waarom het besluit is genomen.

Artikel 17 weigering, intrekking, opschorting

  • 1. Het bestuurscollege neemt een besluit om de aanvraag geheel of gedeeltelijk te weigeren indien:

    • a.

      de aanvraag, ondanks een termijn waarbinnen de aanvrager gebreken in de aanvraag had kunnen herstellen, incompleet blijft;

    • b.

      de aanvraag niet tijdig is ingediend;

    • c.

      de aanvraag op onjuiste gronden is ingediend;

    • d.

      blijkt dat de aanvrager niet voldoet aan hetgeen in artikel 1, lid d is bepaald;

    • e.

      aan de instelling surséance van betaling is verleend dan wel een verzoek daartoe bij het Gerecht is ingediend;

    • f.

      de aanvrager failliet is verklaard dan wel een verzoek daartoe bij het Gerecht is ingediend;

    • g.

      elke andere grond die een weigering rechtvaardigen.

  • 2. Het bestuurscollege kan het besluit om een subsidie toe te kennen intrekken, geheel of gedeeltelijk opschorten indien:

    • a.

      de situaties, genoemd in lid 1 e en lid 1 f van dit artikel, zich alsnog voordoen;

    • b.

      de aanvrager niet of niet langer voldoet aan een of meer van de voorwaarden die in het besluit van toekenning zijn bepaald.

  • 3. Een besluit zoals in het eerste lid genoemd bevat in ieder geval:

    • a.

      de dag van inwerkingtreding en de periode van intrekking of opschorting;

    • b.

      de gronden waarop het besluit is genomen.

  • 4. Het bestuurscollege kan het besluit aan de instelling dan wel aanvrager per aangetekende brief toezenden of tegen gedagtekend ontvangstbewijs uitreiken.

Paragraaf 8 Uitvoering evenementensubsidie

Artikel 18

  • 1. Bij gehele of gedeeltelijke toekenning van de subsidie verleent de instelling vanaf het moment van het besluit tot en met het moment, zoals onder lid 2 genoemd medewerking aan:

    • a.

      inzage door het openbaar lichaam in de boekhouding en andere van belang zijnde administraties;

    • b.

      het verstrekken van inlichtingen en gegevens aan het openbaar lichaam, indien deze nodig zijn om de naleving van de voorwaarden te kunnen vaststellen.

  • 2. De instelling dient uiterlijk zes weken na afloop van het evenement een financiële verantwoording in.

  • 3. Het bestuurscollege kan besluiten om tot een nader te bepalen datum uitstel te geven voor de indiening van de financiële verantwoording.

Paragraaf 9 Verzoek tot heroverweging

Artikel 19

  • 1. Tegen elk besluit dat het bestuurscollege neemt op grond van deze verordening met betrekking tot taak- en evenementensubsidies, kan de aanvragende instelling binnen zes weken na dagtekening van het besluit door indiening van een verzoek het bestuurscollege vragen haar besluit te heroverwegen.

  • 2. Het bestuurscollege besluit binnen acht weken op het verzoek tot herziening, nadat zij de verzoeker in de gelegenheid heeft gesteld om het verzoek mondeling toe te lichten.

HOOFDSTUK V SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 20

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019.

  • 2. De Verordening tot het verlenen van subsidies door het openbaar lichaam Sint Eustatius (Subsidieverordening 2013) wordt ingetrokken.

  • 3. Besluiten van het bestuurscollege genomen op grond van de Subsidieverordening 2013 behouden het rechtsgevolg dat zij hadden en worden geacht te zijn genomen op grond van de corresponderende bepalingen in deze verordening.

Artikel 21

Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening Sint Eustatius 2019”.

Ondertekening

Aldus besloten door de regeringscommissaris op 18 december 2018

De regeringscommissaris,

w.g. De heer M.C.F. Franco

Toelichting

De Subsidieverordening 2013 is op een aantal punten achterhaald, past op andere punten niet in het bestaande rechtskader en stelt onnodige eisen aan de subsidieaanvrager. Daartegenover staat dat er voor de instellingen die taken uitvoeren voor het openbaar lichaam geen onderliggende beheerovereenkomsten zijn, althans niet vindbaar.

De nieuwe verordening kent aanpassingen in de gesteld termijnen en het uitgangspunt dat, wanneer een BC te laat besluit op een aanvraag, de aanvraag wordt geacht te zijn toegekend in plaats van te zijn afgewezen. Daarmee passen de bepalingen in het huidige rechtskader.

Bepalingen over de verhoudingen tussen het ambtelijk apparaat en het bestuur zijn geschrapt, die horen thuis in een organisatiebesluit en daarvan afgeleide interne richtlijnen.

De aanvragers hoeven niet langer bij iedere aanvraag de statuten of reglementen of de inschrijving in het handelsregister mee te sturen. Daarmee worden de administratieve lasten voor de aanvrager verminderd.

De hiervoor voorgeschreven prestatieovereenkomst is vervallen. De inhoud van de prestatieovereenkomst is nu verwerkt in de aanvraag en in de beschikking waarin het bestuurscollege het besluit verwoordt.

Er is een aanvraagformulier ontwikkeld dat ook via de nieuwe website gedownload kan worden en per e-mail kan worden ingestuurd.

Het grote aantal wijzigingen is aanleiding geweest om een nieuwe verordening vast te stellen en de Subsidieverordening 2013 in te trekken.