Subsidieregeling Volkshuisvestingsfonds isolatie en onderhoud gemeente Noardeast-Fryslân 2025

Artikel 1 Begripsbepalingen

1.1 Aanvrager: de alleenstaande of samenwonende die de subsidie voor isolatie en onderhoud aanvraagt;

1.2 ASV: Algemene subsidieverordening Noardeast-Fryslân;

1.3 College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noardeast-Fryslân;

1.5 Eigenaar-bewoner: eigenaar en bewoner van een woning, die als zodanig is ingeschreven in de basisregistratie personen van de gemeente Noardeast-Fryslân en de woning als hoofdverblijf heeft;

1.6 Energieadviseur: een adviseur van EnergiePloeg, die in opdracht van de gemeente de eigenaar-bewoner voorziet van advies over de te treffen isolatie- en onderhoudsmaatregelen en diens offertes voor de eigenaar-bewoner aanvraagt;

1.7 Energiearmoede: een huishouden met energiearmoede heeft door een combinatie van een laag inkomen en een slecht geïsoleerde woning moeite om de maandelijkse energielasten te dekken;

1.7 Slecht geïsoleerde woning: woning met energielabel D, E, F of G of een vergelijkbare energetische staat, waarvan de energieadviseur beoordeelt dat na-isoleren meerwaarde heeft;

1.8 Sociaal minimum: het bedrag dat iemand minimaal nodig heeft om van te leven, zoals jaarlijks bepaald door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UVW).

1.8 Standaard voor woningisolatie: de isolatiewaarde van de woning, uitgedrukt in de energie die per vierkante meter nodig is om de woning te verwarmen. De Standaard betreft een maximumwaarde. De warmtevraag per vierkante meter mag hier niet boven uit komen.

1.9 Subsidieplafond: het bedrag dat het college beschikbaar stelt voor deze regeling en dat ten hoogste beschikbaar is voor verstrekking van subsidies op grond van deze subsidieregeling;

1.10 Woning: bestaand onroerend goed, dat dient als zelfstandige woonruimte en als zodanig bewoond wordt.

Artikel 2 Doel van deze regeling

De subsidie heeft tot doel huishoudens die te maken hebben met energiearmoede te ondersteunen bij het nemen van energiebesparende maatregelen, waardoor de energielasten structureel worden verlaagd. Daarnaast draagt het plegen van achterstallig onderhoud bij aan de leefbaarheid in de dorpen en wijken.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken aan eigenaar-bewoners met een inkomen tot 150% van het sociaal minimum met een slecht geïsoleerde woning. Deze subsidie kan aangevraagd worden voor de volgende maatregelen:

• a.

  isolerende maatregelen zoals opgenomen in Bijlage 1;

• b.

  ventilatiemaatregelen: aanleggen van CO2-gestuurde ventilatie of balansventilatie met een rendement van minimaal 90% aan warmteterugwinning;

• c.

  onderhoudsmaatregelen ten behoeve van het verbeteren van het aanzicht van het pand. Daaronder worden (in ieder geval) verstaan kosten die gemaakt zijn ter voorbereiding, verbetering, herstel of vervanging van:

• 1.

  dragende constructies en bouwdelen, voor zoverre deze noodzakelijk zijn voor het in stand houden voor het aanzicht van de woning;

• 2.

  de gehele buitenschil van de woning, met inbegrip van lood en zinkwerk;

• 3.

  leidingen voor gas, water en elektriciteitsvoorziening en de afvoer van afvalhemelwater met de riolering, mits uitgevoerd in samenhang met een voorziening ter verbetering van het aanzicht.

• d.

  Voor maatregelen als bedoeld in onderdeel a kan het college besluiten af te wijken van de minimaal gestelde oppervlakte-eisen, indien dit in het geval van kleinere woningen noodzakelijk is om de doelstellingen van deze regeling te realiseren.

Artikel 4 Niet-subsidiabele activiteiten

De volgende activiteiten komen niet in aanmerking voor subsidie:

• a.

  kosten ten behoeve van het opstellen van de aanvraag;

• b.

  kosten ten behoeve van een technisch woningadvies;

• c.

  kosten ten behoeve van een ecologisch onderzoek;

• d.

  kosten die uit anderen hoofde worden gesubsidieerd;

• e.

  verrekenbare of compensabele belastingen, heffingen of lasten.

Artikel 5 Doelgroep Subsidie kan eenmalig worden aangevraagd dooreigenaar-bewoners met een inkomen tot 150% van het sociaal minimum met een slecht geïsoleerde woning.

Artikel 6 Subsidieplafond en wijze van verdeling

• 1.

  Het subsidieplafond bedraagt € 4.300.000,-;

• 2.

  Verlening vindt plaats totdat het subsidieplafond is bereikt;

• 3.

  Per aanvrager wordt de hoogte van de subsidie gebaseerd op een vast percentage van het totale factuurbedrag van de isolatie- en onderhoudsmaatregelen, waarbij de volgende percentages per inkomensgroep gelden:

  • a.

    Inkomens lager dan 130% van het sociaal minimum: subsidie van 70% per maatregel

  • b.

    Inkomens van 130% tot 140% van het sociaal minimum: subsidie van 60% per maatregel

  • c.

    Inkomens van 140% tot 150% van het sociaal minimum: subsidie van 50% per maatregel

• 4.

  In aanvulling op lid 3. geldt voor elke inkomensgroep een maximum subsidiebedrag van € 50.000,-.

• 5.

  Subsidieverzoeken worden behandeld op volgorde van binnenkomst;

• 6.

  Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst;

• 7.

  Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats op basis van tijdstip.

Artikel 7 Aanvraag

• 1.

  Een aanvraag voor subsidie wordt digitaal ingediend op de gemeentelijke website, met gebruikmaking van een ter beschikking gesteld aanvraagformulier.

• 2.

  De formele aanvraag bevat de offertes van alle isolatie- en onderhoudsmaatregelen, waarvoor de aanvrager subsidie wenst te ontvangen.

• 3.

  De formele aanvraag bevat het eigendomsbewijs van de woning van Kadaster en inkomensverklaringen van de Belastingdienst van de twee meest recente jaren.

Artikel 8 Weigeringsgronden

In aanvulling op de weigeringsgronden in artikel 7 van de Algemene Subsidieverordening Noardeast-Fryslân kan een subsidieaanvraag worden geweigerd indien:

• a.

  de aanvrager geen koopwoning bezit;

• b.

  de koopwoning niet het hoofdverblijf van de eigenaar-bewoner betreft;

• c.

  de aanvrager geen slecht geïsoleerde woning heeft;

• d.

  het huishouden van de aanvrager een inkomen heeft dat hoger is dan 150% van het sociaal minimum;

• e.

  de activiteiten gericht zijn op uitbreiding of nieuwbouw;

• f.

  de activiteiten zijn uitgevoerd voordat de aanvraag is ontvangen;

• g.

  de aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in deze regeling;

• h.

  voor hetzelfde adres al beroep is gedaan op deze subsidieregeling;

• i.

  dezelfde natuurlijke persoon en/of de mede-eigenaar al beroep heeft gedaan op deze subsidieregeling voor een ander adres.

Artikel 9 Voorwaarden

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria:

• 1.

  de aanvrager is eigenaar-bewoner;

• 2.

  de aanvrager (alleenstaande of samenwonende) heeft over het gemiddelde van de twee meest recente jaren een inkomen tot 150% van het sociaal minimum, zoals bepaald door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV);

• 3.

  de aanvrager heeft een slecht geïsoleerde woning, dat wil zeggen de energieadviseur heeft aan huis beoordeeld dat het na-isoleren van de woning meerwaarde heeft;

• 4.

  de activiteiten richten zich op het verbeteren van de energetische en/of onderhoudsstaat van een slecht geïsoleerde woning, zoals benoemd in artikel 3, waarbij de woning in de eindsituatie aan minimaal 75% van de Standaard voor woningisolatie, zoals vastgesteld door de energieadviseur, moet voldoen;

• 5.

  de activiteiten waarvoor een aanvraag wordt gedaan zijn niet in strijd met bestaande wet- en regelgeving, waaronder flora- en faunawetgeving binnen de Omgevingswet.

Artikel 10 Hoogte van de subsidie

• 1.

  De hoogte van de subsidie wordt gebaseerd op een vast percentage van het totale factuurbedrag van de isolatie- en onderhoudsmaatregelen, waarbij de volgende percentages per inkomensgroep gelden:

  • a.

    Inkomens lager dan 130% van het sociaal minimum: subsidie van 70% per maatregel

  • b.

    Inkomens van 130% tot 140% van het sociaal minimum: subsidie van 60% per maatregel

  • c.

    Inkomens van 140% tot 150% van het sociaal minimum: subsidie van 50% per maatregel

• 2.

  In aanvulling op lid 1. geldt voor elke inkomensgroep een maximum subsidiebedrag van € 50.000,-.

Artikel 11 Verplichtingen

• 1.

  De subsidieontvanger is verplicht:

  • a.

    binnen acht weken na voltooiing van de maatregelen en in ieder geval uiterlijk binnen twee jaar na datum van deze subsidieverlening de voltooiing van de werkzaamheden te melden en een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in te dienen;

  • b.

    originele facturen en andere bewijsstukken ten minste 5 jaren te bewaren na vaststelling van de subsidie;

• 2.

  De in het eerste lid, onderdeel a, genoemde termijn kan op verzoek van de subsidieontvanger eenmaal verlengd worden, indien deze aantoont dat de gesubsidieerde activiteit niet binnen de genoemde termijn uitgevoerd kan worden. De subsidieontvanger neemt hiervoor actief contact op met de gemeente.

• 3.

  Het verzoek tot vaststelling bevat in ieder geval de offertes, de facturen van de uitgevoerde activiteiten, de betaalbewijzen en de opleveringsverklaring van de Energiecoach.

Artikel 12 Algemene Subsidieverordening

De Algemene Subsidieverordening Noardeast-Fryslân is van toepassing op deze regeling met uitzondering van artikel 15.1 (subsidievaststelling).

• a.

  In afwijking van artikel 15.1 blijkt de mate waarin gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en diens doelen zijn gerealiseerd niet uit een financieel verslag en een activiteitenverslag, maar uit controle van de Energiecoach middels een opleveringsverklaring, die tevens dient als vaststellingsverzoek.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken.

Artikel 14 Citeertitel en inwerkingtreding

1. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Subsidieregeling Volkshuisvestingsfonds isolatie en onderhoud gemeente Noardeast-Fryslân 2025’

2. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op publicatie.

3. Deze regeling eindigt op 31 december 2029, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen die voor die datum zijn ontvangen.