Marktverordening gemeente Moerdijk

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-05-2025

Intitulé

Marktverordening gemeente Moerdijk

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 16 april 2025;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 maart 2025;

gelet op de artikelen 147 lid 1, 149 en 160 lid 1 aanhef en onder g van de Gemeentewet.

BESLUIT

vast te stellen de :

MARKTVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Artikelengroepen of branches: de door het college vastgestelde goederen die op de markt worden aangeboden;

  • b.

    Dagplaats: de standplaats die voor één marktdag ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • c.

    Markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • d.

    Marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college.

  • e.

    Marktterrein: de door het college bij instelling van de markt aangewezen en afgebakende locatie voor de markt;

  • f.

    Standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt aan een vergunninghouder is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • g.

    Standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • h.

    Standwerkersplaats: de standplaats die voor één marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • i.

    Vaste standplaats: de standplaats die voor de vergunningsduur ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • j.

    Vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een vaste, dag- of standwerkersplaats;

  • k.

    Vergunningsduur: de duur van de verstrekte vergunning;

Artikel 2. Toepassingsgebied

  • 1. Deze verordening is uitsluitend van toepassing op de door het college krachtens artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g van de Gemeentewet ingestelde warenmarkt(en).

  • 2. Deze verordening is niet van toepassing op markten, evenementen en braderieën, die conform Afdeling 3 van Hoofdstuk 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Moerdijk (artikel 2:24 t/m 2:26a) vallen onder ‘Evenementen’, tenzij anders aangegeven in het desbetreffende artikel.

  • 3. Deze verordening is niet van toepassing op standplaatsen die vallen onder het 'standplaatsenbeleid' zoals beschreven in Afdeling 4 ‘Standplaatsen’ van Hoofdstuk 5 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Moerdijk, dan wel het Standplaatsenbeleid gemeente Moerdijk.

Artikel 3. Inrichtingsplan

  • 1. Voor elke markt stelt het college een inrichtingsplan vast met daarin nadere regels betreffende de uitvoering, dat in elk geval bevat;

    • a.

      aanduiding van de dagen en de uren waarop de markt wordt gehouden (markttijd);

    • b.

      een kaart van het marktterrein met daarop de grenzen van de markt, de gebieden die bestemd zijn voor vergunninghouders van een vaste standplaats en de gebieden die bestemd zijn voor bakplaatsen, standwerkplaatsen, dagplaatsen en plaatsen voor goede doelen;

    • c.

      het totaal aantal te verdelen vierkante meters;

    • d.

      de vergunningsduur en voorschriften die aan de vergunning worden verbonden;

    • e.

      een branchelijst met een maximum aantal standplaatsen per branche;

    • f.

      nadere regels die op de markt van toepassing zijn.

  • 2. Het inrichtingsplan is gedurende de markttijd op het marktterrein of in de nabije omgeving van het marktterrein aanwezig en in te zien.

Artikel 4. Verplaatsing

Uitsluitend indien er sprake is van een dringende reden van openbare orde kan het college besluiten de markt op een andere tijd of plaats organiseren.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Artikel 5. Vergunning

  • 1. Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

  • 2. Een vaste standplaatsvergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd.

  • 3. De vergunningsaanvragen worden behandeld op datum van binnenkomst, hierbij geldt dat degene die als eerst een aanvraag heeft ingediend voorgaat;

  • 4. Het college kan drie type vergunningen verlenen:

    • a.

      een vaste standplaatsvergunning;

    • b.

      een dagplaatsvergunning;

    • c.

      en een standwerkersplaatsvergunning.

Artikel 6. Vereisten vergunningaanvrager

  • 1. Voor toewijzing van een vergunning voor een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

  • 2. De volgende documenten moeten worden overlegd:

    • a.

      Kopie van geldig legitimatiebewijs

    • b.

      Kopie inschrijving Kamer van Koophandel

    • c.

      Kopie aansprakelijkheidsverzekering

Artikel 7. Weigeringsgronden

  • 1. Het college weigert een vergunning als de aanvraag in strijd is met het bepaalde in het inrichtingsplan.

  • 2. Het college weigert een vergunning als de aanvraag niet voldoet aan artikel 6 van de deze verordening.

  • 3. Het college weigert een vergunning in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid;

    • c.

      de volksgezondheid;

    • d.

      de bescherming van het milieu.

  • 4. Het college is verplicht om de aanvrager eerst op eventuele verzuimen te wijzen voordat op weigering wordt overgegaan.

Artikel 8. Wijziging van vergunning

  • 1. De vergunning kan op verzoek worden gewijzigd.

  • 2. Een aanvraag om de wijziging van de vergunning kan alleen worden toegewezen als geen sprake is van de in artikel 7 genoemde weigeringsgronden.

  • 3. Het college kan advies van de marktcommissie inwinnen over een aanvraag tot wijziging van de vergunning.

Artikel 9. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1. Wenst de houder van een vergunning voor een vaste standplaats niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning, is de vergunninghouder overleden, in staat van faillissement of onder curatele gesteld, dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, erven of curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind;

  • 2. Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf. Voorwaarde is dat deze persoon ten minste één jaar, direct voorafgaand aan het moment van het verzoek, onafgebroken op de betreffende standplaats in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede eigenaar op de betreffende standplaats.

  • 3. De aanvraag tot overschrijving wordt geweigerd als:

    • a.

      Niet word voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen;

    • b.

      Niet wordt voldaan aan een eis waaraan een houder van een vergunning voor een vaste standplaats volgens deze verordening moet voldoen.

  • 4. Het college is bevoegd om in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 10. Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1. Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij de vergunning wordt overgeschreven op grond van artikel 9 Marktverordening gemeente Moerdijk.

  • 2. Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 en 7 genoemde vereisten.

  • 3. Indien degene op wie een vergunning op grond van artikel 9 Marktverordening gemeente Moerdijk is overgeschreven, beschikte over een vergunning voor een andere standplaats op dezelfde markt, wordt deze vergunning ingetrokken.

Artikel 11. Innemen standplaats

  • 1. De vergunninghouder is verplicht om de aan hem vergunde standplaats in te nemen, of te laten innemen;

    • a.

      Aan de vergunninghouder die zijn standplaats niet persoonlijk wenst in te nemen, verleent het college toestemming zich te laten vervangen door een met name genoemd persoon voor een periode van maximaal 6 maanden. Daarna zal de situatie opnieuw worden beoordeeld.

    • b.

      Ter verkrijging van toestemming om zich te laten vervangen dient de vergunninghouder een aanvraag in waaruit blijkt door wie de vergunninghouder wordt vervangen;

    • c.

      De vervanger treedt op namens de vergunninghouder en handelt namens de vergunninghouder. Het bepaalde in de Marktverordening gemeente Moerdijk en dit inrichtingsplan is van overeenkomstige toepassing op de vervanger. Alle handelingen van de vervanger op de markt worden aan de vergunninghouder toegerekend. De vergunninghouder blijft, ook bij een vervanger, altijd verantwoordelijk voor het gebruik van de standplaats.

Artikel 12. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden niet kan voldoen aan de verplichting zijn vaste standplaats in te nemen, meldt dit tijdig en schriftelijk aan het college;

  • 2. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld;

  • 3. Een vergunninghouder mag maximaal 6 weken per jaar niet voldoen aan de verplichting om zijn vaste standplaats in te nemen;

  • 4. Indien de vergunninghouder vanwege bijzonder omstandigheden langer dan 6 weken zijn standplaats niet kan innemen, kan het college op aanvraag van de vergunninghouder ontheffing verlenen van de verplichting om de standplaats in te nemen. Deze ontheffing geldt voor een periode van maximaal 6 maanden. Daarna zal de situatie opnieuw worden beoordeeld.

Artikel 13. Legitimatie

Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, moet zich ten alle tijden kunnen legitimeren.

Hoofdstuk 3. Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 14. Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 10 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 15. Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een aanvrager van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet

Artikel 16. Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Diegene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Artikel 17. Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 18. Toezicht en handhaving

De aangewezen toezichthouders, waaronder marktmeester, zullen toezicht houden op de naleving van de vergunningvoorschriften. Wanneer nodig zal de handhavingsmatrix zoals vastgesteld in de Beleidsregel uitvoering algemene bestuursrechtelijke handhaving en gedogen Moerdijk 2025 worden gevolgd.

Artikel 19. Intrekking oude regeling

De verordening “Marktverordening gemeente Moerdijk” vastgesteld op 1 maart 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 20. Overgangsbepalingen

  • 1. Alle vergunningen op basis van de verordening bedoeld in artikel 20 worden ingetrokken en worden opnieuw ambtshalve verleend wanneer deze verordening in werking treedt.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 20 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 21. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 22. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Moerdijk.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 16 april 2025.

De griffier,

H.M. Vonk-Schenkel,

De voorzitter,

A.J. Moerkerke.