Uitvoeringsprogramma VTH 2025

Geldend van 26-04-2025 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsprogramma VTH 2025

Burgemeester en wethouders van Alkmaar maken bekend dat zij op 15 april 2025 het Uitvoeringsprogramma VTH 2025 en jaarverslag VTH 2024 hebben vastgesteld.

Het Uitvoeringsprogramma beschrijft de taken en activiteiten die worden uitgevoerd op het gebied van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) in de fysieke leefomgeving. Het maken van een jaarlijks Uitvoeringsprogramma VTH is voor de gemeente een wettelijke verplichting op grond van de Omgevingswet. Dit staat omschreven in artikel 13.8 van het Omgevingsbesluit.

Besluit:

  • 1.

    Het jaarverslag VTH 2024 vast te stellen;

  • 2.

    het Uitvoeringsprogramma VTH 2025 vast te stellen.

Uitvoeringsprogramma VTH 2025

1. Algemeen

1.1 Inleiding

Volgens artikel 13.8 van het Omgevingsbesluit is de gemeente verplicht om ieder jaar een uitvoeringsprogramma op te stellen voor de activiteiten op het gebied van uitvoering en handhaving van het omgevingsrecht.

Dit is het Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) voor het jaar 2025. Alle uitvoeringstaken, met uitzondering van de milieutaken, zijn hierin vastgelegd. Het Uitvoeringsprogramma geeft inzicht in de activiteiten die wij op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving binnen de fysieke leefomgeving uitvoeren. Dit Uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks opgesteld en is gebaseerd op de uitgangspunten van de Omgevingswet, die een integrale benadering van deze taken vereist.

In het Uitvoeringprogramma zijn de geplande werkzaamheden en prioriteiten voor het komende jaar opgenomen. Het programma beschrijft acties en aanpak die nodig zijn om de gestelde doelen te bereiken. Hierbij wordt ook rekening gehouden met landelijke kwaliteitscriteria die het niveau van de deskundigheid en ervaring van de uitvoeringsorganisatie voorschrijven.

Met dit Uitvoeringsprogramma wordt duidelijk welke vergunningen worden verleend, welke toezichtactiviteiten worden uitgevoerd en welke handhavingsmaatregelen worden genomen om naleving van de regelgeving te waarborgen. Het Uitvoeringsprogramma is een leidraad voor de dagelijkse werkzaamheden en helpt bij het evalueren en waar nodig bijsturen van de uitvoering. Met dit Uitvoeringsprogramma leveren we een bijdrage aan het beschermen en verbeteren van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving

De Omgevingsdienst Noord-Holland Noord (OD NHN) voert nagenoeg alle milieutaken voor de gemeente uit. Hiervoor heeft de Omgevingsdienst een eigen uitvoeringsprogramma opgesteld. Voor de vaststelling van dit Uitvoeringsprogramma 2025 is het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag. Beide uitvoeringsprogramma’s worden vastgesteld en ter informatie aangeboden aan de gemeenteraad.

1.2 Beoordeling Provincie uitvoeringsprogramma en aanbevelingen 2024

In het kader van interbestuurlijk toezicht controleert de provincie Noord-Holland de gemeente of zij voldoet aan de kwaliteitscriteria VTH. De Provincie Noord-Holland heeft Alkmaar op 25 februari 2025 geïnformeerd over de beoordeling van de VTH-taken in 2024. Naar aanleiding van de positieve beoordelingen over voorgaande jaren is Alkmaar door de provincie onder versoberd toezicht geplaatst. De beoordeling is daarom gebaseerd op volledigheid en actualiteit. De provincie heeft in dat kader enkele verbeterpunten meegegeven die zoveel mogelijk in de stukken zijn verwerkt. Aan het verbeterpunt voor het maken van een woonvisie wordt uitvoering gegeven.

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 zijn de uitgangspunten voor dit uitvoeringsprogramma benoemd. Vervolgens zijn in hoofdstuk 3 de activiteiten benoemd die we uitvoeren om de doelstellingen uit de VTH-beleidsnota en de VTH-uitvoeringsnota te behalen. In hoofdstuk 4 is bepaald hoe de uitvoering van de VTH-taken wordt geborgd en in hoofdstuk 5 hoe we het Uitvoeringsprogramma monitoren en evalueren.

2. Uitgangspunten voor Uitvoeringsprogramma VTH 2025

2.1 Actualiteiten en vooruitblik 2025

2024 stond vooral in het teken van het werken met nieuwe wetgeving. Het gaat hier om de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) en de daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur, zoals het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) en Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Voor de Omgevingswet zijn noodzakelijke technische aansluitingen in gebruik genomen. Voor de VTH-taken werken we met het nieuwe zaaksysteem Centric Leefomgeving (CLO). In 2024 zijn de eerste bouwmeldingen onder de Wkb ontvangen. De verwachting is dat we in 2025 meer bouwmeldingen dan in 2024 zullen ontvangen. Er is ook gestart met (inhoudelijke) advisering voor het vast te stellen nieuwe (definitieve) omgevingsplan. Dit loopt in 2025 nog door.

De verwachting is dat de komende jaren meer gebruik zal worden gemaakt van buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (Bopa’s), omdat wijzigingen via het omgevingsplan op dit moment lastig zijn. Er worden daarom meer (grote) Bopa’s verwacht. Dit betekent dat mogelijk meer inzet van onze plantoetsers en juristen nodig zal zijn. Daarnaast zijn eind 2024 en begin 2025 voor een groot aantal bouwprojecten voor het Alkmaars Kanaal bestemmingsplannen onder de voormalige Wet ruimtelijke ordening (Wro) door de gemeenteraad vastgesteld. De eerste aanvragen om een omgevingsvergunning zijn hiervoor in 2024 al ontvangen en vanaf 2025 verwachten we meer werk voor de VTH-taken.

Onderzoeksplicht breedplaatvloeren

Per 1 juli 2024 is de eerder ingestelde onderzoeksplicht naar breedplaatvloeren uitgebreid. In plaats van alleen gebouwen in gevolgklasse CC3 moeten nu ook gebouwen in gevolgklasse CC2 worden onderzocht. Vanaf 1 juli 2024 geldt ook een wettelijk verplichte beoordeling van de constructieve veiligheid van grote gebouwen. Dit onderzoek is gestart en voeren we in 2025 verder uit.

Onderzoek naar maatregelen verduurzaamde en versneld gerealiseerde woningen

Voor alle nieuwbouw, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, geldt dat aanvragen voor een omgevingsvergunning vanaf 1 januari 2021 moeten voldoen aan de eisen voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG).

Het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) en de Veiligheidsregio hebben in april 2024 gewaarschuwd voor verduurzaamde en snel gerealiseerde woningen, zoals flexwoningen en prefabwoningen. Deze woningen lopen een groter gevaar op snelle en onvoorspelbare brand. Op verzoek van de Veiligheidsregio onderzoeken we daarom in 2025 of er voor categorieën woningen maatregelen moeten worden genomen die zijn gericht op het voorkomen en beperken van die branden en op het verbeteren van de mogelijkheden van de brandweer om die branden veilig en effectief te kunnen bestrijden.

Zowel het onderzoek naar breedplaatvloeren als mogelijke maatregelen voor verduurzaamde en versneld gerealiseerde woningen zijn daarom in hoofdstuk 3 als acties voor de doelstellingen voor 2025 opgenomen.

2.2 Kaders die een rol spelen bij het Uitvoeringsprogramma 2025

VTH Beleids- en uitvoeringsnota 2023-2026

In de VTH beleids- en uitvoeringsnota staat aangegeven hoe de taken rondom vergunningverlening, toezicht en handhaving worden uitgevoerd. In het VTH-beleid hebben we vastgelegd welke doelen we met onze vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-taken) willen bereiken binnen het domein van de Omgevingswet (Ow). In dit operationeel beleid bepalen we hoe we dit gaan doen. Het gaat om de taken uit het beleid dat door of in regie van de gemeente wordt gerealiseerd.

Planning & control

Jaarlijks wordt binnen de kaders van het VTH-beleid en vastgestelde prioriteiten een uitvoeringsprogramma en jaarverslag opgesteld. Met het jaarverslag legt het college verantwoording af over de uitvoering aan de gemeenteraad. Het jaarverslag over 2025 sluit zoveel mogelijk aan bij de opzet van het uitvoeringsprogramma 2025. Er komt een inhoudelijk verslag van wat is bereikt met de inzet van VTH aan de hand van de geformuleerde doelstellingen. De uitvoering wordt systematisch gemonitord en waar nodig bijgestuurd.

De doelstellingen uit het Uitvoeringsprogramma zijn gebaseerd op gemeentelijke ontwikkelingen uit het coalitieakkoord en de programmabegroting. Ook de invoering van de Omgevingswet en Wkb zijn van grote invloed op het werk binnen de VTH-taken. Het Uitvoeringsprogramma 2025 volgt de lijn die met het Uitvoeringsprogramma 2024 is ingezet: de focus op risicogericht en geprioriteerd werken, zoals beschreven in de VTH-Beleidsnota 2023-2026:

Risicogericht werken

De gemeentelijke organisatie is beperkt in de mogelijkheden om alle VTH-taken volledig uit te voeren en werkt daarom met een risicogerichte benadering waarbij de gemeentelijke inzet afhankelijk is van de risico’s van de gevraagde activiteit. Om hierin verantwoorde afwegingen te maken, wordt op basis van de al vastgestelde categorisering in het Bouwtoezicht (conform landelijk toetsingsprotocol, niveau 0 t/m 4) gewerkt. De werkprocessen zijn hierop ingericht. Dit heeft betrekking op zowel de vergunningverlening als de juridische controle, als ook het toezicht op verleende omgevingsvergunningen. Voor de handhavingstaken worden op basis van de risicoanalyse keuzes gemaakt en prioriteiten bepaald.

Prioritair werken

In de praktijk blijkt dat we onmogelijk alle VTH-taken kunnen uitvoeren met de bestaande formatie. Om de medewerkers zo effectief mogelijk in te zetten, is daarom bepaald welke activiteiten binnen de gemeente prioriteit hebben en welke minder. De prioriteit wordt bepaald door de kans op en het gevolg van slecht naleefgedrag. Deze afweging vindt plaats door het toepassen van een risicomodel. Dit risicomodel biedt de mogelijkheid om op basis van een risico-inschatting en prioritering de inzet te bepalen.

De werkwijze is daarom: prioriteren van de VTH-taken op basis van een risicoanalyse. Dit betekent voor toezicht en handhaving dat zaken met een hoge prioriteit direct worden opgepakt. Zaken met een lage prioriteit kunnen later worden opgepakt (bijvoorbeeld door een projectmatige aanpak op een later tijdstip). Voor alle relevante activiteiten die de gemeente in het kader van de Omgevingswet uitvoert is een risico-inschatting gedaan. Voor het uitvoeren van de risicoanalyse is gebruik gemaakt van een landelijk geaccepteerd risicomodel van het voormalig Ministerie van Justitie. Dit model gaat uit van:

Risico = (negatief effect) 1 X (de kans dat dit effect voorkomt)2

Dit risico is bepaald met een vaste methodiek waarbij verschillende beoordelingscriteria zijn meegenomen: gezondheid, veiligheid, leefomgeving, financieel, bestuur.

Anders gezegd houdt het model in dat van alle te onderscheiden activiteiten (feitelijk de overtredingen) de kans wordt bepaald dat er iets gebeurt en dit wordt afgezet tegen de ernst van de gevolgen daarvan (het effect). Voor het bepalen van de kans is gebruik gemaakt van de zogenoemde ‘Tafel van Elf’. De handhavings- en sanctiestrategie voor Alkmaar is gebaseerd op de Tafel van Elf (bijlage 4 en 5) en volgt uit de vastgestelde Uitvoeringsnota VTH 2023-2026.

De risicoanalyse resulteert in een overzicht, waarin de omvang van het risico van de verschillende activiteiten inzichtelijk zijn gemaakt. Per activiteit of overtreding is op basis van veldervaring bepaald hoe op alle elf elementen wordt gescoord en hoe groot daarmee de kans op overtredingen is. Op basis van de risicoanalyse worden per taakveld, activiteit of thema de handhavingsprioriteiten bepaald. Hierbij vindt een onderverdeling plaats in drie klassen: hoge, gemiddelde en lage prioriteit. Hoe hoger de prioriteit, hoe meer handhavingsaandacht.

Gemeentelijke ontwikkelingen en verbetering dienstverlening met digitalisering van gemeentelijke producten conform coalitieakkoord en programmabegroting

Het proces voor het digitaal werken is nagenoeg afgerond. Het nieuwe Zaaksysteem is sinds 2019 in gebruik. Het zaaksysteem Centric Leefomgeving (CLO) is met het oog op de invoering van de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging sinds 2023 in gebruik genomen. Aan een betere afstemming binnen de organisatie wordt doorlopend gewerkt. Met het nieuwe zaaksysteem CLO zijn ook de werkprocessen aangepakt. De werkprocessen voor vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn ingericht en ook de overige werkprocessen zijn actueel gemaakt. Deze veranderingen zijn bedoeld om de kwaliteit te verbeteren en het makkelijker te maken om prioriteiten te stellen.

Omgevingswet

Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. In 2024 zijn de eerste ervaringen opgedaan met het werken met de Omgevingswet. Het digitaal werken was al vergaand doorgevoerd in de organisatie. Met de aangepaste werkprocessen en het inrichten van de nieuwe VTH-applicatie is ervaring opgedaan met de nieuwe werkwijze onder de Omgevingswet.

Hiermee is uitvoering gegeven aan de doelstelling ‘de toekomstbestendige organisatie’. We verwachten dat hierin in 2025 een doorontwikkeling kan worden gemaakt.

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Naast de Omgevingswet, is ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking getreden. Invoering van de Wkb brengt een verandering in de manier van werken met zich mee voor zowel de private partijen als voor de gemeente. In 2024 zijn de eerste bouwmeldingen gedaan. In 2025 kunnen we meer praktijkervaring opdoen met het werken volgens de Wkb.

Kwaliteitscriteria VTH

De landelijke kwaliteitscriteria voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn vernieuwd.

De kwaliteitseisen en taken voor toezicht en handhaving volgen uit regels van afdeling 18.3 van de Omgevingswet en artikel 147 van de Gemeentewet. Deze criteria zijn belangrijk voor het goed en uniform uitvoeren van de doelen van de Omgevingswet door alle overheden.

Op grond van de Omgevingswet moet de kwaliteit van de uitvoering van taken voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) van het omgevingsrecht worden vastgelegd. Op 15 december 2022 is de verordening uitvoering en handhaving door de raad vastgesteld. Met de verordening uitvoering en handhaving omgevingsrecht wordt voldaan aan deze wettelijke verplichting voor het vastleggen van de kwaliteit voor VTH-taken.

Inmiddels zijn op 1 januari 2025 ook nieuwe landelijke kwaliteitscriteria voor vergunningverlening, toezicht en handhaving ingegaan. Deze criteria zijn van belang voor een goede en uniforme uitvoering van de doelen van de Omgevingswet door alle overheden.

De criteria zijn grotendeels in hoofdstuk 13 van het Omgevingsbesluit opgenomen. Hieruit volgt de jaarlijkse verplichting voor een Uitvoeringsprogramma. Uit artikel 18.18 en 18.20 Omgevingswet volgt dat betrokken bestuursorganen moeten zorgdragen voor een goede kwaliteit van de uitoefening van de uitvoerings- en de handhavingstaak.

Daarvoor gelden voor Alkmaar de volgende uitgangspunten:

  • vergunningverlening op basis van een categorisering overeenkomstig vastgestelde niveaus (risicogericht);

  • toezicht op basis van categorisering overeenkomstig vastgestelde niveaus (risicogericht);

  • handhaving op basis van risicoanalyse (prioritering);

  • burgers, bedrijven en instellingen zijn in eerste aanleg zelf verantwoordelijk voor het naleven van regelgeving;

  • de kwaliteitseisen, zoals vastgesteld in het Omgevingsbesluit en de procescriteria uit de Kwaliteitscriteria 3.0 zijn richtinggevend voor het beleid.

Deze uitgangspunten zijn de basis voor de programmering en de planning. Daarnaast geven zij richting aan het uitvoeren van de taken en de dagelijkse werkzaamheden.

2.3 Samenwerking

Een sterk VTH-stelsel vraagt om samenwerking op alle niveaus: tussen gemeenten, provincies en omgevingsdiensten. Er is een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een gezonde en veilige leefomgeving. Belangrijke maatschappelijke opgaven op gebied van bijvoorbeeld veiligheid, woningbouw, duurzaamheid zijn steeds meer op lokaal niveau geregeld. Dit vraagt om nauwe en integrale samenwerking tussen Uitvoeringsorganisaties.

De samenwerking verloopt intern binnen de organisatie en met externe partners. Deze afstemming is in de vorm van advisering op de VTH-taken of door het uitbesteden van specifieke uitvoeringstaken via een gemeenschappelijke regeling. Bij vergunningverlening, toezicht en handhaving spelen de samenwerkingspartners een belangrijke rol. Hierna geven wij een korte beschrijving van de samenwerking.

Voor de uitvoering werken we samen met de politie, Omgevingsdienst Noord-Holland Noord (ODNHN), Veiligheidsregio Noord-Holland Noord en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Deze samenwerking wordt in 2025 voortgezet voor het integraal werken en om de beschikbare expertise optimaal te benutten. Opvallende casussen worden in brede samenwerking opgepakt. Het contact met de provincie Noord-Holland verloopt via verschillende bestuursniveaus, waarbij voor de VTH-taken vooral via de lijnadvisering en zes-wekelijks overleg met beleidsadviseurs wordt samengewerkt.

De provincie Noord-Holland heeft de (wettelijke) taak gekregen om de samenwerking tussen bestuursorganen op het gebied van de uitvoerings- en handhavingstaken te coördineren. Daarnaast ziet de provincie toe op, of en in hoeverre gemeenten voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen, onder andere op het gebied van het omgevingsrecht.

Het Interbestuurlijk Toezicht (hierna: IBT) richt zich zowel op de taken vergunningenverlening, toezicht en handhaving, als op ruimtelijke ordening, milieu, externe veiligheid en erfgoed/monumenten. De provincie adviseert ook bij natuurbescherming en uitwegen op provinciale wegen.

Alkmaar valt onder het werkgebied van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord. De Veiligheidsregio is verantwoordelijk voor de coördinatie bij brand, een ongeluk of een ramp binnen de regio.

De Veiligheidsregio is betrokken bij de advisering over brandveiligheid. Daarnaast reageren zij op signalen over brand(on)veiligheid. Er elk kwartaal een afstemmingsoverleg tussen de gemeente en Veiligheidsregio.

De ODNHN stelt jaarlijks een jaarverslag en uitvoeringsprogramma op voor de milieutaken. De ODNHN houdt ook namens de gemeente toezicht. De samenwerkingsafspraken tussen de ODNHN en de gemeente zijn in een dienstverleningsovereenkomst en een werkprogramma vastgelegd. Vanuit de gemeente is een medewerker aangesteld om de verbinding tussen de ODNHN en de gemeente te waarborgen. ODNHN adviseert ook over vergunningen voor Natuuractiviteiten.

De politie richt zich op de openbare orde en de zwaardere veiligheidsproblemen. De Buiten opsporingsambtenaren van de gemeente (boa’s) werken samen met de politie. De focus van de boa is op leefbaarheid en lichte veiligheidsproblematiek. Het Openbaar Ministerie (OM) gaat over strafrechtelijke handhaving. Een deel van de overtredingen die worden geconstateerd kunnen zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk worden aangepakt. Daarom is het belangrijk dat er geregeld afstemming plaatsvindt tussen het OM en de gemeente.

Alkmaar kent veel rijksmonumenten. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) voert taken uit op het gebied van de bescherming van rijksmonumenten. RCE adviseert over de omgang met Rijks Cultureel erfgoed. De RCE treedt op als bevoegd gezag of adviseur namens de minister van OCW bij omgevingsvergunningen.

De samenwerking tussen het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en de gemeente bestaat uit toezicht en handhaving van zaken die grondwater of oppervlaktewater gerelateerd zijn, zoals waterkwaliteit en -kwantiteit, medegebruik van openbaar water en nautisch toezicht op vaarbewegingen.

Doordat de Omgevingswet ook mogelijkheden biedt voor regulering van gezondheid, zoeken we vanaf 2025 ook de samenwerking met de GGD/GHOR op. De GGD/GHOR heeft brede ervaring en deskundigheid op het gebied van gezondheid. Door in te zetten op gezondheid en preventie kan de gezondheid van alle inwoners beter worden bevorderd en beschermd.

Samenwerking en afstemming met omliggende gemeenten in de regio

Onder andere de gemeenten Heiloo, Bergen, Castricum, Uitgeest, Dijk en Waard en Koggenland zijn omliggende gemeenten van Alkmaar. Alkmaar is als grootste gemeente in Noord-Holland Noord en met een centrale geografische ligging ten opzichte van de Metropoolregio Amsterdam een belangrijke speler in de regio.

We werken aan complexe en gemeenteoverstijgende opgaven door krachten te bundelen en kennis te delen binnen de regio. We willen daarom de samenwerking in de regio versterken. Daarnaast wordt actief samenwerking gezocht binnen de regio om het zogeheten waterbed-effect tegen te gaan. VTH-Beleid wordt bij voorkeur zoveel mogelijk op elkaar afgestemd.

3. Doelstellingen en prioriteiten

3.1 Inleiding

Dit hoofdstuk gaat over de uitvoeringsactiviteiten voor VTH-taken voor 2025. Met deze activiteiten kan worden voldaan aan de beleidsdoelstellingen van de VTH-beleidsnota 2023-2026. Het gaat om reguliere activiteiten en geprioriteerde activiteiten voor 2025. De meeste doelstellingen geven een wenselijk gewenst resultaat op 31 december 2025 aan. De doelstellingen moeten worden beperkt, omdat niet alle activiteiten binnen de periode kunnen worden afgerond.

In de praktijk worden veel doelstellingen naar een volgend jaar meegenomen, omdat de activiteiten nog niet binnen deze periode zijn afgerond.

3.2 Reguliere uitvoeringsactiviteiten

De reguliere uitvoeringsactiviteiten zijn onze dagelijkse activiteiten zoals hieronder beschreven.

Toezicht

Met toezicht kan zicht en grip worden gehouden op bouwwerken en de inrichting en het gebruik van de leefomgeving. Toezicht kan plaatsvinden naar aanleiding van signalen of incidenten, tijdens het bouwproces, in het kader van periodieke controles of projecten of naar aanleiding van meldingen of verzoeken om handhaving van inwoners. Het opvragen en verwerken van gereedmeldingen en het intrekken van niet gebruikte vergunningen behoort tot deze taken. Ook in 2025 worden zoveel mogelijk ‘oudere’ dossiers waarbij de bouw gereed is of niet wordt uitgevoerd afgerond.

Handhaving

Handhaving is het optreden op het moment dat een overtreding wordt geconstateerd. Dat kan zijn in het kader van het hiervoor genoemde toezicht, maar ook naar aanleiding van een melding of handhavingsverzoek. Of handhavend moet worden opgetreden hangt daarom af van de uitkomsten van het toezicht, in hoeverre inwoners of ondernemers zonder vergunning aan de slag gaan en of er meldingen of handhavingsverzoeken worden gedaan. Handhaven doen we volgens de VTH-Beleidsnota 2023-2026. Wij gaan professioneel met handhaving om, en lichten dat hieronder toe.

Werkwijze meldingen en verzoeken om handhaving

Voor de afhandeling van meldingen en verzoeken om handhaving bepaalt de prioritering als bedoeld in bijlage 2 de snelheid waarmee dit gebeurt. De toezichthouders bouwen nemen de klachten en verzoeken in behandeling. Ontvangen verzoeken worden direct beoordeeld, zodat kan worden vastgesteld of het om een klacht/melding gaat of een verzoek om handhaving. Ook de prioritering van een mogelijke overtreding is onderdeel van deze beoordeling. Als na deze eerste beoordeling een eerste controle nodig is, dan volgt een controle door de toezichthouder.

Alle verzoeken worden in ons zaaksysteem geregistreerd. Vervolgens zoeken we in een vroegtijdig stadium contact met de verzoeker om de zaak te bespreken, zodat daarna de juiste wettelijke procedure kan worden gevolgd. Dit voorkomt verkeerde procedures of afhandelingen en eventuele bezwaar- en beroepszaken. Daarnaast wordt een toezichthouder pas ingeschakeld als daadwerkelijk een controle moet worden uitgevoerd. Anonieme meldingen/klachten worden niet in behandeling genomen.

Vergunningverlening

De vergunningverlening is een primaire taak voor activiteiten in het fysieke domein. Ook het behandelen van meldingen over activiteiten waar geen omgevingsvergunning voor nodig is, maar waar wel regels voor gelden hoort hierbij. Het gaat in ieder geval om de volgende activiteiten:

  • -

    het verlenen, weigeren, wijzigen of (gedeeltelijk) intrekken van een vergunning of ontheffing;

  • -

    het behandelen van een melding;

  • -

    het besluiten over maatwerkvoorschriften en gelijkwaardigheid;

  • -

    het afgeven van (bindende) adviezen bij buitenplanse afwijkingen;

  • -

    een besluit nemen of een milieueffectrapportage (MER of mer-beoordeling) nodig is.

3.3 Prioritair werken

De werkvoorraad voor de omgevingsvergunningactiviteiten is onderverdeeld in de directe werkzaamheden en overige werkzaamheden. Bij directe werkzaamheden gaat het om de primaire processen van vergunningverlening, toezicht en handhaving.

De overige werkzaamheden gaan over werkzaamheden zoals de spoedhandhavingsacties (incidenten), het opstellen van beleid, het verstrekken van informatie en het bijhouden van relevante rechtspraak. Ook het beantwoorden van onder andere raadsvragen, vragen van burgers, ondernemers, collega’s etc behoort tot de taken.

(Brand)onveilige kwesties gaan altijd voor en worden met passende maatregelen afgehandeld. Ook in 2025 leggen grote woningbouwprojecten (o.a. Alkmaars Kanaal en Grootschalige Gebiedsontwikkeling) weer beslag op ambtelijke capaciteit: zowel bij de plantoetsers, juristen als (BWT) toezichthouders. Deze projecten hebben om uiteenlopende redenen hoge prioriteit gekregen en zorgen er daarmee voor dat de reguliere werkzaamheden nog nadrukkelijker geprioriteerd moeten worden. Het ontvankelijkheidsoverleg, de intaketafel en de aangepaste werkprocessen moeten hieraan een positieve bijdrage leveren.

Naast de reguliere activiteiten zijn activiteiten met prioriteit voor 2025 opgenomen. Het gaat om activiteiten waar vanuit veiligheid en beleidsdoelstellingen prioriteit aan wordt gegeven.

3.4 Activiteiten met prioriteit voor 2025

In de onderstaande tabel staat hoe de activiteiten met prioriteit daadwerkelijk worden uitgevoerd, zodat aan de doelstellingen kan worden voldaan:

Activiteit 1

Constructieve veiligheid gebouwen CC3

Vertaald naar doelstelling incl. KPI

Het onderzoeken van publiek toegankelijke gebouwen >500 personen, waaronder ook gebouwen in gemeentelijk eigendom

Hoe

Monitoren van gecontroleerde gebouwen met wijze van toetsing en eventuele acties die hieruit ontstaan

Beleidsdoelstelling

Leefbaarheid en Veiligheid

Resultaat 31-12-2025

Alle gemeentelijke panden zijn geïnspecteerd op constructieve veiligheid conform landelijke aanbeveling (NTA). Op basis van een plan van aanpak voor eventuele aanpassingen worden de geconstateerde gebreken aangepakt

Activiteit 2

Constructieve veiligheid bruggen

Vertaald naar doelstelling incl. KPI

De constructieve veiligheid van bruggen in Alkmaar onderzoeken en waar nodig maatregelen te hebben genomen

Hoe

Monitoren van gecontroleerde bruggen en eventuele acties die hieruit ontstaan

Beleidsdoelstelling

Leefbaarheid en Veiligheid

Resultaat 31-12-2025

De rapportages over de constructieve veiligheid van de bruggen en benodigde maatregelen zijn beoordeeld. Er wordt toegezien op het treffen van maatregelen tot herstel of andere aanpassingen

Activiteit 3

Pilot toezicht Eilandspolder

Vertaald naar doelstelling incl. KPI

Toezicht op recreatief gebruik van gebieden in de Eilandspolder die conflicteren met de natuur en agrarische doelstellingen van het gebied. In 2025 onderzoeken we ook op verzoek van de provincie Noord-Holland de mogelijkheden voor handhaving en eventueel verdere opschaling hiervan

Hoe

Naleefgedrag stimuleren door toezicht en handhaving

Beleidsdoelstelling

Leefbaarheid en Veiligheid (risicogericht)

Resultaat 31-12-2025

In 2025 is duidelijk of handhaving mogelijk is en of dit bijdraagt aan de doelstellingen die voor dit gebied worden nagestreefd. De inzet van medewerkers is in 2025 beperkt geleverd tot duidelijk is of een projectmatige aanpak in 2026 haalbaar is

Activiteit 4

Toezicht energielabel C kantoorgebouwen

Vertaald naar doelstelling incl. KPI

Onderzoek naar kantoorgebouwen die ten minste energielabel C moeten hebben. De verplichting volgt uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en moet een bijdrage leveren aan een reductie van de CO2-uitstoot met 49% in 2030. Na het afronden van de bedrijvenlijst van de OD NHN is in 2024 gestart met het controleren van de bedrijvenlijst van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Het gaat in totaal om ongeveer 700 kantoren in Alkmaar. Uit de controles blijkt dat 440 kantoren minimaal label C hebben of dat het vloeroppervlakte minder dan 100 vierkante meter is, zodat aan de eis is voldaan. Er moeten nog 260 kantoren worden gecontroleerd

Hoe

Naleefgedrag stimuleren door toezicht en handhaving volgens het toezichtprotocol IPLO (Informatiepunt Leefomgeving)

Beleidsdoelstelling

Duurzaamheid

Resultaat 31-12-2025

De overige 260 van de 700 kantoren worden in 2025 nog gecontroleerd. In 2025 is duidelijk hoeveel panden in totaal aan het energielabel-C voldoen en welke inspanningen we leveren voor het naleven van deze wettelijke verplichting bij de overige panden

Activiteit 5

Inzetten op volledig geïntegreerde en afgestemde vergunningverlening

Vertaald naar doelstelling incl. KPI

Tijdig voldoende gekwalificeerde capaciteit inzetten (zowel bij vooroverleg als bij aanvraagprocedure, als bij het toezicht) op ontwikkelingen Alkmaars Kanaal, de Stationsgebieden en Grootschalige Gebiedsontwikkeling om deze aanvragen zo goed mogelijk te begeleiden en af te ronden

Hoe

Termijnen monitoren en belasting personeel (inzet flexibele schil)

Beleidsdoelstelling

Leefbaarheid en Ontwikkelgebieden

Resultaat 31-12-2025

Project-afhankelijk, is (en wordt) doorlopend een bijdrage geleverd

Activiteit 6

Werken conform de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Vertaald naar doelstelling incl. KPI

Toetsen en zo nodig aanpassen van taken, werkprocessen, processtappen door onder andere de veranderde VTH-applicatie en uitvoering geven aan risicogerichte werkwijze onder de Wkb

Hoe

Taakuitvoering moet uitwijzen of de werkwijze, werkprocessen, processtappen en VTH-applicatie goed functioneren. Personele inzet voor het annoteren en vertalen van regels voor werkprocessen en instrumenten onder de Omgevingswet

Beleidsdoelstelling

Dienstverlening

Resultaat 31-12-2025

Doorontwikkeling van VTH-applicatie en werkprocessen onder de Omgevingswet en Wkb. Inzet op annoteren en vertalen van regels voor werkprocessen en instrumenten onder de Omgevingswet

Activiteit 7

Inzet onderzoek en toezicht breedplaatvloeren

Vertaald naar doelstelling incl. KPI

Gebouwen in gevolgklasse CC2 worden op constructieve veiligheid onderzocht en we starten de beoordeling van de constructieve veiligheid van grote gebouwen. Gebouwen in gevolgklasse CC2 zijn bijvoorbeeld woongebouwen, kantoorgebouwen en openbare gebouwen

Hoe

Monitoren van gecontroleerde breedplaatvloeren en eventuele acties voor maatregelen

Beleidsdoelstelling

Leefbaarheid en Veiligheid

Resultaat 31-12-2025

Het onderzoek naar breedplaatvloeren in gebouwen is uitgevoerd

Activiteit 8

Inzet op onderzoek risicovolle woningen

Vertaald naar doelstelling incl. KPI

Op verzoek van de Veiligheidsregio onderzoeken of er voor categorieën woningen maatregelen moeten worden genomen die gericht zijn op het voorkomen en beperken van branden voor deze categorie bouwwerken

Wijze toetsen

Onderzoek naar woningen verricht en eventuele acties voor maatregelen zijn opgestart

Beleidsdoelstelling

Leefbaarheid en Veiligheid

Resultaat 31-12-2025

Onderzoek naar risicovolle woningen en eventuele maatregelen afgerond

Activiteit 9

Inzet op beleidsontwikkeling voor de fysieke leefomgeving

Vertaald naar doelstelling incl. KPI

Tijdig een inhoudelijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het omgevingsplan voor Alkmaar

Hoe

Termijnen monitoren en belasting personeel (inzet flexibele schil)

Beleidsdoelstelling

Leefbaarheid en Veiligheid

Resultaat 31-12-2025

Bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het eerste nieuwe omgevingsplan voor Alkmaar. Ook daarna loopt dit in de transitiefase nog tot 2032 door

Activiteit 10

Ruimhartige mogelijkheden voor tijdelijke en alternatieve maatregelen voor overbrugging en verzachting woningnood

Vertaald naar doelstelling incl. KPI

Tijdig voldoende gekwalificeerde capaciteit leveren voor mogelijkheden voor tijdelijke en alternatieve maatregelen voor overbrugging en verzachting van de woningnood, waarbij de menselijke maat niet uit het oog wordt verloren. Hierbij kan worden gedacht aan passende maatregelen bij toezicht en handhaving, inzet bij vooroverleg en vergunningverlening voor tijdelijke woningen en alternatieve woonvormen en samenwerking met team ASON (Asielzoekers, Statushouders, Ontheemden, Noodopvang). We hanteren de menselijke maat voor tijdelijk wonen in Landelijk gebied en op te transformeren bedrijventerreinen zoals Oudorp en Overdie. Waar nodig volgt een beleidsmatige aanpak.

Hoe

Termijnen monitoren en belasting personeel (inzet flexibele schil)

Beleidsdoelstelling

Leefbaarheid en Ontwikkelgebieden

Resultaat 31-12-2025

Project-afhankelijk, is (en wordt) doorlopend een bijdrage geleverd

Projectmatig thematisch toezicht en handhaving

We pakken overtredingen voor categorieën met een middel/lage prioriteit overeenkomstig de VTH-beleidsnota niet meer direct op. We verzamelen deze per thema en wanneer een bepaalde hoeveelheid van deze overtredingen is geconstateerd, dan zetten we hier eventueel projectmatig op in.

Bij projectmatig toezicht en handhaving worden de toezicht- en handhavingsactiviteiten georganiseerd en uitgevoerd als projecten. Dit betekent dat er specifieke doelen, tijdlijnen en middelen worden vastgesteld om bepaalde handhavingsproblemen aan te pakken. Deze aanpak zorgt voor een gestructureerde en doelgerichte manier van handhaven, waardoor de effectiviteit en efficiëntie van de handhavingsinspanningen worden vergroot.

De werkwijze voor projectmatig thematisch toezicht en handhaving is als volgt. Afhankelijk van de aard en grootte van het project stellen we een projectgroep in die bestaat uit toezichthouders, juridisch medewerker(s), plantoetser(s) en eventueel medewerkers van andere units en externe organisaties, zoals politie, arbeidsinspectie, RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum), Belastingdienst, Vreemdelingenpolitie).

In 2025 bundelen we geringe overtredingen van vergelijkbare aard, zoals kleine bouwwerken of het handelen in strijd met de regels van het omgevingsplan van een beperkte omvang. Afhankelijk van het vooronderzoek bepalen we of deze overtredingen als klein project kunnen worden opgepakt. Dit project krijgt dan voor het volgende jaar prioriteit in het Uitvoeringsprogramma. Deze overtredingen vragen in het reguliere werkproces veel capaciteit en we verwachten dat een projectmatige aanpak efficiënter kan zijn.

Pilot toezicht Eilandspolder

De provincie Noord-Holland heeft ons eerder benaderd om op te treden tegen het recreatief gebruik van meerdere eilandjes in de Eilandspolder. De Eilandspolder is onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland en is aangewezen als Natura 2000-gebied en weidevogelleefgebied. Er zijn signalen dat op ongeveer 70 eilandjes zonder omgevingsvergunning is gebouwd, of dat deze gronden in strijd met het omgevingsplan recreatief worden gebruikt.

De natuur- en agrarische doelstellingen van de Eilandspolder worden hierdoor gefrustreerd. Aan de hand van bureauonderzoek en enkele meldingen van gebruik in strijd met de regels van het omgevingsplan inventariseren we de omvang van dit gebruik. Afhankelijk van de uitkomsten van dit onderzoek wordt een aanpak gemaakt voor een vervolg met eventueel opstarten van handhavingsprocedures.

3.5 Nadere categorisering volgens landelijk toetsingsprotocol

In onze VTH-beleidsstukken is vastgelegd dat we volgens een bepaalde prioritering werken. Onder de wetgeving van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb), wordt deze wijze van geprioriteerd werken voortgezet en wordt gebruik gemaakt van de Landelijke toetsmatrix uit bijlage 1 in combinatie met bijlage 3 voor de specifieke prioritering voor brandveiligheid.

Het uitgangspunt voor risicogericht werken is dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en het gebruik van een bouwwerk ligt bij de burger of ondernemer. Het college beziet of die verantwoordelijkheid (voldoende) wordt genomen en onderneemt alleen acties op basis van ingeschat risico en wettelijke voorschriften en spant als het ware een vangnet om de grootste risico’s te beperken. Kleinere risico’s worden, zoals dat landelijk is afgesproken, geaccepteerd.

Het maatschappelijk belang en de ingeschatte risico’s van een bepaald bouwwerk dat op een bepaalde wijze tot stand komt, bepalen de intensiteit van de gemeentelijke inzet.

De intensiteit van de toets aan het Besluit bouwwerken leefomgeving is bepaald in het werkniveau gekoppeld aan het soort bouwwerk. Kleine bouwwerken die onder de bouwwerken van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) vallen worden niet meer getoetst. Zeer grote projecten als stadions worden integraal getoetst.

Omdat we volgens de Landelijke toetsmatrix werken, kunnen we ook meer gericht gegevens (uitgangspunten of maatgevende onderdelen) opvragen. Deze gegevens worden vervolgens duidelijk in ons systeem geregistreerd. Deze gegevens worden beoordeeld en ook het toezicht daarna is hierop ingericht. Alle resultaten worden vastgelegd in ons systeem. Zo zijn deze gegevens en resultaten zowel tijdens het proces als daarna goed raadpleegbaar. Hiermee maken wij het onderscheid van de minst tot de meest risicovolle bouwwerken en prioriteren wij onze werkzaamheden.

Dit heeft invloed op onze werkprocessen voor planologie en bouwen met name bij de minst risicovolle bouwwerken. Onze focus ligt vooral op de meer risicovolle bouwwerken (niveau 3 en 4).

3.5.1. Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Vanaf 1 januari 2024 is, gelijk met de Omgevingswet ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking getreden. De wet geldt in eerste instantie alleen nog voor nieuwbouwprojecten in gevolgklasse 1. Dit zijn o.a. grondgebonden woningen, schuren, bedrijfspanden met kleine kantoren en fietsbruggen. Tot nu toe gaat het nog om een beperkt aantal bouwprojecten. Als de Wkb later ook geldt voor verbouwprojecten is, dan kan dit aantal verder toenemen.

De verantwoordelijkheid om aan de eisen uit het Besluit bouwwerken leefomgeving te voldoen ligt voor bouwwerken uit Gevolgklasse 1 van de Wkb bij de bouwende partij. Voor projecten die hieronder vallen wordt de bouwtechnische toets en het toezicht op de bouwplaats gedaan door een private kwaliteitsborger. Het college heeft voor deze bouwwerken geen inhoudelijke rol bij de toetsing of aan de bouwtechnische voorschriften wordt voldaan. Het college mag wel toetsen en toezicht houden, maar dit gebeurt alleen incidenteel en risicogestuurd.

Wij blijven wel verantwoordelijk voor de omgevingsplanactiviteit ruimtelijk bouwen (de toets aan het omgevingsplan en de redelijke eisen van welstand).

Als het bouwwerk gereed is en alles is goed gebouwd, dan geeft de kwaliteitsborger een verklaring af.

Als er tijdens de bouw of bij gereedkomen van het bouwwerk door de kwaliteitsborger wordt geconstateerd dat niet wordt voldaan aan de wettelijke eisen, dan moet de kwaliteitsborger dit bij het college melden. Het college kan dan afhankelijk van de ernst van de afwijking handhavend optreden.

In de VTH-Beleidsnota 2023-2026 is als beleidsdoelstelling opgenomen ‘het werken volgens de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen’. Er is vastgelegd dat we onder de Wkb volgens een bepaalde prioritering werken. Uitgangspunt hierbij is dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en het gebruik van een bouwwerk bij de burger of ondernemer ligt.

De gemeente beoordeelt of die verantwoordelijkheid voldoende wordt genomen en onderneemt actie op basis van ingeschat risico en wettelijke voorschriften om daarmee de grootste risico’s te beperken.

Om uitvoering te geven aan deze risicogerichte werkwijze zijn werkniveaus voor de Wkb opgesteld.

Onderstaande tabel maakt inzichtelijk dat we de capaciteit inzetten op die onderdelen die het meest risicovol worden gevonden en dus prioriteit moeten krijgen. Waar de risico’s het hoogst zijn wordt intensiever toezicht gehouden, daar waar de risico’s minder of laag zijn, wordt minder intensief toezicht gehouden. Belangrijke zaken, zoals constructieve en brandveiligheid maar ook gezondheid krijgen daarom meer (en sneller) aandacht en minder risicovolle zaken krijgen minder (snel) aandacht.

Prioritering werkniveaus

Bouwwerkcategorie Onderdelen Besluit

Bouwwerken leefomgeving

Constructieve veiligheid

Brandveiligheid

Gezondheid

Bruikbaarheid

Duurzaamheid

Bouwmelding Wkb

 
 
 
 
 

Dakkapel, tuinhuis, kunstobject, vlaggenmast, hekwerk, wijziging gevel, plaatsen installatie, interne niet-constructieve verbouwing, reclame zonder constructie, portacabin

0/1

0/1

0

0

0

Constructieve verbouwing, dakopbouw, reclame met constructie

0/1

0/1

0

0

0

Woonfunctie: eengezinswoningen tot 3 bouwlagen

2

2

2

1

1

Industriefunctie

2

2

1

1

-

Kantoorfunctie

2

2

2

1

1

Overige gebruiksfunctie

2

2

1

1

1

Bouwwerken geen gebouw zijnde

1/2

1

1

1

-

Toelichting werkniveaus

Niveau

Wkb toetsing en toezicht

Wkb handhaving

0

 
 

Geen toetsing en toezicht door de gemeente

Opleverdossier alleen controle op compleetheid

Geen handhaving

1

 
 

Geen toetsing en toezicht door de gemeente.

Opleverdossier alleen controle op compleetheid.

Handhaven op grote afwijkingen met betrekking tot (persoonlijke) veiligheid op constructieve veiligheid en brandveiligheid.

Maatwerk mogelijk om in individuele gevallen hiervan gemotiveerd af te wijken

2

 
 

Alleen toetsing en toezicht op specifiek risicovolle onderdelen m.b.t. constructieve veiligheid en brandveiligheid.

Per project wordt bepaald of er dusdanig risicovolle onderdelen aanwezig zijn dat stopmomenten noodzakelijk zijn.

Opleverdossier controleren op compleetheid en risicovolle onderdelen.

Handhaven bij afwijkingen m.b.t. constructieve veiligheid en brandveiligheid en bij grote afwijkingen met betrekking tot gezondheid.

Maatwerk mogelijk om in individuele gevallen hiervan gemotiveerd af te wijken.

3

 
 

Geen Wkb

Geen Wkb

4

 
 

Geen Wkb

Geen Wkb

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk geven we aan hoe we de uitvoering zoals in het vorige hoofdstuk beschreven met de juiste kwaliteit kunnen realiseren.

4.2 Kwaliteitscriteria

Voor Alkmaar geldt een verordening Uitvoering en Handhaving Omgevingsrecht. Deze verordening is op 15 december 2022 door de raad vastgesteld. In deze verordening is vastgelegd dat wij ons voor het uitbesteden van taken aan de Kwaliteitscriteria houden. Dit is een kwaliteitsrichtlijn voor de uitvoering van de vergunningverlening en toezicht en handhaving.

Voor de directe VTH-taken is bepaald dat de gemeente een eigen kwaliteitsniveau op het gebied van kennis, kunde en capaciteit voor kwaliteit en inzet van de medewerkers vaststelt. Er is onderzocht of de gemeente voldoet aan de Kwaliteitscriteria. De gemeente heeft een plan laten opstellen waarin wordt aangegeven hoe de gemeente dit plan volgt en wanneer de gemeente gemotiveerd afwijkt.

4.3 Personeelsformatie

De unitmanager Leefgebied is ambtelijk eindverantwoordelijk voor de uitvoering van de taken. Voor het managen van de ontwikkeling van de unit Leefgebied krijgt de unitmanager ook in 2025 ondersteuning door coördinatoren. Deze coördinatoren zorgen voor een goede taakverdeling, bezetting en onderlinge samenwerking tussen medewerkers en andere teams en units.

Een bestuursrapportage (Burap) is een planning- en controlrapport dat de voortgang en prognose laat zien van de programmabegroting. De programmabegroting, en voor zover nodig bijgesteld in de Burap, borgt jaarlijks de financiële en personele middelen die nodig zijn om de VTH-gerelateerde taken uit te voeren.

Om de VTH-taken uit te kunnen voeren en de beleidsdoelen te kunnen realiseren, zijn financiële en personele middelen nodig. Dit benodigd budget is geborgd binnen de programmabegroting en voor zover dit niet volstaat worden in de Burap extra middelen opgenomen. Hiermee zijn er voldoende personele en financiële middelen om de VTH-taken geprioriteerd te kunnen uitvoeren.

4.4 Bereikbaarheid buiten kantooruren

Bij calamiteiten bellen inwoners allereerst de politie op het algemeen nummer (0900-8844). Dit nummer staat vermeld op de website van de gemeente. De politie neemt contact op met de Expert/Officier gemeente bij de Veiligheidsregio. De unit Leefgebied, team toezichthouders werkt met een piketdienst bij calamiteiten (zoals constructief of asbestbrand) en wordt ingeschakeld als dit noodzakelijk is.

5. Monitoring en evaluatie

Voor 2025 wordt het Uitvoeringsprogramma VTH vastgesteld, een uitwerking van de beleids- en uitvoeringsnota VTH 2023-2026. Dit Uitvoeringsprogramma wordt bekend gemaakt aan de gemeenteraad. Naast het opstellen van het verplichte jaarverslag, volgt ook een beleidsevaluatie. Hierbij beoordelen we ten minste of:

  • De voorgenomen (operationele) activiteiten uit het Uitvoeringsprogramma zijn uitgevoerd;

  • de uitvoering van deze activiteiten uit het Uitvoeringsprogramma hebben bijgedragen aan de voortgang van de beleidsdoelstellingen uit de beleids- en uitvoeringsnota VTH;

  • de beleids- en uitvoeringsnota VTH aangepast moet worden naar aanleiding van de evaluatie.

De evaluatie van het beleid wordt periodiek uitgevoerd en in ieder geval na afloop van de beleidsperiode. Dit wordt vastgelegd in een evaluatieverslag (eventueel opgenomen in het jaarverslag VTH). In dit verslag worden verbeterpunten en maatregelen omschreven, waarna eventuele stukken hierop worden aangepast.

Door het monitoren van de resultaten en voortgang van de uitvoering van het beleid en uitvoeringsprogramma houden we zicht op het bereiken van onze doelen. De monitoringsresultaten worden in het jaarverslag opgenomen. De resultaten worden vervolgens weer gebruikt voor bijsturing van de operationele cyclus en voor input op de beleidsevaluatie.

Door inwerkingtreding van de Omgevingswet en Wkb is het noodzakelijk dat het nieuwe werkproces met daaraan gekoppelde activiteiten goed tussentijds worden gemonitord en waar nodig aangepast. Dit wordt meegenomen in de volgende VTH-beleidsstukken.

afbeelding binnen de regeling

Big-8 cyclus Alkmaar

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 15 april 2025,

Burgemeester en wethouders van Alkmaar,

mw. drs. A.M.C.G. Schouten, burgemeester

dhr. R.M. Reus, gemeentesecretaris

Bijlage 1: Werkniveaus 2025 bouwtechnisch met Wkb

Bouwwerkcategorie Onderdelen Besluit

bouwwerken leefomgeving

Constructieve veiligheid

Brandveiligheid

Gezondheid

Bruikbaarheid

Duurzaamheid

Omgevingsvergunning technische bouwactiviteit

 
 
 
 
 

Dakkapel, tuinhuis, kunstobject, vlaggenmast, hekwerk, wijziging gevel, plaatsen installatie, interne niet-constructieve verbouwing, reclame zonder constructie, portacabin

0

0

0

0

0

Constructieve verbouwing, dakopbouw, reclame met constructie

0/1

0/1

0

0

0

Woonfunctie: eengezinswoningen

2

2

2

1

2

Woonfunctie: appartementen maximaal 3 bouwlagen

2

2

2

1

1

Woonfunctie: appartementen vanaf 4 bouwlagen

3

3

2

1

1

Bijeenkomstfunctie minder dan 50 personen

2

2

1

1

1

Bijeenkomstfunctie: kinderopvang voor kinderen jonger dan vier jaar

3/4

3

1

1

1

Bijeenkomstfunctie 50 personen of meer

3/4

3

1

1

1

Celfunctie

3

3

1

1

1

Gezondheidszorgfunctie

3

2

1

1

1

Gezondheidszorgfunctie met bedgebieden

3/4

3

1

1

1

Industriefunctie

2

2

1

1

-

Kantoorfunctie

2/3

2

1

1

1

Logiesfunctie

3

3

1

1

1

Onderwijsfunctie

3

2

2

1

1

Sportfunctie

3

2

1

1

1

Winkelfunctie

3

2

1

1

1

Overige gebruiksfunctie

2/3/4

2

1

1

1

Bouwwerken geen gebouw zijnde

1/3/4

1

1

1

-

 
 
 
 
 
 

Bouwmelding Wkb

 
 
 
 
 

Dakkapel, tuinhuis, kunstobject, vlaggenmast, hekwerk, wijziging gevel, plaatsen installatie, interne niet-constructieve verbouwing, reclame zonder constructie, portacabin

0/1

0/1

0

0

0

Constructieve verbouwing, dakopbouw, reclame met constructie

0/1

0/1

0

0

0

Woonfunctie: eengezinswoningen tot 3 bouwlagen

2

2

2

1

1

Industriefunctie

2

2

1

1

-

Kantoorfunctie

2

2

2

1

1

Overige gebruiksfunctie

2

2

1

1

1

Bouwwerken geen gebouw zijnde

1/2

1

1

1

-

Toelichting werkniveaus

Niveau

Toetsing

Inspectie

Wkb toetsing en toezicht

Wkb handhaving

0

Er is geen controle voor dit onderdeel. Het onderdeel wordt buiten de beschikking gelaten. Geen preventieve toets aan Besluit bouwwerken leefomgeving. Anders starten op niveau 1.

Er vindt geen inspectie plaats.

  • Wel BAG gerelateerd (bijv. dakkapel): alleen gereedmelding opvragen en geen controle of foto nodig

  • Niet BAG gerelateerd (bijv. reclame zonder constructie): gewoon afsluiten (geen gereedmelding aanvrager nodig of controle)

Geen toetsing en toezicht door de gemeente

Opleverdossier alleen controle op compleetheid

Geen handhaving

1

Uitgangspuntentoets (Bevatten de stukken voldoende informatie over de uitgangspunten?) Gecontroleerd wordt of de globale uitgangspunten op de stukken, die zijn aangeleverd om dit aspect te kunnen toetsen, in voldoende mate en in samenhang zijn weergeven

Er vindt geen inspectie plaats: Opvragen foto bouwwerk:

Alleen gereedmelding met foto opvragen. Geen vergelijking met vergunningstekening. (behalve in uitzonderlijke gevallen en bij twijfel)

Geen toetsing en toezicht door de gemeente.

Opleverdossier alleen controle op compleetheid.

Handhaven op grote afwijkingen met betrekking tot persoonlijke, veiligheid, constructieve veiligheid en brandveiligheid.

Maatwerk mogelijk om in individuele gevallen hiervan gemotiveerd af te wijken.

2

Visueel toetsen

(Kloppen de uitgangspunten en lijken de uitkomsten aannemelijk) Gecontroleerd wordt of de uitgangspunten op de stukken, die zijn aangeleverd om dit aspect te kunnen toetsen, in de juiste vorm zijn, waarbij van ieder te toetsen aspect wordt nagegaan of de uitgangspunten juist zijn en of de uitkomsten aannemelijk zijn.

Visuele controle, een beoordeling op het oog op basis van kennis en ervaring met project specifieke tekeningen.

Alleen toetsing en toezicht op specifiek risicovolle onderdelen m.b.t. constructieve veiligheid en brandveiligheid.

Per project wordt bepaald of er dusdanig risicovolle onderdelen aanwezig zijn dat stopmomenten noodzakelijk zijn.

Opleverdossier controleren op compleetheid en risicovolle onderdelen.

Handhaven bij afwijkingen m.b.t. constructieve veiligheid en brandveiligheid en bij grote afwijkingen met betrekking tot gezondheid, bruikbaarheid en energiezuinigheid.

Maatwerk mogelijk om in individuele gevallen hiervan gemotiveerd af te wijken.

3

Representatief toetsen (Controle van de maatgevende onderdelen) Gecontroleerd wordt of de uitgangspunten op de aangeleverde stukken om dit aspect te kunnen toetsen in de juiste vorm zijn. Van ieder te toetsen aspect wordt nagegaan of de uitgangspunten juist zijn en of de uitkomsten aannemelijk zijn. De maatgevende berekeningen worden gecontroleerd of nagerekend.

Beoordeling op hoofdlijnen, op het oog en met eenvoudige hulpmiddelen worden elementaire controles uitgevoerd. Er worden alleen algemene project specifieke tekeningen geraadpleegd. Bij twijfel vindt raadpleging van detailtekeningen plaats.

Geen Wkb

Geen Wkb

4

Integraal toetsen (Alles in samenhang controleren) Gecontroleerd wordt of de uitgangspunten op de stukken, aangeleverd om dit aspect te kunnen toetsen, in de juiste vorm zijn. Van ieder te toetsen aspect wordt nagegaan of de uitgangspunten juist zijn en worden de uitkomsten gecontroleerd/nagerekend.

Beoordeling van integrale onderdelen op detailniveau. Op het oog en met de benodigde hulpmiddelen worden controles tot op detailniveau uitgevoerd. Project specifieke tekeningen en detailtekeningen worden geraadpleegd.

Geen Wkb

Geen Wkb

Bijlage 2: Prioritering naar activiteit in de fysieke leefomgeving

Categorie

Gezondheid

Veiligheid

Leefomgeving

Financieel

Bestuurlijk

Kans op slecht naleefgedrag

Gemiddeld risico

Prioriteit

Bouwwerken onder Wkb

Geen preventieve toets aan Besluit bouwwerken leefomgeving

0,0

0,0

2,0

1,0

1,0

Hoog

1,0

4. Laag

Woonfunctie eenvoudig

1,0

1,0

2,0

1,0

1,0

Laag

1,2

4. Laag

Woonfunctie complex

3,0

3,5

3,0

2,0

2,0

Middel

3,1

2. Hoog

Reclame

0,0

0,0

3,0

1,0

2,0

Hoog

1,6

4. Laag

Bijeenkomstfunctie eenvoudig

1,0

2,0

2,5

1,5

2,0

Hoog

2,3

3. Gemiddeld

Bijeenkomstfunctie scholen en kinderopvang

2,0

4,0

3,0

2,0

3,0

Middel

3,2

2. Hoog

Bijeenkomstfunctie complex

2,0

4,0

3,0

2,0

4,0

Middel

3,1

3.Hoog

Handelen in strijd met het omgevingsplan regulier

1,0

2,0

3,0

2,0

1,0

Middel

2,1

3. Gemiddeld

Handelen in strijd met het omgevingsplan grote buitenplanse afwijking

1,5

2,0

3,5

3,0

2,0

Laag

2,4

3. Gemiddeld

Handelen in strijd met het omgevingsplan tijdelijk

1,0

2,0

1,0

1,0

1,0

Hoog

1,6

4. Laag

Zorgfunctie met bedgebied

2,5

3,5

2,0

3,0

3,0

Middel

3,1

2. Hoog

Zorgfunctie zonder bedgebied

1,0

2,0

2,0

2,0

2,0

Middel

2,1

3. Gemiddeld

Industriefunctie eenvoudig

2,0

2,0

1,0

1,0

2,0

Hoog

2,1

3. Gemiddeld

Industriefunctie complex

3,0

4,0

3,0

3,0

4,0

Laag

3,4

2. Hoog

Agrarisch

1,0

2,0

2,0

2,0

2,0

Laag

1,8

4. Laag

Kantoorfunctie eenvoudig

1,0

2,0

2,0

1,0

1,0

Hoog

1,8

4. Laag

Kantoorfunctie complex

3,0

4,0

3,0

2,0

2,0

Laag

2,8

3. Gemiddeld

Logiesfunctie eenvoudig

1,0

2,0

2,0

1,0

1,0

Hoog

1,8

4. Laag

Logiesfunctie complex

2,0

4,0

3,0

2,0

2,0

Middel

3,0

3. Gemiddeld

Winkelfunctie eenvoudig

1,0

2,0

2,0

1,0

1,0

Middel

1,6

4. Laag

Winkelfunctie complex

2,0

4,0

3,0

2,0

2,0

Middel

3,0

3. Gemiddeld

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Categorie

Gezondheid

Veiligheid

Leefomgeving

Financieel

Bestuurlijk

Kans op slecht naleefgedrag

Gemiddeld risico

Prioriteit

Parkeergebouwen

1,0

3,0

3,0

1,0

1,0

Middel

2,1

3. Gemiddeld

Bouwwerk geen gebouw zijnde eenvoudig

1,0

2,0

3,0

1,0

2,0

Hoog

2,3

3. Gemiddeld

Bouwwerk geen gebouw zijnde complex

2,0

4,0

4,0

2,0

3,0

Middel

3,5

2. Hoog

Aanleggen

0,0

1,0

2,0

1,0

1,0

Hoog

1,3

4. Laag

Uit- en inritten

0,0

1,0

2,0

1,0

1,0

Laag

1,0

4. Laag

Vergunningplichte sloop

1,0

2,0

2,0

1,0

1,0

Hoog

1,8

4. Laag

Meldingsplichtige sloop

1,0

2,0

1,0

1,0

1,0

Hoog

1,6

4. Laag

Vellen van een houtopstand

0,0

0,0

2,0

1,0

3,0

Hoog

2,1

3. gemiddeld

Monumenten eenvoudig

1,0

1,0

2,0

2,0

2,0

Hoog

2,2

3. Gemiddeld

Monumenten complex

2,0

1,0

3,0

3,0

3,0

Middel

2,8

3. Gemiddeld

Melding brandveilig gebruik

1,0

2,0

1,0

1,0

2,0

Hoog

1,8

4. Laag

Vergunningen o.g.v. de Huisvestingswet

0,0

1,0

2,0

1,0

2,0

Hoog

1,6

4. Laag

Bijlage 3: Risicogerichte prioritering brandveiligheid

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 4: Tafel van Elf

De zogenoemde Tafel van Elf heeft in totaal elf mogelijke redenen van niet naleven ten regels onderscheiden, te weten:

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 5: In te zetten instrumenten

Op basis van analyse van de overtreding kan worden bepaald welke instrumenten het meeste effect zal hebben.

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 1 Jaarverslag VTH 2024

Samenvatting

In dit evaluatieverslag wordt beschreven in hoeverre de activiteiten uit het Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving 2024 zijn uitgevoerd. De gemeente moet jaarlijks een evaluatie uitvoeren naar de uitgevoerde activiteiten en behaalde resultaten op het gebied van uitvoering en handhaving van het Omgevingsrecht. Met dit document wordt invulling gegeven aan deze verplichting.

1. Beleid en ontwikkeling 2024

1.1 Inleiding

Op 7 mei 2024 is het Uitvoeringsprogramma VTH 2024 vastgesteld. Daarin staan de beleidsuitgangspunten en doelen voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Daarnaast zijn de onderwerpen die prioritering krijgen hierin opgenomen. Voor de beschikbare capaciteit moesten er in 2024 keuzes gemaakt worden in de uitvoeringspraktijk.

Het doel van dit jaarverslag is om helder te maken wat daadwerkelijk voor de VTH-uitvoeringstaken is gedaan. In dit jaarverslag wordt er verslag gedaan van de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de taken voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Als uit de evaluatie blijkt dat aanpassingen van het beleid noodzakelijk zijn dan wordt dat in dit document beschreven. De VTH-beleidsnota, het uitvoeringsprogramma en dit jaarverslag zijn verplichte documenten op grond van de inmiddels inwerking getreden Omgevingswet. De Omgevingswet gaat over de ruimte waarin mensen wonen, werken en ontspannen. Deze nieuwe wet voegt oude wetten samen en geeft regels voor wat er buiten in de fysieke leefomgeving gebeurt.

Naast de doelstellingen uit de Omgevingswet kent Alkmaar ook eigen doelstellingen in de VTH-beleidsnota vastgelegd. De taken voor vergunningen, toezicht en handhaving dragen bij aan het behalen van deze doelstellingen.

Ieder jaar moet de gemeente vervolgens evalueren of de activiteiten die zijn opgenomen in het uitvoeringsprogramma zijn uitgevoerd. Daarnaast moeten we aangeven in hoeverre deze activiteiten hebben bijgedragen aan het bereiken van de doelstellingen in van de VTH-Beleidsnota. Met dit jaarverslag legt het college verantwoording af aan de raad en onze inwoners.

Het beleid over VTH-werkzaamheden volgt steeds een vast proces voor een beleidsvormende en uitvoerende cyclus. Deze procescyclus noemt men ook wel de ‘Big-8’ waarin het maken van plannen, uitvoeren van werkzaamheden, monitoren en bijstelling elkaar continu opvolgen. Het jaarverslag met evaluatieverslag is een onderdeel van de Big-8.

1.2 Wettelijk kader

In afdeling 13.2. van het Omgevingsbesluit zijn regels voor kwaliteitsbevordering en afstemming van de uitvoering en handhaving opgenomen. In artikel 13.11. van het Omgevingsbesluit is de verplichting voor een jaarlijkse evaluatierapportage door bestuursorganen opgenomen.

De landelijke kwaliteitscriteria voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn vernieuwd.

De kwaliteitseisen en taken voor toezicht en handhaving volgen uit regels van afdeling 18.3 van de Omgevingswet en artikel 147 van de Gemeentewet. Deze criteria zijn belangrijk voor een goede en uniforme uitvoering van de doelen van de Omgevingswet door alle overheden. De nieuwe criteria zijn op 1 januari 2025 ingegaan. Hieruit volgt ook de verplichting voor een jaarprogramma VTH.

Uit artikel 18.18 volgt dat betrokken bestuursorganen zorgdragen voor een goede kwaliteit van de uitoefening van de uitvoeringstaak en de handhavingstaak.

Op 1 augustus 2023 is de VTH-Beleidsnota 2023-2026 vastgesteld. Het uitvoeringsprogramma VTH is het hart van de beleidcyclus voor toezicht en handhaving en de schakel tussen de strategische en operationele cyclus. Het uitvoeringsprogramma wordt door het college vastgesteld. Het uitvoeringsprogramma is onderdeel van de gemeentelijke handhavingsbeleidscyclus. In het jaarverslag worden de in het uitvoeringsprogramma gestelde prioriteiten en doelen geëvalueerd.

In maart 2021 heeft gemeenteraad besloten om de constructieve veiligheid van publiek toegankelijke gebouwen uit de gevolgklasse 3 te laten onderzoeken. De aanleiding hiervoor zijn de aanbevelingen van de rapporten van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid en van bureau Berenschot in verband met de instorting van een deel van het tribunedak van het AZ-stadion.

1.3 Oordeel interbestuurlijk toezicht

De provincie Noord-Holland is verantwoordelijk voor het interbestuurlijk toezicht op gemeenten voor het omgevingsrecht. Door de provincie wordt erop toegezien dat gemeenten het beleid en de jaarstukken op het gebied van uitvoering en handhaving volgens het geldende omgevingsrecht hebben opgesteld. In het beleid IBT 2022-2025 van de provincie staat een toelichting op de werkwijze van de provincie als interbestuurlijk toezichthouder.

De provincie heeft ons haar ambtelijk oordeel over het jaar 2024 toegezonden. Gelet op de adequate beoordeling van eerdere jaren heeft de provincie in 2024 alleen gekeken naar de aanwezigheid en volledigheid van de VTH-stukken. Hiervoor zijn enkele verbeterpunten meegegeven. Deze verbeterpunten zijn zoveel mogelijk doorgevoerd. Aan het verbeterpunt voor een woonvisie wordt uitvoering gegeven.

1.4 Afbakening

Het Uitvoeringsprogramma is beperkt tot de reikwijdte van de Omgevingswet, inclusief de bepalingen uit de Verordening fysieke leefomgeving die in het omgevingsplan integreren. Dit betekent dat aandacht wordt besteed aan de preventie, vergunningverlening, toezicht en handhaving van bodemkwaliteit, omgevingsplan (ruimtelijke ordening), milieuregels, bouw-, sloop- en brandveiligheidsregels en regels over monumenten, reclame, kappen van bomen, natuurbescherming en in- en uitritten.

2. Inhoud jaarverslag

2.1 Waarom een jaarverslag VTH?

Als college willen wij weten of de geplande inzet van middelen en de geplande activiteiten ook zijn gerealiseerd. Daarnaast willen wij weten of de doelen zijn bereikt en of ze op een efficiënte wijze zijn bereikt.

De informatie uit het jaarverslag gebruiken we voor de volgende actiepunten:

  • het opstellen van het nieuwe integrale VTH (uitvoering)programma;

  • eventuele tussentijdse bijsturing van het programma;

  • eventuele wijziging van het beleid of actualisatie van beleid;

  • het afleggen van verantwoording aan de gemeenteraad;

  • het tijdig kunnen aansluiten bij de gemeentelijke Planning en Control Cyclus.

Voor een sluitende handhavingscyclus zijn een jaarverslag en evaluatie noodzakelijk.

2.2 Wettelijke eisen

Het college moet periodiek rapporteren over:

  • het bereiken van de doelen;

  • de uitvoering van de voorgenomen activiteiten, in verhouding tot de prioriteitenstelling;

  • de uitvoering van de afspraken met andere betrokken bestuursorganen en de organen die belast zijn met de strafrechtelijke handhaving over de samenwerking bij en de afstemming van de werkzaamheden.

Daarnaast moet het college jaarlijks evalueren of de in het uitvoeringsprogramma opgenomen activiteiten zijn uitgevoerd en in hoeverre deze activiteiten hebben bijgedragen aan het bereiken van de gestelde doelen. De rapportage en de evaluatie moeten bekend worden gemaakt aan de raad.

2.3 Uitgangspunten

Het jaarverslag is gebaseerd op:

  • de door het college vastgestelde Beleidsnota VTH 2023-2026;

  • de vastgestelde Uitvoeringsnota VTH 2023-2026;

  • het vastgestelde Uitvoeringsprogramma VTH 2024;

  • de wettelijke eisen als genoemd in het omgevingsrecht;

  • de aanbevelingen van de provincie Noord-Holland in het kader van interbestuurlijk toezicht.

2.4 Plek in de beleidscyclus

De VTH-beleidscyclus (Big-8) gaat over het opstellen van een beleidsplan (omgevingsanalyse, prioriteiten, doelen), een jaarlijks uitvoeringsprogramma met een planning van instrumenten en in te zetten capaciteit, de feitelijke uitvoering en monitoring daarvan (verslaglegging en evalueren). Het vorenstaande is een cyclisch proces. Dit jaarverslag is een jaarlijks op te stellen verslag, als bedoeld onder ‘Evaluatie en verantwoording’.

afbeelding binnen de regeling

Beleidscyclus Alkmaar

3. Taakvelden VTH omgevingsrecht

3.1 Resultaten taakveld aanvragen 2024

Hieronder volgt het daadwerkelijke aantal ten opzichte van voorgaande jaren:

Product

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Omgevingsvergunning bouwen

(reguliere procedure)

562

866

1019

863

788

835

Omgevingsvergunning handelen in strijd met ruimtelijke regels (reguliere procedure)

307

409

448

348

342

161

Omgevingsvergunning handelen in strijd met ruimtelijke regels (uitgebreide procedure)

13

20

22

14

18

0

Omgevingsvergunning monumenten

Rijks, gemeente, provincie

41

76

75

72

109

86

Omgevingsvergunning/melding brandveilig gebruik

1

39

44

33

92

47

Omgevingsvergunning sloop

10

17

21

11

29

27

Vooroverleg – principeverzoek

167

279

321

290

263

200

Melding sloop

289

337

322

327

376

401

In de tweede helft van 2024 zijn ook de eerste circa tiental meldingen start bouw voor de Wet kwaliteitsborging ontvangen. Deze meldingen worden tijdens het opstellen van dit jaarverslag nog gecontroleerd en geregistreerd. In het jaarverslag van 2025 nemen we deze cijfers voor 2025 in bovenstaande tabel op.

3.2 Conclusie taakveld aanvragen 2024

In 2024 zijn op basis van de Omgevingswet bovenstaande aanvragen om omgevingsvergunningen verleend en meldingen gedaan. Uit de tabel blijkt dat bij veel onderdelen de aantallen nog altijd aanzienlijk hoger zijn ten opzichte van het basisjaar 2019. Dat heeft geleid tot blijvende werkdruk bij alle teams. In onderstaande tabel is het aantal behandelde zaken met betrekking tot aanvragen omgevingsvergunningen, meldingen en overige werkzaamheden weergegeven.

Uit de cijfers valt op dat het aantal ingekomen aanvragen ten opzichte van het jaar 2023 over het algemeen vergelijkbaar zijn. Wel zijn er in de laatste weken van het jaar 2023 nog net voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet meer vergunningaanvragen ingediend dan normaal. Deze vergunningen zijn ingediend onder de Wabo, vallen daarmee onder het overgangsrecht en worden dus nog volgens de oude wettelijke regels behandeld. Dit zorgde in 2024 ook voor meer werk ten opzichte van 2023.

3.3 Resultaten taakvelden toezicht en handhaving 2024

Nadat de vergunningprocedure is afgerond en de vergunning onherroepelijk is, dan wel een melding volledig is, vindt een overdracht van het dossier plaats naar het team Toezicht en Handhaving. De verleende (omgevings-)vergunningen en ingediende meldingen brandveilig gebruik worden door de toezichthouders van de gemeente gecontroleerd. Onder de Omgevingswet is de gebruiksvergunning voor brandveilig gebruik komen te vervallen. Wel zal in bepaalde gevallen nog een gebruiksmelding verplicht zijn. Voor het brandveilig gebruik van een bouwwerk zijn in paragraaf 6.1.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) regels over de meldingsplicht voor het gebruiken van een bouwwerk opgenomen.

Hieronder volgt het daadwerkelijke aantal ten opzichte van het geschatte aantal:

Product

Geschatte aantal uren

Resultaat aantal uren

Verschil

Bouwkundig toezicht

De controles zijn gericht op veiligheid, zoals constructieve veiligheid, bouwkundige risico’s en brandveiligheid. In de risico-matrix is vastgelegd op welke aspecten de nadruk tijdens de controles dient te liggen.

Toezicht op kleine werken vindt slechts plaats als de constructieve veiligheid in het geding is. Verder wordt niet actief gecontroleerd indien geen meldingen door de vergunninghouder worden ingediend.

4000

3500

-500

Handhaving conform omgevingsplan

Wat betreft het gebruik van het bouwwerk (bijv. wonen of werken) is het van belang dat dit past in het omgevingsplan en dat het woon –en leefklimaat voldoende wordt gewaarborgd. Vaak wordt deze activiteit naast een andere activiteit (bijv. bouwen) vergund.

2250

2500

250

Slopen – sloopmeldingen – asbest

Een sloopvergunning is verplicht daar waar het in het bestemmingsplan is opgenomen en als het slopen betreft in beschermd stads- of dorpsgezicht. Toezicht hierop valt onder de toezichthouders van team Handhaving en Toezicht.

Het toezicht op sloop waarbij asbest vrijkomt valt onder de basistaken van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord (OD NHN). De OD NHN beschikt over medewerkers die gecertificeerd zijn om tijdens de sloop waarbij asbest vrijkomt, de locatie te mogen betreden. Bij verdachte en/of omvangrijke sloopwerkzaamheden wordt de OD ingeschakeld voor de uitvoering van een dergelijke controle.

350

450

100

Monumenten (toezicht)

Binnen de gemeente is een groot aantal rijksmonumenten aanwezig. Deze activiteit maakt vaak onderdeel uit van een meervoudige vergunning en wordt zodoende altijd integraal meegenomen tijdens een controle. Bescherming van de monumenten staan hoog op de prioriteitenlijst. Deze vergunningen worden actief gecontroleerd, zo nodig door een vakspecialist

700

800

100

Bouwen zonder omgevingsvergunning en achterstallig onderhoud (handhaving)

Op basis van meldingen wordt toegezien op het bouwen zonder vereiste omgevingsvergunning, op klachten over achterstallig onderhoud en vervuilde woningen.

2500

2500

0

Brandpreventie: toezicht en naleving brandveiligheidseisen bouwwerken

Om de kans op brand in bouwwerken en de gevolgen daarvan te beperken worden aan gebouwen en het gebruik ervan brandveiligheidseisen gesteld. De gemeente zet zich in op het verhogen van het brandveiligheid bewustzijn bij burgers en bedrijven.

3500

3750

250

Totaal

13.300

14.050

200

3.4 Conclusie taakvelden toezicht en handhaving

Het aantal reguliere uren op het gebied van bouwtoezicht is in 2024 nagenoeg gelijk gebleven. Het aantal verleende vergunningen heeft ook in 2024 gezorgd voor meer inzet op het bouwtoezicht. Ook de afhandeling van handhavingskwesties vraagt nog veel uren. Het groeiende aantal sloopmeldingen en de extra inzet op brandveiligheid zorgde daarnaast ook voor een toename.

3.5 Bezwaar- en beroepschriften VTH 2024

Hieronder volgt het aantal ingediende bezwaarschriften tegen besluiten op grond van het omgevingsrecht:

Product

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verschil

Besluit omgevingsvergunning bouwen en handelen in strijd met ruimtelijke regels

101

111

87

162

95

93

-2

Besluit handhaving wet dwangsom

13

16

9

15

21

7

-14

Besluit handhaving bestuursdwang

-

1

-

-

-

0

-

Product

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verschil

Besluit omgevingsvergunning bouwen en handelen in strijd met ruimtelijke regels

27, waarvan 11 rechtstreeks beroep

18

11

19

25

22, waarvan 1 voorlopige voorziening en 2 hoger beroep

-3

Besluit handhaving wet dwangsom

6

-

10

8

7

6

-1

Besluit handhaving bestuursdwang

-

-

-

-

-

0

-

3.6 Conclusie bezwaar-en beroepschriften VTH 2024

Voor het aantal ingediende bezwaar- en beroepszaken is een afname geconstateerd ten opzichte van de voorgaande jaar. Het totaal aantal bezwaar- en beroepschriften is in 2025 in lijn met de voorgaande jaren.

4. Activiteiten in 2024

4.1 Resultaten activiteiten

In het Uitvoeringsprogramma 2024 staan activiteiten benoemd die wij in 2024 zouden oppakken en waarmee wij invulling geven aan de beleidsdoelstellingen uit de Beleidsnota-VTH 2023-2026:

  • toekomstbestendige en innovatieve organisatie

  • investeren in de veranderende rol

  • geprioriteerd werken

Ook de gemeentelijke ontwikkelingen zijn hierin meegenomen. Hieronder volgt het overzicht van geplande activiteiten en het daadwerkelijke resultaat:

Doelstelling 1

Geplande uit te voeren activiteit

Vertaald naar uitvoeringsdoelstelling inclusief KPI en deadline

Wijze van toetsing

Draagt bij aan beleidsdoelstelling

Constructieve veiligheid gebouwen CC3

Onderzoek laten verrichten naar publiektoegankelijke gebouwen gevolgklasse CC3 >500 personen al dan niet in gemeentelijk eigendom

Monitoren van gecontroleerde gebouwen met wijze van toetsing en eventuele acties die hieruit voortvloeien

Leefbaarheid bebouwde omgeving

Conclusie: In 2024 is uitvoering gegeven aan de keuring van de gemeentelijke panden die onder de CC3 gevolgklasse vallen: de Meent, de Hoornse Vaart, de Vest en het poppodium. In samenwerking met het ingenieursbureau zijn rapportages beoordeeld en is meegelopen met de keuringen. In 2025 worden de onderzoeken voor de resterende gemeentelijke panden afgerond. In 2025 wordt ook toegezien op private gebouwen vallend onder gevolgklasse CC3 conform de wetgeving.

Doelstelling 2

Geplande uit te voeren activiteit

Vertaald naar uitvoeringsdoelstelling inclusief KPI en deadline

Wijze van toetsing

Draagt bij aan beleidsdoelstelling

Constructieve veiligheid bruggen

De constructieve veiligheid van bruggen in Alkmaar laten onderzoeken en waar nodig maatregelen te hebben genomen.

Monitoren van gecontroleerde bruggen en eventuele acties die hieruit voortvloeien.

Leefbaarheid bebouwde omgeving

Conclusie: In 2024 zijn weer diverse bruggen onderzocht. Ook zijn de benodigde maatregelen beoordeeld. Er is toegezien op het treffen van maatregelen tot herstel of andere aanpassingen. In 2025 loopt dit proces door.

Doelstelling 3

Geplande uit te voeren activiteit

Vertaald naar uitvoeringsdoelstelling inclusief KPI en deadline

Wijze van toetsing

Draagt bij aan beleidsdoelstelling

Projectmatige aanpak van handhaving op basis van prioritering/ risicoanalyse

IBT (interbestuurlijk toezicht) Thema onderzoek brandveiligheid zorginstellingen vanuit Provincie NH en

Controle brandveiligheid kinderdagverblijven met nachtverblijf en kleinschalige hotels

Monitoren van gecontroleerde instellingen in 2023

Leefbaarheid bebouwde omgeving

Conclusie:

Na afronding van het themaonderzoek brandveiligheid zorginstellingen is in 2024 toezicht gehouden op de brandveiligheid van deze categorie. De projectmatige controle voor deze panden is in 2024 afgerond en deze worden opgenomen in het reguliere toezicht.

Doelstelling 4

Geplande uit te voeren activiteit

Vertaald naar uitvoeringsdoelstelling inclusief KPI en deadline

Wijze van toetsing

Draagt bij aan beleidsdoelstelling

Pilot toezicht Eilandspolder

Toezicht op recreatief gebruik van gebieden in de Eilandspolder die conflicteren met de natuur en agrarische doelstellingen van het gebied. In 2024 gaan we mede op verzoek van de provincie Noord-Holland een pilot starten om mogelijkheden voor handhaving en verdere opschaling hiervan te onderzoeken.

In 2024 wordt duidelijk of handhaving mogelijk is en of dit bijdraagt aan de doelstellingen die voor dit gebied worden nagestreefd. De inzet van medewerkers wordt in 2024 beperkt geleverd tot duidelijk is of een projectmatige aanpak haalbaar is.

Naleefgedrag stimuleren door toezicht en handhaving.

Leefbaarheid en Veiligheid (risicogericht)

Conclusie: In 2024 is in verband met de beperkte handhavingscapaciteit nog geen pilot met onderzoek gestart naar of handhaving mogelijk is en of dit bijdraagt aan de doelstellingen die voor dit gebied worden nagestreefd. Deze doelstelling nemen we daarom mee naar 2025.

Doelstelling 5

Geplande uit te voeren activiteit

Vertaald naar uitvoeringsdoelstelling inclusief KPI en deadline

Wijze van toetsing

Draagt bij aan beleidsdoelstelling

Toezicht energielabel C kantoorgebouwen

Onderzoek naar kantoorgebouwen die minimaal energielabel C moeten hebben. De verplichting volgt uit het Besluit bouwwerken leefomgeving en moet een bijdrage leveren aan een reductie van de CO2-uitstoot met 49% in 2030

Naleefgedrag stimuleren door toezicht en handhaving volgens het toezichtprotocol IPLO (Informatiepunt Leefomgeving)

Leefbaarheid bebouwde omgeving

Conclusie: In 2024 is duidelijk geworden dat 440 kantoren aan het energielabel C voldoen of het vloeroppervlakte minder dan 100 vierkante meter is, zodat aan de eis kan worden voldaan. In 2025 worden de overige 260 panden gecontroleerd. In 2025 is duidelijk welke inspanningen we leveren voor de naleving van deze wettelijke verplichting bij de overige panden.

Doelstelling 6

Geplande uit te voeren activiteit

Vertaald naar uitvoeringsdoelstelling inclusief KPI en deadline

Wijze van toetsing

Draagt bij aan beleidsdoelstelling

Inzetten op volledig geïntegreerde en afgestemde vergunningverlening

Tijdig voldoende capaciteit inzetten (zowel bij vooroverleg als bij aanvraagprocedure, als bij het toezicht) op ontwikkelingen Alkmaars Kanaal, de Stationsgebieden en Grootschalige Gebiedsontwikkeling (GGO) om deze aanvragen zo goed mogelijk te begeleiden en af te ronden

Termijnen monitoren en belasting personeel (inzet flexibele schil)

Verantwoorde bijdrage aan ontwikkeling Alkmaars Kanaal en Grootschalige Gebiedsontwikkeling (GGO)

Conclusie:

Er is in 2024 inzet geleverd voor projecten van het Alkmaars Kanaal en Grootschalige Gebiedsontwikkeling en dit loopt in 2025 nog door.

Doelstelling 7

Geplande uit te voeren activiteit

Vertaald naar uitvoeringsdoelstelling inclusief KPI en deadline

Wijze van toetsing

Draagt bij aan beleidsdoelstelling

Optimaliseren woningbouwloket als onderdeel van programma woningbouwversnelling

Duidelijk en toegankelijk woningbouwloket. Alle benodigde informatie op 1 digitale plek: website hierop aanpassen en 1 duidelijk aanspreekpunt. Goede samenwerking en werkafspraken over rol woningbouwloket.

Volledig inzetbaar woningbouwloket, in samenwerking met unit Leefgebied

Leefbaarheid en Wonen

Conclusie:

Het woningbouwloket is versterkt en handelt woningbouwinitiatieven af. Dit loopt in 2025 ook nog door.

Doelstelling 8

Geplande uit te voeren activiteit

Vertaald naar uitvoeringsdoelstelling inclusief KPI en deadline

Wijze van toetsing

Draagt bij aan beleidsdoelstelling

Uitvoering geven aan woningbouwversnelling

  • Reactie op woningbouw-initiatief (>12 woningen) binnen 12 weken.

  • Samenwerken in projecten

  • Flexibele schil (netwerk vakspecialisten die flexibel ingezet kunnen worden bij pieken in bouwaanvragen) via aanbestedingstraject

Termijnen monitoren en belasting personeel (inzet flexibele schil)

Verantwoorde bijdrage aan stimuleren woningbouwinitiatief binnenstedelijk gebied

Conclusie:

De pilot loopt in 2025 nog door.

Doelstelling 9

Geplande uit te voeren activiteit

Vertaald naar uitvoeringsdoelstelling inclusief KPI en deadline

Wijze van toetsing

Draagt bij aan beleidsdoelstelling

Werken conform de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen:

  • -

    Toetsen en zo nodig aanpassen werkprocessen en VTH-applicatie en uitvoering geven aan risicogerichte werkwijze onder de Wet kwaliteitsborging.

Doorontwikkeling van VTH-applicatie en werkprocessen onder de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging

Taakuitvoering moet uitwijzen of de werkwijze en VTH-applicatie goed functioneren

Dienstverlening

Conclusie:

In 2024 zijn de werkprocessen aangepast aan de Omgevingswet en is de VTH-applicatie in gebruik genomen. De op de Omgevingswet aangepaste legesverordening is in werking getreden, medewerkers hebben trainingen gevolgd over de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging en de organisatie is verder ingewerkt. Met de inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving per 1 januari 2024 is de testfase afgerond en wordt toegezien op het goed functioneren van de VTH-applicatie en de werkprocessen onder de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging. Hierin wordt in 2025 een doorontwikkeling voorzien.

4.2 Conclusie behaalde resultaten

Aan veel activiteiten is conform planning uitvoering gegeven, maar er loopt ook een aantal activiteiten in 2025 door. Voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging (Wkb) per 1 januari 2024 is de werkwijze voor de nieuwe VTH-applicatie volgens schema uitgevoerd. Het handhavingsproject brandveiligheid zorginstellingen en kinderdagverblijven is in 2024 geheel uitgevoerd. De werkprocessen voor het risicogericht en geprioriteerd werken zijn ingepast in de applicatie voor bouwinspecteurs en handhavers.

4.3 Actualiteiten

2024 stond vooral in het teken van het werken met nieuwe wetgeving. Het gaat hier om de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Voor de Omgevingswet zijn noodzakelijke technische aansluitingen in gebruik genomen. Voor de VTH-taken werken we met het nieuwe zaaksysteem. Er is ook gestart met advisering voor het omgevingsplan.

Onderzoeksplicht breedplaatvloeren

Per 1 juli 2024 is de eerder ingestelde onderzoeksplicht naar breedplaatvloeren uitgebreid. In plaats van alleen gebouwen in gevolgklasse CC3 moeten nu ook gebouwen in gevolgklasse CC2 worden onderzocht. Vanaf 1 juli 2024 geldt ook een wettelijke verplichte beoordeling van de constructieve veiligheid van grote gebouwen. Dit onderzoek is gestart en voeren we in 2025 verder uit.

Onderzoek naar maatregelen verduurzaamde en versneld gerealiseerde woningen

Voor alle nieuwbouw, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, geldt dat aanvragen van de omgevingsvergunning vanaf 1 januari 2021 moeten voldoen aan de eisen voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG).

Het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) en de Veiligheidsregio hebben in april 2024 gewaarschuwd voor verduurzaamde en snel gerealiseerde woningen, zoals flexwoningen en prefabwoningen. Deze woningen lopen een groter gevaar op snelle en onvoorspelbare brand. In samenwerking met de Veiligheidsregio onderzoeken we daarom in 2025 of er voor categorieën woningen maatregelen moeten worden genomen die gericht zijn op het voorkomen en beperken van dergelijke branden en op het verbeteren van de mogelijkheden van de brandweer om die branden veilig en effectief te kunnen bestrijden.

5. Evaluatie

5.1 Terugkoppeling beleidsdoelstellingen

In de Beleidsnota VTH 2023-2026 zijn verschillende beleidsdoelstellingen vastgelegd op basis van de missie, visie, ontwikkelingen en de risicoanalyse. Veel beleidsdoelstellingen hebben een looptijd van meerdere jaren. Aan deze beleidsdoelstellingen zijn vervolgens activiteiten gekoppeld die in het Uitvoeringsprogramma 2023 staan. De activiteiten zijn erop gericht om een bijdrage te leveren aan de beleidsdoelstellingen.

Voor de activiteiten die in 2024 nog niet zijn afgerond geldt dat deze in 2025 een vervolg moeten krijgen. Dat geldt zowel voor de activiteiten die extern gericht zijn en van invloed zijn op de woon- en werkomgeving van Alkmaar, als op de intern gerichte activiteiten die indirect bijdragen aan de leefomgeving in de gemeente.

5.2 Eindconclusie

In het uitvoeringsprogramma VTH 2024 staan diverse doelstellingen gericht op onze VTH-taken. Vanwege de voortdurende aanwas van aanvragen was het een uitdaging om onze wettelijke taken te kunnen blijven uitvoeren.

Kijkend naar de behaalde resultaten in 2024, kunnen we concluderen dat we naar behoren uitvoering hebben gegeven aan onze VTH-taken.


Noot
1

Categorieën: veiligheid, leefbaarheid, duurzaamheid, volksgezondheid.

Noot
2

Categorieën: attitude, naleving, ervaringscijfers.