Verordening Economische Adviesraad gemeente Rheden 2025

Artikel 1 Begripsbepalingen

In de verordening wordt verstaan onder:

• a.

  gemeente: gemeente Rheden;

• b.

  college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;

• c.

  raad: gemeenteraad van de gemeente Rheden

• d.

  portefeuillehouder: wethouder van de gemeenten met economische zaken in zijn/haar portefeuille;

• e.

  lid/ leden: de door het college benoemde personen, waaronder de voorzitter, die zitting nemen in de bij dit besluit ingestelde Economische adviesraad Rheden;

• f.

  EAR: de door het college bij dit besluit ingestelde adviescommissie onder de naam ‘Economische Adviesraad Rheden;

• g.

  duurzame economische ontwikkeling: het proces waarin de economische prestaties van de lokale economie worden versterkt, met als doel duurzame groei, welvaart en welzijn voor de gemeenschap te bevorderen.

Artikel 2 Instelling

Er is een Economische Adviesraad Rheden, verder te noemen: EAR.

Artikel 3 Doelstelling en Taken

• 1.

  De EAR heeft als doel vanuit een adviserende en stimulerende rol bij te dragen aan de duurzame economische ontwikkeling van de gemeente Rheden.

• 2.

  De EAR draagt bij aan het delen van kennis en het faciliteren van samenwerkingen tussen economische en maatschappelijke partners. Het doel van deze kennisdeling en samenwerking is altijd om te komen tot een duurzame economische ontwikkeling.

• 3.

  De taken van de EAR vertaalt zich in:

  • a.

    het gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan het college over economische vraagstukken binnen de gemeente Rheden;

  • b.

    het signaleren van leemten en knelpunten in beleid en uitvoering.

• 4.

  Het adviesrecht van de EAR heeft geen betrekking op klachten en of bezwaarschriften vanuit de samenleving.

Artikel 4 Informatie

• 1.

  Het college verstrekt aan de EAR gevraagd en ongevraagd tijdig alle informatie die zij voor de vervulling van haar taken redelijkerwijs nodig heeft.

• 2.

  Het college geeft zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van het advies, een schriftelijke reactie.

• 3.

  Het college betrekt de EAR tijdig bij beleidsvoornemens op het gebied van economisch ontwikkeling, zodat dit advies kan worden meegenomen in de besluitvorming door het college.

• 4.

  Het college geeft in haar besluit beargumenteerd aan hoe rekening is gehouden met het advies van de EAR.

Artikel 5 Samenstelling en benoeming leden

• 1.

  Het college benoemt de leden van de EAR. Vervolgens kiezen de leden van de EAR uit zijn midden een voorzitter, secretaris en een penningmeester

• 2.

  De EAR bestaat uit tenminste vijf en ten hoogste elf leden uit het bedrijfsleven en maatschappelijke- en/of onderwijsorganisaties. Leden van de EAR wonen in of hebben een baan/ onderneming in de gemeente Rheden.

• 3.

  In de samenstelling van de EAR wordt ernaar gestreefd dat zowel verschillende kernen van de gemeente Rheden als het bedrijfsleven, onderwijs- en maatschappelijke organisaties vertegenwoordigd zijn.

• 4.

  De portefeuillehouder of zijn/haar plaatsvervanger maakt deel uit van de EAR vergadering. De portefeuillehouder of zijn plaatsvervanger heeft geen stemrecht.

• 5.

  De EAR adviseert het college over de te benoemen leden.

• 6.

  De leden van de EAR, waaronder de voorzitter, maken geen deel uit van of zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een van de bestuursorganen van de gemeente Rheden.

Artikel 6 Voorzitter

De voorzitter is belast met:

• a.

  het voorzitten van de vergaderingen van de EAR;

• b.

  het vertegenwoordigen van de EAR;

• c.

  het ondertekenen van de stukken namens de EAR (o.a. adviezen, brieven, verslagen).;

• d.

  al wat deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 7 Onverenigbaarheid van functies en integriteit

• 1.

  De leden van de EAR zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Rheden.

• 2.

  Een lid neemt niet deel aan advisering als daarbij het risico op belangenverstrengeling bestaat.

• 3.

  De leden gaan zorgvuldig om met informatie en voorkennis en brengen geen vertrouwelijke informatie vanuit de EAR naar buiten.

Artikel 8 Zittingsduur en ontslag

• 1.

  De zittingsduur van de leden, waaronder de voorzitter, van de EAR bedraagt vier jaar. Met uitzondering van de eerste periode, welke maximaal drie jaar bedraagt. Een herbenoeming voor een periode van vier jaar is één keer mogelijk.

• 2.

  Het college kan de leden, waaronder de voorzitter, van de EAR schorsen en ontslaan.

• 3.

  Het lidmaatschap, waaronder het voorzitterschap, van de adviesraad eindigt:

  • a.

    op eigen verzoek;

  • b.

    indien niet meer voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 5, tweede lid,

  • c.

    na het verstrijken van de zittingsduur;

  • d.

    door overlijden;

  • e.

    na een ontslagbesluit van het college als bedoeld in het tweede lid;

  • f.

    bij ondercuratelestellingen.

• 4.

  Het college voorziet zo spoedig mogelijk in de opengevallen vacature als niet meer aan het minimum aantal leden wordt voldaan.

• 5.

  Om bovenstaande te borgen wordt door de ambtelijk secretaris een rooster van aftreden opgesteld.

• 6.

  De benoeming eindigt van rechtswege indien het college en de gemeenteraad van de gemeente Rheden besluiten tot opheffing van de EAR door deze verordening te in te trekken.

Artikel 9 Vacatures

• 1.

  Benoeming door het college van de eerste leden van de EAR geschiedt op voordracht van de ondernemersverenigingen.

• 2.

  Naast de benoeming als bedoeld in eerste lid wordt bij een vacature voor één lid extra extern geworven op basis van een door de EAR vastgesteld functieprofiel,

• 3.

  De voorzitter en secretaris voeren de sollicitatieprocedure en doen een voordracht voor benoeming aan het college.

• 4.

  Bij langdurige afwezigheid (minimaal 3 maanden) van een lid wordt door de voorzitter vastgesteld of de EAR een nieuw lid wordt geworven door middel van een vacature.

Artikel 10 Bijdrage

• 1.

  Aan de EAR wordt jaarlijks een bijdrage toegekend door de gemeente voor de uitvoering van haar adviestaken.

• 2.

  Het in het eerste lid bedoelde bijdrage kan worden aangewend voor:

  • a.

    vergoedingen voor externe deskundigen die door de EAR kunnen worden ingeschakeld;

  • b.

    overige uitgaven die de EAR nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

Artikel 11 vergaderingen

• 1.

  De EAR vergadert minimaal vier keer per jaar plaatst.

• 2.

  In de informatievoorziening van het college naar de commissie en in de vergaderingen van de commissie is openbaarheid het uitgangspunt en geheimhouding de uitzondering. ” Het bepaalde in de Gemeentewet in samenhang met het ‘Protocol Geheimhouding ‘Openbaar tenzij..’ in de gemeente Rheden’, vastgesteld door het college en de raad is onverkort van toepassing op de EAR. Indien de EAR voor haar adviestaak meer informatie wenst over een bepaald onderwerp, kan zij inhoudelijk deskundigen uitnodigen bij één van haar vergaderingen.

Artikel 12 Quorum

• 1.

  De vergadering van de EAR wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden vertegenwoordigd is.

• 2.

  Indien ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat tenminste 24 uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

Artikel 13 Stemming

• 1.

  Een advies van de EAR wordt met meerderheid van stemmen uitgebracht.

• 2.

  Alleen de leden van de EAR hebben stemrecht.

• 3.

  De leden van de EAR stemmen zonder last of ruggespraak over uit te brengen adviezen.

• 4.

  Wanneer de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 14 Verslag

De secretaris maakt een verslag van de gehouden vergaderingen van de EAR. Dit verslag wordt in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling voorgelegd aan de EAR.

Artikel 15 Jaarlijkse verantwoording en overleg

• 1.

  Jaarlijks vóór 1 april stelt de EAR voor het college een verslag op van de werkzaamheden van het kalenderjaar daarvoor, waarin ten minste aan de orde komt:

  • a.

    de adviezen die in het betreffende jaar zijn uitgebracht

  • b.

    de besteding van de middelen die aan de EAR ter beschikking zijn gesteld.

• 2.

  Tussen de portefeuillehouder en de EAR vindt minimaal 1 keer per jaar een overleg plaats.

Artikel 16 Nadere regels

Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Artikel 17 Onvoorziene omstandigheden

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist:

• a.

  de voorzitter van de EAR, indien het een onderwerp in hoofdstuk 4 van deze verordening betreft;

• b.

  het college, na consultatie van de voorzitter, over andere onderwerpen van deze verordening of andere aangelegenheden.

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel

• 1.

  Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

• 2.

  Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Economische Adviesraad gemeente Rheden’.