Omgevingsvisie gemeente Krimpenerwaard

Geldend van 29-04-2025 t/m heden

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Inleiding

Voorwoord
Voor u ligt de Omgevingsvisie Krimpenerwaard. Hierin heeft de gemeente vastgelegd wat van waarde is en welke toekomstige ontwikkelingen we zien voor de leefomgeving. Deze visie geeft richting aan ruimtelijk-maatschappelijke ambities en opgaven. Daar wil onze gemeente in de komende jaren aan werken. De gemeenteraad stelt de Omgevingsvisie Krimpenerwaard vast. De Omgevingsvisie komt in de plaats van de nu nog geldende structuurvisies.

Trots op resultaat
Het college is trots op het resultaat. Als verantwoordelijk wethouder wil ik dat graag nog eens onderstrepen. In de afgelopen periode hebben we als inwoners, ondernemers, (maatschappelijke) organisaties, verenigingen, (keten)partners, provincie, buurtgemeenten, de gemeentelijke organisatie, gemeenteraad en college regelmatig met elkaar van gedachten gewisseld over de toekomst van de Krimpenerwaard. Dat heeft een gezamenlijke toekomstvisie opgeleverd voor het hele grondgebied van de gemeente Krimpenerwaard.

Trots op de Krimpenerwaard
We zijn trots op de Krimpenerwaard! Trots op dit gebied met haar gemeenschapszin en ondernemerschap, de bijzondere geschiedenis, het unieke landschap en haar karakteristieke kernen. We hebben bij het opschrijven van de ambities rekening gehouden met de kwaliteiten en waarden van onze Krimpenerwaard. Sterker nog, die zijn het vertrekpunt en inspiratie om te werken aan een toekomstgerichte gemeente. Mijn conclusie: we staan voor belangrijke opgaven. Denk bijvoorbeeld aan het versterken en leefbaar houden van de kernen, de veranderingen in het landelijk gebied, duurzame economische ontwikkeling en de klimaat- en energietransitie.

Samen initiatief tot succes maken
De Omgevingsvisie gaat iedereen bij de opgaven helpen. Als gemeente staan we positief tegenover nieuwe initiatieven. Initiatieven die passen bij de Krimpenerwaard en bijdragen aan onze toekomst. We hanteren het ‘ja-mits’ principe. Het is een geweldige kans om meer te werken vanuit wensen en signalen van de samenleving, vanuit vertrouwen en minder vanuit regels. Ook dagen we initiatiefnemers en onszelf uit al in een vroeg stadium contact te zoeken met alle betrokken partijen. Participatie is immers een van de belangrijke aspecten van de Omgevingsvisie. Samen maken we initiatieven tot een succes.

Namens het college dank ik iedereen voor inzet, tijd, discussies, gesprekken en energie om samen de Omgevingsvisie te realiseren. Een visie anno 2021, niet in beton gegoten en tegelijkertijd een visie die ons helpt samen te blijven werken aan een uniek gebied waar het prettig wonen, werken, ondernemen en recreëren is.

College van burgemeester en wethouders Gemeente Krimpenerwaard

Wethouder Leon de Wit

1.2 Toekomstgerichte Krimpenerwaard

In de toekomst is de gemeente Krimpenerwaard een vitaal leefbaar gebied waar we in goede gezondheid en met plezier wonen, werken en genieten van de unieke omgeving. Waarbij iedereen mee kan doen en zijn verantwoordelijkheid neemt.

In deze dynamische gemeente zijn de kernen in verbinding met de omliggende gebieden en vervult de Krimpenerwaard een belangrijke rol op het gebied van duurzaamheid, biodiversiteit en ruimtelijke ontwikkeling.

afbeelding binnen de regeling

We werken aan een toekomstgerichte Krimpenerwaard met Vitale kernen en een Krachtig buitengebied passend bij de Krimpener-waarden, de identiteit van de Krimpenerwaard.

Deze Omgevingsvisie helpt ons daarbij. Hierin geeft de gemeente Krimpenerwaard aan wat zij belangrijk vindt voor de fysieke leefomgeving. Kenmerkend in de visie is het ‘ja, mits’-principe. Dit betekent dat we positief staan tegenover nieuwe initiatieven en samen kijken hoe deze gerealiseerd kunnen worden. De Omgevingsvisie is daarmee de lat waarlangs we initiatieven leggen.

Hoe lees ik de Omgevingsvisie?

Waarom de gemeente een Omgevingsvisie heeft gemaakt en hoe dat gebeurd is, staat in het onderdeel Hoofdstuk 1 Inleiding.

Wat is de identiteit van de gemeente Krimpenerwaard? Belangrijke kwaliteiten waar we rekening mee houden staan in het deel Hoofdstuk 2 Krimpener-waarden.

De opgaven, uitdagingen en richting voor de toekomst staan in het deel Hoofdstuk 3 Visie en speerpunten.

Hoe we willen werken met de Omgevingsvisie staat in het onderdeel Hoofdstuk 4 Aan de slag.

1.3 Waarom een Omgevingsvisie?

Wat is de impact van toekomstige ontwikkelingen op onze leefomgeving? De gemeente vindt het van belang om richting te geven aan deze ontwikkelingen. Daarom hebben we deze visie voor het hele grondgebied van de gemeente Krimpenerwaard opgesteld. Het opstellen van een Omgevingsvisie wordt bovendien verplicht als de Omgevingswet van kracht wordt. De Omgevingsvisie geeft in hoofdlijnen aan hoe de gemeente in samenspraak met de gemeenschap de toekomst van de gemeente Krimpenerwaard ziet.

De komende jaren willen we werken aan belangrijke opgaven. Denk aan sterke en leefbare kernen, duurzame economische ontwikkeling, de klimaat- en energietransitie en veranderingen in het landelijk gebied. Dit vraagt om een aanpak waarbij alle opgaven op het gebied van de kwaliteit van de leefomgeving, gezondheid, zorg, cultuur, sport, economische ontwikkeling, duurzaam ondernemen, landbouw, wonen, natuur, milieu en water betrokken worden. Met andere woorden: een integrale benadering. Daarvoor zetten we in deze Omgevingsvisie de lijnen uit.Deze lijnen zijn de basis voor de verdere aanpak vanuit de gemeente. Zo vormt de Omgevingsvisie het fundament voor bijvoorbeeld de uitwerking van Het Omgevingsplan en ander op te stellen beleid.

In de Omgevingsvisie gaat het om onze fysieke leefomgeving: onze mogelijkheden om te wonen, werken, recreëren en ondernemen, nu en in de toekomst. Deze Omgevingsvisie nodigt iedereen (inwoners, ondernemers, investeerders, maatschappelijke organisaties en anderen) uit om een bijdrage te leveren aan het versterken van de kwaliteiten van de Krimpenerwaard. De Omgevingsvisie helpt ons om samen te blijven werken aan een gebied waar het prettig wonen, werken, ondernemen en recreëren is.

afbeelding binnen de regeling

1.4 Hoe geeft de Omgevingsvisie richting?

De Omgevingsvisie geeft richting aan beleid, initiatieven en ontwikkelingen.

De Omgevingsvisie is een visie op hoofdlijnen om richting te geven aan de toekomst van de Krimpenerwaard. De Omgevingsvisie is zelfbindend voor de gemeente. De Omgevingsvisie is geen bestemmingsplan / Omgevingsplan waarin juridisch en planologisch bestemmingen worden vastgelegd.

De Omgevingsvisie heeft (conform de Omgevingswet) geen einddatum. Het is een dynamisch document voor de lange termijn dat in de loop van de tijd, (op onderdelen), kan worden geactualiseerd wanneer dit nodig is.

De Omgevingsvisie richt zich vooral op initiatieven en ontwikkelingen die niet passen binnen de geldende bestemmingsplannen (straks Het Omgevingsplan Krimpenerwaard). Bij deze initiatieven, nieuwe ontwikkelingen of nieuw 4.4 Beleid worden de volgende stappen doorlopen:

  • a.

    Past het bij de waarden van het gebied uit deel 2:Krimpener-waarden?

  • b.

    Past het bij de hoofdlijnen van de visie en de speerpunten uit deel 3: Visie en speerpunten?

De stappen gelden zowel voor particuliere initiatieven als voor projecten (van de gemeente). De gemeente denkt graag mee met initiatiefnemers bij de uitwerking van initiatieven. Na inwerkingtreding van de omgevingswet kunnen initiatiefnemers, in de basis, rekenen op een snelle afhandeling van hun (formele) aanvraag voor een omgevingsvergunning. We leggen de focus op het voortraject. Hoe we in dat voortraject met initiatiefnemers willen samenwerken, staat in deel 4 van deze Omgevingsvisie: Hoofdstuk 4 Aan de slag.

1.5 Hoe kwam de visie tot stand?

De visie is door middel van een participatief proces tot stand gekomen. Daarbij zijn vier fasen doorlopen:

  • a.

    Ophalen – koesteren en verbeteren: Hierbij is geïnventariseerd wat van waarde is, wat moet worden gekoesterd en waar onderwerpen zitten die voor verbetering in aanmerking komen;

  • b.

    Terugleggen: De opgehaalde waarden en verbeterpunten zijn samengebracht en vervolgens teruggelegd bij de betrokken partijen;

  • c.

    Verfijnen – Waarden vastleggen / Speerpunten en gebieden: Per deelgebied zijn waarden en opgaven nader uitgewerkt waarop actie nodig is (3.5 Speerpunten). Daarna is alles samengebracht in een concept Omgevingsvisie;

  • d.

    Vastleggen: Tenslotte doorloopt de ontwerp-Omgevingsvisie een formele procedure van terinzagelegging en vaststelling.

afbeelding binnen de regeling

In alle fasen is met veel mensen gesproken, zowel met inwoners, ondernemers, (maatschappelijke) organisaties en andere overheden als binnen het gemeentehuis. In de Bijlage participatieverslag is een overzicht opgenomen van de participatiemomenten.

Bij het schrijven van de Omgevingsvisie is breed gekeken naar trends en ontwikkelingen die spelen en naar verschillende documenten en visies binnen en buiten de gemeente. Zo zijn de “Visie op de Krimpenerwaard” van Riek Bakker (in opdracht van een onafhankelijke waardcommissie), het “Panorama Krimpenerwaard” van Sybilla Dekker en het gebiedsbod vanuit het MIRT-traject meegenomen als belangrijke inbreng voor deze Omgevingsvisie. Ook is gekeken naar beleidsdocumenten en verordeningen die de gemeente en andere overheden hebben vastgesteld. Al deze inbreng is gewogen en meegenomen om keuzes te maken en richting te geven aan de toekomst van de Krimpenerwaard.

1.6 Relatie met geldende structuurvisies en wet- en regelgeving

De Omgevingsvisie komt in de plaats van nu nog geldende structuurvisies onder de Wet op de ruimtelijke ordening. Deze structuurvisies vervallen dan ook bij vaststelling van de Omgevingsvisie. Met uitzondering van de in 2020 vastgestelde structuurvisies bedrijventerrein Schoonhoven Noord en Galgoord Haastrecht.

De Omgevingsvisie bevat volgens de Omgevingswet (artikel 3.2):

  • De hoofdlijnen van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving;

  • De hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied;

  • De hoofdzaken van het beleid op alle relevante terreinen van de fysieke leefomgeving.

De Omgevingswet biedt geen grondslag om verdere inhoudelijke regels te stellen over de Omgevingsvisie (behalve onderstaande algemene beginselen). Anders gezegd: de Omgevingsvisie is vormvrij. De gemeente bepaalt dus zelf hoe gedetailleerd het (delen van) de Omgevingsvisie opstelt. Dit geeft ruimte om op lokale behoeften te kunnen inspelen. Afhankelijk van de ambities, tijdhorizon, het gebied en de gekozen sectoren en thema’s, kan iedere gemeente dus een eigen invulling geven aan de Omgevingsvisie.
Overeenkomstig artikel 3.3 van de Omgevingswet is bij het opstellen van de Omgevingsvisie rekening gehouden met een aantal beginselen:

  • Het voorzorgsbeginsel;

  • Het beginsel van preventief handelen;

  • Het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron bestreden moeten worden;

  • Het beginsel dat de vervuiler betaalt.

1.7 Relatie met andere Omgevingsvisies en toekomstig beleid

De Omgevingsvisie van de gemeente Krimpenerwaard kan gevolgen hebben voor omliggende gemeenten en de provincie en andersom. Afstemming hierover heeft plaatsgevonden. De verantwoordelijkheden en ambities van een overheid houden namelijk niet op bij de grens. Denk hierbij aan de regionale energiestrategie (RES). Besluiten binnen de ene gemeente of provincie kunnen gevolgen hebben voor andere gemeenten of provincies. Daarom is het essentieel om de opgaven, plannen en verantwoordelijkheden van naastliggende gemeenten of provincies te kennen. Een goede samenwerking, afstemming en verbinding is dan noodzakelijk. In deze Omgevingsvisie zetten we de koers van de gemeente Krimpenerwaard neer. Dit is de basis om in gesprek te gaan met andere overheden.

Bij het ontwikkelen van nieuw beleid en/of nieuwe ontwikkelingen moet rekening gehouden worden met de Omgevingsvisie. De Omgevingsvisie is hierbij richtinggevend.

1.8 Milieueffectrapportage

Voor deze Omgevingsvisie is geen milieueffectrapportage (m.e.r.) opgesteld. Vanwege het karakter van deze visie is dat ook niet nodig. Er worden geen concrete locaties voor ruimtelijke ontwikkelingen aangewezen. Ook worden er geen ontwikkelingen benoemd die het doorlopen van een m.e.r.-procedure nodig maken. In plaats van concreet aan te geven wat op welke plaats mogelijk is, geeft de Omgevingsvisie een kader waarbinnen ontwikkelingen mogelijk zijn. Dit kader omvat ook milieurelevante kernprincipes zoals natuur, cultuurhistorie, ruimtelijke identiteit en stilte. De Omgevingsvisie omvat dus globale ruimtelijke ontwikkelingen, waardoor eventuele milieueffecten op voorhand niet betrouwbaar zijn in te schatten. Bij de uitwerking van plannen zal dit aan de orde komen.

Hoofdstuk 2 Krimpener-waarden

2.1 Met welke waarden houden we rekening?

De waarden van de Krimpenerwaard gaan over de identiteit en kwaliteit van onze leefomgeving.

Het gaat over de geschiedenis, de manier van samenleven en het landschap. Wat maakt de Krimpenerwaard tot de Krimpenerwaard? Wat is belangrijk in de leefomgeving? Alle waarden vormen samen de Krimpenerwaard. Ze kunnen inspiratie geven. En ze kunnen een vliegwiel vormen voor nieuwe ontwikkelingen. Wij willen onze waarden koesteren en ontwikkelen. Zo werkt de gemeente Krimpenerwaard aan een waardevolle toekomst. Om de omgevings- en ruimtelijke kwaliteit van de gemeente Krimpenerwaard ook voor de toekomst te borgen, hebben we in deze Omgevingsvisie aangegeven wat we als gemeenschap en gemeente binnen de Krimpenerwaard de belangrijkste waarden vinden. Dit noemen we de “Krimpener-waarden”. De identiteit is de aard of karakteristiek van een gebied dat is ontstaan in de loop der eeuwen. Dit gaat zowel over de zichtbare, ruimtelijke kwaliteiten en kenmerken als de sociaal-culturele waarden van een gebied. Deze waarden en de samenhang tussen deze waarden vormen de identiteit van een gebied.

afbeelding binnen de regeling

De “Krimpener-waarden” zijn als volgt opgedeeld:

  • Waarden van heel de Krimpenerwaard;

  • Waarden per gebied;

  • Waarden van de Kernen.

Hiermee wordt het duidelijk welke waarde waar van belang is. Sommige ontwikkelingen passen wel op de ene, maar niet op de andere plek. Daarom worden per gebied inspiratie en kansen geboden voor wat daar past.

2.2 Waarden van heel de Krimpenerwaard

2.2.1 Inleiding

De Krimpenerwaard bestaat uit een veenweidegebied omsloten door de Hollandsche IJssel aan de noordzijde en de Lek aan de zuidzijde en aan de oostzijde loopt de rivier de Vlist. In dit gebied liggende dorpskernen Ammerstol, Bergambacht, Berkenwoude, Gouderak, Haastrecht, Krimpen aan de Lek, Lekkerkerk, Ouderkerk aan den IJssel, Schoonhoven, Stolwijk, Vlist en een aantal buurtschappen. De totale oppervlakte van Krimpenerwaard is 161 km2.

De Krimpenerwaard ligt dichtbij Rotterdam, Utrecht, Gouda en de Drecht-steden. Hier kun je landelijk wonen en recreëren op korte afstand van de stad. Er is een grote variëteit aan bedrijven door onder andere de arbeidsethos en de nabijheid van de haven van Rotterdam. De weilanden zijn van belang voor de melkproductie en maken gedeeltelijk onderdeel uit van het netwerk van natuurgebieden van Nederland. Hierna beschrijven we de waarden van heel de Krimpenerwaard op het gebied van:

afbeelding binnen de regeling

2.2.2 Wonen, werken en leven

  • Rustig landelijk woonklimaat vlakbij steden;

  • Krachtige lokale samenleving;

  • Ondernemend karakter;

  • Karakteristiek agrarisch zuivelgebied;

  • Ontspannende recreatiemogelijkheden.

Rustig landelijk woonklimaat vlakbij steden
Krimpenerwaard biedt een landelijk, dorps en veilig woonmilieu vlakbij steden als Rotterdam, Utrecht en Gouda. Men kan er wonen in de rust en ruimte van het buitengebied of de landelijke kernen en buurtschappen. In veel kernen is de leefomgeving erg stenig en is beperkt groen aanwezig. Hierdoor is in de kernen de groene omgeving vaak niet goed herkenbaar. In de linten in het buitengebied en aan de randen van de kernen is de groene omgeving vaak juist wel goed zichtbaar.

Van de mensen die buiten de Krimpenerwaard werken, werken relatief veel mensen in steden als Rotterdam, Utrecht en Gouda.

Krachtige lokale samenleving
De kernen en buurtschappen hebben een krachtige lokale samenleving en een sterke saamhorigheid. In elke kern is een ontmoetingsruimte aanwezig. In de meeste kernen zijn veel (sport-) verenigingen, vrijwilligers en betrokken maatschappelijke organisaties. In een aantal grotere kernen zijn centrumvoorzieningen. Een deel van de inwoners is lid van een kerkgenootschap. Deze organisaties en verenigingen zorgen voor onderlinge verbondenheid.

Voor mensen die zorg en/of begeleiding nodig hebben, zijn allerlei ondersteunende voorzieningen aanwezig. Verspreid in de gemeente zijn eerstelijnszorgvoorzieningen zoals huisarts en fysiotherapie. In Schoonhoven is een gezondheidscentrum met een locatie van het Groene Hart Ziekenhuis aanwezig.

Ondernemend karakter
Het ondernemende karakter van de Krimpenerwaard uit zich in een grote diversiteit aan bedrijvigheid. De Krimpenerwaard heeft een aantal innovatieve bedrijven die niet alleen nationaal opereren. Er zijn diverse bedrijven die zich op de wereldmarkt bewegen. In de Krimpenerwaard zien we ook veel gespecialiseerde lokale bedrijven, een groot aantal bedrijven in de maak-industrie, bouw en logistiek. Daarnaast zien we bedrijven specifiek gerelateerd aan de binnenvaart. Veel van de bedrijven danken hun situering onder andere aan de gunstige geografische ligging van de Krimpenerwaard ten opzichte van de Rotterdamse haven en de hieruit voortkomende import- en exportstromen. In de Krimpenerwaard bevinden zich van oudsher veel familiebedrijven die door de tijd heen vaak meer uitbreidingsruimte behoeven. De Krimpenerwaard kent een hoge arbeidsmoraal. De lokale verbondenheid is te zien aan de maatschappelijke betrokkenheid van ondernemers en de hoeveelheid familiebedrijven met veel medewerkers die in de Krimpenerwaard wonen.

afbeelding binnen de regeling

Karakteristiek agrarisch zuivelgebied
De weilanden in de gemeente zijn voor een groot deel in agrarisch gebruik door de melkveehouderij. Melk en kaas worden doorgevoerd via de groothandel of verkocht op de boerderij.

De melkveehouderij is kenmerkend voor de Krimpenerwaard en speelt een belangrijke rol in de identiteit en ontstaansgeschiedenis van het gebied. We zijn trots op onze boeren die zich dagelijks inzetten voor de voedselvoorziening en het beheer van het karakteristieke landschap.

Er zijn veel boeren die een actieve bijdrage leveren aan de biodiversiteit door bijvoorbeeld weidevogelbeheer. Ook zien we boeren die experimenteren en innoveren om bij te dragen aan de uitdagingen van de toekomst.

Ontspannende recreatiemogelijkheden
De Krimpenerwaard trekt mensen aan om te komen fietsen, wandelen en varen. Agrariërs grijpen de kans om recreanten op hun erf te verwelkomen. Op veel plekken worden streekproducten aangeboden. Het Loetbos en recreatiegebied Krimpenerhout trekken vooral inwoners uit de Krimpenerwaard zelf. De Vlist trekt veel dagrecreanten. Toeristen komen ook af op de kernen. Zoals zilverstad Schoonhoven met het Zilvermuseum en de vele juweliers of goud- en zilverwerkplaatsen en Haastrecht met museum Bisdom van Vliet. Er zijn verschillende culturele voorzieningen en door het jaar heen worden allerlei evenementen en activiteiten georganiseerd.

afbeelding binnen de regeling

Kansen waarden Wonen, werken en leven:

  • Nieuwe bijzondere woonmilieus die passen bij het rustige, landelijke karakter;

  • Voormalige agrarische bebouwing benutten voor andere functies zoals kleinschalige bedrijvigheid, wonen en recreatie;

  • Aandacht geven aan groen in de wijken om het landelijke karakter ook in de kernen herkenbaar te maken;

  • Bij ontwikkelingen in de kernen ook kijken naar de gevolgen voor het sociale netwerk binnen die kernen;

  • De gemeenschapszin en saamhorigheid in de kernen benutten om voorzieningen te behouden en te ontwikkelen voor de toekomst;

  • Het ondernemende karakter benutten bij nieuwe innovaties;

  • Een toekomstgerichte ontwikkeling van de agrarische sector als beheerder van het landschap;

  • Maak onderscheid tussen natuurlijk ingerichte en beheerde graslanden en de landbouwkundig meer optimaal ingerichte gebieden in de buurt van de agrarische bedrijven (huiskavels);

  • Het dagrecreatieve karakter van de Krimpenerwaard versterken en benutten om toerisme en verblijfsrecreatie verder te ontwikkelen;

  • Ondernemers faciliteren als belangrijk fundament voor vitale gemeenschappen (ze zorgen voor werkgelegenheid, sponsoring, etc.).

afbeelding binnen de regeling

2.2.3 Gezond en veilig

  • Hechte veilige gemeenschappen;

  • Robuuste dijken;

  • Schone gezonde leefomgeving;

  • Sport en beweging.

Hechte veilige gemeenschappen
De lokale samenleving biedt sociale veiligheid. Mensen kijken om naar elkaar en zetten zich in voor de eigen kern. Een boodschap doen voor buren, op elkaars kinderen passen en samen de jaarmarkt organiseren: in de Krimpenerwaard zijn dat normale dingen om te doen. De Krimpenerwaard is een veilige gemeente, met weinig diefstal, inbraak of andere criminaliteit.

Robuuste dijken
De dijken beschermen de gemeente en het gebied verder stroomopwaarts tegen overstroming. Ondanks de hoge grondwaterstand krijgt men door het robuuste watersysteem niet snel natte voeten. De dijken en het watersysteem worden beheerd door de waterschappen.

Schone gezonde leefomgeving
De kwaliteit van de lucht en het relatief lage geluidsniveau maken de Krimpenerwaard tot een schone en gezonde leefomgeving. De concentratie stikstof en fijnstof is relatief laag voor een gebied in de Randstad. De waterkwaliteit in de ondergrond is zo goed, dat hier drinkwater uit wordt gewonnen. Het geluidsniveau is in heel de gemeente over het algemeen laag. Daarnaast is er weinig lichtvervuiling. Het middengebied is ’s nachts een van de donkerste gebieden in het Groene Hart.

Sport en beweging
Sporten en bewegen is een belangrijk onderdeel in de samenleving van gemeente Krimpenerwaard. De elf kernen van de gemeente Krimpenerwaard hebben een sterk ontwikkeld verenigingsleven. Het aanbod aan sportvoorzieningen draagt bij aan ontmoeting en daarmee de leefbaarheid in de kernen. De gemeente Krimpenerwaard zet zich in om het huidige brede sportaanbod te behouden.

De wijze van sporten en bewegen verandert continu. Denk hierbij aan de toename van sport en bewegen buiten het verenigingsleven om ook de vergrijzing vraagt om een andere inrichting van sportaccommodaties. Hier speelt de gemeente op in.

Kansen waarden Gezond en veilig:

  • De kracht uit de lokale samenleving benutten om bij te dragen aan een veilige gemeenschap;

  • Dijken zichtbaar en herkenbaar maken en houden. Het hoogteverschil en waterstanden in de rivier beleefbaar maken;

  • De schone, rustige en gezonde leefomgeving benutten. Denk hierbij aan gezond wonen, zorg, recreatie. Benutten van de stilte in de aanwezige stiltegebieden door bijvoorbeeld passende recreatie, biodiversiteit.

2.2.4 Landschap, cultuurhistorie en natuur

  • Veenweidepolder met herkenbare en waardevolle ontstaansgeschiedenis;

  • Natuurfunctie.

Veenweidepolder met herkenbare ontstaansgeschiedenis
De Krimpenerwaard bestaat uit laaggelegen veenpolders in een rivierengebied. Samen met de Lopikerwaard is de Krimpenerwaard het grootste veenweidegebied van Nederland. De Krimpenerwaard is een belangrijk onderdeel van het Groene Hart.

De Krimpenerwaard is omringd door rivieren:

  • de brede Lek (en een klein stuk Nieuwe Maas) aan de zuidkant;

  • de smallere kronkeligere Hollandsche IJssel aan de noordkant;

  • het riviertje Vlist aan de oostkant.

Ten oosten van de Vlist begint de Lopikerwaard, waarvan een deel bij de gemeente Krimpenerwaard hoort.

De rivieren zijn van oorsprong belangrijke oude handelsroutes en vormen een belangrijke karakteristiek van het landschap. De bewoning van het gebied begon op de oeverwallen en verhogingen (donken) langs de rivieren. Van daaruit is in de middeleeuwen begonnen het achterliggende veengebied te ontginnen.

Door het ontginnen van het veenweidegebied zijn langgerekte, door sloten gescheiden kavels ontstaan. Deze langgerekte percelen met tussenliggende sloten vormen een belangrijke basis van de identiteit van de Krimpenerwaard. Voor de landbouw zijn deze relatief natte percelen vooral geschikt voor grasland. Hierdoor is het agrarisch landschap open en groen.

afbeelding binnen de regeling

De oriëntatie op de rivieren en de ontginningsgeschiedenis is in het landschap nog goed zichtbaar. De meeste kernen en buurtschappen liggen bij een van de rivieren. In de kernen is de ontwikkeling met de historische gelaagdheid vaak goed herkenbaar. Omdat de wegen langs de rivieren op de dijken liggen, is er langs de randen van de Krimpenerwaard uitzicht op het binnen- en buitendijkse landschap en de bebouwing. Dit is een cultuurhistorisch waardevol kenmerk van de Krimpenerwaard.

Natuurfunctie
De weilanden van de Krimpenerwaard hebben deels een natuurfunctie. Een gebied van 2.250 hectare is in ontwikkeling als onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Dit netwerk behoudt en vergroot de biodiversiteit in Nederland. Het open en rustige veenweidegebied is aantrekkelijk voor weidevogels. In het gebied komen o.a. de bedreigde grutto, tureluur, veldleeuwerik, zwarte stern en scholekster voor (bron: www.nvwk.nl). Natuurwaarden zijn te vinden langs de oevers van sloten, langs de tiendwegen, landscheidingen en in landschapselementen zoals veenputten, boezems, moerassen en eendenkooien. In de Krimpenerwaard is het op veel plekken relatief rustig. Om dit te behouden en de natuur haar rust te gunnen zijn er stiltegebieden aangewezen.

Kansen waarden Landschap, cultuurhistorie en natuur:

  • Versterken van de verschillende landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de gebieden in de Krimpenerwaard. Zoals het zicht op het landschap vanuit de linten. In Waarden per gebied zijn deze waarden verder uitgewerkt;

  • Bij ontwikkelingen aansluiten op het landelijke en kleinschalige karakter van de bebouwingslinten;

  • Beleefbaar maken van erfgoed;

  • De landschappelijke, (cultuur)historische en natuurlijke waarden borgen in Het Omgevingsplan;

  • Gebieden met natuurwaarden met elkaar verbinden, zodat deze versterkt worden;

  • Natuur beleefbaar maken voor bewoners en bezoekers.

2.3 Waarden per gebied

2.3.1 Inleiding

De Krimpenerwaard ligt tussen drie rivieren, dicht bij stedelijke gebieden en is onderdeel van de Oude Hollandse Waterlinie. Het buitengebied van de gemeente Krimpenerwaard is op de ene plek agrarisch, op de andere meer natuur en op een ander deel is er veel bedrijvigheid of toerisme. Er is goed onderscheid te maken tussen de verschillende deelgebieden met elk hun eigen waarden. Nieuwe ontwikkelingen dienen zo veel mogelijk aan te sluiten op de waarden in het gebied en deze waar mogelijk te versterken. Om inspiratie te geven zijn voor ieder deelgebied kansen benoemd. Voor een verdieping van de identiteit en waarden van de kernen verwijzen we naar het rapport ‘Koers en kader Krimpenerwaard’.

De verschillende gebieden en waardes zijn weergegeven op de 2.3.2 Identiteits- en Waarden-kaart.

2.3.2 Identiteits- en Waarden-kaart

Om te weten wat bij de gemeente Krimpenerwaard past is het nodig de eigen identiteit en waarden van de Krimpenerwaard te kennen. Dit gaat zowel om de ruimtelijke kwaliteiten en kenmerken als de sociale kwaliteiten en kenmerken.

“Hoe ervaart de gemeente zichzelf en waarin is zij onderscheidend?”

Door gebruik te maken van de identiteit en de waarden versterken we het onderscheidend vermogen van de gemeente. De identiteit en waarden zijn het vertrekpunt voor nieuwe ontwikkelingen. Het behouden en versterken hiervan draagt bij aan de aantrekkelijkheid van de Krimpenerwaard. In de identiteits- en waardenkaart staan de identiteit en waarden van de Krimpenerwaard op het gebied van landschap en bebouwing verbeeld. We onderscheiden op deze kaart de volgende gebieden met ieder hun eigen identiteit:

  • De Lekstreek;

  • Het land van linten en het middengebied;

  • De Waterlinie;

  • De IJsselstreek.

De waarden van de kernen staan beschreven in “Koers en Kader Krimpenerwaard” en zijn weergegeven op de kaart.

afbeelding binnen de regeling
 

De Lekstreek

Het land van linten en het middengebied

De Waterlinie

De IJsselstreek

Kansen - Wonen, werken en leven:

 
 
 
 

Nieuwe bijzondere woonmilieus die passen bij het rustige, landelijke karakter;

x

x

x

x

Voormalige agrarische bebouwing benutten voor andere functies zoals kleinschalige bedrijvigheid, wonen en recreatie;

x

x

x

x

Aandacht geven aan groen in de wijken om het landelijke karakter ook in de kernen herkenbaar te maken;

x

x

x

x

Bij ontwikkelingen in de kernen ook kijken naar de gevolgen voor het sociale netwerk binnen die kernen;

x

x

x

x

De gemeenschapszin en saamhorigheid in de kernen benutten om voorzieningen te behouden en te ontwikkelen voor de toekomst;

x

x

x

x

Het ondernemende karakter benutten bij nieuwe innovaties;

x

x

x

x

Een toekomstgerichte ontwikkeling van de agrarische sector als beheerder van het landschap;

x

x

x

x

Maak onderscheid tussen natuurlijk ingerichte en beheerde graslanden en de landbouwkundig meer optimaal ingerichte gebieden in de buurt van de agrarische bedrijven (huiskavels);

x

x

x

x

Het dagrecreatieve karakter van de Krimpenerwaard versterken en benutten om toerisme en verblijfsrecreatie verder te ontwikkelen;

x

x

x

x

Ondernemers faciliteren als belangrijk fundament voor vitale gemeenschappen (ze zorgen voor werkgelegenheid, sponsoring, etc.).

x

x

x

x

Kansen - Gezond en veilig :

 
 
 
 

De kracht uit de lokale samenleving benutten om bij te dragen aan een veilige gemeenschap;

x

x

x

x

Dijken zichtbaar en herkenbaar maken en houden. Het hoogteverschil en waterstanden in de rivier beleefbaar maken;

x

x

x

x

De schone, rustige en gezonde leefomgeving benutten. Denk hierbij aan gezond wonen, zorg, recreatie. Benutten van de stilte in de aanwezige stiltegebieden door bijvoorbeeld passende recreatie, biodiversiteit.

x

x

x

x

Kansen - Landschap, cultuurhistorie en natuur:

 
 
 
 

Versterken van de verschillende landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de gebieden in de Krimpenerwaard, zoals het zicht op het landschap vanuit de linten;

x

x

x

x

Bij ontwikkelingen aansluiten op het landelijke en kleinschalige karakter van de bebouwingslinten;

x

x

x

x

Beleefbaar maken van erfgoed;

x

x

x

x

De landschappelijke, (cultuur)historische en natuurlijke waarden borgen in Het Omgevingsplan;

x

x

x

 

Gebieden met natuurwaarden met elkaar verbinden, zodat deze versterkt worden;

x

x

x

x

Natuur beleefbaar maken voor bewoners en bezoekers.

x

x

x

x

Kansen - Waarden per gebied:

 
 
 
 

Herkenbaar houden van het verschil tussen het binnendijkse en het buitendijkse landschap;

x

 
 

x

Het karakter van Lek en Nieuwe Maas, IJssel als dynamische getijdenrivieren beleefbaar maken en versterken;

x

 
 

x

Kenmerkende verschillen tussen de twee rivieren, zoals de verschillen in weidsheid en breedte, beter beleefbaar maken;

x

 
 
 

Uitzicht op het landschap vanaf de wegen op de dijken en vanuit de kernen zoveel mogelijk behouden;

x

 
 

x

Het industriële en maritieme cultuurhistorisch waardevolle karakter van het gebied herkenbaar en beleefbaar maken;

x

 
 
 

Toeristische ontwikkeling bevorderen;

x

 
 
 

Versterken en benutten van de industriële en havengebonden activiteiten;

x

 
 
 

Verbeteren van de polders en natuurgebieden voor recreatieve mogelijkheden;

 

x

 
 

Benut en respecteer het cultuurhistorische waardevolle landschap bij toeristische ontwikkelingen;

 

x

 
 

Benut en respecteer de cultuurhistorische waarden, natuurwaarden en landschappelijke waarden bij ontwikkelingen;

 

x

 
 

Laat de inrichting van natuurgebieden het landschappelijk karakter versterken;

 

x

 
 

Verbeter de ontsluiting voor de landbouw passend in het landschap;

 

x

 
 

Combineer natuurontwikkeling, biodiversiteit en passende waterpeilen in gebieden met de grootste bodemdaling;

 

x

 
 

Benut de kwaliteiten langs de Vlist om het bestaande woonmilieu te versterken;

 
 

x

 

Maak gebruik van en respecteer de historie om de recreatieve toegankelijkheid en verblijfswaarde te vergroten;

 
 

x

 

Versterken van de toeristisch recreatieve verbindingen tussen Nieuwpoort, Oudewater en Gouda;

 
 

x

 

Beleefbaar maken van de Oude Hollandse Waterlinie door de Vlist als belangrijke historische ader te benutten;

 
 

x

 

Fiets- en wandelroutes met elkaar verbinden, zodat ontmoeting in de openbare ruimte gestimuleerd wordt en het gebied beleefbaar is;

 
 

x

 

Maak bij ontwikkelingen gebruik van het lokale erfgoed en de lokale geschiedenis;

 
 

x

 

Benut gebieden zoals Veerstalblok, met een goede ontsluiting nabij provinciale wegen, voor ontwikkeling van werkgebieden;

 
 
 
 

Dit geeft ruimte om bestaande bedrijvigheid op slecht ontsloten locaties te verplaatsen;

 
 
 

x

Sluit aan op het landelijke en kleinschalige karakter van het bebouwingslint;

 
 
 

x

Combineer mogelijkheden voor recreatie met het karakteristieke landschap;

 
 
 

x

Het bebouwingslint benutten als bijzonder woonmilieu.

 
 
 

x

2.3.3 De Lekstreek

Ambitieus en innovatief
De Lekstreek bestaat uit de Lek en de zone van bebouwing en bedrijvigheid op de oeverwal langs de dijk. Dit deelgebied strekt zich uit van Schoonhoven tot en met Krimpen aan de Lek. Ook de kernen Ammerstol, Bergambacht en Lekkerkerk liggen in deze zone.

afbeelding binnen de regeling

Waarden Lekstreek:

  • Industriële en watergebonden activiteiten;

  • Eén lang bebouwingslint langs de Lekdijk;

  • Buitendijkse groengebieden;

  • Vanaf de dijk zicht op het landschap;

  • Industrieel en maritiem erfgoed langs de Nieuwe Maas en Lek;

  • Cultuur en recreatie in kernen en langs de Lekdijk.

Industriële en watergebonden activiteiten
De Lek is een belangrijke route voor de binnenvaart vanuit de havens van Rotterdam naar het achterland. Dit geeft een aantrekkingskracht voor bedrijven die voor hun transport gebruik kunnen maken van de rivier. Langs de rivier zijn allerlei watergebonden activiteiten en industriële bedrijven te vinden. Deze zone loopt door naar de Stormpolder (hotspot maritieme maakindustrie) in Krimpen aan de IJssel. Langs de Lek, de Nieuwe Maas en de Bakkerskil zijn aanlegsteigers, insteekhavens en aanlegkades. Ook het midden- en kleinbedrijf heeft zich van oudsher in de Lekstreek gevestigd.

Eén lang bebouwingslint langs de Lekdijk
Langs de Lekdijk ligt een vrijwel aaneengesloten lint van woningen en boerderijen. Het bebouwingslint is ontstaan doordat vanuit de dijk het achtergelegen veengebied werd ontgonnen. Om het gebied te ontwateren werden langgerekte smalle kavels met brede sloten aangelegd. Door de dijkversterkingen zijn de woningen lager ten opzichte van de dijk komen te liggen. Bij Lekkerkerk en Schuwacht bevindt zich op een aantal plekken aan het bebouwingslint tweedelijns bebouwing. Dit betekent dat er achter de gebouwen aan de dijk nog een tweede ‘rij’ of ‘lijn’ met bebouwing is.

Buitendijkse groengebieden
De Lek/Nieuwe Maas staat onder invloed van eb en vloed. De hoofdstroom die dicht langs de dijk loopt is een brede, dynamische rivier. Langs de Lek (en de Nieuwe Maas; daar ligt juist natuurgebied De Zaag) liggen buitendijkse gebieden die zijn ingericht als natuurgebieden. Van oudsher zijn hier ook bedrijven gevestigd.

Vanaf de dijk zicht op het landschap
Langs de Lek is het landschap weids en open, met diepe langgerekte kavels vanaf de rivierdijk. Tussen de bebouwing door is zicht over de weilanden. Aan de andere kant is een weids uitzicht over de Lek. Het gebied tussen Schoonhoven en Bergambacht heeft langgerekte kavels, maar door de hogere ligging en de bodem is het landschap kleinschaliger met boomgaarden en moestuinen.

Industrieel en maritiem erfgoed langs de Nieuwe Maas en Lek
Het gebied langs de Lek/Nieuwe Maas kent een rijke industriële, ambachtelijke en maritieme historie. Dit is te zien in hoe het gebied is ingericht. De Lek werd vooral door visserij en scheepsbouw gedomineerd. Verder was de Lek van belang vanwege het riet; langs beide rivieren bevonden zich vele touwfabrieken. Later werd de waterwinning belangrijk. Schoonhoven was lang een belangrijk centrum voor de handel in onder andere hennep en kaas. Maar ook was er veel nijverheid, zo waren er vele fabrieken en natuurlijk zilversmidwerkplaatsen. Deze rijke historie van Schoonhoven is duidelijk zichtbaar. De rivieren kennen nog plekken die herinneren aan het verleden, zoals oude havens, pakhuizen (bijvoorbeeld in Schoonhoven), oude scheepswerven (bijvoorbeeld in Schuwacht), de pijlschaalhuisjes en dijkbewakingspalen.

Cultuur en recreatie in kernen en langs de Lekdijk
De Lekdijk is een fietsroute voor recreanten. Theetuinen, restaurants, jachthavens, campings en bed & breakfasts zorgen voor overnachtings- en eetgelegenheden. In de kernen langs de Lek zijn diverse culturele en recreatieve activiteiten mogelijk.

Kansen Lekstreek:

  • Herkenbaar houden van het verschil tussen het binnendijkse en het buitendijkse landschap;

  • Het karakter van Lek en Nieuwe Maas als dynamische getijdenrivieren beleefbaar maken en versterken;

  • Kenmerkende verschillen tussen de twee rivieren, zoals de verschillen in weidsheid en breedte, beter beleefbaar maken;

  • Uitzicht op het landschap vanaf de wegen op de dijken en vanuit de kernen zoveel mogelijk behouden;

  • Het industriële en maritieme cultuurhistorisch waardevolle karakter van het gebied herkenbaar en beleefbaar maken;

  • Toeristische ontwikkeling bevorderen;

  • Versterken en benutten van de industriële en havengebonden activiteiten.

2.3.4 Het land van linten en het middengebied

Beleefbare openheid en verborgen schatten Het land van linten met hierin het bijzondere middengebied is het centrale veenweidegebied tussen de rivieren van de Krimpenerwaard. De kernen Stolwijk, Vlist en Berkenwoude liggen centraal in dit gebied.

Waarden van het land van linten en het middengebied:

  • Agrarisch karakter;

  • Oorspronkelijk, middeleeuws landschap;

  • Karakteristiek middengebied;

  • Lange bebouwingslinten;

  • Openheid met ruimte voor weidevogels en natuurwaarden;

  • Waterrijk gebied met hoge grondwaterstand;

  • Fiets- en wandelrecreatie en recreatiegebieden;

  • Kleinschalige bedrijvigheid.

Agrarisch karakter
Het veenweidegebied is een typisch Hollands landschap met weilanden, karakteristieke boerderijen en rijen knotwilgen. Het grootste gedeelte van de weilanden is in agrarisch gebruik. De belangrijkste agrarische sector is de melkveehouderij. De wereldberoemde Goudse Kaas is voor een deel afkomstig uit de Krimpenerwaard.

Door de ontwikkelingen in de landbouw wordt het landbouwverkeer in het gebied breder en zwaarder. Hierdoor staan verkeersveiligheid en wegbeheer onder druk. De toename van verschillende verkeerssoorten zoals recreatief verkeer zorgt voor extra gevaarlijke situaties.

De Krimpenerwaard heeft een relatief hoge grondwaterstand. Hierdoor is de landbouw in de Krimpenerwaard minder intensief dan in andere delen van Nederland. Steeds meer agrarische bedrijven werken verder toe naar een productie passend bij de lokale omstandigheden. Bijvoorbeeld met een hogere grondwaterstand, biologische productie of natuurbeheer.

Oorspronkelijk, middeleeuws landschap
Het veenweidegebied kent een eeuwenoude geschiedenis. Dit is terug te zien in de langgerekte graslandpercelen afgewisseld met kades, weteringen en tiendwegen. De ontwatering en bodemdaling maakte efficiënte waterhuishouding noodzakelijk. Het landschap kende molens, boezems en watersystemen. Dat stelsel is zichtbaar in de cultuurhistorische en landschappelijke elementen. Daarnaast zijn er nog restanten van oude dijkdoorbraken, ook wel ‘wielen’ genoemd, te zien. Ook hakhout, eendenkooien en pestbosjes zijn nog herkenbaar. Door de manier van ontginnen zijn de wegen en bebouwingslinten langgerekt en oost-west georiënteerd.

Karakteristiek middengebied
Het landschap is vooral in het middengebied nog in grote mate intact. Het middengebied in Krimpenerwaard ligt ver van de rivieren. Hier is het landschap als laatste ontgonnen. Dit gebied ligt binnen de oorspronkelijke landscheidingskaden, vaarten en vlieten en heeft een kleinschalige slotenstructuur. Hier is op meer plekken beplanting, zoals erfbeplanting, boomgaarden, rijen knotwilgen en bomen langs kades en tiendwegen en natuurvriendelijke oevers langs poldersloten.

De provincie Zuid-Holland heeft dit gebied benoemd als ‘kroonjuweel’ omdat het in sterke mate bepalend is voor de identiteit en herkenbaarheid van het landschap.

Lange bebouwingslinten
In het buitengebied liggen lange bebouwingslinten met historische boerderijen. Door de ontginning vanuit de rivieren hebben de linten een oost-west oriëntatie. In de linten zijn open ruimtes, waardoor vanuit het lint zicht is op het achterliggende veenweidegebied. De linten hebben onderling een verschillend karakter. De dubbele linten (Benedenkerkseweg, het Beijersche en Bovenkerkseweg) hebben aan beide kanten van een wetering een weg met bebouwing. Deze dubbele linten hebben een hoge cultuurhistorische waarde. De enkele linten (o.a. Koolwijkseweg,Benedenberg, Zuidbroek, Bovenberg, Achterbroek, Tussenlanen) hebben bebouwing aan beide zijden van een weg met vaker open ruimtes. Vaak ligt langs de weg een bredere waterloop en een smallere sloot of greppel. In noord-zuid richting liggen polderwegen en verbindingswegen (vaak oude kerkwegen). Deze zijn meestal onbebouwd. Op enkele plekken zijn woningen in korte linten op ondiepe kavels aanwezig.

Openheid met ruimte voor weidevogels en natuurwaarden
Het veenweidegebied heeft een open karakter. Het is hier rustiger dan in de relatief drukke Lek- en IJsselstreek. Rust en de openheid van de weilanden maken het gebied aantrekkelijk voor weidevogels. In het noorden en ten westen van Berkenwoude ligt een groot gedeelte nieuwe natuur. Hierdoor worden bestaande natuurgebieden (zoals het Loetbos) en nieuw ontwikkelde natuurgebieden met elkaar verbonden. Om het beheer van deze gebieden te verzorgen zijn diverse agrarische bedrijven in deze streek omgeschakeld naar een meer extensieve en natuurinclusieve bedrijfsvoering. Om de rivier de Loet en het Loetbos met de Lek te verbinden wordt tussen Lekkerkerk en Bergambacht nieuwe natuur gerealiseerd.

afbeelding binnen de regeling

Waterrijk gebied met hoge grondwaterstand
Water is onmisbaar voor het veenweidegebied. De beheersing van water is belangrijk bij landbouw en het beschermen van woningen en infrastructuur. In de Krimpenerwaard is het waterpeil relatief hoog. Dit is kenmerkend voor het veenweidegebied in het Groene Hart. Het oorspronkelijke veengebied werd ontwaterd om het geschikt te maken voor landbouw. Door de ontwatering klinkt het veen in, waardoor de bodem daalt. Hierdoor komt het gebied steeds lager te liggen ten opzichte van de omgeving. Dit zorgt voor uitdagingen, omdat de zeespiegel en het peil in de rivieren juist stijgen.

Fiets- en wandelrecreatie en recreatiegebieden
In de Krimpenerwaard zijn mogelijkheden voor fietsen, wandelen en varen. Vanuit de kernen van de Krimpenerwaard fiets, wandel of vaar je zo het gebied in. In de linten verkopen agrariërs streekproducten. Ook zijn er overnachtingsmogelijkheden in een bed & breakfast op een boerenerf. Het Loetbos en de Krimpenerhout zijn aangelegde recreatiegebieden. De Krimpenerhout heeft een mooie zwemplas met een strand. Het Loetbos kan wandelend en per kano verkend worden.

Kleinschalige bedrijvigheid
In het land van linten en het middengebied is veel kleinschalige bedrijvigheid. Het gaat om bijvoorbeeld recreatievaart, kleinschalige overnachtingsmogelijkheden, kleinschalige horeca en zorgboerderijen.

Kansen land van linten en het middengebied:

  • Verbeteren van de polders en natuurgebieden voor recreatieve mogelijkheden;

  • Benut en respecteer het cultuurhistorische waardevolle landschap bij toeristische ontwikkelingen;

  • Benut en respecteer de cultuurhistorische waarden, natuurwaarden en landschappelijke waarden bij ontwikkelingen;

  • Laat de inrichting van natuurgebieden het landschappelijk karakter versterken;

  • Verbeter de ontsluiting voor de landbouw passend in het landschap;

  • Combineer natuurontwikkeling, biodiversiteit en passende waterpeilen in gebieden met de grootste bodemdaling.

2.3.5 De Waterlinie

Pittoresk, recreatief en ontspannen
Het gebied de Waterlinie bestaat uit de rivier de Vlist die tussen Haastrecht en Schoonhoven ligt. Langs de Vlist liggen het dorpje Vlist en buurtschap Bonrepas. Ook de omliggende polders horen bij dit deelgebied.

Waarden Waterlinie

  • Ontspannen wonen en recreëren langs de Vlist;

  • Kleinschalig bebouwingslint met historische bebouwing;

  • Zichtbaarheid van de Oude Hollandse Waterlinie.

Ontspannen wonen en recreëren langs de Vlist
Langs de rivier de Vlist is het ontspannen wonen en recreëren. Er zijn historische boerderijen, rietkragen, rijen knotwilgen en bruggetjes. Het is er aantrekkelijk om rustig te wonen, te fietsen, te wandelen of over de rivier te varen. Langs de Vlist is zicht op de achtergelegen weilanden en natuur-gebieden. Een aandachtspunt in dit gebied is (toeristisch) verkeer langs de Vlist dat voor geluidsoverlast zorgt.

Kleinschalig bebouwingslint met historische bebouwing
De bebouwing aan weerszijden van de Vlist bestaat uit woningen en boerderijen. Hier staan diverse statige historische boerderijen. Zowel langs de Vlist als in de kernen Haastrecht en Schoonhoven zijn delen aangewezen als beschermd dorps- en stadsgezicht. Langs de Vlist liggen drie historische molens. Tussen de bebouwing zijn open plekken met zicht over de weilanden. De bebouwing wordt afgewisseld met sloten die haaks op de Vlist liggen.

afbeelding binnen de regeling

Zichtbaarheid van de Oude Hollandse Waterlinie
De rivier de Vlist is onderdeel van de Oude Hollandse Waterlinie. Deze verdedigingslinie uit de 17e eeuw bestaat uit dijken, kaden, forten, schansen en vestingsteden, waaronder Schoonhoven. Door de polders onder water te zetten kon de vijand niet verder komen. De Koeneschans, een eilandje in het veenriviertje de Vlist, is een overblijfsel hiervan. De Franse kade moest ervoor zorgen dat de Krimpenerwaard niet verder onder water kwam te staan. Door de hele Krimpenerwaard zijn resten te vinden die deze geschiedenis vertellen.

Kansen De Waterlinie:

  • Benut de kwaliteiten langs de Vlist om het bestaande woonmilieu te versterken;

  • Maak gebruik van en respecteer de historie om de recreatieve toegankelijkheid en verblijfswaarde te vergroten;

  • Versterken van de toeristisch recreatieve verbindingen tussen Nieuwpoort, Oudewater en Gouda;

  • Beleefbaar maken van de Oude Hollandse Waterlinie door de Vlist als belangrijke historische ader te benutten;

  • Fiets- en wandelroutes met elkaar verbinden, zodat ontmoeting in de openbare ruimte gestimuleerd wordt en het gebied beleefbaar is.

2.3.6 De IJsselstreek

Traditioneel, agrarisch en saamhorig
De IJsselstreek is het gebied rond de Hollandsche IJssel, die ten oosten van Haastrecht de Krimpenerwaard binnen stroomt. Langs de Hollandsche IJssel liggen de kernen Haastrecht, Gouderak, Ouderkerk aan den Ijssel, de buurtschappen Boven-Haastrecht, Beneden-Haastrecht, Stolwijkersluis, Lageweg en een aantal bedrijventerreinen. Ook de polders langs de Hollandsche IJssel horen bij dit deelgebied. Het deel tussen Krimpen aan den IJssel en Gouda heeft een ander karakter dan het deel tussen Gouda en Oudewater.

Waarden IJsselstreek

  • Eén lang woon- en werklint langs de IJssel met lange, smalle kavels vanaf de rivierdijk;

  • Kleinschalige, slingerende rivier met hechte gemeenschappen;

  • Vanaf de dijk uitzicht over het landschap.

Eén lang woon- en werklint langs de IJssel met lange, smalle kavels vanaf de rivierdijk
Langs de Hollandsche IJssel ligt tussen Gouda en Krimpen aan den IJssel een vrijwel aaneengesloten lint van woningen, boerderijen, bedrijfsgebouwen en bedrijventerreinen. Dit bebouwingslint heeft grotendeels een kleinschalig, landelijk en agrarisch karakter. Tussen de woonlinten liggen werkgebieden met een grootschaliger karakter. De werkgebieden liggen soms binnendijks en soms buitendijks. Een aantal bedrijven heeft via kades de mogelijkheid om aan- of afvoer over de rivier te laten plaatsvinden. Het bedrijventerrein rond de entree van Krimpenerwaard bij de Gouderaksebrug is het grootste in dit deelgebied. Het bebouwingslint schakelt de kernen langs de rivier aan elkaar. Doorgaande wegen lopen over het dijklint door de kernen Gouderak en Ouderkerk aan den IJssel. Dit zorgt voor verkeersoverlast.

Tussen Gouda en Oudewater heeft het gebied een rustiger en groener karakter. Het lint is minder intensief bebouwd en er zijn veel open ruimtes tussen de bebouwing. Ook in dit gebied liggen zowel bedrijven als woningen aan de Hollandsche IJssel, maar minder intensief dan in het andere .

Op veel plekken ligt de weg op afstand van de rivier. Hierdoor heeft de weg een gevarieerd karakter met afwisselend zicht op het water. Aan de zuidzijde van de weg liggen voornamelijk agrarische bedrijven. Het bebouwingslint langs de Hollandsche IJssel is ontstaan doordat vanuit de dijk het achtergelegen veengebied werd ontgonnen. Om het gebied te ontwateren werden langgerekte smalle kavels aangelegd door sloten te graven. Het water werd via blokboezems afgevoerd naar de rivier. De blokboezems staan haaks op de rivier en zorgen samen met beplante tiendwegen en kades voor een karakteristiek landschap.

afbeelding binnen de regeling

Kleinschalige, slingerende rivier met hechte gemeenschappen
De Hollandsche IJssel heeft een kleinschalig en slingerend karakter. De inwoners zijn van oudsher sterk op elkaar aangewezen en vormen hechte gemeenschappen. De rivier heeft een smalle bedding, kent weinig buitendijkse gebieden en gedeeltelijk hoge, stenige oevers. Bij gevaar voor hoogwater kan de stormvloedkering bij Krimpen aan den IJssel gesloten worden. Tot aan de waaiersluis ten oosten van Gouda is de IJssel een getijdenrivier. Achter de waaiersluizen is de Hollandsche IJssel gekanaliseerd, waardoor het peil beheerst wordt door de waterbeheerder. De buitendijkse gebieden langs de Hollandsche IJssel worden ‘zellingen’ genoemd. Vroeger waren dit laaggelegen gebieden onder invloed van eb en vloed die gebruikt werden om rivierklei te winnen voor de steenfabriek.

Ook werd er elders afgegraven klei tijdelijk opgeslagen, in afwachting van latere bewerking. Tegenwoordig zijn veel van de zellingen opgehoogd of kunstmatig aangelegd en ingericht als woon- of werkgebieden.

Vanaf de dijk uitzicht over het landschap
Tussen de bebouwing in de woon- en werklinten door is er uitzicht over het achterliggende open agrarische landschap. Op sommige plekken wordt dit landschap doorsneden door hoogspanningsmasten.

Ten oosten en ten westen van Gouderak krijgt de doorkijk een meer natuurlijk karakter vanwege de aanleg van het Natuurnetwerk Nederland. Waar de open ruimte tussen de bebouwing groter is, kan het open landschap beter worden ervaren.

Vanaf de dijk is er uitzicht over de Hollandsche IJssel. De Hollandsche IJssel is relatief smal ten opzichte van de breedte van de Lek. Hierdoor is de bebouwing en het landschap aan de overzijde goed zichtbaar. Dit beeld is afwisselend: open landschap, kleine kernen, het stedelijk gebied van Gouda en in de verte is het stedelijk gebied rond Rotterdam zichtbaar. Op plekken waar aan twee kanten van de Hollandsche IJssel is gebouwd, wordt de rivier ervaren als open ruimte te midden van bebouwing.

Kansen IJsselstreek:

  • Maak bij ontwikkelingen gebruik van het lokale erfgoed en de lokale geschiedenis;

  • Benut gebieden zoals Veerstalblok, met een goede ontsluiting nabij provinciale wegen, voor ontwikkeling van werkgebieden. Dit geeft ruimte om bestaande bedrijvigheid op slecht ontsloten locaties te verplaatsen;

  • Sluit aan op het landelijke en kleinschalige karakter van het bebouwingslint;

  • Uitzicht op het landschap vanaf de wegen op de dijken en vanuit de kernen zoveel mogelijk behouden;

  • Het karakter van de Hollandsche IJssel als dynamische getijdenrivier beleefbaar maken en versterken;

  • Herkenbaar houden van het verschil tussen het binnendijkse en het buitendijkse landschap;

  • Combineer mogelijkheden voor recreatie met het karakteristieke landschap;

  • Het bebouwingslint benutten als bijzonder woonmilieu.

2.4 Waarden van de Kernen

De waarden van de kernen staan beschreven in het rapport “Koers en Kader Krimpenerwaard” en zijn weergegeven in de 2.3.2 Identiteits- en Waarden-kaart.

afbeelding binnen de regeling

Hoofdstuk 3 Visie en speerpunten

3.1 Toekomstgerichte Krimpenerwaard

In de toekomst is de gemeente Krimpenerwaard een vitaal leefbaar gebied waar we in goede gezondheid en met plezier wonen, werken en genieten van de unieke omgeving. Waarbij iedereen mee kan doen en zijn verantwoordelijkheid neemt.

In deze dynamische gemeente zijn de kernen in verbinding met de omliggende gebieden en vervult de Krimpenerwaard een belangrijke rol binnen de regio op het gebied van duurzaamheid, biodiversiteit en ruimtelijke ontwikkeling.

De opgaven en uitdagingen die hieraan bijdragen zijn vertaald in Speerpunten. Deze 3.5 Speerpunten geven richting aan de afweging van 4.2 Initiatieven, het opstellen van Beleid en het vormgeven van 4.3 Het Omgevingsplan.

afbeelding binnen de regeling

3.2 Kansen-kaart

In de kansen-kaart geven we richting aan gebieden en kernen. We geven aan wat belangrijk is voor de toekomst.

De gebieden op de kansen-kaart komen niet overeen met de gebieden op de 2.3.2 Identiteits- en Waarden-kaart. Op de identiteitskaart staat de huidige situatie; deze kaart is opgebouwd vanuit historisch perspectief. Om in te kunnen spelen op de opgaven voor de toekomst is een andere gebiedsindeling nodig. Deze is verbeeld in de kansen-kaart.

Op de kansen-kaart is de Krimpenerwaard verdeeld in een aantal gebieden en zijn de kernen aangegeven. Hierdoor kunnen we per gebied of kern richting meegeven door middel van speerpunten. We onderscheiden de 3.3 Vitale kernen en een 3.4 Krachtig buitengebied met daarin verschillende kernen en gebieden.

3.3 Vitale kernen. De termen in de kernen (oranje bollen) komen uit het document “Koers en Kader Krimpenerwaard”. Dit geeft aan wat per kern belangrijk is.

3.4 Krachtig buitengebied. Dit is het buitengebied, opgedeeld in verschillende gebieden. Elk gebied heeft zijn eigen kleur op de kaart. Per gebied is een aantal 3.5 Speerpunten belangrijker dan andere. We geven in elk gebied ruimte aan initiatieven die bijdragen aan onze doelen en speerpunten die passen bij dat gebied.

We onderscheiden op de kansen-kaart de volgende gebieden:

afbeelding binnen de regeling

Toekomstgerichte Krimpenerwaard

Vitale Kernen

Krachtig buitengebied: Dynamiek langs de rivieren

Krachtig buitengebied: Actieve Recreatie

Krachtig buitengebied: Duurzaam leven

Krachtig buitengebied: Recreatieve beleving

Krachtig buitengebied: Veenweide

Krachtig buitengebied: Natuur

Speerpunt

x

x

 
 
 
 
 
 

toename woningen in relatie tot behoefte

x

x

 
 

x

 
 
 

een diverser woningaanbod

x

 

x

 

x

x

 
 

versterken van de linten

x

x

 
 
 
 

x

 

passende maatschappelijke voorzieningen

x

x

 

x

 
 
 
 

bevorderen gezondheid

x

x

 
 
 

x

 
 

gezond en veilig woon- en leefklimaat

x

x

x

 
 
 
 
 

ruimte voor vitale, toekomstbestendige bedrijvigheid

x

x

 

x

 

x

 

x

toeristische en recreatieve voorzieningen ontwikkelen

x

 
 

x

 

x

x

x

recreatieve verbindingen verbeteren

x

x

 
 
 
 
 
 

toekomstbestendige winkelgebieden

x

x

 
 
 
 
 
 

sociale verbinding bevorderen

x

 

x

 
 
 
 
 

vergroten fysieke bereikbaarheid

x

 
 
 

x

x

x

 

vergroten verkeersveiligheid

x

 
 
 
 
 
 
 

digitale bereikbaarheid vergroten

x

 
 
 
 
 

x

x

ruimte voor adaptieve landbouw

x

 
 
 
 
 
 

x

biodiversiteit vergroten

x

x

 
 
 
 
 
 

klimaat adaptieve inrichting in de kernen

x

 
 
 
 
 

x

 

water vasthouden in het buitengebied

x

 
 
 
 
 

x

x

tegengaan van bodemdaling

x

 

x

 

x

 
 
 

waterveiligheid als basisvoorwaarde

x

x

x

 
 
 

x

x

samenwerken aan goede waterkwaliteit

x

 
 
 
 
 
 
 

energiebesparing

x

 
 

x

x

 
 
 

duurzaam energie opwekken

 
 
 
 
 
 
 
 

duurzaam (her)gebruik van grondstoffen

3.3 Vitale kernen

De kernen zijn het hart van de gemeenschap in de Krimpenerwaard. Hier wonen, werken en ontmoeten mensen elkaar. Hier zijn bloeiende verenigingen, doen mensen hun boodschappen, gaan kinderen naar school en wordt er gesport. Voor de toekomst willen we dat het aangenaam in de kernen blijft.

Voor alle kernen zetten we in op de volgende speerpunten:

De kernen van de Krimpenerwaard hebben ieder hun eigen kwaliteiten en kansen. In ”Koers en Kader Krimpenerwaard” is beschreven wat per kern belangrijk is.

3.4 Krachtig buitengebied

3.4.1 Inleiding

Het buitengebied van de Krimpenerwaard is bijzonder en waardevol, maar staat voor uitdagingen. Hoe behouden we de kwaliteiten van het buitengebied, houden we droge voeten, hoe gaan we om met de ontwikkelingen in de landbouw, de vraag naar duurzame energie en de vraag naar ruimte voor bebouwing?

Het antwoord op deze vragen is niet voor het hele buitengebied het zelfde. Daarom zijn er ook verschillen aangegeven in de gebieden. Deze gebieden zijn weergegeven op de 3.2 Kansen-kaart.Per gebied geven we aan waar we op inzetten en welke van 3.5 Speerpunten belang zijn.

afbeelding binnen de regeling

3.4.2 Krachtig buitengebied: Dynamiek langs de rivieren

Langs de rivieren is altijd al veel dynamiek en ontwikkeling geweest. De bodem is hier door de rivierklei en de zeeklei steviger dan in het midden van de Krimpenerwaard. Dit is gunstig voor landbouw, infrastructuur en bebouwing. Bovendien zijn veel plekken relatief goed bereikbaar. Dit biedt kansen aan ontwikkelingen voor bijvoorbeeld bedrijven. Hierbij houden we rekening met infrastructuur, leefbaarheid, waterveiligheid, drinkwatervoorzieningen en landschappelijke kwaliteiten.

We zetten hier in op de volgende speerpunten:

afbeelding binnen de regeling

3.4.3 Krachtig buitengebied: Actieve Recreatie

Dit gebied is de entree van de Krimpenerwaard vanuit Rotterdam en ligt vlak bij Kinderdijk. Hier zijn verschillende voorzieningen, zoals het Loetbos, Krimpenerhout en de surfplas waar mensen actief kunnen recreëren. Dit willen we benutten en versterken.

We zetten hier in op de volgende speerpunten:

afbeelding binnen de regeling

3.4.4 Krachtig buitengebied: Duurzaam leven

Langs de IJsseldijk is de bereikbaarheid een aandachtspunt. Verkeer moet over de dijk en door de kernen. Dit brengt risico’s met zich mee. Grotere bedrijven met meer verkeer zijn hier niet wenselijk. Wel liggen hier kansen om fijn te wonen in bijzondere woonmilieus. Dit is één van de gebieden waar het opwekken van duurzame energie mogelijk kansrijk is vanwege de ligging ten opzichte van het nabijgelegen hoogspanningsstation in Krimpen aan den IJssel.

We zetten hier in op de volgende speerpunten:

afbeelding binnen de regeling

3.4.5 Krachtig buitengebied: Recreatieve beleving

Dit is een waardevol en authentiek gebied. Hier is de historie goed te herkennen. Bijvoorbeeld de Oude Hollandse Waterlinie, de kernen Haastrecht en Schoonhoven en de bebouwing langs de Vlist. Deze kwaliteiten willen we benutten en versterken zodat mensen het nog beter kunnen beleven. De toeristisch recreatieve verbindingen in dit gebied met Gouda, Oudewater en Nieuwpoort willen we versterken. Dit doen we zorgvuldig en met aandacht voor de leefbaarheid van het gebied.

We zetten hier in op de volgende speerpunten:

afbeelding binnen de regeling

3.4.6 Krachtig buitengebied: Veenweide

Het midden van de Krimpenerwaard is landschappelijk waardevol, rustig en er zitten veel weidevogels. Daarom zijn hier gebieden aangewezen als ‘kroonjuweel’, ‘stiltegebied’ en ‘weidevogelgebied’. De boeren beheren hier voor een deel het veenweidelandschap. Het gebied is gevoelig voor bodemdaling en de wegen zijn smal. Daarom zetten we hier in op innovatieve manieren om met deze uitdagingen om te gaan. Hierbij houden we rekening met landschappelijke waarden.

We zetten hier in op de volgende speerpunten:

afbeelding binnen de regeling

3.4.7 Krachtig buitengebied: Natuur

De natuur in de Krimpenerwaard is in ontwikkeling. In dit gebied liggen verschillende natuurgebieden. Deze natuurgebieden worden verder ontwikkeld, uitgebreid en met elkaar verbonden. Dit versterkt de biodiversiteit en helpt het tegengaan van bodemdaling. In dit gebied zijn kansen om mensen de natuur te laten beleven.

We zetten hier in op de volgende speerpunten:

afbeelding binnen de regeling

3.5 Speerpunten

3.5.1 Inleiding

De opgaven en uitdagingen die bijdragen aan een Toekomstgerichte Krimpenerwaard met Vitale Kernen en een Krachtig buitengebied zijn vertaald in Speerpunten. Daar richten we ons op. De speerpunten zijn bepalend bij de afweging van Initiatieven, het opstellen van Beleid en het vormgeven van Het Omgevingsplan.

afbeelding binnen de regeling

Het benutten van de meerwaarde tussen verschillende speerpunten en initiatieven stimuleren we van harte!

We zetten in Krimpenerwaard in op de volgende speerpunten:

3.5.2 Speerpunt: toename woningen in relatie tot behoefte

We willen per kern ruimte bieden aan woningbouw, zodat voorzien kan worden in de eigen behoefte. De nieuwe woningen komen in en bij de kernen.

Er is behoefte aan extra woningen in de Krimpenerwaard. Dit komt doordat huishoudens steeds kleiner worden (huishoudensverdunning). Hierdoor is voor het zelfde aantal inwoners een toename van het aantal woningen nodig. Ook groeit de bevolking van de Krimpenerwaard tot 2030. We willen graag dat mensen in de Krimpenerwaard kunnen (blijven) wonen en willen voorzien in de behoefte aan passende woningen.

afbeelding binnen de regeling

Waar zetten we op in?

  • Woningbouwontwikkelingen die voorzien in de behoefte en die kwaliteiten van de kernen versterken. Voor de behoefte vormt de woonvisie het kader;

  • Versnelling van de realisatie van de woningbouwopgave;

  • De meeste nieuwe woningen worden gebouwd in of nabij de kernen. In de linten is op kleine schaal toevoeging van woningen mogelijk. Zie hier voor het Speerpunt: versterken van de linten;

  • Kansen om woningen te realiseren door herontwikkeling, transformatie en herbestemming in bestaand bebouwd gebied hebben de voorkeur. Ontwikkeling in bestaand gebied gaat voor kansen in het buitengebied. Voorbeelden hiervan zijn de (gedeeltelijke) transformatie van bedrijventerrein Galgoord Haastrecht en bedrijventerrein Schoonhoven Noord.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • De bevolking van de Krimpenerwaard groeit. Het CBS verwacht dat de bevolking in ieder geval tot 2030 blijft groeien;

  • Huishoudens worden steeds kleiner. Hierdoor zijn er meer woningen nodig voor hetzelfde aantal mensen;

  • Landelijk is er een tekort aan woningen.

3.5.3 Speerpunt: een diverser woningaanbod

We streven naar een divers aanbod van woonruimte, aansluitend op de woonwensen en behoeften van de verschillende doelgroepen. Wonen in de Krimpenerwaard betekent wonen in een groene, rustige en gezonde omgeving. Daarvoor hebben we voldoende woningen nodig die passen bij de behoefte. Woningen voor alle generaties en doelgroepen, nu en in de toekomst. Gedacht moet worden aan passende woningen voor zowel jongeren, gezinnen, ouderen, alleenstaanden als voor groepen met speciale woonbehoeften. Dit vraagt een kwalitatief, divers en flexibel woningaanbod met aandacht voor betaalbaarheid, zorg en bereikbaarheid van voorzieningen. Wij geven ruimte aan eigen wooninitiatieven en staan open voor nieuwe, onderscheidende en creatieve woonvormen.

afbeelding binnen de regeling

Waar zetten we op in?

  • De vitaliteit van de kernen behouden en versterken;

  • Een diverse en flexibele woningvoorraad met aandacht voor aanpasbaar bouwen. Dit maakt het mogelijk dat verschillende doelgroepen (zoals jongeren, gezinnen, ouderen, alleenstaanden en groepen met speciale woonbehoeften) een passende woning kunnen vinden, nu en in de toekomst;

    • Een diverse en flexibele woningvoorraad passend bij de lokale behoefte van verschillende doelgroepen en generaties;

    • Aandacht voor aanpasbaar bouwen en woningaanpassingen. Dit maakt mogelijk dat verschillende doelgroepen een passende woning kunnen vinden en krijgen, nu en in de toekomst;

    • Woonzorg initiatieven worden integraal afgewogen. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de financiën, locatie en wordt meegewogen of er een lokale of regionale behoefte is.

  • Behoud van voldoende betaalbare woningen met name ook bij herontwikkeling;

  • Ruimte bieden aan bijzondere en nieuwe woonconcepten, woonvormen, passend bij de Krimpenerwaard;

  • Afstemmen woningaanbod op ontwikkelingen op andere thema’s. Denk hierbij aan ontwikkelingen in de zorg, sociaal netwerk, duurzaamheid, mantelzorg, streekeigen bebouwing, flexibel inspelen op woonbehoeften, wonen in het buitengebied, etc. Een participatieve aanpak is hierbij het uitgangspunt;

  • Aandacht voor een aantrekkelijke woonomgeving, met voldoende ontmoetingsplekken en voldoende groen en water.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Er zijn minder jongeren (ontgroening) en meer ouderen (vergrijzing);

  • Steeds meer behoefte aan vrije sector huur (te hoog inkomen voor sociale woning, maar lastig om hypotheek te krijgen en);

  • Ouderen blijven langer zelfstandig wonen. Dit vraagt om aandacht voor aanpassingsmogelijkheden in de woningen, nabijheid van voorzieningen en mogelijkheden om thuis zorg te krijgen.

3.5.4 Speerpunt: versterken van de linten

We willen de linten behouden voor de toekomst door ze te versterken.

De linten zijn belangrijk voor het beeld van de Krimpenerwaard en vormen een belangrijke cultuurhistorische karakteristiek. De linten vertellen het verhaal van het ontstaan van de Krimpenerwaard door het ontginnen van het landschap. In de linten is zicht op het landschap belangrijk. Door ontwikkelingen in het buitengebied verandert het gebruik van bebouwing, erven en wegen. Ontwikkeling in de linten draagt bij aan het behoud van de linten. Bij voorkeur komen nieuwe functies (zoals wonen, recreatie en toerisme, andere agrarische verdienmodellen en duurzame ontwikkelingen) in bestaande (cultuurhistorisch waardevolle) bebouwing of in plaats van bestaande bebouwing. Nieuwe bebouwing moet een versterking vormen voor de lokale identiteit.

Ieder lint heeft zijn eigen karakter en kwaliteiten. Daarom zijn ontwikkelingsmogelijkheden per lint verschillend.

Waar zetten we op in?

  • Toekomstgerichte linten;

    • Duurzame agrarische ontwikkelingen (zoals circulaire/adaptieve landbouw, biodiversiteit);

    • Kleinschalige opwek van duurzame energie op het erf;

    • Haalbaarheid en toekomstperspectief van ontwikkelingen in het lint.

  • Ruimte voor ontwikkelingen in de linten die de kwaliteiten en identiteit van het betreffende lint behouden en versterken. Belangrijk hierbij is:

    • Wat passend en gebiedseigen is voor de plek en het lint zoals een passende maat en schaal;

    • Bereikbaarheid en verkeersveiligheid;

    • Omgevingskwaliteit zoals lucht, geluid, veiligheid, gezondheid,leefbaarheid;

    • Landschappelijke waarden zoals erfinrichting, kavelstructuur,openheid, doorzichten;

    • Cultuurhistorische, monumentale en architectonische waarden;

    • Herbestemming. Behoud van (cultuurhistorisch waardevolle) bebouwing door passende herbestemming (zoals wonen, recreatie en toerisme, andere agrarische verdienmodellen en duurzame ontwikkelingen).

afbeelding binnen de regeling

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Energietransitie;

  • Ontwikkelingen in de landbouw zoals schaalvergroting, verbreding en bedrijfsbeëindigingen;

  • Vrijkomend agrarisch vastgoed;

  • De bevolking van Krimpenerwaard groeit. Het CBS verwacht dat de bevolking in ieder geval tot 2030 blijft groeien. Hierdoor neemt de vraag naar woningen toe.

3.5.5 Speerpunt: passende maatschappelijke voorzieningen

We zetten in op passende en bereikbare maatschappelijke voorzieningen. Voor de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de Krimpenerwaard is een passend aanbod van bereikbare maatschappelijke voorzieningen van belang.

De nabijheid en bereikbaarheid van voorzieningen zoals winkels, sport, cultuur, zorg en welzijn en onderwijs, is belangrijk. In de Krimpenerwaard zijn veel sport- en cultuurverenigingen. Het verenigingsleven is van groot belang voor de leefbaarheid van een kern. Deze staat op enkele plekken onder druk. Het slim combineren van functies, gebouwen en voorzieningen draagt bij aan een passend voorzieningenniveau. Het streven is om op basis van realisme en maatschappelijke meerwaarde een dekkende combinatie van voorzieningen te realiseren. Hierbij gaan we mee in ontwikkelingen en behouden we wat goed gaat.

Waar zetten we op in?

  • Streven naar een (minimale) dekkende combinatie van functies, activiteiten en voorzieningen. Benodigde voorzieningen en mogelijke samenwerkingsverbanden versterken elkaar. Samen met de gemeenschap bepalen we wat een realistische minimale dekkende combinatie van functies, activiteiten en voorzieningen is;

  • We zetten in op toegankelijkheid en bereikbaarheid van maatschappelijke voorzieningen voor iedereen (inclusieve samenleving ). Hierbij hebben we extra aandacht voor mensen met een beperking;

  • Initiatieven/voorzieningen die bijdragen aan de vitaliteit en de leefbaarheid van de kernen:

    • Ruimte voor initiatieven die de leefbaarheid en het onderlinge contact versterken;

    • Behouden wat goed gaat: het verenigingsleven koesteren.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Het verenigingsleven staat onder druk bijvoorbeeld doordat het aantal leden terugloopt. Ook verandert de inzet van vrijwilligers. Vrijwilligers willen zich vaak meer kortdurend inzetten en minder binden voor de lange termijn;

  • Op het gebied van zorg en welzijn wordt meer inzet gevraagd van de eigen omgeving. Druk op mantelzorgers neemt hierdoor toe;

  • Het VN-Verdrag voor gehandicapten verplicht overheden om ervoor te zorgen dat het publieke domein toegankelijk is voor mensen met een beperking.

3.5.6 Speerpunt: bevorderen gezondheid

Bevorderen van gezondheid van de inwoners in de gemeente Krimpenerwaard.

Gezondheid is belangrijk voor het welbevinden van mensen. De gemeente kan inwoners stimuleren gezond te leven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de fysieke en mentale weerbaarheid, het tegengaan van drugs- en alcoholgebruik, meer bewegen, verhogen van de vaccinatiegraad en gezonde voeding.

Deze onderwerpen zijn onderdeel van de nota Gezondheid. We zetten verder in op gezondheidspreventie en gezondheidsbevordering. We willen de leefomgeving een positieve bijdrage laten leveren aan de gezondheid.

Waar zetten we op in?

  • Verantwoord middelengebruik: preventie en voorlichting over alcoholgebruik, drugsgebruik en roken. Hierbij is specifiek aandacht voor de Rookvrije Generatie;

  • Mentaal welbevinden: het verminderen van angst, depressie, suïcide, het tegengaan van eenzaamheid en aandacht voor dementie;

  • Gezond gewicht: het realiseren of behouden van een gezond gewicht, waarbij ook aandacht is voor bewegen en voeding;

  • Gezond en kansrijk opgroeien: het versterken van het opgroei- en opvoed- klimaat in gezinnen, wijken, scholen, kinderopvang, etc. met vroegtijdige signalering en ondersteuning. Specifiek aandacht voor kansrijke start (eerste 1000 dagen van een kind) en het verhogen van de vaccinatiegraad.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Meer aandacht voor gezondheid: hierbij wordt breed naar gezondheid gekeken en staat de mens centraal;

  • Positieve gezondheid: uitgaan van het vermogen van mensen om te kunnen omgaan met fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen. Nadruk ligt op potentieel (wat kan er wel) en de focus op gezondheid in plaats van de ziekte of beperking;

  • Aandacht voor: roken, overgewicht, alcoholgebruik, het signaleren en bespreekbaar maken van eenzaamheid en het doorbreken en duurzaam aanpakken van eenzaamheid;

  • Kansrijke start: drie actielijnen (voor de zwangerschap, tijdens de zwangerschap en na de geboorte) om kinderen de best mogelijk start te geven tijdens de eerste 1000 dagen.

3.5.7 Speerpunt: gezond en veilig woon- en leefklimaat

Voldoende rust, een gezonde lucht en een veilige omgeving zijn belangrijk voor onze gezondheid. Bij ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving nemen we gezondheidseffecten mee in onze afweging.

De Krimpenerwaard is een veilig gebied waar mensen in gezondheid oud kunnen worden. De Krimpenerwaard moet een aantrekkelijke en veilige plek blijven om te wonen, werken en te leven.

Door de leefomgeving gezonder in te richten kan veel gezondheidswinst worden geboekt. Een gezonde inrichting van de leefomgeving bevordert de fysieke en mentale gezondheid en beschermt tegen negatieve omgevingsinvloeden. Een gezonde leefomgeving is een leefomgeving die bewoners als prettig ervaren, waar gezonde keuzes gemakkelijk en logisch zijn en waar negatieve invloed op gezondheid zo klein mogelijk is. Belangrijke elementen voor een gezonde leefomgeving zijn uitnodigen tot bewegen (wandelen, fietsen, spelen), aandacht voor groen en water, elkaar ontmoeten (sociale cohesie), ontspanning, een goede milieukwaliteit (lucht, geluid en water), balans tussen geluid en stilte, klimaatbestendigheid (zoals meer groen voor tegengaan hitte- en wateroverlast) en een goede toegang tot voorzieningen. Een veilige leefomgeving is een leefomgeving waarin bewoners, ondernemers, politie, gemeente en andere partners samen werken aan veiligheid.

De gemeente faciliteert dit door het aanbieden en ondersteunen van onder andere het Keurmerk Veilig Ondernemen, Burgernet, WhatsApp buurtpreventie, Meld misdaad anoniem en andere (burger) participatie initiatieven.

afbeelding binnen de regeling

Waar zetten we op in:

  • Integrale aanpak:

    • Gezondheid is integraal onderdeel bij ontwikkelingen in de leefomgeving;

    • Brede aandacht voor signalering van gezondheidsproblemen. Bijvoorbeeld door bij (her) ontwikkeling in woonwijken samen te werken met corporaties;

  • Een goede milieukwaliteit:

    • Aansluiten op Schone Lucht Akkoord;

    • Aandacht voor geluid- en luchtkwaliteit, lichtoverlast. Bijvoorbeeld bij nieuwe ontwikkelingen;

    • Gezonde bodem en schoon water;

    • Gezonde mobiliteit. Inzetten op fietsen en elektrisch vervoer,bijvoorbeeld in het openbaar vervoer, bedrijven- en personenvervoer;

  • Gezond bouwen:

    • Gezonde inrichting van wijken;

    • Gezond en prettig binnenklimaat in gebouwen, hierbij vragen kwetsbare groene en gevoelige bestemmingen extra aandacht;

    • Levensloopgeschikt en flexibel;

  • De inrichting van de openbare ruimte draagt bij aan een positieve gezondheid:

    • De openbare ruimte is toegankelijk en veilig. Ook voor mensen die minder mobiel zijn (rolstoel, kinderwagen, rollator);

    • Er is ruimte voor ontmoeting in de openbare ruimte;

    • De omgeving nodigt uit tot bewegen. Groen in de woonomgeving, ommetjes, speelvoorzieningen en sportvoorzieningen dragen hieraan bij;

    • Stimuleren en faciliteren van het Keurmerk Veilig Ondernemen en het Keurmerk Veilig Wonen bij ontwikkelingen;

    • Voorzieningen zijn bereikbaar en toegankelijk;

  • Veilige leefomgeving:

    • De kwaliteit van de leefomgeving wordt mede bepaald door fysieke veiligheid;

    • Samenwerken aan een veilige en gezonde leefomgeving;

    • De leefomgeving wordt mede vormgegeven volgens de ontwerpprincipes voor veiligheid;

    • Voorkomen of beperken van risico’s vergroot de veiligheid;

    • Afstand tot de risico’s vergroot de veiligheid;

    • Bouwwerken en omgeving bieden bescherming;

    • Bouwwerken en gebieden zijn snel en veilig te verlaten;

    • De omgeving maakt snel en effectief optreden van de hulpdiensten mogelijk;

    • Mensen krijgen bij crisis de passende medische zorg (zorgcontinuïteit); Iedereen is bekend met de risico’s en weet te handelen als dat nodig is.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Landelijk veel aandacht voor het milieu;

  • Landelijk veel aandacht voor gezondheid:

    • Een gezond leefklimaat op school;

    • Een gezond leefklimaat in de woning (bouwen met gezonde materialen);

  • Landelijk veel aandacht voor een gezonde leefomgeving. Het is belangrijk dat de overheid blijft investeren in het verbeteren van de milieukwaliteit (gezondheidspreventie). Daarnaast moet beleid gericht zijn op een fysieke en sociale omgeving die gezond gedrag bevordert.

3.5.8 Speerpunt: ruimte voor vitale, toekomstbestendige bedrijvigheid

We zetten in op gezonde en vitale, toekomstbestendige bedrijvigheid binnen onze gemeente en ontwikkelruimte voor ondernemers. We geven ruimte aan ondernemers om te starten, te groeien en te ontwikkelen op een duurzame en maatschappelijk verantwoorde manier.

Gezonde vitale bedrijven leveren een positieve bijdrage aan de Krimpenerwaard. Ze zorgen voor werkgelegenheid en dragen bij aan de lokale economie en lokale initiatieven.

afbeelding binnen de regeling

Ondernemers moeten voldoende kans krijgen om zich te ontwikkelen. Dit is de basis voor de toekomst en draagt bij aan vernieuwing en innovatie en lokale werkgelegenheid. De gemeente stimuleert en omarmt nieuwe initiatieven en koestert bestaande lokale bedrijven, mits deze toekomstgericht zijn en passen bij het karakter van de Krimpenerwaard.

Waar zetten we op in?

  • Economisch vitale Krimpenerwaard;

  • Stimuleren en koesteren van bestaande lokale bedrijven die op gebied van duurzaamheid actief (willen) zijn en een maatschappelijke meerwaarde bieden;

  • We koesteren bestaande lokale bedrijven die duurzaam en maatschappelijk verantwoord zijn;

  • We stimuleren bedrijven om zich duurzaam en maatschappelijk verantwoord te ontwikkelen;

  • Stimuleren maatschappelijke betrokkenheid van het bedrijfsleven;

  • Ruimte voor innovatie en meer mogelijkheden voor ondernemers op basis van actuele behoeften;

  • Nieuwe functies of mengvormen, beroep/bedrijf aan huis;

  • Duurzame moderne bedrijventerreinen met meerwaarde voor de Krimpenerwaard:

  • We kijken naar de toekomstmogelijkheden van bestaande bedrijven terreinen. Hierbij denken we aan revitalisering, herontwikkeling of transformatie van bedrijventerreinen. Dit doen we op een duurzame manier;

  • We streven naar compacte bedrijventerreinen, bijvoorbeeld dooruitbreiding bij bestaande bedrijventerreinen. Dit zorgt voor:

  • Synergie tussen bedrijven;

  • Beperken van de landschappelijke effecten en het indirecte ruimtebeslag door overlappende milieucirkels;

  • Effectief, veilig en duurzaam gebruik van gemeenschappelijke infrastructuur zoals verkeer, energie en internet;

  • Bij ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen zetten we in op duurzaamheid, maatschappelijke meerwaarde en goede bereikbaarheid. Hierbij spelen we in op de behoefte uit de markt;

  • We zetten actief in op samenwerking met publieke stakeholders zoals provincie Zuid-Holland (woon-werk-akkoord) en de Regio Midden-Holland om economische ontwikkeling en een goede ruimtelijke inpassing mogelijk te maken;

  • Versterken van lokale/regionale samenwerking tussen gemeente, onderwijs en bedrijfsleven onderling en kennisuitwisseling;

  • We streven een betere aansluiting na tussen onderwijs en arbeidsmarkt.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Door vergrijzing en ontgroening verandert het arbeidspotentieel. Bedrijven in de techniek, maar ook in de zorg, hebben behoefte aan gekwalificeerd personeel met competenties passend bij de huidige kennis- en netwerksamenleving;

  • Veranderende overheid heeft invloed op rol ondernemers (meer co-creatie, dialoog);

  • Opkomst van de deeleconomie en circulaire economie;

  • Ondernemers willen hun bedrijfsactiviteiten kunnen uitbreiden en hebben daarvoor behoefte aan uitbreidingsruimte en flexibele regels

  • Transformatie van bedrijventerreinen om de kwaliteit van het gebied te verbeteren. Bij transformatie naar andere bestemmingen wordt gekeken naar compensatie op andere locaties. Hierbij is aandacht voor watergebonden bedrijvigheid en hoge milieu categorie bedrijven;

  • De logistiek is een belangrijke sector in de Krimpenerwaard. Deze sector is in ontwikkeling; Pakket en boodschappenleveringen nemen toe en logistieke processen zijn meer ‘Just in Time’. Landelijk is de verwachting is dat de vervoersmodaliteiten rails en water komende decennia zullen toenemen.

3.5.9 Speerpunt: toeristische en recreatieve voorzieningen ontwikkelen

We geven ruimte aan de ontwikkeling van toeristische en recreatieve voorzieningen in aansluiting op de lokale identiteit. Ontwikkeling van toerisme en recreatie draagt bij aan werkgelegenheid, levendigheid en behoud van waardevolle elementen (voorzieningen, landschap, beleefbaarheid en historie).

Waar zetten we op in?

  • Benutten van de kracht van de Krimpenerwaard:

    • Inwoners en bedrijven als ambassadeurs van de Krimpenerwaard. Bewustzijn en kennis bij inwoners over identiteit, historie en recreatieve voorzieningen helpt hierbij;

    • Toeristische voorzieningen die aansluiten bij de gebiedsidentiteit;

    • Benutten van de centrale ligging in de Randstad nabij Rotterdam, Gouda, Utrecht en Kinderdijk. Hierbij samenwerken met andere gebieden;

    • Beleven en beleefbaar maken van ambacht, cultuur, historie, landschap en natuur. Denk hierbij aan het beleefbaar maken van de historie en ontwikkeling van de kernen en linten, de waarde en ontstaansgeschiedenis van het buitengebied en het beleven van (on)zichtbare elementen van de Oude Hollandsche Waterlinie;

  • Meer recreatieve overnachtingen in de Krimpenerwaard. Extra verblijfsrecreatieve functies dragen hier aan bij, bijvoorbeeld een landschappelijk park met vakantiewoningen, recreatiewoningen, camperplaatsen of (ouderen/zorg) hotel in het buitengebied;

  • Horeca past bij het karakter van de plek. Dus passend bij de kern of passend in het buitengebied;

  • Recreatieve voorzieningen hebben een meerwaarde voor het gebied en de kernen.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Behoefte aan authenticiteit, lokaal en natuurlijk produceren. Ambacht en vakmanschap;

  • Behoefte aan recreatiemogelijkheden;

  • Toename van toerisme en recreanten;

  • Overlast van recreanten;

  • Bereikbaarheid en verkeersveiligheid staat op plekken onder druk door combinaties van recreatief verkeer en ander (bedrijfsmatig) verkeer.

3.5.10 Speerpunt: recreatieve verbindingen verbeteren

We verbeteren de ontsluiting van waardevolle natuur- en landbouwgebieden voor recreanten. Het buitengebied heeft een uniek landschappelijk karakter, een bijzondere geschiedenis en waardevolle natuurwaarden. Door het buitengebied beter beleefbaar te maken kunnen meer mensen hier van genieten.

Waar zetten we op in?

  • Beleefbaar maken van natuur, historie en landschap;

  • Uitbreiding van wandel- en fietspaden en watergebonden recreatie door natuur- en landbouwgebieden;

  • Recreatieve verbindingen tussen buitengebied en kernen versterken;

  • Initiatieven waarbij rekening gehouden wordt met het landschappelijke karakter;

  • Verbindingen leggen met gebieden buiten de Krimpenerwaard om de recreatieve structuur te versterken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Rotterdam, Kinderdijk, Ridderkerk, Gouda, Oudewater en Nieuwpoort. Hierbij gaat het niet alleen om fysieke verbindingen, maar ook om samenwerkingsverbanden. Een voorbeeld is het aanbieden van recreatieve pakketten in samenwerking met omliggende gebieden.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Bereikbaarheid van het buitengebied door toename van e-bikes;

  • Behoefte aan authenticiteit, lokaal, natuurlijk produceren. Ambacht en vakmanschap;

  • Behoefte aan recreatiemogelijkheden;

  • Ontwikkeling van de NNN (Natuurnetwerk Nederland) in de Krimpenerwaard;

  • Steeds meer samenwerking op het gebied van recreatie en toerisme. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Cheese Valley, Groenalliantie, Oude Hollandse Waterlinie en het Groene Hart. Het aanbieden van combinatie-pakketten van verschillende lokale en regionale ondernemers zoals de Krimpenerwaard box met lokale streekproducten van verschillende ondernemers;

  • Het meer verbinden van recreatie met cultuur en monumenten (voorbeelden: verlichte boerderijroute, vaarroute langs de Oude Hollandse Waterlinie).

afbeelding binnen de regeling

3.5.11 Speerpunt: toekomstbestendige winkelgebieden

We geven ruimte aan vernieuwing en verbetering van de bestaande winkelgebieden en de aansluiting op de lokale identiteit.

De centrumgebieden van de kernen veranderen omdat het winkelen verandert. Thuiswinkelen zorgt voor een ander gebruik van winkelgebieden. Functies worden gecombineerd. Winkelen wordt meer een beleving of een dagje uit. Hier moeten gebieden zich op aanpassen en onderscheiden om aantrekkelijk te blijven. Winkeliers/ondernemers werken onderling samen, maar ook met de gemeente.

afbeelding binnen de regeling

Waar zetten we op in?

  • Compacte, comfortabele, complete, aantrekkelijke en toekomstgerichte winkelgebieden met eigen identiteit. Dit vraagt maatwerk per kern, passend bij de omvang en identiteit van de kern;

  • Samenwerking tussen ondernemers om winkelgebieden te versterken;

  • Lokale, ambachtelijke en circulaire winkels;

  • Slimme combinaties van verschillende soorten winkels en andere voorzieningen om de centrumgebieden van de kernen aantrekkelijk te houden;

  • Waar passend en realistisch de boodschappenfunctie in kernen behouden;

  • Regionale functie van de winkelgebieden in Schoonhoven en Bergambacht versterken;

  • Inzetten op herstructureringsopgaven waar dit helpt om winkel gebieden toekomstbestendig te maken. Bijvoorbeeld in de kernen Haastrecht en Lekkerkerk.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Beleving staat steeds meer centraal bij het winkelen. Horeca speelt hier een belangrijke rol in;

  • Toename online verkoop en afname m² fysieke winkels;

  • Functiemenging en branchevervaging/blurring (bv. de kapper annex koffiebar);

  • Behoefte aan authenticiteit, lokaal, natuurlijk produceren. Ambacht en vakmanschap;

  • Aandacht voor circulaire economie en lokale producten.

3.5.12 Speerpunt: sociale verbinding bevorderen

Bevorderen van de sociale verbinding tussen inwoners.

De sociale verbinding binnen de diverse kernen in de Krimpenerwaard wordt als zeer waardevol ervaren.

Om de sociale verbinding te behouden en verder te ontwikkelen geven we ruimte aan initiatieven die dit versterken. Bewoners, verenigingen en organisaties dragen door het organiseren van activiteiten bij aan de sociale verbinding.

We ondersteunen, stimuleren en faciliteren deze activiteiten. Hierdoor wordt zoveel mogelijk ruimte gegeven aan de eigen kracht van de samenleving.

Waar zetten we op in?

  • Stimuleren van activiteiten en ontmoetingen binnen de Krimpenerwaard, zodat iedereen mee kan doen;

  • Onderlinge solidariteit tussen inwoners;

  • Samenwerking tussen de kernen. Kernen werken samen, versterken elkaar en vullen elkaar aan;

  • Bijvoorbeeld samenwerking tussen verenigingen op het gebied van sport, cultuur, ondernemen en onderwijs;

  • Benutten van de identiteit van de kernen om elkaar te versterken.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Transitie en transformatie van de zorg in het sociale domein. De rol van de lokale overheid verandert. De samenleving als geheel is meer aan zet om voor elkaar te zorgen. De overheid ondersteunt initiatieven die bijdragen aan samenredzaamheid en zelfredzaamheid;

  • Na de herindeling in 2015 is de samenwerking tussen de kernen toegenomen.

afbeelding binnen de regeling

3.5.13 Speerpunt: vergroten fysieke bereikbaarheid

Aanpassen van onze wegen aan de vereisten van deze tijd. We willen dat mensen zo min mogelijk onnodig stilstaan op de weg. We zoeken hierbij naar toekomstbestendige oplossingen.

Een goede bereikbaarheid is van belang voor de economie en de aantrekkelijkheid van de Krimpenerwaard als gebied om te wonen en te werken. De wegen van de Krimpenerwaard zijn de afgelopen zestig jaar weinig veranderd. Er zijn nu weinig wegen om in of uit de Krimpenerwaard te komen omdat de (oever) verbindingen beperkt zijn. Door toename van het aantal verkeersdeelnemers loopt het verkeer vast in de spits bij bijvoorbeeld de Algerabrug en bij Westergouwe in Gouda.

Ook de verbindingen tussen de kernen onderling (met name het openbaar vervoer) vragen aandacht. Bij een aantal kernen lopen de N-wegen vaak vast door de beperkte capaciteit van de rotondes in de ochtend- en avondspits. De gemeente wil dat dit verbeterd wordt. Knelpunten moeten worden aanepakt. Bij deze aanpak zoeken we naar toekomstbestendige oplossingen. Hierbij kijken we naar duurzame alternatieven, sociale aspecten en het effect op de leefomgeving.

Waar zetten we op in?

  • Mobiliteitsmanagement. Doel is het verbeteren van de verbindingen met het omringende verkeersnetwerk (A20, A12). Daarnaast (via ICT-hulpmiddelen) bevorderen van de juiste routekeuze en de keuze van de juiste modaliteit (auto, fiets of openbaar vervoer). Door gebruik van alternatieve routes (bijvoorbeeld via veren) te bevorderen en overstappen op openbaar vervoer of fiets te vergemakkelijken, wordt de doorstroming in het geheel verbeterd;

  • Werken aan het verbeteren van het aandeel van het openbaar vervoer en de (elektrische) fiets. Daarbij wordt gezocht naar het beïnvloeden van het reisgedrag (de keuze van de juiste modaliteit: auto, fiets of openbaar vervoer) en het inzetten van ICT-hulpmiddelen;

  • Stimuleren van gebruik van duurzame vormen van mobiliteit, zoals openbaar vervoer, (elektrische) fiets, lopen, elektrische waterstof voertuigen en deelauto’s;

  • Zoeken naar (innovatieve) oplossingen om de ‘last-mile’ (afstand tussen vertrekpunt/bestemming en openbaarvervoerhalte) te overbruggen;

  • Verbetering van de oeververbindingen en het beter benutten van de huidige (varende) oeververbindingen. Bijvoorbeeld door mee te werken aan de verbetering van de Algera-Corridor;

  • Onderzoek naar de mogelijkheden om de gebiedsontsluitingswegen van de hele Krimpenerwaard te verbeteren;

  • Verbeteren en continueren van fietsroutes:

    • Interne aansluitingen;

    • Aansluitingen op routes buiten de Krimpenerwaard, waaronder het snelfietsroutenetwerk.

  • Aandacht voor de effecten van mobiliteit op de leefomgeving. effecten op de luchtkwaliteit en geluidsniveaus;

  • Nieuwe ontwikkelingen voor bijvoorbeeld woningbouw of bedrijven moeten passen bij de verkeerscapaciteit van de wegen. Zowel nu als in de toekomst. Eventuele aanpassingen die nodig zijn om nieuwe ontwikkelingen in te passen zijn integraal onderdeel van de ontwikkeling.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Behoefte aan een betere doorstroming op de piekmomenten van de dag;

  • Vraag naar bereikbaarheid van een aantal kernen en buitengebied vanuit kernen en met omliggende gemeenten;

  • Uitbreiding van bestaande bedrijven. Kans op vertrek van bestaande bedrijven waar bereikbaarheid en infrastructuur een belangrijke rol spelen;

  • Toename van verkeersdrukte op doorgaande wegen en toegangswegen van de kernen;

  • De Krimpenerwaard wordt gebruikt door sluipverkeer als doorsteek wanneer de snelwegen vast staan;

  • Toename bestemmingsverkeer in het buitengebied;

  • Agrarische voertuigen en voertuigen van agrarische leveranciers worden breder en de verschillende verkeerssoorten in het buitengebied neemt toe. Dit leidt tot minder doorstroming; Toename van (elektrisch) fietsverkeer;

  • Ouderen die langer zelfstandig thuis wonen en die last hebben van de ‘last-mile’ (afstand tussen vertrekpunt/bestemming en OV-halte) problemen.

afbeelding binnen de regeling

3.5.14 Speerpunt: vergroten verkeersveiligheid

Verkeersdeelnemers moeten veilig zijn in het verkeer. Hiervoor zoeken we passende oplossingen per gebied en stimuleren we initiatieven die hieraan bijdragen. We geven hierbij extra aandacht aan de kwetsbare verkeersdeelnemers: de fietsers en de voetgangers.

In het buitengebied zijn de wegen in de linten vaak smal en worden gebruikt door verschillende soorten verkeer (groot landbouw verkeer, woonwerkvervoer, kinderen die naar school gaan en recreatief verkeer). Deze verschillende verkeerssoorten moeten veilig gebruik kunnen maken van deze wegen. Ook in de kernen vraagt verkeersveiligheid aandacht. Bijvoorbeeld in gebieden rond scholen en bij winkelgebieden.

Waar zetten we op in?

  • Aanpakken van situaties waar het risico op ongevallen groter is. We richten ons daarbij op de kwetsbare verkeersdeelnemers: de voetgangers en fietsers:

    • Voor de kernen sluiten we hierbij aan op het Integrale Verkeersveiligheidsplan dat in voorbereiding is;

    • Voor het buitengebied zoeken we de samenwerking met het Hoogheemraadschap (als wegbeheerder) om knelpunten in kaart te brengen en aan te pakken. Hierbij besteden we aandacht aan het landbouw- en bedrijfsverkeer en zoeken we samen naar toekomst bestendige oplossingen. Denkrichtingen hierbij zijn het ontlasten van de wegen in het buitengebied door het aanleggen van kavelpaden en het creëren van meer huiskavels;

  • Verbeteren en continueren van veilige fietsroutes:

    • Aansluitingen en verbindingen binnen de Krimpenerwaard;

    • Aansluitingen op routes buiten de Krimpenerwaard, waaronder het snelfietsroutenetwerk;

  • Gezamenlijke aanpak van gemeente, scholieren, bewoners en ondernemers om inzicht in verkeerssituaties te vergroten;

  • Bij nieuwe ontwikkelingen is nadrukkelijk zorg voor verkeersveiligheid, zowel tijdens de realisatie als na ingebruikname.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Toename van verkeersdrukte op doorgaande wegen en toegangswegen van de kernen;

  • Toename bestemmingsverkeer in het buitengebied;

  • Toenemend en breder (agrarisch) werkverkeer op smalle wegen in het buitengebied en door de kernen; Agrarische voertuigen en voertuigen van agrarische leveranciers worden steeds breder . Dit gecombineerd met de toename aan verkeerssoorten leidt tot gevaarlijke verkeerssituaties en schade aan de wegen in het buitengebied;

  • Toename recreatief fietsverkeer en e-bikes.

3.5.15 Speerpunt: digitale bereikbaarheid vergroten

Goede digitale bereikbaarheid en verbinding voor ondernemers en inwoners.

Een goede digitale bereikbaarheid is belangrijk voor de ontwikkeling van de Krimpenerwaard. Denk hierbij aan het belang voor ondernemers, toerisme, recreatie, onderwijs en zorg. We willen zorgen voor een goede digitale basisinfrastructuur, zodat onze inwoners en ondernemers digitaal bereikbaar zijn. Zo houden we een aantrekkelijk woon- en ondernemersklimaat.

Daarnaast is een goede digitale bereikbaarheid een alternatief voor fysieke bereikbaarheid.

De digitale mogelijkheden en afhankelijkheid om met elkaar in verbinding te komen zullen de komende jaren alleen maar toenemen. Dat heeft gevolgen voor onze wijze van ontmoeten, winkelen en werken. Inwoners, organisaties en ondernemers willen beschikken over snel internet. Dat draagt bij aan een goed ondernemersklimaat en geeft kansen voor bedrijvigheid. Nieuwe digitale technologische mogelijkheden kunnen veel betekenen voor de Krimpenerwaard, bijvoorbeeld in de zorg en om met elkaar in contact te blijven. Hoe kunnen wij daar nog slimmer gebruik van maken?

Op een aantal plekken in het buitengebied is de internetverbinding niet optimaal. Het streven van de gemeente is dat alle inwoners en bedrijven toegang kunnen krijgen tot snel internet.

Waar zetten we op in?

  • Een goede digitale basisinfrastructuur: snelle internetverbinding in de hele Krimpenerwaard;

  • Digitale mogelijkheden om met elkaar in verbinding te komen en te blijven;

  • Digitale bereikbaarheid en toegankelijkheid van voorzieningen;

  • Voor de benodigde infrastructuur is het uitgangspunt om te komen tot slimme combinaties met bestaande palen, masten en dergelijke; Het ruimtebeslag van aanvullende infrastructuur moet zo beperkt mogelijk blijven.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Toenemende behoefte aan digitale bereikbaarheid zowel van inwoners als van bedrijven;

  • Toename van het thuiswerken;

  • Toenemende digitalisering en toepassingsmogelijkheden;

  • Landelijke uitrol 5G netwerk met bijbehorende infrastructuur (masten).

3.5.16 Speerpunt: ruimte voor adaptieve landbouw

De gemeente geeft ruimte aan omgevingsbewuste (agrarische) ondernemers.

Behoud door ontwikkeling: ons buitengebied is waardevol, maar ook kwetsbaar.We willen de waarden voor de toekomst behouden. Dat kan alleen als het past in de omgeving. Als landgebruik zich aanpast aan de ontwikkelingen, mogelijkheden en beperkingen van het buitengebied. Dit is in het verleden al vaker gebeurd. De boeren in de Krimpenerwaard zijn gewend om te boeren met een relatief hoog waterpeil en met beperkte verkaveling.

De landbouw en natuur dragen het landschap, maar leggen er ook druk op. Dit raakt maatschappelijk relevante vraagstukken als milieu, klimaatverandering, bodemdaling, verkeer en biodiversiteit. In ontwikkeling blijven is voor zowel natuur als landbouw van levensbelang. Hoe komt er ruimte voor landschap én natuur, waarbij ook aandacht is voor andere ontwikkelingen zoals bodemdaling en recreëren.

De melkveehouderij heeft een groot deel van de landbouwgrond van de Krimpenerwaard in gebruik. Zij zijn belangrijk voor de voedselvoorziening, natuur-, landschap- en weidevogelbeheer als ook voor biodiversiteit. Om de bodemdaling te beperken zullen de gebieden op de lange termijn meer water moeten vasthouden. Gebiedsgericht watermanagement zien we als sleutel om de diverse doelen te behalen. De melkveehouderij is de basis in de Krimpenerwaard, maar heeft in aantallen vee geen groeimogelijkheden. We zien toekomst in een extensievere landbouw. De groei zit vooral in toegevoegde waarde op het product of bedrijf in de vorm van andere maatschappelijke diensten. In samenwerking met de agrarische sector en andere overheden wordt gezocht naar economische perspectieven (korte ketens) die het gebied versterken. Kringlooplandbouw en adaptieve landbouw (minder input van buitenaf en meer gebruik maken van de natuurlijke omstandigheden) vormen hierbij uitgangspunt. Naast de landelijke beperkingen (mestwetgeving, broeikasgassen en stikstof ) stellen o.a. ook de bodemdaling, natuurontwikkeling en de verkeersveiligheid de landbouw voor nieuwe uitdagingen.

afbeelding binnen de regeling

Waar zetten we op in?

  • Toekomstgericht en omgevingsbewust landgebruik passend in de omgeving:

    • grondgebruik dat bijdraagt aan beperken van bodemdaling en CO2 uitstoot;

    • grondgebruik dat bijdraagt aan schoon water, biodiversiteit, kringlooplandbouw;

    • ontwikkelingen in balans met de landschappelijke en cultuurhistorische waarden, leefbaarheid en identiteit;

    • gebiedsgericht watermanagement;

    • in de toekomst speelt de (extensieve) melkveehouderij een belangrijke rol;

    • landgebruik met economisch perspectief ;

  • Ruimte voor omgevingsbewuste agrarische ondernemers. Hierbij denken we aan:

    • Landbouw onafhankelijk van stikstofderogatie, verantwoord gebruik van mest;

    • Grondgebonden en circulaire agrarische bedrijven;

    • Weidegang van vee;

    • De principes van duurzaamheidslabels zoals PlanetProof, biologisch en 100% grass based;

    • Ontwikkeling van vernieuwende concepten en verdienmodellen zoals agrarische natuurbedrijven, natte teelten en energie;

    • Andere functies in het landelijk gebied (zoals recreatie en zorg);

    • Korte ketens door bijvoorbeeld het zelf vermarkten van producten en directere verkoop aan consumenten.

  • Gebiedsgerichte samenwerking:

    • Samenwerking met agrariërs en mede overheden;

    • Kennisontwikkeling en uitvoerbare maatregelen.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Schaalvergroting, verbreding en bedrijfsbeëindiging van agrarische bedrijven hebben gevolgen voor landschap, infrastructuur en beleefbaarheid van het gebied en bebouwing. De variatie in het landschap neemt af, transportafstanden nemen toe, de agrarische voertuigen zijn te groot en te zwaar voor de wegen, en de grootte van de bebouwing sluit niet meer aan bij de identiteit van het gebied;

  • Biodiversiteit neemt wereldwijd af, wat o.a. van invloed is op de weidevogelstand. Maar ook agrarische bedrijven merken dat ze minder op de natuur kunnen vertrouwen en meer en meer kunstgrepen moeten toepassen. Ook buiten het geplande Natuurnetwerk (NNN) is aandacht voor biodiversiteit nodig;

  • Met toenemende aandacht voor klimaat, uitstoot broeikasgassen, biodiversiteit, waterbeschikbaarheid en -kwaliteit en energie neemt het belang om bodemdaling tegen te gaan toe;

  • De energietransitie leidt tot een nieuwe ruimtevraag voor opwek van duurzame energie. Dit kan een claim leggen (op een deel van de) landbouwgronden.

3.5.17 Speerpunt: biodiversiteit vergroten

Voldoende toegankelijk en aantrekkelijk groen, natuur en water zijn van groot belang voor een gezonde leefomgeving (RIVM). We willen de biodiversiteit in onze leefomgeving vergroten.

Voor de ecologische balans in een gebied is het goed wanneer er verschillende soorten planten en dieren zijn (biodiversiteit). Eenzijdigheid vergroot de kans op ziekten en plagen, gezondheidsproblemen en de effecten van klimaatverandering. Om biodiversiteit te bevorderen zijn voortplanting-, voedsel-, rust-, verplaatsing- en schuilgelegenheden nodig. Acties om de biodiversiteit te vergroten gaan over de hele Krimpenerwaard. Bijvoorbeeld in lokale stapstenen en in langgerekte verbindingen voor de verspreiding van streekeigen soorten die doorlopen in de kernen. Water is essentieel in het realiseren van deze ambities. De gemeente stimuleert initiatieven die bijdragen aan behoud en bevordering van de biodiversiteit.

Voor de Krimpenerwaard is er speciale aandacht voor weidevogels. Wat betreft watervogels heeft de Krimpenerwaard een IBA-status (Important Bird and Biodiversity Area) wat betekent dat het gebied van internationaal belang is voor het behoud van deze soorten.

Waar zetten we op in?

  • Initiatieven in het buitengebied en de kernen die bijdragen aan het behoud van streekeigen soorten en de biodiversiteit bevorderen;

  • Versterking van de kennis over biodiversiteit bij inwoners en ondernemers;

  • Combinaties met natuur- en landschapsontwikkeling bij nieuwbouw en renovatie;

  • Aansluiting bij initiatieven en samenwerking met omliggende regio’s om de biodiversiteit te bevorderen, zoals Prachtlint;

  • Win-win situaties creëren in combinatie met maatregelen in het kader van klimaatverandering (minder stenen tegen hittestress en wateroverlast) en gezondheid (groene leefomgeving);

  • Planten van bomen in de kernen en bij recreatiegebieden. Ruimte bieden voor nieuw bos en intensiveren van bosgebieden.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Wereldwijde afname van de biodiversiteit, waaronder het aantal insecten en weidevogels. Belang en inzicht over de toegevoegde waarde van een biodivers landschap neemt toe;

  • Toename van invasieve exoten in de natuur, zoals bijvoorbeeld de rivierkreeft en de Japanse duizendknoop, die inheemse soorten verdringen en voor overlast zorgen;

  • Afname van groen in onze leefomgeving. Door inbreiding in het bebouwd gebied neem de groene ruimte af. In de kernen in de Krimpenerwaard is al relatief veel verharding en weinig groen, zodat er grotere kans is op water overlast en hittestress en minder biodiversiteit;

  • Er wordt al veel natuur ontwikkeld in de Krimpenerwaard. Zo wordt in de Krimpenerwaard een deel van het Natuur netwerk Nederland (NNN) gerealiseerd en zijn er ontwikkelingen in het Loetbos en in de Krimpener hout.

3.5.18 Speerpunt: klimaat adaptieve inrichting in de kernen

We spelen in op de gevolgen van de klimaatverandering. We gaan wateroverlast, droogte en hittestress tegen.

Het weer wordt extremer: meer regen in een keer en langere warmere periodes. Hierdoor wordt het warmer in de kernen (hittestress) en kan bij veel regen het water voor overlast zorgen. Dit vraagt om aanpassingen om het in de kernen leefbaar te houden.

Waar zetten we op in?

  • Wateroverlast tegengaan;

  • Water langer vasthouden in bebouwd gebied. Dit kan op en in bebouwing, in de openbare ruimte en in tuinen. Meer vergroening, extra oppervlaktewater en lokale wateropvang dragen hier aan bij;

  • Voldoende ‘koelere’ plekken in de kernen. In gebieden met veel bebouwing en weinig groen en water wordt het sneller warm. We zetten in op meer groen in en om de kernen. Dit draagt ook bij aan verbetering van de woonkwaliteit en de gezondheid;

  • Bij nieuwe ontwikkelingen zoals nieuwe wijken gebruik maken van de kwaliteit van het (onderliggende) landschap voor verkoeling en afvoeren van water. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van de slotenstructuur. Hiermee versterken we ook de identiteit van de Krimpenerwaard;

  • Klimaatadaptieve inrichting van bestaande (historische) en nieuwe bebouwing, openbaar gebied en gronden. We sluiten aan op het Convenant Klimaatadaptief Bouwen in Zuid-Holland. Hierbij denken we aan groene daken, koele plekken in huis, wateropvang op eigen terrein, etc.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Toename van regenval, zeespiegelstijging en bodemdaling. Dit leidt vaker tot meer piekbelasting van het watersysteem in natte perioden en daardoor wateroverlast in de Krimpenerwaard;

  • Toename van droogte door meer extremen in het weer;

  • Klimaatbestendige wateraanvoer Midden-Nederland (KWA); dit speelt op de gemeentegrens Lopik/Krimpenerwaard, verbreding watergangen in aansluiting op de Vlist;

  • Klimaatstresstest brengt wateroverlast, hitte en droogte in beeld.

3.5.19 Speerpunt: water vasthouden in het buitengebied

We zetten in op het vasthouden van water in het buitengebied, zodat we dit kunnen gebruiken in periodes van droogte.

Het weer wordt extremer. Er komen langere periodes van droogte en de buien worden extremer. Ons watersysteem pompt bij periodes van neerslag het water weg, maar in droge periodes is er water te kort.

afbeelding binnen de regeling

Waar zetten we op in?

  • Bodemmaatregelen om de bodem meer water vast te laten houden, zodat bodemdaling en CO2 uitstoot worden beperkt. Water vasthouden in de bodem kan bijvoorbeeld door waterinfiltratiesystemen te installeren;

  • Een goede bodemstructuur en het voorkomen van bodemverdichting (door o.a. zware machines) houdt het water beter vast;

  • Koppeling met andere kansen. Zoals stabiliseren of verhogen van het grondwaterpeil of extra oppervlaktewater combineren met bijvoorbeeld natte teelten, recreatie en energieopwekking.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Klimaatverandering, extremere weersomstandigheden. Watertekort in droge periodes, wateroverschot in natte periodes;

  • Maatregelen om bodemdaling tegen te gaan hebben water nodig (water vraag vernatting en waterinfiltratiesystemen). Daarom is het van belang het water zoveel mogelijk in het gebied vast te houden en niet weg te pompen;

  • Realisatie van de nieuwe natuur door de provincie in Natuurnetwerk Nederland (NNN);

  • Bodemdaling heeft invloed op het verzakken van de (cultuurhistorisch waardevolle) lintbebouwing;

  • Het bedrijfsleven zet meer en meer in op het realiseren van duuzaamheids- doelen waarbij water een cruciale rol vervult;

  • De Europese Unie heeft in 2000 de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) geïntroduceerd. Deze regelgeving is bedoeld om de kwaliteit van al het grond- en oppervlaktewater binnen de EU te beschermen, te verbeteren en duurzaam gebruik van water te bevorderen. Deze richtlijn is overgenomen door het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK).

3.5.20 Speerpunt: tegengaan van bodemdaling

We willen zoveel mogelijk voorkomen dat de bodem verder daalt en stimuleren vernieuwing en koppelkansen met passende teelten en andere functies.

Bodemdaling is een gevolg van de manier waarop we de veenbodem gebruiken. Afbraak (oxidatie) door het onttrekken of wegzijging van water, krimp door uitdroging en zetting door belasting zijn de belangrijkste oorzaken. Het oxideren van veen zorgt voor koolstofdioxide (CO2)-vorming en het vrijkomen van broeikasgas lachgas (N2O) en methaan (CH4).

Het tegengaan van bodemdaling voorkomt uitstoot van CO2, N2O en CH4, hoge kosten voor verzakking van infrastructuur en gebouwen. Daarnaast heeft het tegengaan van bodemdaling op de lange termijn een positief effect op waterkwaliteit en waterveiligheid.

Waar zetten we op in?

  • Tegengaan van bodemdaling zowel in de kernen als in het buitengebied;

  • Maatregelen die bodemdaling tegengaan:

    • Stabiliseren en daar waar mogelijk verhogen van de grondwaterstand;

    • Maatregelen om de bodem meer water vast te laten houden. Voorbeelden zijn waterinfiltratiesystemen en duurzaam graslandbeheer;

    • Nieuwe technieken toepassen zoals het aanbrengen van een kleilaag van enkele millimeters;

    • Nieuwe, minder bodembelastende vormen van mobiliteit in het buitengebied. Denk aan maairobots, drones, melk en mest per leiding en kabelbanen;

    • Nieuwe vormen van landgebruik en verdienmodellen, zoals natte teelt, energie, recreatie, ‘waterhouderij’, natuur en lichtere koeien;

    • De bodem zo min mogelijk in contact laten komen met zuurstof om veenoxidatie (verbranding) te voorkomen. Bijvoorbeeld door de bodem bedekt te houden, zo min mogelijk bodembewerking en zeer beperkt akkerbouw/mais toe te passen;

    • Publiek geld inzetten waar de maatregelen het meest relevant en effectief zijn;

  • Het faciliteren en stimuleren van brede samenwerking in het gebied, onderzoek en initiatieven die bijdragen aan het tegengaan van bodemdaling. Dit geldt voor particulieren, (agrarische) bedrijven, mede overheden zoals waterschappen en maatschappelijke organisaties. Hierbij wordt aangesloten bij de Veenweidestrategie als benoemd in het Klimaatakkoord;

  • Bodemdalingvriendelijk bouwen:

    • Bij locatiekeuze meewegen hoe geschikt de bodem is en het ontwerp hierop aanpassen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld drijvende woningen in natte gebieden;

    • Slimme ontwerpen, lichte materialen, nieuwe bouwmethoden en funderingstechnieken gebruiken, zowel bij gebouwen als bij infrastructuur.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Bodemdaling in de veenweidegebieden, als gevolg van oxidatie door verlaging van de waterstand en wegzijging richting de Zuidplas polder, krimp door uitdroging en zetting door belasting van de bodem;

  • De ondertekening van het klimaatakkoord in juni 2019. Het klimaatakkoord is een pakket aan maatregelen om het reductiedoel van 49% CO2 in 2030 te behalen. Iedere sector moet daaraan bijdragen. Het verminderen van de CO2-uitstoot door bodemdaling draagt hier aan bij. Het Nederlands Kenniscentrum Bodemdaling ontwikkelt kennis en voert pilots uit over maatregelen tegen bodemdaling;

  • Drinkwaterwinning zorgt voor bodemdaling. Onderzoek door Oasen naar de uitbreiding van het drinkwaterwingebied (wateronttrekking) in de Krimpenerwaard;

  • Proeftuin Krimpenerwaard, waar melkveehouders, onderzoekers, adviseurs en anderen samenwerken aan een blijvende rol voor de landbouw op veen. Dat betekent kijken en meebewegen met de natuurlijke veerkracht van bodem, gewas en dieren. We noemen dat adaptieve landbouw;

  • Er ligt een opgave van het Rijk om 2250 hectare nieuwe natuur (NNN, Natuurnetwerk Nederland) aan te leggen in de Krimpenerwaard. Tegelijkertijd moet de waterkwaliteit voldoen aan Europese richtlijnen en kijkt het hoogheemraadschap waar in het werk ook de bodemdaling aangepakt kan worden. Dit wordt gerealiseerd vanuit het programma Veenweiden Krimpenerwaard.

3.5.21 Speerpunt: waterveiligheid als basisvoorwaarde

Waterveiligheid is een basisvoorwaarde om te kunnen wonen, werken en leven in de Krimpenerwaard. Het is een voorwaarde bij iedere ontwikkeling.

De lage ligging van onze gemeente achter de dijken levert gevaar voor overstroming op. Door veilige robuuste dijken houden we droge voeten in de Krimpenerwaard. Dit is de basis om er veilig te kunnen blijven leven. In geval van een dijkdoorbraak kan de Krimpenerwaard tot 4 meter onder water komen te staan en zijn evacuatiemogelijkheden van belang.

Waar zetten we op in?

De gemeente werkt samen met de waterschappen aan een waterveilige Krimpenerwaard. Hierbij kijken we bij ontwikkelingen naar:

  • Continuïteit van kwetsbare functies, zoals waterwininstallaties,elektriciteitsvoorziening, bijvoorbeeld gemeentelijke archieven en hulp diensten bij overstroming;

  • Evacuatiemogelijkheden:

    • Hoge punten die schuillocaties bieden bij overstroming;

    • Mogelijkheden voor evacuatie bij overstroming vergroten;

  • Het effect op toekomstige dijkversterking. Door bijvoorbeeld nieuwe bebouwing niet te dicht op de dijk te bouwen. Dit spaart kosten bij een toekomstige dijkversterking;

  • Bij dijkversterkingen aandacht voor meekoppelkansen zoals het verbeteren van fietsveiligheid en kansen voor de horeca op de Lekdijk.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Nota Waterveiligheid van de waterschappen (HHSK, HDSR, Rijnland);

  • Deltaplan Waterveiligheid van het Rijk;

  • Klimaatverandering zorgt voor zeespiegelstijging en fluctuatie in toevoer van water door de rivieren. Dit zorgt in de zomer voor watertekorten in de rivier. Dit heeft bijvoorbeeld invloed op de stabiliteit van de dijk.

afbeelding binnen de regeling

3.5.22 Speerpunt: samenwerken aan goede waterkwaliteit

Schoon water is van levensbelang. De gemeente werkt samen met andere partijen aan een goede waterkwaliteit.

Zoetwater van goede kwaliteit is belangrijk voor natuur en landbouw. Dit gaat om regen, grond-, oppervlakte- en irrigatiewater. Schoon water in rivieren, sloten en plassen is van belang voor de gezondheid bij recreatief gebruik zoals zwemmen. Hoe zorgen we voor gezond water? Het water in de Krimpenerwaard is onderdeel van een groter systeem. In dit systeem dragen we bij aan water van een goede kwaliteit. Dit vraagt samenwerking met andere partijen.

Waar zetten we op in?

De gemeente werkt samen met partijen zoals waterschappen, waterwinbedrijven, provincie, natuurbeheerders en agrariërs aan een goede waterkwaliteit. Hierbij kijken we naar:

  • Voorkomen (erf) afspoeling (vervuild water dat vanaf de straat of mest die vanuit het weiland in het water terecht komt), zowel in de openbare ruimte als in het buitengebied op agrarische percelen;

  • Stimuleren van ecologische inrichting van water en oevers, zowel in de bebouwde omgeving (nieuwbouw & reconstructie) als in het buitengebied. Bijvoorbeeld door natuurvriendelijke oevers (riet en planten in de natuurvriendelijke oevers zuiveren het water);

  • Minder gebruik maken van gewasbeschermings- en bestrijdingsmiddelen (deze komen via het grondwater in het oppervlaktewater terecht), zowel in de bebouwde omgeving (nieuwbouw & reconstructie) als in het buitengebied;

  • Beperken temperatuurstijging van het oppervlaktewater;

  • Stimuleren kringloop- en adaptieve landbouw.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • De Europese Unie heeft in 2000 de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) geïntroduceerd. Deze wettelijke regelgeving is bedoeld om de kwaliteit van al het grond- en oppervlaktewater binnen de EU te beschermen, te verbeteren en duurzaam gebruik van water te bevorderen. Deze richtlijnen worden in samenwerking met het gebied (met bv. inwoners, agrariërs, overheden) uitgewerkt door het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard;

  • Deltaprogramma agrarisch waterbeheer, Landelijk programma verbetering waterkwaliteit LTO samen met hoogheemraadschappen;

  • Klimaatverandering zorgt voor zeespiegelstijging en fluctuatie in toevoer van water door de rivieren. Dit zorgt in de zomer voor watertekorten in de rivier. Hierdoor komt er meer zout in het rivierwater (verzilting). Dit kan in de toekomst zorgen voor verzilting van het water in de polder;

  • Onderzoek door Oasen en provincie naar uitbreiding van het waterwingebied in de Krimpenerwaard;

  • Klimaatverandering zorgt voor hogere temperaturen in de zomer. Hierdoor neemt de temperatuur van het oppervlaktewater toe;

  • De vraag naar schoon water neemt toe. De vraag naar drinkwater en irrigatiewater stijgt en ook het tegengaan van bodemdaling vraagt schoon water.

3.5.23 Speerpunt: energiebesparing bevorderen

We zetten in op energiebesparing.

Nederland, en ook de Krimpenerwaard, gaat het gebruik van fossiele energie afbouwen. Fossiele energie wordt vervangen door energie waarbij geen CO2 vrij komt, zoals windenergie en zonneenergie. Beide vormen van energie hebben ruimte nodig. Omdat de beschikbare ruimte voor energieopwekking beperkt is, zetten we naast duurzame energieproductie ook in op energiebesparing. Manieren om energie te besparen zijn bijvoorbeeld het isoleren van woningen en gebouwen en energiezuinigere apparaten, verwarmingsinstallaties, vervoersmiddelen en productieprocessen.

afbeelding binnen de regeling

Waar zetten we op in?

  • Faciliteren en stimuleren van ontwikkelingen en initiatieven die bijdragen aan energiebesparing, zowel bij particulieren, bedrijven als maatschappelijke organisaties.

  • Verlagen energiegebruik van bestaande (historische) en nieuwe bebouwing:

    • Isolatie;

    • Zuinige verwarmingsinstallaties;

    • Zuinige apparaten;

  • Verlagen energiegebruik van bedrijven, industrie en mobiliteit.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Energietransitie:

    • Overgang van elektriciteitsopwekking uit fossiele brandstoffen naar duurzame opwekking van elektriciteit;

    • Overgang van verwarmen met aardgas naar duurzame warmte bronnen en verwarmingsmethoden;

  • Maatschappelijke aandacht voor beperken energiegebruik.

3.5.24 Speerpunt: duurzaam energie opwekken

We streven naar het duurzaam opwekken van de eigen energiebehoefte binnen de gemeentegrenzen. Een goede ruimtelijke inpassing en het meeprofiteren van de lokale samenleving zijn daarbij uitgangspunten.

De energietransitie vraagt een overstap van fossiele naar duurzame energiebronnen. Nu zijn we nog afhankelijk van fossiele brandstoffen. Dit zorgt voor CO2-uitstoot. We stimuleren het opwekken van duurzame energie. Er zijn verschillende kansen om energie op te wekken bijvoorbeeld met zonneparken, windmolens en warmte uit water en uit de bodem. Voorzieningen voor duurzame energieopwekking vragen om een zorgvuldige inpassing binnen de kernen en in het landschap. Zonnepanelen op daken kunnen een zeer klein deel van de totale energiebehoefte leveren. Daarnaast zal opwekking in het buitengebied nodig zijn. Een mix van zonnevelden en (kleine) windmolens is vanuit energetisch oogpunt optimaal om in de energiebehoefte te voorzien.

Op regionaal niveau wordt de energietransitie verder uitgewerkt in de Regionale Energiestrategie Midden-Holland (RES). De overgang van aardgas naar CO2-vrije verwarmingsmethoden wordt uitgewerkt in de gemeentelijke Warmtevisie. Hierin komt per wijk te staan wat de voorkeursalternatieven voor aardgas zijn en op welke termijn deze aardgas kunnen vervangen. De RES en de Warmtevisie worden belangrijke kaders voor de uitvoering van de energietransitie. Omdat de ontwikkelingen elkaar snel opvolgen, wordt de RES elke twee jaar geactualiseerd en de Warmtevisie minimaal elke vijf jaar. De planologische kant van de energietransitie en de definitieve keuze van het alternatief voor aardgas per wijk krijgt een belangrijke plek in het Omgevingsplan.

afbeelding binnen de regeling

Waar zetten we op in?

  • We zetten in op een samenleving die vrij is van fossiele brandstoffen en fossiele energie en CO2-neutraal in 2050. In 2030 is de CO2-uitstoot met 50% afgenomen (ten opzichte van 2015) (Programmaplan duurzaamheid van gemeente Krimpenerwaard);

  • Lokaal energie opwekken waarbij we streven naar zoveel mogelijk maatschappelijk draagvlak en voordelen voor de samenleving van de Krimpenerwaard. Bijvoorbeeld door lokale energiecoöperaties;

  • Ontwikkelingen en initiatieven die bijdragen aan lokale energieopwekking en/of aan energiebesparing faciliteren. Zowel bij particulieren, bedrijven als maatschappelijke organisaties:

    • zoveel mogelijk dakoppervlak benutten voor zonnepanelen;

    • kleinschalig energie opwekken op eigen erf. Denk hierbij aan kleine windmolens en een zonneveldje op het erf;

  • Het afbouwen van het aardgasverbruik door het stimuleren van het isoleren van woningen en gebouwen en toepassing van energiezuinigere installaties en apparaten, het faciliteren van alternatieve manieren voor het verwarmen van woningen en gebouwen zoals door middel van warmtepompen;

  • Zoveel mogelijk gebruik maken van aanwezige CO2-vrije warmtebronnen zoals aardwarmte en warmte uit oppervlakte of rioolwater;

  • Regionale en lokale samenwerkingen met partijen zoals scholen, woning bouwcorporaties en bedrijven over de aanpak en bewustwording rond energietransitie;

  • Binnen de Regionale Energie Strategie (RES) Midden Holland invulling geven aan de opgave vanuit het Rijk voor het opwekken van duurzame energie. In samenwerking met de buurgemeenten in de regio Midden-Holland onderzoeken we welke gebieden geschikt zijn voor duurzame energieproductie binnen de regio en de Krimpenerwaard. Hiermee komen we tot zorgvuldig afgewogen potentielocaties voor opwekking van duurzame energie met de focus op zonne-energie;

  • We doen onderzoek naar mogelijke warmtebronnen en verwarmingsmethoden;

  • Aandacht voor de effecten op de leefomgeving zoals gezondheid, ruimtelijke kwaliteit, veiligheid, geluid (windmolens, warmtepomp), luchtkwaliteit bij het opwekken van duurzame energie.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Opwarming van de aarde en bedreigende veranderingen in het klimaat. Dit treft ook de Krimpenerwaard;

  • Toenemend belang en opgave voor duurzame vormen van energieopwekking: uit zon, water, bodemwarmte en wind,;

  • Opkomst van circulair en klimaatneutraal produceren;

  • Ondertekening van het Klimaatakkoord, Transitievisie Warmte, opstellen van de Regionale Energie Strategie.

3.5.25 Speerpunt: duurzaam (her)gebruik van grondstoffen

We willen zuinig omgaan met grondstoffen en zo veel mogelijk hergebruiken.

Nederland wil in 2050 een circulaire economie zijn: een economie zonder afval, waarin grondstoffen volledig worden hergebruikt. Op weg naar een volledige circulaire economie werken bedrijven en (lokale) overheden samen om minder primaire grondstoffen te gebruiken.

Verduurzaming is het uitgangspunt van de gemeente bij onder meer het gebruik van grondstoffen, materialen en bij de inkoop van goederen en diensten. Bij de inzameling van huishoudelijk afval als grondstof vervult de gemeente een belangrijke regierol. Daarnaast kan de gemeente de transitie naar een circulaire economie faciliteren. Dit kan door onder meer communicatie naar inwoners en bedrijven. En door het faciliteren van bedrijven en organisaties bij de organisatie rondom thema’s als levensduurverlenging, hergebruik van producten en om afval van de één te gebruiken als grondstof van de ander.

Waar zetten we op in?

  • In 2050 een circulaire samenleving die vrij is van restafval en vol met hernieuwbare materialen;

  • Inspireren, participeren en bijeenbrengen van bedrijven en organisaties om afval als grondstof optimaal in te zetten;

  • Gebruik van duurzame (bouw) materialen;

  • Experimenteren met innovatieve en biologische materialen die duurzaam en lokaal verbouwd kunnen worden voor toepassing in bijvoorbeeld de (woning)bouw;

  • Duurzame inkoop van producten en diensten, met als belangrijk criterium het (her)gebruik van producten en materialen;

  • Afval gescheiden inzamelen. Het gescheiden materiaal inzetten als grondstof voor nieuwe producten.

Welke ontwikkelingen spelen er?

  • Snelle groei van de wereldbevolking waardoor de vraag naar grondstoffen snel toeneemt. Tegelijkertijd neemt de beschikbare hoeveelheid mineralen, metalen en fossiele brandstoffen af;

  • Het besef dat beschikbaarheid van deze grondstoffen in Europa in de toekomst niet langer een vanzelfsprekendheid is;

  • Het Rijksbrede programma ‘Nederland Circulair in 2050’ (2016) omschrijft wat nodig is om zuiniger en slimmer met grondstoffen, producten en diensten om te gaan;

  • In het Grondstoffenakkoord (2017) hebben overheden en het bedrijfsleven afspraken gemaakt om de Nederlandse economie te laten draaien op herbruikbare grondstoffen;

  • De Rijksoverheid heeft vijf Transitieagenda’s opgesteld (2018) voor Biomassa en voedsel, Kunststoffen, Maakindustrie, Bouw en Consumptiegoederen en op basis hiervan een Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie opgesteld (2019) met concrete acties en projecten in de periode 2019 tot en met 2023.

Hoofdstuk 4 Aan de slag

4.1 Werken in de geest van de Omgevingswet

4.1.1 Inleiding

De rol van de overheid verandert in een samenleving die steeds actiever wordt en zichzelf organiseert. Inwoners en ondernemers werken samen om in hun leefomgeving zaken samen te regelen. Zij zoeken afstemming en gaan in gesprek met alle betrokken partijen om zaken mogelijk te maken. Het initiatief en daarmee de verantwoordelijkheid voor participatie ligt in deze gevallen bij de inwoners en de ondernemers. In andere situaties vraagt de gemeente om raad, advies, meebeslissen en/of co-creatie. Dit is bijvoorbeeld gebeurd bij het tot stand brengen van de Omgevingsvisie.

4.1.2 Initiatief centraal

De gemeente Krimpenerwaard ziet de Omgevingswet als kans om meer te werken vanuit wensen en signalen vanuit de samenleving en vertrouwen en minder vanuit regels. Dit vraagt van iedereen (inwoners, ondernemers, instellingen, gemeente en andere overheden) een andere manier van denken en doen. Voor de gemeente, andere overheden en regionale partners, betekent dit anders besturen, integraal samenwerken en telkens bewust kiezen welke rol helpt. Aan inwoners, ondernemers en instellingen biedt de Omgevingsvisie richting en ruimte om initiatief te nemen en draagvlak te vinden voor plannen. Ons uitgangspunt is ‘ja, mits’. Prominent voorop staat dat we het initiatief van de inwoner, ondernemer of instelling centraal stellen. We stimuleren initiatieven die passen bij de gemeente en die bijdragen aan een toekomstgerichte gemeente Krimpenerwaard.

De Omgevingswet is dus meer dan een juridische en technische aanpassing. Er wordt wel gezegd dat het voor 20% om techniek gaat en 80% om een andere manier van denken en doen. Het uitgangspunt is om aan te sluiten bij de veranderende verwachtingen van de samenleving. Dit vraagt om veranderingen in cultuur en gedrag alsmede ontwikkeling van (nieuwe) competenties van medewerkers. We richten onze processen in vanuit het initiatief / de inwoner. Dit is een doorlopende ontwikkeling waarin gemeente en samenleving elkaar onderling beïnvloeden en samenwerken. We beginnen niet bij nul en zijn in 2022 ook niet klaar. Wij blijven experimenteren, leren, ontwikkelen, evalueren en aanpassen. Hierbij zijn we nieuwsgierig naar de ervaringen van inwoners en initiatiefnemers en benutten hun feedback om te leren en te optimaliseren. Op die manier laten we zien dat aansluiten op ontwikkelingen in de samenleving en onze ambitie op goede dienstverlening geen eenmalige inspanning is, maar een uitgangspunt voor het toekomstige werk van de gemeente.

4.1.3 Rol gemeente

De nieuwe manier van denken en doen vraagt om bewust kiezen voor een rol die past bij het vraagstuk, het proces en de belangen die spelen. De gemeente neemt verschillende rollen aan, presterend, samenwerkend, rechtmatig en responsief. Door per rol uit te gaan van wat inwoners en ondernemers verwachten, stelt de gemeente hun behoeften en wensen centraal.

afbeelding binnen de regeling

Presterende ge meente
Bewonersinitiatieven die zich richten op duurzame energie én veel kleinschalige(r) initiatieven, zoals gezamenlijke voedseltuintjes, kookclubs die senioren uitnodigen te komen eten, bijeenkomsten gericht op verbinding tussen wijkbewoners en buurtbeveiliging, hebben baat bij een snel en simpel antwoord van de overheid

Samenwerkende gemeente
Complexe projecten, woningbouw of het realiseren van zorgvoorzieningen, hebben juist baat bij een zorgvuldig proces. Maatwerk, waarin iedereen gehoord wordt.

Rechtmatige gemeente
Bij de subsidie of vergunningaanvraag heeft de gemeente ook een rechtmatige rol.

Responsieve gemeente
In sommige gevallen reageert de gemeente op verzoek, zij is ondersteunend aan het initiatief. Een mooi voorbeeld hiervan is de samenwerking tussen ondernemend en onderwijsgevend Krimpenerwaard als het gaat om het stimuleren van technisch MBO onderwijs en het krijgen van voldoende technisch personeel in het MKB.

In elke fase van een initiatief, beleidsvorming of project kunnen de verwachtingen en de rol die partijen hebben anders zijn, afhankelijk van nut en noodzaak in relatie tot de publieke waarde die het toevoegt. Dat maakt het altijd maatwerk.

Ook van initiatiefnemers wordt met de Omgevingswet een andere rol verwacht. We verwachten van initiatiefnemers dat zij verantwoordelijkheid nemen voor hun omgeving.

4.2 Initiatieven

4.2.1 Informeren, samenwerken en participeren

De gemeente wil iedereen die plannen heeft met de fysieke leefomgeving uitdagen om in een vroeg stadium actief contact te zoeken met alle betrokken partijen.

Ook als een plan nog slechts een idee is, is een gesprek met de omgeving en de gemeente mogelijk. Zo kan gezamenlijk verkend worden hoe het initiatief bijdraagt aan samenleving, gebied of buurt en welke samenwerking daarbij past. Een goede voorbereiding en geïnformeerde betrokkenen dragen bij aan een snellere afwikkeling en kunnen onbegrip voorkomen in de omgeving. Van de initiatiefnemer wordt verwacht dat de participatie met de omgeving zichtbaar wordt gemaakt. Vaak is het nodig om aanpassingen te doen om het initiatief mogelijk te maken.

Op die manier werken gemeente en initiatiefnemer samen aan een snelle en kwalitatief goede behandeling van een initiatief.

Initiatieven maken we samen tot een succes! Daarom is de Omgevingsvisie, geheel in lijn met de uitgangspunten van de Omgevingswet, gericht op het mogelijk maken van initiatieven die passen bij de Krimpenerwaard en bijdragen aan de doelen voor de toekomst.

4.2.2 Samen met de omgeving (participatie)

Het betrekken van de omgeving bij een initiatief (participatie) is belangrijk. Open en heldere communicatie met de omgeving helpt hierbij. Participatie kan op verschillende manieren. Dit is afhankelijk van het soort initiatief en de omvang van het initiatief. De gemeente heeft hiervoor handreikingen om u te inspireren.

Er is onderscheid te maken in drie soorten ruimtelijke initiatieven met verschil in aandacht voor participatie:

  • Initiatieven die vergunningsvrij zijn:

Voor vergunningsvrije activiteiten is geen vergunning en geen toets aan het Omgevingsplan nodig. Hiervoor is participatie niet verplicht, maar wel aan te bevelen, omdat open en heldere communicatie met uw omgeving de kans vergroot dat de omgeving uw initiatief omarmt en onbegrip voorkomt;

  • Initiatieven die binnen het Omgevingsplan passen:

Hoewel de uitkomst van het participatietraject geen grond is om een vergunning af of toe te wijzen, draagt aangetoond draagvlak van de omgeving wel bij aan het verder brengen van uw plan;

  • Initiatieven die niet in het Omgevingsplan passen:

De gemeente gaat dan graag in gesprek. Hierbij vraagt het participatietraject extra aandacht.

4.2.3 De Omgevingsvisie geeft richting aan initiatieven

De gemeente geeft met de Omgevingsvisie richting aan initiatieven. De Omgevingsvisie geeft kaders op hoofdlijnen om af te wegen of een initiatief meerwaarde heeft in de gemeente Krimpenerwaard.

De Omgevingsvisie helpt om te bepalen of een initiatief meerwaarde heeft.

Past het initiatief bij de Krimpener-waarden?
In welk gebied / kern ligt het initiatief op de Identiteits- en Waarden-kaart?

  • Past het initiatief bij de Waarden per gebied / Waarden van de Kernen?

    • Hoe versterkt het initiatief de identiteit & waarden?

    • Doet het initiatief afbreuk aan identiteit & waarden?

  • Past het initiatief bij de Waarden van heel de Krimpenerwaard?

    • Hoe versterkt het initiatief de identiteit & waarden?

    • Doet het initiatief afbreuk aan identiteit & waarden?

Past het initiatief bij de Visie en speerpunten?
In welk gebied / kern ligt het initiatief op de Kansen-kaart?

  • Past het initiatief bij de speerpunten en richting van het gebied (Krachtig buitengebied) of de kern (Vitale Kernen)?

    • Hoe draagt het initiatief bij aan de speerpunten en richting?

    • Doet het initiatief afbreuk aan de speerpunten en richting?

  • Draagt het initiatief bij aan een Toekomstgerichte Krimpenerwaard en aan de Speerpunten?

    • Hoe draagt het initiatief bij aan de algemene speerpunten en richting?

    • Doet het initiatief afbreuk aan de speerpunten en richting?

De Omgevingsvisie helpt bij integraal afwegen en samen in gesprek gaan over de mogelijkheden.

Als in beeld is waar het initiatief meerwaarde heeft en waar het afbreuk aan doet, kan integraal worden afgewogen. Wanneer een initiatief meerwaarde heeft, wordt met alle betrokkenen gekeken hoe haalbaar het initiatief is en of er aanpassingen nodig zijn. De werkwijze van de gemeente gaat uit van een positieve grondhouding. Samen kijken we wat mogelijk is.

Hiervoor kan de proceswijzer op de volgende pagina gebruikt worden.

De proceswijzer voor een initiatief

Om te komen tot een gedragen en realistisch initiatief kan een initiatiefnemer de fases uit onderstaande proceswijzer doorlopen

Voorbereiding

Waarden, visie en speerpunten

Samen met de omgeving (participatie)

Een goede voorbereiding is het halve werk.

Een initiatief past bij wat voor de gemeenschap belangrijk is.

Samenwerken om gesprek over hoe de mogelijkheden.

Niet elke initiatief heeft een vergunning of een aanpassing bestemmingsplan nodig.

Welke informatie, plannen, regels, mensen zijn van belang bij dit initiatief? Verdiep je in de procedure.

Welke personen of organisaties kunnen helpen dit initiatief verder mogelijk te maken?

Kijk op de gemeentelijke website of neem contact op met de gemeente als wegwijzer naar relevante bronnen en procedures.




Een initiatief past bij wat voor de gemeenschap belangrijk is.

Een initiatief levert een bijdrage aan de waarden, visie en ambitie van de gemeenschap.

Welke aspecten kunnen behouden of versterkt worden met dit initiatief? Maak duidelijk waar de bijdrage uit bestaat.

Welke knelpunten zijn er en hoe levert het initiatief een bijdrage aan het wegnemen ervan?

Neem contact op met de gemeente als adviseur over mogelijkheden, toegang tot inspirerende voorbeelden en een netwerk van specialisten. De gemeente maakt gebruik van de intaketafel.

Draagvlak voor een initiatief zorgt voor een haalbaar initiatief.

Welke inwoners en organisaties krijgen te maken met het initiatief van begin tot eind? Maak een overzicht en per betrokkene inzichtelijk hoe het initiatief inspeelt op hun wensen en zorgen.

Welke aanpassingen zijn nodig aan het plan om het mogelijk te maken? Wat is haalbaar?

Neem contact op met de gemeente voor toegang tot netwerken, overheden en platforms van bewoners en organisaties. De gemeente biedt de omgevingstafel als participatie-instrument aan.

4.3 Het Omgevingsplan

4.3.1 Inleiding

Het Omgevingsplan is de opvolger van het bestemmingsplan. Het Omgevingsplan van de gemeente bevat regels voor de fysieke leefomgeving op lokaal niveau. Het Omgevingsplan regelt een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Daarnaast kan de gemeente in het Omgevingsplan regels stellen voor activiteiten.

4.3.2 De Omgevingsvisie geeft richting aan het Omgevingsplan

De Omgevingsvisie geeft de langetermijnvisie op de ruimtelijkmaatschappelijke opgaven waar de gemeente aan wil werken. In het Omgevingsplan wordt met concrete regels richting aan de ruimtelijk-maatschappelijke opgaven en ambities uit de Omgevingsvisie gegeven.

4.3.3 Ontwikkeling van het Omgevingsplan

Als de Omgevingswet in werking treedt bestaat het Omgevingsplan uit alle vastgestelde bestemmingsplannen en rijksregels. Op dat moment is de Omgevingsvisie nog niet verwerkt in het Omgevingsplan. De gemeente werkt aan een actueel gemeentebreed Omgevingsplan waarin de koers van de Omgevingsvisie leidend is. Tot die tijd is het schakelen tussen de ambitie van de Omgevingsvisie en de regels uit het huidige bestemmingsplan. Dat vraagt creativiteit en durf, maar soms ook geduld omdat we aan het ontwikkelen zijn.

4.4 Beleid

De Omgevingsvisie geeft richting op hoofdlijnen. Het zet de koers voor de toekomst zoals we die nu zien. Dit is een belangrijke basis voor gemeentelijke beleid voor de leefomgeving. De Omgevingsvisie is leidend voor het te ontwikkelen gemeentelijk beleid.

De wereld verandert en ook de Krimpenerwaard ontwikkelt zich continu. De Omgevingsvisie verandert hierin mee. Als er ontwikkelingen zijn die aanleiding geven tot aanpassen, wordt de Omgevingsvisie aangepast of verdiept. Dit doen we dan samen met de omgeving (participatie).

Bijlage I Overzicht Informatieobjecten

Bijlage II Participatieverslag

  • 22 januari 2018 - Avond van de Omgevingsvisie, avond met de raad – doel: informeren, bewustwording

  • 19 april 2018 - Aftrap Omgevingsvisie – doelgroep: iedereen uit de Krimpenerwaard (ca 80 participanten) – doel: informeren, bewustwording, opgehaald: koesteren & verbeteren

  • 22 juni 2018 - Avond Ketenpartners – doelgroep ketenpartners – doel: verbinding tussen ketenpartners onderling en met de gemeente, ijken stellingen, ijken kernwaarden

  • Zomer 2018 – Vlogwedstrijd – doelgroep jongeren – doel: bewustwording, ophalen belang jongeren

  • Zomer 2018 - Ansichtkaarten actie– doelgroep: inwoners(500 reacties) – doel: bewustwording, ophalen waarden

  • 27 september 2018 – Wereldcafé – doelgroep iedereen uit de Krimpener- waard (ca 50 / 60 participanten) – doel: bewustwording, discussie, terug- leggen identiteitskaart, kernwaarden, themakaarten Actief

  • November / december 2018 – thema bijeenkomsten met ketenpartners

  • Januari 2019 – uitvoergroep met ketenpartners

  • 6 juni 2019 - thema avond raads- en commissieleden over de Omgevingsvisie

  • 26 juni 2019 – presentatie klankbordgroep erfgoed Krimpenerwaard

  • September 2019 – presentatie Economisch platform Krimpenerwaard

  • Oktober 2019 / januari 2020 – thematische verdiepingssessies

  • 13 oktober 2020, beeldvormende raadsbijeenkomst R &F

  • 8 december 2020 Adviesraad sociaal domein6 januari 2021 twee digitale participatiebijeenkomsten

  • 7 januari 2021, dossieroverleg gemeenteraad R&F

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling

Bijlage III Verklarende woordenlijst

Bodemdaling: bodemdaling, bodemverzakking is het zakken van het niveau van de bodem ten opzichte van een vast referentiepunt (NAP).

Boezems: een boezem is oppervlaktewater dat er toe dient om polderwater op te vangen en af te voeren. Het heeft geen vaste grondwaterpeil.

De Krimpenerwaard: grondgebied van de gemeente Krimpenerwaard.

Eendenkooi: een eendenkooi is van oorsprong een plek waar in het wild leven- de eenden werden gevangen voor consumptie. Een eendenkooi bestaat uit een flinke vijver waar enkele sloten op uitkomen, de zogenaamde vangpijpen.

Hakhout: hakhout is hout wat gebruikt wordt van bomen en struiken voor gebruik.

Het voorzorgsbeginsel: het voorzorgsbeginsel houdt in dat de overheid maat- regelen kan nemen als er goede redenen zijn om te vrezen dat activiteiten negatieve gevolgen kunnen hebben. Het gaat dan om activiteiten waarbij nog geen uitvoerige risico-evaluatie gemaakt kan worden. Zulke onzekere risico’s kunnen zich bijvoorbeeld voordoen bij veiligheidskwesties, maar vaak ook uit oogpunt van gezondheid. Bekende voorbeelden zijn elektromagnetische velden en de introductie van nieuwe stoffen.

Kroonjuweel: gebied aangewezen door de provincie Zuid-Holland. Dit zijn cultuurhistorische ankerpunten van een topgebied, die in zeer sterke mate bepalend zijn voor de identiteit en herkenbaarheid van een plek. De selectiecriteria zijn:

  • a.

    Ligging in een Topgebied Cultureel Erfgoed Zuid-Holland.

  • b.

    Structuren of ruimtelijke eenheden met een zeer gave en kwetsbare cultuurhistorische samenhang in tijd en ruimte.

  • c.

    Aanwezigheid van historisch-landschappelijke én historisch-stedenbouw- kundige kenmerken, waarvan een groot deel van zeer hoge waarde op grond van de Cultuurhistorische Hoofd structuur Zuid-Holland.

  • d.

    Zeer goede ruimtelijke en functionele samenhang tussen die kenmerken. NB. Beschermde stads- en dorpsgezichten (Erfgoedwet/Omgevingswet) komen alleen in aanmerking voor selectie als één van de volgende thema’s van toepassing is (cf. provinciale themajaren Cultuur): landgoederenzone, molens / waterhuishouding, vaarwegen / verdedigingslinies.

Landscheidingskaden: Een landscheidingsdijk of landscheiding is een water- kerende dijk of kade. Ze werden opgeworpen op de grens van gebieden omdat het waterpeil niet overal hetzelfde was. Een landscheiding is dus tevens een waterscheiding. In veenontginningen werd de kade aan de verste zijde van het punt waar de ontginning begonnen was de landscheiding genoemd. Erachter lagen woeste gronden of een volgende ontginning. Van oude landscheidingen zijn vaak nog restanten in het landschap te vinden.

Lokale stapstenen: (stepping stones): kleine oppervlaktes geschikte habitat voor soorten, die zich door het landschap van het ene natuurgebied naar het andere kunnen verplaatsen.

NNN: Natuurnetwerk Nederland is sinds 2013 de naam van de ecologische hoofdstructuur van Nederland. Een samenhangend netwerk van bestaande en toekomstige natuurgebieden in Nederland. Het vormt een belangrijk onder- deel van het natuurgebied.

Ontwatering: ontwatering is het afvoeren van water uit de bodem met als gevolg het verlagen van het grondwaterpeil.

Stiltegebied: een stiltegebied is een mileubeschermingsgebied waarin de geluiden van de flora en fauna overheersen. Het woord ‘stilte’ betekent hierbij niet dat er geen geluid in het gebied waarneembaar is, maar staat voor de afwezigheid van storende, voor de omgeving vreemde geluiden.

Tiendweg: een Tiendweg is een op een veenkade aangelegde weg. Deze liggen voornamelijk in veenontginningen.

Vaarten: een vaart is een kunstmatig aangelegde waterweg.

Vlieten: een vliet is ook wel een watergang.

Waterhuishouding: de wijze waarop water in een bepaald gebied wordt opgenomen, zich verplaatst en gebruikt, verbruikt en afgevoerd wordt.

Weidevogelgebied: een uitgestrekt grasland waar vogels broeden en leven.

Wetering: een wetering is een watergang. Vooral bij de ontginning van laagveengebieden was het graven van een wetering belangrijk voor de afwatering van het gebied. Een wetering ligt vaak evenwijdig aan een weg, dijk of een oeverwal.

Woonmilieu: de soort omgeving waarin gewoond wordt en die van invloed is op dat wonen. Bijvoorbeeld een dorps of juist een stedelijk woonmilieu;

Bijlage IV Identiteitskaart

Bijlage V Kansenkaart

Bijlage VI Nota zienswijzen