Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738665
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR738665/1
Handhavingsstrategie vergunningplicht artikel 2:40m Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Schiedam 2013
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 30-04-2025
Intitulé
Handhavingsstrategie vergunningplicht artikel 2:40m Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Schiedam 2013De burgemeester van de gemeente Schiedam:
overwegende dat de burgemeester op grond van artikel 174 Gemeentewet belast is met het toezicht op de voor publiek openstaande gebouwen en de daarbij behorende erven, in het kader van de openbare orde en veiligheid;
gelet op het bepaalde in artikel 174 Gemeentewet, hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 1:6, 1:8 en 2:40m t/m s van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Schiedam 2013;
besluit vast te stellen:
Handhavingsstrategie vergunningplicht artikel 2:40m Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Schiedam 2013.
Artikel 1. Begrippen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
- a.
APV: Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Schiedam 2013 en opvolgende verordeningen;
- b.
Bestuurlijke waarschuwing: een waarschuwing aan een overtreder. Betreft geen besluit waar rechtsmiddelen tegen openstaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht;
- c.
Recidive: indien na het opleggen van een bestuurlijke waarschuwing of een bestuurlijke maatregel opgelegd nogmaals een overtreding is geconstateerd.
Artikel 2. Reikwijdte beleidsregel
Deze beleidsregel is van toepassing op het niet voldoen aan de aangewezen vergunningplicht als bedoeld in artikel 2:40m APV en op het niet voldoen van de voorschriften zoals genoemd in de exploitatievergunning ex artikel 2:40m APV.
Artikel 3. Sanctie naar aard van de overtreding
-
1. De burgemeester kan bij een overtreding zoals bedoel in artikel 2:40m APV, een bestuurlijke waarschuwing, last onder bestuursdwang, last onder dwangsom of een bestuurlijke boete opleggen.
-
2. Bij de keuze van de sanctie houdt de burgemeester rekening met de aard van de overtreding en door wie de overtreding is begaan.
-
3. Bij vaststelling van een eerste overtreding volgt veelal een bestuurlijke waarschuwing, tenzij de overtreding zo ernstig is dat meteen handhavend optreden noodzakelijk is.
Artikel 4. Cumulatie van overtredingen
Indien een exploitant of beheerder meerdere regels overtreedt kan de burgemeester meerdere sancties naast elkaar opleggen of een zwaardere sanctie opleggen.
Artikel 5. Sanctietabel
Aard van de overtreding |
Eerste constatering |
Tweede constatering |
Derde constatering |
1. Exploitatie zonder vergunning |
Bestuurlijke waarschuwing |
Sluiting van het pand totdat de exploitatievergunning is verleend |
N.v.t. |
2. a. Slecht levensgedrag exploitant |
Intrekken exploitatievergunning |
N.v.t. |
N.v.t. |
2. b. Slecht levensgedrag beheerder |
Verwijderden van beheerder van de vergunning |
Verwijderden van beheerder van de vergunning |
Intrekken exploitatievergunning |
3. Schijnbeheer |
Intrekken exploitatievergunning |
N.v.t. |
N.v.t. |
4. Exploitatie niet comform vergunningvoorschriften |
Bestuurlijke waarschuwing |
Sluiting van twee weken |
Intrekken exploitatievergunning |
5. Wijzigen exploitant zonder melding |
Bestuurlijke waarschuwing en verplichting binnen twee weken nieuwe vergunning aan te vragen |
Intrekken exploitatievergunning |
N.v.t. |
6. Overlast |
Bestuurlijke waarschuwing |
Sluiting twee weken / Last onder dwangsom |
Sluiting 1 maand / Last onder dwangsom |
7. Ernstig incident |
Sluiting voor 4 weken |
Sluiting voor 3 maanden |
Sluiting voor 6 maanden en/of intrekken exploitatievergunning |
8. Zeer ernstig incident |
Sluiting voor de duur van 6 maanden en/of intrekken exploitatievergunning |
Sluiting voor onbepaalde tijd en/of intrekken exploitatievergunning |
N.v.t. |
9. Aanwezigheid kansspelautomaten |
Bestuurlijke waarschuwing en exploitant dient kansspelautomaten direct uit te schakelen en te (laten) verwijderen |
Aanwezige kansspelautomaten door middel van last onder bestuursdwang verwijderen |
N.v.t. |
10. Illegaal gokken |
Sluiting voor 3 maanden |
Sluiting voor 6 maanden |
Sluiting voor 12 maanden en/of intrekken exploitatievergunning |
11. Underground banking |
Sluiting voor 9 maanden |
Sluiting voor onbepaalde tijd en/of intrekken exploitatievergunning |
N.v.t. |
12. Illegale tewerkstelling |
Sluiting voor 4 weken |
Sluiting voor 3 maanden |
Sluiting voor 6 maanden en/of intrekken exploitatievergunning |
Artikel 6. Spoedsluitingen
Bij ernstige en acute verstoringen van de openbare orde en veiligheid kan de burgemeester besluiten een pand met spoed te sluiten voor de duur van vier weken.
Artikel 7. Geen vertrouwen
De burgemeester kan besluiten tot intrekking van de exploitatievergunning indien blijkt dat de wijze van exploitatie van de onderneming leidt tot al dan niet ernstige incidenten of wanneer de exploitant of zijn personeel bij deze incidenten op een ontoelaatbare wijze betrokken zijn geweest of op enigerlei wijze verwijtbaar hebben gehandeld.
Artikel 8. Intrekking eerder besluit
Het besluit van de burgemeester van de gemeente Schiedam houdende regels omtrent autoverhuur, Sanctiestrategie vergunningplicht autoverhuur, vastgesteld d.d. 18 december 2018, wordt ingetrokken.
Artikel 9. Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.
Artikel 10. Citeertitel
Dit besluit kan worden aangehaald als “Handhavingsstrategie vergunningplicht artikel 2:40m APV Schiedam”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door de burgemeester van Schiedam, 7 april 2025
mr. H.M. Bergmann
Toelichting op Handhavingsstrategie vergunningplicht artikel 2:40m APV
- A.
Inleiding
In dit document wordt beschreven op welke wijze de ingevoerde vergunningplicht en de daarmee gemoeide wet- en regelgeving voor de aangewezen branche, het gebied en/of de specifieke onderneming wordt gehandhaafd. Aangegeven wordt hoe bevoegdheden van de burgemeester zullen worden toegepast.
Het doel van dit handhavingsbeleid is met name dat:
- •
burgers, bedrijven en instellingen binnen de gemeente weten hoe de gemeente haar handhavingstaak uniform en rechtszeker uitvoert en welke sanctie volgt op welke overtreding;
- •
er passende maatregelen worden genomen bij geconstateerde overtredingen of incidenten, die qua aard zo goed mogelijk aansluiten bij de soort overtreding en qua zwaarte bij de ernst van de overtreding;
- •
de uitvoering van de handhaving leidt tot verbetering van het nalevingsgedrag, waarmee wordt beoogd de leefbaarheid, het exploitantenklimaat, de openbare orde, de veiligheid en gezondheid en de eerlijke mededinging positief te beïnvloeden;
- •
de afspraken die erin zijn vastgelegd eenduidig en consistent worden uitgevoerd door de diverse betrokken partijen.
- B.
Toezicht
De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente en het toezicht op voor publiek toegankelijke inrichtingen. De politie en toezichthouders van de gemeente Schiedam zijn aangewezen als toezichthouders op de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Schiedam 2013 (hierna: APV). Toezichthouders / medewerkers met het taakaccent ondermijning zijn in beginsel belast met het toezicht op de als vergunningplichtig aangewezen bedrijven, branches en/of gebieden.
- C.
Uitgangspunten
De burgemeester beschikt over een scala aan bestuurlijke middelen om naleving van regels indien nodig af te dwingen. Zo kunnen vergunningen worden geschorst of ingetrokken, waarschuwingen worden gegeven en dwangsommen of bestuurlijke boetes worden opgelegd. Tot slot kan hij bevelen om een pand al dan niet tijdelijk te sluiten. Bij de toepassing van deze bevoegdheden wordt een aantal uitgangspunten gehanteerd.
Afwegen belangen, handelswijze exploitant
De burgemeester weegt in zijn besluitvorming over een bestuurlijke maatregel het belang van de exploitant (en eventueel derden) af tegen het algemeen belang en het belang dat de betreffende geschonden regel beschermt, zoals de openbare orde, veiligheid of gezondheid. Het belang van de openbare orde, veiligheid of gezondheid weegt daarbij zwaar en prevaleert doorgaans boven het (veelal financiële) belang van de exploitant of derden. De burgemeester heeft daarbij een ‘beginselplicht tot handhaving’. Dat wil zeggen dat in beginsel opgetreden moet worden tegen overtredingen, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die niet optreden rechtvaardigen.
Meerdere maatregelen/cumulatie
Het kan voorkomen dat er sprake is van twee, drie of meer overtredingen tegelijk waarbij er, volgens het stappenplan, meerdere sancties moeten worden opgelegd.
Het samengaan van overtredingen en incidenten kan de burgemeester doen besluiten om een handhavingsstap over te slaan of een zwaardere maatregel te treffen. De burgemeester zal dit in zijn besluit expliciet motiveren.
Systematiek handhavingsstrategie
In algemene zin is de handhavingsstrategie opgebouwd aan de hand van de volgende principes:
- •
de maatregel past bij de overtreding (hoe ernstiger de overtreding des te zwaarder de maatregel);
- •
hoe ernstiger de overtreding, des te korter is het handhavingstraject (des te sneller wordt besloten tot de zwaarste sanctie);
- •
bij herhaling van een overtreding volgt een zwaardere sanctie;
- •
de handhavingstrajecten sluiten op elkaar aan en maatregelen zijn op elkaar afgestemd.
Primair handhavingsproces
De toezichthouder die een overtreding of incident constateert, stelt de burgemeester hiervan in kennis door middel van een rapportage. In beginsel volgt op iedere geconstateerde overtreding een bestuurlijke reactie / maatregel.
De bestuurlijke maatregel kan onder meer het volgende inhouden:
- •
sluiting van de onderneming voor bepaalde tijd of onbepaalde tijd;
- •
last onder dwangsom;
- •
intrekking van de vergunning.
In het stappenplan is aangegeven welke specifieke aanpak geldt voor welke overtreding.
Voordat de burgemeester overgaat tot het treffen van een bestuurlijke maatregel wordt het voornemen daartoe aan de exploitant schriftelijk bekend gemaakt, waarbij de exploitant de mogelijkheid wordt geboden om zijn of haar zienswijze tegen het voornemen mondeling of schriftelijk kenbaar te maken.
In alle gevallen worden de toezichthouders geïnformeerd over de genomen bestuurlijke maatregel. Zij zullen erop toezien of er aan de bestuurlijke maatregel gehoor wordt gegeven, of dat de overtreding voortduurt of opnieuw een overtreding plaatsvindt.
Intrekken van de vergunning (staken van de vergunningplichtige bedrijfsactiviteiten)
Het intrekken van de vergunning heeft tot doel dat de vergunningplichtig bedrijfsactiviteiten staken. Andere activiteiten / handelingen die geen verbandhouden met de vergunningplicht zijn toegestaan.
Sluiting
Onder sluiting wordt verstaan het afsluiten van het pand. Het gaat hierbij om een fysieke sluiting zodat het pand niet meer toegankelijk is en er geen enkele bedrijfsactiviteiten kunnen worden uitgevoerd. De wijze van sluiting vindt plaats zoals is beschreven in het “Damoclesbeleid Schiedam”.
- D.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1. Begrippen
Recidive
Het zou niet redelijk zijn om overtredingen die in het verleden zijn begaan oneindig lang te laten meewegen bij het bepalen van de vervolgstap uit het stappenplan. Daarom geldt er een verjaringstermijn voor in het verleden begane overtredingen. Voor het stappenplan handhaving geldt in beginsel dat een volgende stap wordt gezet in het stappenplan wanneer binnen twee jaar na een vorig incident of vorige constatering opnieuw een incident of overtreding plaatsvindt. Wordt in een andere beleidslijn een andere termijn gehanteerd dan geldt de langste termijn.
Artikel 5., lid 1., Exploitatie zonder (geldige) vergunning
Met de vergunningplicht op een pand, branche of gebied worden bepaalde bedrijfsmatige activiteiten vergunningplichtig. Deze activiteiten mogen niet plaatsvinden zolang er geen exploitatievergunning is verleend.
De burgemeester maakt in dergelijke gevallen gebruik van zijn bevoegdheid om het pand waar de bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden te sluiten. Er is in ieder geval sprake van illegale exploitatie als:
- •
wordt geëxploiteerd (bijvoorbeeld bij een overname) terwijl nog geen exploitatievergunning is verleend (in geval van een tijdig ingediende aanvraag kan de burgemeester afzien van sluiting gedurende de behandeltermijn van de aanvraag.);
- •
wordt geëxploiteerd terwijl de exploitatievergunning is ingetrokken of geweigerd;
- •
wordt geëxploiteerd zonder geldige inschrijving bij de Kamer van Koophandel;
- •
wordt geëxploiteerd nadat de exploitatievergunning is vervallen.
Bij de aanwijzing van een bepaalde branche/gebied als vergunningplichtig worden de exploitanten geïnformeerd over de invoering van de vergunningplicht en krijgen zij een termijn van acht weken om de exploitatievergunning aan te vragen. Indien deze termijn is verlopen en exploitanten geen aanvraag hebben ingediend maar de bedrijfsmatige activiteiten wel voortzetten, dan kan de burgemeester besluiten tot sluiting van het pand totdat er een exploitatievergunning is verleend.
Artikel 5., lid 2a en 2b.,Slecht levensgedrag
Van een exploitant en de beheerder wordt verwacht dat zij niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn. Voor de reikwijdte van het begrip “niet in enig opzicht van slecht levensgedrag” wordt aangesloten bij de terminologie van de Alcoholwet. Wanneer wordt geconstateerd dat de exploitant of zijn beheerder(s) in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn, is dit reden om de exploitatievergunning te wijzigen door de beheerder van de exploitatievergunning te verwijderen, dan wel de exploitatievergunning in te trekken.
Indien herhaaldelijk beheerders worden bijgeschreven die van slecht levensgedrag zijn, kan dit ertoe leiden dat de burgemeester zijn vertrouwen verliest in de exploitant en maatregelen treft als bedoeld bij punt 11. “Geen vertrouwen in exploitant”. Tevens kunnen er omstandigheden zijn waarin de burgemeester aanleiding ziet om een Bibob-onderzoek in te stellen naar de onderneming en diens relaties als bedoeld in de wet Bibob.
Artikel 5., lid 3., Schijnbeheer
Er is sprake van schijnbeheer als blijkt dat niet de exploitant/beheerder feitelijk zeggenschap heeft over (en leidinggeeft aan) het bedrijf, maar een persoon die niet als zodanig op de exploitatievergunning staat vermeld. Een reden kan bijvoorbeeld zijn dat een persoon vanwege zijn/haar strafrechtelijke verleden niet in aanmerking zou kunnen komen voor een exploitatievergunning en daarom een ander de exploitatievergunning laat aanvragen. Onder schijnbeheer worden die situaties verstaan waarbij de feitelijke eigenaar bewust op de achtergrond blijft en de feitelijke situatie niet overeenkomt met het ‘papier’. Dit kan bijvoorbeeld zijn om een antecedentencheck te ontwijken. Op basis van het dossier zal de burgemeester beoordelen of voldoende aannemelijk is dat een schijnbeheerconstructie wordt gebruikt.
In geval sprake is van schijnbeheer zal de exploitatievergunning worden ingetrokken.
Artikel 5., lid 4., Exploiteren niet conform aan vergunning verbonden voorschriften
Aan de exploitatievergunning worden soms voorschriften verbonden. Dit kunnen algemene voorschriften zijn voor een branche of specifieke voorschriften die zijn bedoeld om de exploitant expliciet te dwingen om op de voorgeschreven manier te exploiteren. Ook kan de burgemeester aan de exploitatievergunning voorschriften verbinden op grond van de Wet Bibob of naar aanleiding van een Bibob-onderzoek.
Als wordt geconstateerd dat de exploitant zich niet aan de voorschriften houdt, wijst de burgemeester de exploitant er in principe altijd eerst op dat hij zich aan de voorschriften moet houden. Bij specifieke voorschriften kan de burgemeester bepalen dat hij de waarschuwing overslaat.
Artikel 5., lid 5., Wijzigen exploitatie zonder melding
De exploitant is te allen tijde verantwoordelijk voor de exploitatie van het bedrijf. De exploitatievergunning wordt dan ook verleend aan degene die hem aanvraagt (of aan degene namens wie een exploitatievergunning is aangevraagd). De exploitant is verplicht elke wijziging in de zeggenschap (bijvoorbeeld doordat een vennoot toetreedt tot de vennootschap of een eenmanszaak een BV wordt met aandeelhouders) door te geven en een nieuwe exploitatievergunning aan te vragen. Doet hij dit niet, dan kan de burgemeester een maatregel treffen. In beginsel wordt de exploitant gewaarschuwd en verplicht -een nieuwe exploitatievergunning- aan te vragen en wordt hem een termijn geboden om zijn aanvraag te doen. Doet hij dit niet dan kan dat reden voor de burgemeester zijn om de exploitatievergunning in te trekken. Als blijkt dat moedwillig is gekozen voor een constructie waarbij eigenlijk wordt geëxploiteerd door een andere persoon die niet op de exploitatievergunning staat en de verplichting dat deze persoon als exploitant wordt geregistreerd wordt ontweken, dan is sprake van schijnbeheer en worden dienovereenkomstig maatregelen genomen (zie 3 ‘Schijnbeheer‘). Is er sprake van overname dan dient de nieuwe exploitant een exploitatievergunning aan te vragen. Doet exploitant dit niet dan valt dit onder 1 ‘Exploitatie zonder vergunning’.
Artikel 5., lid 6., Overlast
In geval van recidive (meer dan drie overtredingen) volgt in beginsel de sanctie als genoemd in de sanctietabel kolom “Derde constatering”. Overlast heeft vaak betrekking op kleine ergernissen, zoals fout parkeren, rondslingerend afval etc..
Artikel 5., lid 7., Leefbaarheid in de omgeving van pand
Deze vergunningplicht wordt opgelegd op een pand, branche of gebied waar de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid reeds onder druk staat. Indien de bedrijfsvoering vervolgens (wederom) leidt tot een ontoelaatbare nadelige beïnvloeding van de leefbaarheid in de directe omgeving van het pand, kan de burgemeester maatregelen treffen. De overlast moet een duidelijk effect hebben op de leefbaarheid en te herleiden zijn tot het pand. De overlast zal van geval tot geval beoordeeld moeten worden of en in welke mate de leefbaarheid onder druk komt te staan, denkbaar is het verloederen van de omgeving door bijvoorbeeld het stallen van te koop aangeboden / reparatie voertuigen.
Afhankelijk van de aard en ernst van de overlast kan in plaats van sluiting (tweede constatering en verder) de exploitant een last onder dwangsom opgelegd krijgen.
Artikel 5., leden 7 tot en met 12., Strafbare feiten, (zeer) ernstige incidenten in of vanuit het pand
Een pand, branche of gebied wordt onder meer aangewezen indien de openbare orde dit vereist. Er is dan veelal sprake van herhaaldelijk strafbare feiten en/of openbare orde problematiek in of vanuit het pand dan wel ernstig structurele openbare orde problematiek in een branche of gebied. Er wordt niet getolereerd dat deze panden/branches waarop (uiteindelijk) deze vergunningplicht geldt (wederom) het toneel zijn van strafbare handelingen of een uitvalsbasis vormen voor criminelen. Daarom treedt de burgemeester hier streng tegen op. Van exploitanten wordt verwacht dat zij ervoor zorgen dat in hun bedrijf geen strafbare feiten plaatsvinden.
Onder strafbare feiten worden in elk geval (niet limitatief) de volgende feiten verstaan:
- •
heling;
- •
illegale kansspelen;
- •
geweldsplegingen in of vanuit de onderneming;
- •
underground banking;
- •
aanwezigheid (vuur)wapen;
- •
aanwezigheid handelshoeveelheid drugs;
- •
drugsgebruik en –handel: zoals de aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs of versnijdingsmiddelen;
- •
mensenhandel;
- •
prostitutie;
- •
tewerkstellen van illegalen (werknemers zonder geldige titel voor het verrichten van arbeid).
Ernstige incidenten
Onder ernstige incidenten kan worden verstaan (niet limitatief) de situatie waarin een handgemeen plaatsvindt in of in de directe nabijheid van of vanuit de onderneming maar ook belediging en/of bedreiging van medewerkers van bijvoorbeeld politie, gemeente, douane, Belastingdienst, DCMR en Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit etc..
Zeer ernstige incidenten
Als zeer ernstige incidenten (in, vanuit of in de directe omgeving van de onderneming) worden in ieder geval beschouwd (niet limitatief):
- •
incidenten waarbij één of meer vuur-, steek-, of slagwapens is/zijn gebruikt (of met gebruik ervan is gedreigd);
- •
vrijheidsberoving;
- •
poging tot liquidatie;
- •
incidenten met letsel.
Bij zeer ernstige geweldsincidenten is de openbare orde en veiligheid in en rondom de betreffende onderneming per definitie zeer ernstig aangetast. Daarbij wordt in dit beleid ook nadrukkelijk gekeken naar de ernst van het letsel dat door het geweld is veroorzaakt. Uitgangpunt daarbij is dat de openbare orde geacht wordt ernstiger geschaad te zijn, naarmate het letsel ernstiger is. Om de openbare orde en veiligheid onmiddellijk te herstellen, wordt de onderneming direct voor een korte periode gesloten. De tijdelijke (spoed) sluiting van maximaal twee weken wordt in beginsel opgevolgd door een sluiting van een langere periode. Als uit onderzoek en een (zienswijze)gesprek met de exploitant blijkt dat er geen kans is op herhaling van geweldsincidenten en/of de openbare orde niet zo ernstig is geschokt dat heropening van het bedrijf onverantwoord is, kan de burgemeester besluiten dat een langere sluiting niet noodzakelijk is. De feiten en omstandigheden moeten hiertoe wel aanleiding geven (bijvoorbeeld dat de ondernemer overtuigend kan aantonen dat hij maatregelen treft die herhaling in de toekomst voorkomen en het feit op zichzelf de openbare orde niet zeer ernstig heeft geschokt). De spoedsluiting en een eventuele vervolgsluiting worden gezien als twee aparte besluiten.
Opiumwet
Er zal toepassing worden gegeven aan het “Damoclesbeleid Schiedam” voor feiten die betrekking hebben op de Opiumwet.
Heling / Digitaal Opkopers Register
Er zal toepassing worden gegeven aan de “Sanctiestrategie Digitaal Opkopers Register” voor feiten die betrekking hebben op de aanpak van heling.
Prostitutie
Indien er sprake is van incidenten / overtredingen met betrekking tot prostitutie dan zal er toepassing worden gegeven aan het handhavingsarrangement zoals dit is opgenomen in het “Besluit van de burgemeester van de gemeente Schiedam houdende regels omtrent prostitutiebeleid”.
Artikel 6. Spoedsluiting
Bij ernstige en acute verstoringen van de openbare orde (bijv. door gevallen van ernstig geweld), volgt in het algemeen een voorlopige sluiting van maximaal vier weken. De voorlopige sluiting dient om de openbare orde en veiligheid in en rond de inrichting te laten herstellen. Deze periode is ook bedoeld om meer informatie te krijgen over de toedracht van het incident dat de openbare orde heeft verstoord. In die twee weken maakt de politie een dossier op voor de burgemeester en wordt er op basis van dat dossier een zienswijzegesprek met de exploitant gehouden. De tijdelijke sluiting van vier weken wordt in beginsel opgevolgd door een langere sluiting. Als uit onderzoek en een (zienswijze)gesprek met de ondernemer blijkt dat er geen kans is op herhaling van geweldsincidenten en/of de openbare orde niet zo ernstig is geschokt dat heropening van het bedrijf onverantwoord is, kan de burgemeester besluiten dat een langere sluiting niet noodzakelijk is. De feiten en omstandigheden moeten hiertoe wel aanleiding geven.
Artikel 7. Geen vertrouwen in exploitant
Wanneer de exploitatie van een onderneming leidt tot al dan niet ernstige incidenten of wanneer de exploitant of zijn personeel bij deze incidenten op een ontoelaatbare wijze betrokken zijn geweest of op enigerlei wijze verwijtbaar hebben gehandeld kan de burgemeester besluiten dat intrekking van de exploitatievergunning wenselijk is. De burgemeester meent dan dat de exploitant met zijn exploitatie een gevaar vormt voor de openbare orde en/of de leefbaarheid en treft maatregelen om een verstoring daarvan in de toekomst tegen te gaan.
Dit geldt eveneens wanneer een exploitant bepalingen in de APV overtreedt en zich door de getroffen maatregelen er niet toe laat leiden zijn bedrijfsvoering dusdanig aan te passen dat hij overtredingen of incidenten in de toekomst voorkomt. De burgemeester kan dan oordelen dat hij zijn vertrouwen in de desbetreffende exploitant is kwijtgeraakt, waarna hij kan besluiten de exploitatievergunning in te trekken.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl