Beleidsregels voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten op het ENCI-terrein

Geldend van 25-04-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten op het ENCI-terrein

[Een deel van de tekst van deze bekendmaking is overeenkomstig artikel 7 lid 2 Bekendmakingswet bekendgemaakt en hier beschikbaar: Bijlage 2 Ruimtelijk Kader ENCI-terrein, 7 juni 2024 .]

1 Inleiding

Doel

Deze beleidsregels omvatten een wegingskader voor nieuwe initiatieven op het ENCI-terrein.

De toets aan deze beleidsregels draagt bij aan het al dan niet verlenen van medewerking aan het afgeven van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit voor bepaalde categorieën activiteiten op het ENCI- terrein. De afbakening van het ENCI-terrein is aangeduid op de kaart in bijlage 1. De inhoudelijke basis voor deze beleidsregels is het Ruimtelijk Kader ENCI-terrein (7 juni 2024, bijlage 2) dat met instemming van het college van B&W is vastgesteld door de Stuurgroep Plan van Transformatie ENCI-gebied.

1.1 Aanleiding en achtergrond

In het kader van het Plan van Transformatie ENCI-gebied (PvT) werkt de gemeente Maastricht samen met een aantal partijen: provincie Limburg, eigenaar bedrijventerrein Limburg Real Estate (LRE), Natuurmonumenten en bewonersgroep Sint-Pietersberg Adembenemend (SPA). Het Plan van Transformatie is vastgesteld in 2010 en geactualiseerd in 2021. Privaatrechtelijk zijn in februari 2023 afspraken opnieuw vastgelegd in een Wijzigingsovereenkomst.

Op basis van de Actualisatie van het PvT 2021 en de overeenkomst uit 2023 hebben partijen samen een nieuwe toekomstvisie uitgewerkt voor het ENCI-bedrijventerrein. Daarvoor is in opdracht van LRE door Mecanoo/Rademacher de Vries Architecten (RDVA) een Ambitiedocument opgesteld (28 maart 2023). Dit is vervolgens in opdracht van LRE door RDVA vertaald in het Ruimtelijk Kader ENCI-terrein. Het Ruimtelijk Kader is door de Stuurgroep Plan van Transformatie ENCI-gebied vastgesteld, met instemming van het College van B&W van de gemeente Maastricht.

afbeelding binnen de regeling

In de toekomstvisie zoals geschetst in het Ruimtelijk kader moet het ENCI-terrein zich ontwikkelen als een open toegankelijk gemengd werkterrein van de toekomst, waar productie, innovatie en bedrijvigheid centraal staan. Naast bedrijvigheid kunnen dus ook andere functies in de juiste balans een plek krijgen op het terrein. Belangrijke thema’s voor de toekomst van het ENCI-gebied zijn ter illustratie benoemd in voorgaande afbeelding uit het Ruimtelijk Kader.

Nieuwe functies en activiteiten moeten daarbij bezien worden in de bredere context van het gehele PvT. De opgave zoals vastgelegd in de Actualisatie van het PvT en de vastgelegde samenwerkingsafspraken zijn daarbij leidend. Alle PvT partijen onderschrijven dat het gebied zich als een integraal geheel optimaal moet kunnen ontwikkelen met respect voor de rollen en belangen van de verschillende partijen. De invulling van de verschillende delen van het PvT-gebied (bedrijventerrein, overgangszone en groeve) mag elkaar niet belemmeren. Het Ambitiedocument en Ruimtelijk Kader zijn globale visiedocumenten die nog niet volledig concreet uitgekristalliseerd zijn. Ook bieden ze geen concrete ruimtelijke randvoorwaarden. Daarnaast omvatten deze stukken een breed scala van mogelijke ontwikkelingen, die op dit moment niet in de volle breedte uitvoerbaar zijn vanwege publiekrechtelijke belemmeringen. Dit betreft onder meer de impact voor de omgeving wat betreft stikstofdepositie. Daarom kunnen de gewenste invullingen publiekrechtelijk op dit moment nog niet volledig geborgd worden in een wijziging van het Omgevingsplan waarin de ontwikkelmogelijkheden van het ENCI-terrein integraal worden vastgelegd. Dit is uiteindelijk wel het doel. Tot het moment dat dit mogelijk is, vindt toetsing op basis van deze beleidsregels plaats.

Vooruitlopend op bescherming van het industrieel erfgoed op het ENCI-terrein, en om in de tussentijd ongewenste ontwikkelingen in het gebied te voorkomen, heeft de gemeenteraad van Maastricht op 26 september 2023 een voorbereidingsbesluit genomen. Dit besluit komt van rechtswege per 1 juli 2025 te vervallen. Gebruikswijzigingen, het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden en het uitvoeren van bouwen sloopwerkzaamheden zijn door het voorbereidingsbesluit niet direct toegestaan. Het college van burgemeester en wethouders heeft daarbij wel de mogelijkheid om via een omgevingsvergunning af te wijken van de genoemde verboden. Daarvoor is in de bijlagen van het voorbereidingsbesluit in 2023 een aantal afwegingscriteria opgenomen (‘Richtinggevend Wegingskader’).

Om de juridische bescherming van het cultuurhistorisch erfgoed in dit gebied niet te laten wachten op de definitieve planvorming voor de herontwikkeling van het ENCI-gebied, én om eventueel verval van het aanwezige cultuurhistorisch erfgoed te voorkomen, is een thematische wijziging van het Omgevingsplan Maastricht in gang gezet. Dit gebeurt via het TAM-omgevingsplan ‘hoofdstuk 22a Thema Cultuurhistorie ENCI-gebied’ dat in het voorjaar van 2025 aan de gemeenteraad wordt voorgelegd ter vaststelling.

afbeelding binnen de regeling

Papvoorbereidingsgebouw (foto: Gemeente Maastricht, Joyce Andoetoe )

Een dergelijke thematische wijziging van het Omgevingsplan Maastricht maakt echter geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Omdat de huidige bestemming alleen (productie gebonden) industrie mogelijk maakt, zal voor nieuwe ontwikkelingen bij voorkeur een beroep moeten worden gedaan op de procedure van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit.

Door publicatie van het vastgestelde TAM-omgevingsplan ‘hoofdstuk 22a Thema Cultuurhistorie ENCI-gebied’, wordt de voorbescherming van het industrieel erfgoed uit het voorbereidingsbesluit overgenomen en verlengd. Het 'Richtinggevend Wegingskader’ uit het voorbereidingsbesluit kan in dit thema omgevingsplan niet worden verwerkt, en komt daarmee te vervallen. Door de inhoud van het 'Richtinggevend Wegingskader’ te vertalen in de voorliggende beleidsregels, kan sturing op nieuwe ontwikkelingen opnieuw geborgd worden. Dit gebeurt in lijn met het eerder door de gemeenteraad genomen besluit.

1.2 Doelstelling en functie beleidsregels

Op grond van artikel 4:81 eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht kan het college van burgemeester en wethouders beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende bevoegdheid.

Deze beleidsregels zijn van toepassing op de bevoegdheid van het college tot het verlenen van een omgevingsvergunning van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (kortweg: “BOPA”), op grond van artikel 5.1, eerste lid onderdeel (a) jo. artikel 5.8 Omgevingswet. Een BOPA is een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, of een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan (bijlage 1 bij Omgevingswet).

Om medewerking te kunnen verlenen aan een BOPA, dient te allen tijde worden voldaan aan de beoordelingsregels voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit zoals opgenomen in artikel 8.0a en 8.0b van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Zo dient een initiatief te voldoen aan:

  • -

    de vereisten van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties;

  • -

    de instructieregels uit het Bkl.

Deze beleidsregels vormen een concretisering van het vereiste van een ‘Evenwichtige Toedeling van Functies Aan Locaties’ zoals vastgelegd in de Omgevingswet. Daarbij gelden zij als een eerste afwegingskader, waarmee relatief snel en programmatisch een oordeel over de wenselijkheid van een initiatief kan worden gevormd. Een dergelijk kader is wenselijk, gelet op de behoefte aan méér regie op de invulling van het ENCI-terrein en de wettelijke verplichting om in beginsel binnen acht weken op de aanvraag om een omgevingsvergunning te beslissen. Daarnaast streven deze regels ernaar de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid van potentiële initiatiefnemers te bevorderen, door meer inzicht te bieden in de wijze waarop een verzoek wordt beoordeeld.

1.3 Reikwijdte beleidsregels

Er dient te worden benadrukt dat deze regels enkel als eerste afwegingskader gelden. Aan deze regels kunnen geen aanspraken op het verlenen van een omgevingsvergunning worden ontleend. Indien een initiatief volgens deze beleidsregels als ‘positief’ wordt beoordeeld, dient onverminderd te worden getoetst aan de vigerende wet- en regelgeving, waaronder overig gemeentelijk, provinciaal en landelijk beleid. Deze opvolgende definitieve beoordeling kan ertoe leiden dat de gevraagde omgevingsvergunning niet kan worden verleend. Omgekeerd: indien een initiatief volgens deze beleidsregels negatief uit de toets komt, kan hieraan in beginsel geen medewerking worden verleend. Er kan echter sprake zijn van uitzonderlijke omstandigheden die een afwijking van deze regels rechtvaardigen. Het is aan een initiatiefnemer om te stellen en te onderbouwen dat van zulke omstandigheden sprake is. Het is aan de gemeente om dit te beoordelen.

Het verlenen van een vergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit behoeft voorts in een aantal gevallen bindend advies van de gemeenteraad. De gemeenteraad van Maastricht heeft in juni 2021 bepaald in welke gevallen bindend advies van de raad aan de orde is (Gemeenteblad 2023, nr. 55305). Een voorbeeld van een BOPA zonder bindend advies van de raad betreft gebruikswijzigingen binnen bestaande bebouwingen zonder toename bebouwd oppervlak of bouwvolume.

afbeelding binnen de regeling

Centrale werkplaats (foto: gemeente Maastricht, Joyce Andoetoe)

afbeelding binnen de regeling

Hoogovencementsilo's (foto: gemeente Maastricht, Joyce Andoetoe )

afbeelding binnen de regeling

ENCI bedrijventerrein (foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Jos Stöver)

2 Werkwijze toetsing beleidsregels

2.1 Werkwijze toetsing beleidsregels

In het volgende hoofdstuk is het wegingskader uitgewerkt in verschillende thema’s. Het gaat ten eerste om enkele algemene vereisten, waar initiatieven aan moeten voldoen. Als één of meer van die vereisten niet positief zijn, betekent dit dat de functie of activiteit in beginsel niet thuishoort op het ENCI-terrein. Deze eisen zijn dus randvoorwaardelijk. Als aan deze vereisten wel wordt voldaan, dan wordt vervolgens getoetst of het initiatief voldoende hoog scoort op de tien verschillende wegingsfactoren om positief bevonden te worden. Er wordt gewerkt met een toekenning van punten, met een maximaal aantal van 90 punten. Een initiatief moet voldoen aan een minimum van 50 punten. Afhankelijk van het belang van een factor zijn maximaal 10 of 15 punten te behalen voor de zwaarwegende factoren. Dit kan verder aangevuld worden met punten op de overige wegingsfactoren (0-5 punten per factor). Op die manier worden initiatiefnemers gestimuleerd om maximaal in te zetten op positieve ontwikkelingen die voor het ENCI-gebied gewenst zijn.

In de afweging speelt ook de fasering mee. Mogelijk zijn er tijdelijke initiatieven die een bijdrage leveren aan de opwaardering van het gebied op de korte termijn (zogenaamde ‘placemaking’), maar die minder geschikt zijn voor de lange termijn. Dit kan meegenomen worden in de toetsing. De mogelijkheid bestaat om in een dergelijke situatie in de omgevingsvergunning een maximale tijdsduur op te nemen.

Voor een zorgvuldige toetsing moet de eigenaar van het terrein voldoende informatie aanleveren over het initiatief/de initiatiefnemer. Dat betreft in elk geval:

  • -

    algemene informatie over bedrijf/organisatie/ initiatiefnemer;

  • -

    uittrekstel Kamer van Koophandel van de inschrijvende onderneming/stichting;

  • -

    de milieucategorie van de activiteiten;

  • -

    objectieve onderbouwing in welke mate de functie/activiteit bedrijf voldoet aan de selectiecriteria (per eis/factor te benoemen);

  • -

    waarom er interesse is voor het ENCI-terrein, in hoeverre wordt aangesloten op het specifieke profiel;

  • -

    of er sprake is van samenwerking met andere functies/bedrijven/activiteiten in het ENCI-gebied en zo ja in welk opzicht;

  • -

    schetsontwerp situatietekening/ inrichtingsplan, met daarop in ieder geval aangegeven de locatie op het terrein, bedrijfsactiviteiten en m2 per activiteit (bijvoorbeeld van opslag, productie, kantoor, enz.).

Het is mogelijk dat er aanvullende informatie of onderbouwing gevraagd wordt om te komen tot een goede afweging.

afbeelding binnen de regeling

Oven 8 (foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Jos Stöver)

3 Beleidsregels

3.1 Vereisten en wegingsfactoren voor het toetsen van initiatieven voor het ENCI-bedrijventerrein

ALGEMENE VEREISTEN

Nieuwe functies en activiteiten moeten aan deze vereisten voldoen, zo niet dan geen vestiging.

 
  • 1.

De functies en activiteiten voldoen aan vigerende gemeentelijke beleidsuitgangspunten

JA/NEE

  • 2.

De (producerende) bedrijvigheid en activiteiten moeten passen binnen de milieu categorieën 1, 2 en 3

Toelichting: in bijlage 3 is een Staat van Bedrijfs Inrichtingen (SBI) opgenomen. Deze geeft een indicatie van de typologie aan bedrijvigheid die, met een voldoende score, zich als gewenste ontwikkeling kan vestigen.

JA/NEE

  • 3.

Geen nieuwe (bedrijfs)panden/bouwwerken op voorraad bouwen

  • -

    Er worden geen bedrijfspanden op risico nieuw gebouwd zonder een concrete gebruiker met een aangetoond langdurig commitment (minimaal 5 jaar).

  • -

    Bouwen als beleggingsobject is niet gewenst.

JA/NEE

  • 4.

Niet in strijd met de vastgestelde industrieel erfgoed waarden

  • -

    Het betreft de waarden zoals geformuleerd in het rapport “Fabriekscomplex Eerste Nederlandse Cement Industrie te Maastricht”, opgesteld door Crimson Historians & Urbanists, d.d. januari 2022, en vastgelegd in het (ontwerp) TAM-omgevingsplan ‘hoofdstuk 22a Thema Cultuurhistorie ENCI-gebied’ en het (ontwerp) besluit tot aanwijzing als rijksmonumenten.

  • -

    Zorgvuldige aanpassing van industrieel erfgoed en nieuwbouw gekoppeld aan industrieel erfgoed behoort tot de mogelijkheden.

JA/NEE

  • 5.

Herbestemming of hergebruik van bestaande panden, tenzij onderbouwd aangetoond is dat een functie niet in een bestaand pand te realiseren is

  • -

    Dit geldt voor alle bestaande opstallen/vastgoed op het terrein.

  • -

    Nieuwbouw in combinatie met/direct in functie gekoppeld aan bestaand vastgoed is te overwegen mits zorgvuldig ingepast.

  • -

    Hergebruik gaat voor nieuwbouw, afwijking is alleen mogelijk mits aangetoond wordt dat een functie niet in een bestaand pand te realiseren is (motiveringsplicht*).

  • -

    Nieuwbouw voor wonen is uitgesloten als dit nieuw, op zichzelf staand bouwvolume betreft.

  • *

    Toelichting: Het betreft realistische haalbaarheid in brede zin. Bijvoorbeeld: er is sprake van een bepaalde benodigde indeling, specifieke voorzieningen of onderzoeksruimten die bouwtechnisch niet te realiseren zijn in bestaand erfgoed; een initiatief past specifiek in/versterkt een bepaald deelgebied maar de benodigde maatvoering is in dat gebied niet aanwezig.

JA/NEE

  • 6.

Woonfuncties in beperkte mate én ondergeschikt aan de aanwezige primaire functies

  • -

    Het ENCI-terrein is een gemengd gebied waarbij de primaire functie hoofdzakelijk bedrijvigheid is. Wonen heeft een ondergeschikte rol.

  • -

    Dit is niet alleen van toepassing op de omvang van een woonfunctie ten opzichte van het gehele terrein (eindsituatie). Ook binnen verschillende deelfases moet de woonfunctie ondergeschikt zijn.

  • -

    Bij woonfuncties wordt gelet op beperkingen die deze functie met zich mee kan brengen t.o.v. andere functies.

    Toelichting: Het ENCI-gebied betreft géén prioritaire locatie voor wonen, het wordt geen woongebied c.q. woonwijk. Indien woonfuncties in dit gebied landen, dienen deze qua omvang/hoeveelheid ondergeschikt te zijn aan de overige functies, ook in de verschillende fases. Zeker bij aanvang van de gebiedsontwikkeling zal op wooninitiatieven voorzichtig moeten worden ingezet, want de omvang en fasering van ondergeschikte woonfunctie dient nog uitgewerkt te worden.

JA/NEE

ZWAARWEGENDE WEGINGSFACTOREN

Maximaal 10 tot 15 punten per wegingsfactor, maximaal 70 punten totaal te verkrijgen.

 
  • 7.

Passend in innovatief gemengd werkgebied

  • -

    Uitgangspunt is een gemengd karakter, waarbij bedrijvigheid de boventoon voert.

  • -

    Daarbij is er enige ruimte voor specifieke maatschappelijke en culturele activiteiten c.q. voorzieningen passend binnen de vier hoofdthema's: Erfgoed, Natuur, Circulariteit en Innovatie en voor de daarbij ondersteunende specifiek passende woonfuncties. Dit vindt zodanig plaats dat overlast en klachten zo min mogelijk te verwachten zijn.

  • -

    Streven naar juiste mix van grote, middelgrote en kleine bedrijven (niet één overheersend bedrijf op het terrein toelaten).

  • -

    Activiteiten ondersteunend, kleinschalig en voorzienend aan de bedrijven.

    Toelichting: Ondersteunende activiteiten zijn bijvoorbeeld een kantine voor personeel en bezoekers van bedrijven; verkoop van ter plaatse zelf vervaardigde producten; bijbehorende kantoren/onderzoeksruimten, eventueel elders op het terrein. Ook is er ruimte voor kunstzinnig ontplooien, kiosk to-go formule, bij de omgeving passend museum (bijvoorbeeld industrieel erfgoed, natuur), kantine/horeca cat. 1 en 3, uniek kleinschalig toeristisch overnachten, onderzoeksruimte en/of educatie op gebied van duurzaamheid, circulariteit en energetische vernieuwing, events passend bij erfgoed/ natuuromgeving.

0-15

  • 8.

Sprake van circulaire innovatieve bedrijvigheid c.q. activiteit

  • Hoge mate van aanwezigheid/toepassen van (door de rijksoverheid erkende) R-ladder met als mogelijke strategieën: Refuse, Reduce, Redesign, Re-use, Repair, Refurbish, Remanufacture, Repurpose, Recycle en Recover. De R-ladder bestaat uit verschillende niveaus die de mate van circulariteit weergeven. Hoe hoger het niveau hoe beter de keuze is voor het milieu, hoe hoger het aantal punten.

  • Toelichting/voorbeelden: energie neutrale productieprocessen en ‘cradle-to-cradle’ vernieuwende productieprocessen, creatieve ambacht productie, experimentele stadslandbouw (‘vertical farming’ in de bedrijfshallen).

0-15

  • 9.

Het ENCI-terrein moet wat betreft programma/functies aanvullend werken t.a.v. functies elders in de stad (denk aan Centrum/Binnenstad, Health Campus)

  • -

    Daarbij oog hebben voor verdelingseffecten.

  • -

    Bij grote diversiteit van circulaire en/of energetische vernieuwende bedrijvigheid is er potentie tot nieuwe clustervorming. Dergelijke productiebedrijven (met of zonder ondergeschikte verkoop van de ter plaatse geproduceerde producten) zijn ook op de andere bedrijvenparken mogelijk maar passen in het specifiek gewenste profiel op het ENCI-terrein.

  • Toelichting: op basis van dit principe zijn bepaalde functies niet toegestaan, zoals onder meer kleding-/verzorgingswinkels, supermarkt, grootschalig theater/bioscoop/muziekhal, kapper, artsen, enzovoorts.

0-10

  • 10.

Woonfuncties voor doelgroepen met een (werk-/studie-) relatie en/of die anderszins direct betrokken zijn bij het ENCI-gebied/ groeve

  • -

    Woonfuncties voor doelgroepen die aantoonbaar een relatie hebben met gewenste (bedrijfsmatige) activiteiten of onderwijs in het gebied.

  • -

    Er is onder deze voorwaarde ruimte om nieuwe, bijzondere woonconcepten toe te voegen.

  • Toelichting/voorbeelden: woon/werk units, woningen met gezamenlijke (werk)ruimtes, atelierwoningen, artist in residence, vrijplaatsbewoning, Skills in de stad (begeleid wonen en werken voor jongeren), co-living en short stay, wonen in combinatie met (ambachtelijke/creatieve) opleidingen.

0-10

  • 11.

Verkeersluwe functies

  • -

    Dit betreft zowel het verkeer op het terrein als de aan- en afvoer van en naar het ENCI-terrein van personen en producten.

  • -

    Voor het ENCI-terrein zelf houdt dit in dat het gemotoriseerd verkeer binnen het terrein zo veel als mogelijk beperkt wordt (inrichten verkeersluwe zone).

  • -

    Functies trekken weinig gemotoriseerde bewegingen aan en/of er wordt gezorgd voor alternatieven voor vervoersbewegingen. Voorkeur om in te zetten op innovatieve (elektrische) vormen van (openbaar) vervoer, watergebonden vervoer, fiets, deelmobiliteit etc.

0-10

  • 12.

Een bijdrage leveren aan de opwaardering en/of bekendheid van het gebied op korte termijn: placemaking.

  • -

    Positief bijdragen aan verschillende mogelijke fases van ‘placemaking’.

  • -

    Functies kunnen eventueel tijdelijk een rol spelen/toegelaten worden.

Toelichting: Placemaking gaat onder meer over:

  • -

    het geven van bekendheid aan deze “onbekende” plek, om de potentie en doel(en) van het gebied te laten zien;

  • -

    het verbeteren van de kwaliteit van het openbare toegankelijke deel van het ENCI-terrein, het verbeteren van het leven van de mensen die daar verblijven;

  • -

    het creëren en opbouwen van een community met interactie tussen gebruikers en bezoekers.

  • -

    Placemaking kan ook bestaan uit tijdelijke activiteiten, events, lezingen, workshops en creatieve en kunstzinnige initiatieven.

0-10

OVERIGE WEGINGSFACTOREN

Maximaal 5 punten per wegingsfactor, maximaal 20 punten in totaal te verkrijgen.

 
  • 13.

Gebruik maken van/aansluiten bij specifieke unieke kwaliteiten en identiteit van het terrein en gebied

  • -

    Zoals het industrieel erfgoed karakter, kade, natuur in omgeving en geschiedenis van het gebied.

  • -

    Passend binnen de hoofdthema’s: erfgoed, natuur, innovatie en circulariteit.

  • -

    Met inzet en als resultaat het hierin aanvullen, versterken en/of verrijken van de kwaliteiten en identiteit van het gebied.

0-5

  • 14.

Functies dragen bij aan de verblijfskwaliteit van de directe buitenruimte

Functies:

  • -

    dragen bij aan ‘open karakter’ van het gebied (bijv. in campuslocatie en aanlooproutes);

  • -

    activeren en/of dragen bij aan sociale veiligheid;

  • -

    passen bij het ruimtelijk kader ‘in ontwikkeling’ (juiste bedrijf op de juiste plek in het ENCI-gebied).

0-5

  • 15.

Herhuisvesten van in Maastricht gevestigde bedrijven

  • -

    Behouden van een bedrijf voor de stad.

  • -

    Gezien schaarste aan bedrijfskavels is er belang bij verplaatsing van een bedrijf als daardoor bedrijfsruimte beschikbaar komt voor een nieuw te vestigen bedrijvigheid.

0-5

16.

Betekenisvolle structurele samenwerking/relatie met kennisinstituten en/of kunstvakopleidingen

Bijvoorbeeld samenwerkingsafspraken of intentieverklaringen met de Universiteit Maastricht, Hogeschool Zuyd en Vista en andere (Limburgse) kennisinstituten of onderwijsinstellingen op energetisch, duurzaam en/of circulair gebied, of in relatie met Jan van Eyck Academie, Maastricht Institute of Arts enzovoorts.

0-5

 

TOTAAL SCORE

MAXIMALE SCORE 90

Het minimaal benodigde aantal punten is 50 van de maximaal 90 te behalen punten.

 

Ondertekening

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d. 18 maart 2025

De Secretaris,

G.J.C. Kusters

De Burgemeester,

W.A.G. Hillenaar

BIJLAGE 1 Kaart: Beleidsregels ENCI-terrein, 14 oktober 2024

afbeelding binnen de regeling

BIJLAGE 2 Ruimtelijk Kader ENCI-terrein, 7 juni 2024

Ruimtelijk Kader ENCI-terrein

BIJLAGE 3 Staat van Bedrijfs Inrichtingen (SBI)

Bijlage 3 ENCI SBI-lijst Staat van Inrichtingen

 
 

nummer

 

GEUR

STOF

GELUID

GEVAAR

GROOTSTE AFSTAND

CATEGORIE

VERKEER

VISUEEL

BODEM

LUCHT

SBI-1993

SBI-2008

 

OMSCHRIJVING

AFSTANDEN IN METERS

 
 
 
 
 
 
 
 
 

INDICES

 
 
 
 

01

01

-

LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW (in gebouwen))

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

0111, 0113

011, 012, 013

 

Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen)

10

10

30

C

 

10

 

30

 

2

1

G

1

B

L

0112

011, 012, 013, 016

0

Tuinbouw:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

0112

011, 012, 013

1

- bedrijfsgebouwen

10

10

30

C

 

10

 

30

 

2

1

G

1

B

L

0112

011, 012, 013

2

- kassen zonder verwarming

10

10

30

C

 

10

 

30

 

2

1

G

1

B

L

0112

011, 012, 013

3

- kassen met gasverwarming

10

10

30

C

 

10

 

30

 

2

1

G

1

B

L

0112

0113

4

- champignonkwekerijen (algemeen)

30

10

30

C

 

10

 

30

 

2

1

G

1

B

 

0112

0113

5

- champignonkwekerijen met mestfermentatie

100

10

30

C

 

10

 

100

 

3.2

1

G

1

B

 

0112

0163

6

- bloembollendroog- en prepareerbedrijven

30

10

30

C

 

10

 

30

 

2

1

G

1

B

 

0112

011

7

- witlofkwekerijen (algemeen)

30

10

30

C

 

10

 

30

 

2

1

G

 
 
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

15

10, 11

-

VERVAARDIGING VAN

VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

151

108

8

- vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m2

50

0

50

 
 

10

 

50

 

3.1

2

G

1

 
 

1531

1031

0

Aardappelprodukten fabrieken:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

1531

1031

2

- vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m2

50

10

50

 
 

50

R

50

 

3.1

1

G

1

 
 

1532, 1533

1032, 1039

0

Groente- en fruitconservenfabrieken:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

1532, 1533

1032, 1039

1

- jam

50

10

100

C

 

10

 

100

 

3.2

1

G

1

 
 

1532, 1533

1032, 1039

2

- groente algemeen

50

10

100

C

 

10

 

100

 

3.2

2

G

2

 
 

1532, 1533

1032, 1039

3

- met koolsoorten

100

10

100

C

 

10

 

100

 

3.2

2

G

2

 
 

1551

1051

3

- melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j

50

0

100

C

 

50

R

100

 

3.2

2

G

1

 
 

1552

1052

1

Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m2

50

0

100

C

 

50

R

100

 

3.2

2

G

2

 
 

1552

1052

2

- consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m2

10

0

30

 
 

0

 

30

 

2

1

G

1

 
 

1581

1071

0

Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

1581

1071

1

- v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens

30

10

30

C

 

10

 

30

 

2

1

G

1

 
 

1581

1071

2

- v.c. >= 7500 kg meel/week

100

30

100

C

 

30

 

100

 

3.2

2

G

2

 
 

1582

1072

 

Banket, biscuit- en koekfabrieken

100

10

100

C

 

30

 

100

 

3.2

2

G

2

 
 

1584

10821

2

- cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m2

100

30

50

 
 

30

 

100

 

3.2

2

G

2

 
 

1584

10821

3

- cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m2

30

10

30

 
 

10

 

30

 

2

1

G

1

 
 

1584

10821

5

- Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m2

100

30

50

 
 

30

R

100

 

3.2

2

G

2

 
 

1584

10821

6

- suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m2

30

10

30

 
 

10

 

30

 

2

1

G

1

 
 

1585

1073

 

Deegwarenfabrieken

50

30

10

 
 

10

 

50

 

3.1

2

G

2

 
 

1586

1083

0

Koffiebranderijen en theepakkerijen:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

1586

1083

2

- theepakkerijen

100

10

30

 
 

10

 

100

 

3.2

2

G

1

 
 

1593 t/m

1595

1102 t/m 1104

 

Vervaardiging van wijn, cider e.d.

10

0

30

C

 

0

 

30

 

2

1

G

1

 
 

1598

1107

 

Mineraalwater- en frisdrankfabrieken

10

0

100

 
 

50

R

100

 

3.2

3

G

2

 
 

16

12

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

17

13

-

VERVAARDIGING VAN TEXTIEL

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

171

131

 

Bewerken en spinnen van textielvezels

10

50

100

 
 

30

 

100

 

3.2

2

G

1

 
 

172

132

0

Weven van textiel:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

172

132

1

- aantal weefgetouwen < 50

10

10

100

 
 

0

 

100

 

3.2

2

G

1

 
 

173

133

 

Textielveredelingsbedrijven

50

0

50

 
 

10

 

50

 

3.1

2

G

2

B

 

174, 175

139

 

Vervaardiging van textielwaren

10

0

50

 
 

10

 

50

 

3.1

1

G

1

 
 

176, 177

139, 143

 

Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen

0

10

50

 
 

10

 

50

 

3.1

1

G

2

 
 

18

14

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

18

14

-

VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

181

141

 

Vervaardiging kleding van leer

30

0

50

 
 

0

 

50

 

3.1

1

G

1

 
 

182

141

 

Vervaardiging van kleding en - toebehoren (excl. van leer)

10

10

30

 
 

10

 

30

 

2

2

G

2

 
 

19

19

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

19

15

-

VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

192

151

 

Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)

50

10

30

 
 

10

 

50

D

3.1

2

G

2

 
 

193

152

 

Schoenenfabrieken

50

10

50

 
 

10

 

50

 

3.1

2

G

1

 
 

20

 

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

20

16

-

HOUTINDUSTRIE EN

VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

2010.2

16102

0

Houtconserveringsbedrijven:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

2010.2

16102

2

- met zoutoplossingen

10

30

50

 
 

10

 

50

 

3.1

2

G

1

B

 

202

1621

 

Fineer- en plaatmaterialenfabrieken

100

30

100

 
 

10

 

100

 

3.2

3

G

2

B

 

203, 204, 205

162

0

Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout

0

30

100

 
 

0

 

100

 

3.2

2

G

2

 
 

203, 204, 205

162

1

Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2

0

30

50

 
 

0

 

50

 

3.1

1

G

1

 
 

205

162902

 

Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken

10

10

30

 
 

0

 

30

 

2

1

G

1

 
 

21

17

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

21

17

-

VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

2112

1712

0

Papier- en kartonfabrieken:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

2112

1712

1

- p.c. < 3 t/u

50

30

50

C

 

30

R

50

 

3.1

1

G

2

 
 

212

172

 

Papier- en kartonwarenfabrieken

30

30

100

C

 

30

R

100

 

3.2

2

G

2

 
 

2121.2

17212

0

Golfkartonfabrieken:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

2121.2

17212

1

- p.c. < 3 t/u

30

30

100

C

 

30

R

100

 

3.2

2

G

2

 
 

22

58

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

22

58

-

UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

2221

1811

 

Drukkerijen van dagbladen

30

0

100

C

 

10

 

100

 

3.2

3

G

2

B

L

2222

1812

 

Drukkerijen (vlak- en rotatie- diepdrukkerijen)

30

0

100

 
 

10

 

100

 

3.2

3

G

2

B

 

2222.6

18129

 

Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen

10

0

30

 
 

0

 

30

 

2

1

P

1

B

 

2223

1814

A

Grafische afwerking

0

0

10

 
 

0

 

10

 

1

1

G

1

 
 

2223

1814

B

Binderijen

30

0

30

 
 

0

 

30

 

2

2

G

1

 
 

2224

1813

 

Grafische reproduktie en zetten

30

0

10

 
 

10

 

30

 

2

2

G

1

B

 

2225

1814

 

Overige grafische aktiviteiten

30

0

30

 
 

10

 

30

D

2

2

G

1

B

 

23

19

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

25

22

-

VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

2512

221102

0

Loopvlakvernieuwingsbedrijven:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

2512

221102

1

- vloeropp. < 100 m2

50

10

30

 
 

30

 

50

 

3.1

1

G

1

 
 

2513

2219

 

Rubber-artikelenfabrieken

100

10

50

 
 

50

R

100

D

3.2

1

G

2

 
 

252

222

0

Kunststofverwerkende bedrijven:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

252

222

3

- productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van

kunststofbouwmaterialen

50

30

50

 
 

30

 

50

 

3.1

2

G

1

 
 

26

23

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

26

23

-

VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

261

231

0

Glasfabrieken:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

261

231

1

- glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j

30

30

100

 
 

30

 

100

 

3.2

1

G

1

 

L

2615

231

 

Glasbewerkingsbedrijven

10

30

50

 
 

10

 

50

 

3.1

1

G

1

 
 

262, 263

232, 234

0

Aardewerkfabrieken:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

262, 263

232, 234

1

- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW

10

10

30

 
 

10

 

30

 

2

1

G

1

 

L

262, 263

232, 234

2

- vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW

30

50

100

 
 

30

 

100

 

3.2

2

G

2

 

L

2661.2

23612

0

Kalkzandsteenfabrieken:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

2661.2

23612

1

- p.c. < 100.000 t/j

10

50

100

 
 

30

 

100

 

3.2

2

G

2

 
 

2662

2362

 

Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken

50

50

100

 
 

30

 

100

 

3.2

2

G

2

 
 

2663, 2664

2363, 2364

0

Betonmortelcentrales:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

2663, 2664

2363, 2364

1

- p.c. < 100 t/u

10

50

100

 
 

10

 

100

 

3.2

3

G

2

 
 

2665, 2666

2365, 2369

0

Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

2665, 2666

2365, 2369

1

- p.c. < 100 t/d

10

50

100

 
 

50

R

100

 

3.2

2

G

2

 
 

267

237

0

Natuursteenbewerkingsbedrijven:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

267

237

1

- zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m2

10

30

100

 
 

0

 

100

D

3.2

1

G

2

 
 

267

237

2

- zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m2

10

30

50

 
 

0

 

50

 

3.1

1

G

1

 
 

2681

2391

 

Slijp- en polijstmiddelen fabrieken

10

30

50

 
 

10

 

50

D

3.1

1

G

2

 
 

2682

2399

A0

Bitumineuze materialenfabrieken:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

2682

2399

B0

Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

2682

2399

C

Minerale produktenfabrieken n.e.g.

50

50

100

 
 

50

 

100

D

3.2

2

G

2

 
 

27

24

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

28

25

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

28

25, 31

-

VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

281

251, 331

0

Constructiewerkplaatsen

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

281

251, 331

1

- gesloten gebouw

30

30

100

 
 

30

 

100

 

3.2

2

G

2

B

 

281

251, 331

1a

- gesloten gebouw, p.o. < 200 m2

30

30

50

 
 

10

 

50

 

3.1

1

G

1

 
 

284

255, 331

B

Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.

50

30

100

 
 

30

 

100

D

3.2

2

G

2

B

 

284

255, 331

B1

Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2

30

30

50

 
 

10

 

50

D

3.1

1

G

2

B

 

2851

2561, 3311

0

Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

2851

2561, 3311

1

- algemeen

50

50

100

 
 

50

 

100

 

3.2

2

G

2

B

L

2851

2561, 3311

11

- metaalharden

30

50

100

 
 

50

 

100

D

3.2

1

G

2

B

 

2851

2561, 3311

12

- lakspuiten en moffelen

100

30

100

 
 

50

R

100

D

3.2

2

G

2

B

L

2851

2561, 3311

2

- scoperen (opspuiten van zink)

50

50

100

 
 

30

R

100

D

3.2

2

G

2

B

L

2851

2561, 3311

3

- thermisch verzinken

100

50

100

 
 

50

 

100

 

3.2

2

G

2

B

L

2851

2561, 3311

4

- thermisch vertinnen

100

50

100

 
 

50

 

100

 

3.2

2

G

2

B

L

2851

2561, 3311

5

- mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)

30

50

100

 
 

30

 

100

 

3.2

2

G

2

B

 

2851

2561, 3311

6

- anodiseren, eloxeren

50

10

100

 
 

30

 

100

 

3.2

2

G

2

B

 

2851

2561, 3311

7

- chemische oppervlaktebehandeling

50

10

100

 
 

30

 

100

 

3.2

2

G

2

B

 

2851

2561, 3311

8

- emailleren

100

50

100

 
 

50

R

100

 

3.2

1

G

1

B

L

2851

2561, 3311

9

- galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)

30

30

100

 
 

50

 

100

 

3.2

2

G

2

B

 

2852

2562, 3311

1

Overige metaalbewerkende industrie

10

30

100

 
 

30

 

100

D

3.2

1

G

2

B

 

2852

2562, 3311

2

Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2

10

30

50

 
 

10

 

50

D

3.1

1

G

2

B

 

287

259, 331

A0

Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

287

259, 331

B

Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.

30

30

100

 
 

30

 

100

 

3.2

2

G

2

B

 

287

259, 331

B

Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2

30

30

50

 
 

10

 

50

 

3.1

1

G

2

B

 

29

27, 28, 33

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

29

27, 28, 33

-

VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

29

27, 28, 33

0

Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

29

27, 28, 33

1

- p.o. < 2.000 m2

30

30

100

 
 

30

 

100

D

3.2

2

G

1

B

 

30

26, 28, 33

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

30

26, 28, 33

-

VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

30

26, 28, 33

A

Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie

30

10

30

 
 

10

 

30

 

2

1

G

1

 
 

31

26, 27, 33

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

31

26, 27, 33

-

VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

32

26, 33

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

32

26, 33

-

VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO­, TELECOM-APPARATEN EN - BENODIGDH.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

321 t/m 323

261, 263, 264, 331

 

Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie

30

0

50

 
 

30

 

50

D

3.1

2

G

1

B

 

3210

2612

 

Fabrieken voor gedrukte bedrading

50

10

50

 
 

30

 

50

 

3.1

1

G

2

B

 

33

26, 32, 33

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

33

26, 32, 33

-

VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

33

26, 32, 33

A

Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie

30

0

30

 
 

0

 

30

 

2

1

G

1

 
 

35

30

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

35

30

-

VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

351

301, 3315

0

Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

351

301, 3315

1

- houten schepen

30

30

50

 
 

10

 

50

 

3.1

2

G

1

B

 

351

301, 3315

2

- kunststof schepen

100

50

100

 
 

50

R

100

 

3.2

2

G

1

B

 

352

302, 317

0

Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

352

302, 317

1

- algemeen

50

30

100

 
 

30

 

100

 

3.2

2

G

2

B

 

353

303, 3316

0

Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

354

309

 

Rijwiel- en motorrijwielfabrieken

30

10

100

 
 

30

R

100

 

3.2

2

G

2

B

 

355

3099

 

Transportmiddelenindustrie n.e.g.

30

30

100

 
 

30

 

100

D

3.2

2

G

2

B

 

36

31

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

36

31

-

VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

361

310

1

Meubelfabrieken

50

50

100

 
 

30

 

100

D

3.2

2

G

2

B

 

361

9524

2

Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2

0

10

10

 
 

0

 

10

 

1

1

P

1

 
 

362

321

 

Fabricage van munten, sieraden e.d.

30

10

10

 
 

10

 

30

 

2

1

G

1

B

 

363

322

 

Muziekinstrumentenfabrieken

30

10

30

 
 

10

 

30

 

2

2

G

2

 
 

364

323

 

Sportartikelenfabrieken

30

10

50

 
 

30

 

50

 

3.1

2

G

2

 
 

365

324

 

Speelgoedartikelenfabrieken

30

10

50

 
 

30

 

50

 

3.1

2

G

2

 
 

3663.1

32991

 

Sociale werkvoorziening

0

30

30

 
 

0

 

30

 

2

1

P

1

 
 

3663.2

32999

 

Vervaardiging van overige goederen n.e.g.

30

10

50

 
 

30

 

50

D

3.1

2

G

2

 
 

37

38

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

40

35

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

40

35

-

PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

40

35

B0

bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

40

35

B1

- covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie

100

50

100

 
 

30

R

100

 

3.2

2

G

1

 

L

40

35

B2

- vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa

50

50

100

 
 

30

R

100

 

3.2

2

G

1

 

L

40

35

C0

Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

40

35

C1

- < 10 MVA

0

0

30

C

 

10

 

30

 

2

1

P

1

B

 

40

35

C2

- 10 - 100 MVA

0

0

50

C

 

30

 

50

 

3.1

1

P

1

B

 

40

35

C3

- 100 - 200 MVA

0

0

100

C

 

50

 

100

 

3.2

1

P

2

B

 

40

35

D3

- gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A

0

0

10

C

 

10

 

10

 

1

1

P

1

 
 

40

35

D4

- gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C

0

0

30

C

 

10

 

30

 

2

1

P

1

 
 

40

35

D5

- gasontvang- en -verdeelstations, cat. D

0

0

50

C

 

50

R

50

 

3.1

1

P

1

 
 

40

35

E0

Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

40

35

E1

- stadsverwarming

30

10

100

C

 

50

 

100

 

3.2

1

P

2

 
 

40

35

E2

- blokverwarming

10

0

30

C

 

10

 

30

 

2

1

P

1

 
 

41

36

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

41

36

-

WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

41

36

A0

Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

41

36

A2

- bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling

10

0

50

C

 

30

 

50

 

3.1

1

G

2

 
 

41

36

B0

Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

41

36

B1

- < 1 MW

0

0

30

C

 

10

 

30

 

2

1

P

1

 
 

41

36

B2

- 1 - 15 MW

0

0

100

C

 

10

 

100

 

3.2

1

P

1

 
 

45

41, 42, 43

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

45

41, 42, 43

-

BOUWNIJVERHEID

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

45

41, 42, 43

0

Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m2

10

30

100

 
 

10

 

100

 

3.2

2

G

2

B

 

45

41, 42, 43

1

- bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m2

10

30

50

 
 

10

 

50

 

3.1

2

G

1

B

 

45

41, 42, 43

2

Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m2

10

30

50

 
 

10

 

50

 

3.1

2

G

1

B

 

45

41, 42, 43

3

- aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m2

0

10

30

 
 

10

 

30

 

2

1

G

1

B

 

50

45, 47

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

527

952

 

Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)

0

0

10

 
 

10

 

10

 

1

1

P

1

 
 

55

55

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

55

55

-

LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

5511, 5512

5510

 

Hotels en pensions met keuken, conferentie-oorden en congrescentra

10

0

10

 
 

10

 

10

 

1

2

P

1

 
 

552

553, 552

 

Kampeerterreinen, vakantiecentra, e.d. (met keuken)

30

0

50

C

 

30

 

50

 

3.1

2

P

1

 
 

553

561

 

Restaurants, ijssalons met eigen ijsbereiding, e.d.

10

0

10

C

 

10

 

10

 

1

2

P

1

 
 

5551

5629

 

Kantines

10

0

10

C

 

10

 

10

D

1

1

P

1

 
 

5552

562

 

Cateringbedrijven

10

0

30

C

 

10

 

30

 

2

1

G/P

1

 
 

60

49

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

71

77

-

VERHUUR VAN

TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

713

773

 

Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen

10

0

50

 
 

10

 

50

D

3.1

2

G

1

B

 

72

62

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

73

72

-

SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

731

721

 

Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk

30

10

30

 
 

30

R

30

 

2

1

P

1

 
 

74

63, 69tm71, 73,

74, 77, 78, 80tm82

-

OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

747

812

 

Reinigingsbedrijven voor gebouwen

50

10

30

 
 

30

 

50

D

3.1

1

P

1

B

 

7481.3

74203

 

Foto- en filmontwikkelcentrales

10

0

30

C

 

10

 

30

 

2

2

G

1

B

 

7484.4

82992

 

Veilingen voor huisraad, kunst e.d.

0

0

10

 
 

0

 

10

 

1

2

P

1

 
 

75

84

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

80

85

-

ONDERWIJS

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

803, 804

8532, 854, 855

 

Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs

10

0

30

 
 

10

 

30

D

2

2

P

1

 
 

85

86

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

85

86

-

GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

853

8891

2

Kinderopvang

0

0

30

 
 

0

 

30

 

2

2

P

1

 
 

90

37, 38, 39

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

90

37, 38, 39

-

MILIEUDIENSTVERLENING

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

9001

3700

A0

RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

9001

3700

B

rioolgemalen

30

0

10

C

 

0

 

30

 

2

1

P

1

 
 

9002.1

381

A

Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.

50

30

50

 
 

10

 

50

 

3.1

2

G

1

 
 

9002.1

381

B

Gemeentewerven (afval-inzameldepots)

30

30

50

 
 

30

R

50

 

3.1

2

G

1

B

 

9002.2

382

A0

Afvalverwerkingsbedrijven:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

9002.2

382

A2

- kabelbranderijen

100

50

30

 
 

10

 

100

 

3.2

1

G

1

B

L

9002.2

382

A4

- pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)

50

10

30

 
 

10

 

50

 

3.1

1

G

2

 

L

9002.2

382

A5

- oplosmiddelterugwinning

100

0

10

 
 

30

R

100

D

3.2

1

G

2

B

L

9002.2

382

A7

- verwerking fotochemisch en galvano- afval

10

10

30

 
 

30

R

30

 

2

1

G

1

B

L

9002.2

382

C0

Composteerbedrijven:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

9002.2

382

C3

- belucht v.c. < 20.000 ton/jr

100

100

100

 
 

10

 

100

 

3.2

2

G

2

B

 

91

94

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

91

94

-

DIVERSE ORGANISATIES

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

9133.1

94991

B

Hondendressuurterreinen

0

0

50

 
 

0

 

50

 

3.1

1

P

1

 
 

92

59

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

92

59

-

CULTUUR, SPORT EN RECREATIE

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

921, 922

591, 592, 601, 602

 

Studio's (film, TV, radio, geluid)

0

0

30

C

 

10

 

30

 

2

2

G

1

 
 

9234

8552

 

Muziek- en balletscholen

0

0

30

 
 

0

 

30

 

2

2

P

1

 
 

9234.1

85521

 

Dansscholen

0

0

30

C

 

0

 

30

 

2

2

P

1

 
 

9251, 9252

9101, 9102

 

musea, ateliers, e.d.

0

0

10

 
 

0

 

10

 

1

2

P

1

 
 

926

931

0

Schietinrichtingen:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

926

931

2

- binnenbanen: boogbanen

0

0

10

C

 

10

 

10

 

1

1

P

1

 
 

926

931

A

Skelter- en kartbanen, in een hal

10

0

50

 
 

10

 

50

 

3.1

2

P

1

 
 

93

93

-

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

93

96

-

OVERIGE DIENSTVERLENING

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

9301.1

96011

B

Tapijtreinigingsbedrijven

30

0

50

 
 

30

 

50

 

3.1

2

G

1

 

L

9301.2

96012

 

Chemische wasserijen en ververijen

30

0

30

 
 

30

R

30

 

2

2

G

1

B

L

9304

9313, 9604

 

badhuizen en sauna-baden

10

0

30

C

 

0

 

30

 

2

1

P

1

 
 

9305

9609

A

Dierenasiels en -pensions

30

0

100

C

 

0

 

100

 

3.2

1

P

1