Regeling vervalt per 31-12-2026

Subsidieregeling tweejarige programmaregeling cultuur en erfgoed 2025-2026 provincie Groningen

Geldend van 25-04-2025 t/m 30-12-2026

Intitulé

Subsidieregeling tweejarige programmaregeling cultuur en erfgoed 2025-2026 provincie Groningen

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

Overwegende dat:

  • -

    Provinciale Staten van de provincie Groningen op 13 november 2019 het Strategische beleidskader cultuur 2021-2028 'Wij zijn cultuur' hebben vastgesteld;

  • -

    Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen op 19 november 2024 het Uitvoeringsprogramma Cultuur 2025-2028 'Cultuur is de basis!' hebben vastgesteld.

Gelet op:

  • -

    Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • -

    De Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018.

Besluiten:

I. Vast te stellen de:

Subsidieregeling tweejarige programmaregeling cultuur en erfgoed 2025-2026 provincie Groningen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Adviescommissie: adviescommissie, ingesteld op grond van artikel 82 van de Provinciewet;

  • b.

    Code Diversiteit en Inclusie: is een gedragscode van, voor en door de Nederlandse culturele en creatieve sector over diversiteit en inclusie. De code is een instrument van zelfregulering;

  • c.

    Cultuurnota gemeente Groningen 2025-2028: het beleidsplan waarin de gemeente aangeeft op welke manier ambities waargemaakt gaan worden en welke instrumenten daarop worden ingezet;

  • d.

    Culturele organisatie: culturele stichting of vereniging zonder winstoogmerk;

  • e.

    Erfgoedorganisatie: een organisatie zonder winstoogmerk die zich bezighoudt met collectievorming, presentatie en educatie van erfgoed;

  • f.

    Fair Practice Code: gedragscode voor ondernemen en werken in kunst, cultuur en de creatieve industrie. De code is een instrument van zelfregulering;

  • g.

    Governance code: een normatief kader voor goed bestuur en toezicht in culturele organisaties. De code is een instrument van zelfregulering;

  • h.

    Integrale adviescommissie: is de adviescommissie bij de Kunstraad die de aanvragen uit verschillende disciplines in samenhang bekijkt, waardoor een integrale en evenwichtige afweging kan worden gemaakt.

  • i.

    Kaderverordening: Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • j.

    Kunstraad Groningen: een zelfstandig adviesorgaan ingesteld door de Provincie en de Gemeente Groningen met onder andere de opdracht een deskundig oordeel te geven over subsidieaanvragen kunst en cultuur;

  • k.

    Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • l.

    Provincie: provincie Groningen;

  • m.

    Strategisch beleidskader cultuur 2021-2028: het kader waarin het provinciaal cultuurbeleid is geformuleerd voor de jaren 2021-2028;

  • n.

    Uitvoeringsprogramma cultuur 2025-2028: beleidsplan waarin de provincie aangeeft op welke manier ambities waargemaakt gaan worden en welke instrumenten daartoe worden ingezet.

Artikel 2 Doel

Het doel van de regeling is professionele culturele instellingen financieel te ondersteunen bij activiteiten die bijdragen aan een cultureel aanbod in gemeente en provincie Groningen, zoals een doorlopend jaarprogramma, festival of biënnale.

Artikel 3 Doelgroep

De regeling is bedoeld voor professionele kunst, cultuur- en erfgoedorganisaties zonder winstoogmerk die een tweejarig samenhangend en/of doorlopend aanbod van (terugkerende) culturele activiteiten willen realiseren die in overwegende mate gericht zullen zijn op de provincie Groningen.

Artikel 4 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor:

Doorlopende en samenhangende culturele publieksactiviteiten (een reeks van samenhangende producties of een programma) die binnen een periode van twee jaar (2025-2026) worden gerealiseerd en een aanvulling zijn op het bestaande aanbod. Ook jaarlijks terugkerende festivals of biënnales met een jaarrond betaalde organisatie komen in aanmerking. Alle kunst- en erfgoeddisciplines komen in aanmerking voor subsidie.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zullen zijn op de provincie Groningen, niet ten goede komen aan ingezetenen van de provincie of niet op andere wijze het belang van de provincie dienen;

  • b.

    de aanvrager niet onder de doelgroep valt zoals genoemd in artikel 3;

  • c.

    de aanvrager niet voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 7;

  • d.

    de aanvrager een meerjarige subsidie ontvangt in het kader van de Cultuurnota 2025-2028 van de gemeente Groningen en/of het Uitvoeringsprogramma Cultuur 2025-2028 van de provincie Groningen;

  • e.

    de aanvrager een subsidie ontvangt op basis van Bewezen talentregeling van de gemeente Groningen;

  • f.

    de aanvraag betrekking heeft op activiteiten van uitvoerende amateurkunstorganisaties en lesaanbieders;

  • g.

    niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

  • h.

    de kosten van de activiteit niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat;

  • i.

    de adviescommissie van de Kunstraad Groningen de aanvraag als C prioritering (matig) beoordeelt.

Artikel 7 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 5 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de activiteiten worden in overwegende mate uitgevoerd in de provincie Groningen;

  • b.

    de subsidieaanvrager onderschrijft de drie culturele codes, past deze toe waar mogelijk en geeft aan waar nog ruimte aanwezig is voor verbetering. De onderdelen vanuit de culturele codes waar de aanvrager verplicht aan moet voldoen zijn: een rechtsvorm (in oprichting), het hebben van een onafhankelijk functionerend bestuur en zorgdragen voor eerlijke betaling;

  • c.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, kunnen niet zonder subsidie worden gerealiseerd en de markt kan er niet in voorzien.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1.4 en 1.5 van de Procedureregeling zijn alleen de kosten subsidiabel die redelijk en noodzakelijk zijn en direct gerelateerd zijn aan de betreffende subsidiabele activiteiten, het programma en/of de organisatie.

Artikel 9 Niet subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.5 van de Procedureregeling, maar uitgezonderd artikel 2.5 lid 1 onder e, komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten die plaatsvinden in het kader van het regulier onderwijs en opleiding, inclusief wetenschappelijk onderzoek;

  • b.

    kosten op het terrein van cultuuronderwijs;

  • c.

    kosten gerelateerd aan cursusaanbod, bijvoorbeeld van uitvoerende amateurkunstinstellingen, kunstencentra, zzp'ers en andere lesaanbieders;

  • d.

    kosten voor het opbouwen van reserve/eigen vermogen;

  • e.

    investeringen;

  • f.

    onderhoudskosten van huisvesting;

  • g.

    kosten die gemaakt zijn voorafgaand aan 1 januari 2025.

Artikel 10 Criteria en verdeelsystematiek

  • 1. De Kunstraad Groningen adviseert Gedeputeerde Staten op basis van de volgende criteria, met onderliggende subcriteria:

    • a.

      mate van artistieke en/of inhoudelijke kwaliteit;

      • i.

        eigenheid;

      • ii.

        betekenis voor publiek.

    • b.

      haalbaarheid;

      • i.

        realisme en uitvoerbaarheid;

      • ii.

        publieksbereik, marketing en communicatie;

      • iii.

        toepassing van de culturele codes.

    • c.

      betekenis voor de gemeente en/of de provincie Groningen.

  • 2. De waarderingen voor elk van de criteria zoals bedoeld in lid 1 worden toegepast volgens een vastgesteld beoordelingskader dat leidt tot een indeling binnen drie categorieën, te weten A, B en C.

    • Categorie A – aanvragen met de hoogste prioriteit;

      • De aanvraag krijgt minimaal een uitstekende beoordeling op de criteria artistieke en/of inhoudelijke kwaliteit én belang voor de gemeente en/of provincie Groningen.

      • Op het criterium haalbaarheid krijgt de aanvraag minimaal een voldoende beoordeling

    • Categorie B – subsidiabel, mits voldoende budget;

      • De aanvraag krijgt op alle drie de criteria minimaal een voldoende beoordeling

    • Categorie C – aanvragen die niet voor subsidie in aanmerking komen;

      • De aanvraag wordt op één of meer van de criteria als matig beoordeeld.

  • 3. Bij de beoordeling wordt per criterium gebruik gemaakt van een waarderingsschaal in woorden, hetgeen de conclusie van de inhoudelijke beoordeling per criterium weergeeft. De waarderingsschaal voor de drie criteria is als volgt:

    • Uitstekend

    • Voldoende

    • Matig

  • 3. Om in aanmerking te komen voor subsidie is een voldoende beoordeling op alle drie de gestelde criteria een minimale vereiste.

  • 4. Categorie A-aanvragen komen het eerst in aanmerking voor subsidie, gevolgd door categorie B, afhankelijk van het beschikbare budget. Categorie C aanvragen komen niet in aanmerking voor subsidie.

  • 5. Wanneer door het toekennen van alle aanvragen in categorie A het subsidieplafond wordt overschreden, dan vindt verdeling plaats door loting door een onafhankelijke notaris.

  • 6. Mocht er na het subsidiëren van de aanvragen in de A-categorie nog budget overblijven dan wordt dat toegekend aan de aanvragen in de B categorie. Wanneer door het toekennen van alle aanvragen in categorie B het resterende subsidieplafond wordt overschreden, dan vindt verdeling plaats door loting door een onafhankelijk notaris.

Artikel 11 De aanvraag

Op grond van en in aanvulling op artikel 2.1 van de Procedureregeling met uitzondering van bevat een aanvraag de volgende onderdelen:

  • a.

    een meerjarenbeleidsplan voor de jaren 2025 en 2026, inclusief een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd met een start- en einddatum;

  • b.

    een activiteitenplan 2025 inclusief data en namen van bij de activiteiten betrokken makers/organisaties;

  • c.

    een meerjarenbegroting van de kosten en bijbehorend dekkingsplan, voorzien van een toelichting en waarbij een opgave wordt gedaan van de eigen inkomsten alsook de bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen voor dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

  • d.

    het meest recente jaarverslag en jaarrekening dan wel de balans van het voorgaande jaar;

  • e.

    kopie uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel dat niet ouder dan 3 maanden is;

  • f.

    kopie bankafschrift met IBAN waarnaar de eventuele subsidie wordt overgemaakt;

  • g.

    wanneer de activiteiten in meerdere provincies worden uitgevoerd dan dient in de begroting een duidelijk onderscheid te zijn aangebracht in de beschrijving van de activiteiten en kosten gerelateerd aan de Provincie Groningen en die daarbuiten;

  • h.

    een afschrift van de oprichtingsakte, dan wel de laatst gewijzigde statuten;

  • i.

    als de subsidie wordt aangevraagd door een penvoerder namens een samenwerkingsverband, dient een machtiging aan de penvoerder of een samenwerkingsovereenkomst van alle organisaties in het samenwerkingsverband te worden meegestuurd;

Artikel 12 Aanvraagtermijn en wijze van indiening

  • 1. Een subsidieaanvraag op grond van deze regeling kan worden ingediend van 23 april 2025 tot en met 18 mei 2025 tot uiterlijk 23.59 uur.

  • 2. Aanvragen die na 18 mei 2025, 23.59 uur binnenkomen worden niet in behandeling genomen.

  • 3. De subsidieaanvraag wordt ingediend via het aanvraagportaal op https://www.provinciegroningen.nl/subsidies/cultuur/tweejarige-programmaregeling-cultuur-en-erfgoed.

Artikel 13 Besluitvorming

  • 1. Op de subsidieaanvraag wordt binnen 22 weken na verstrijken van de uiterste indieningsdatum door de provincie Groningen een besluit genomen.

  • 2. In de beschikking kunnen nadere afspraken over de wijze van bevoorschotting, monitoring en verantwoording worden gemaakt.

Artikel 14 Subsidieplafond

  • 1. Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor activiteiten die plaatsvinden in de periode 1 januari 2025 tot en met 31 december 2026 een subsidieplafond van € 400.000,- per kalenderjaar;

  • 2. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd om de hoogte van het binnen het eerste lid genoemde subsidieplafond te wijzigen.

Artikel 15 Subsidiehoogte

  • 1. De subsidie bedraagt 1/3 deel van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 50.000 per jaar.

Artikel 16 Adviescommissie

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen de Kunstraad Groningen in als adviescommissie, als bedoeld in artikel 82 van de Provinciewet, die als taak heeft Gedeputeerde Staten te adviseren over de beoordeling van de aanvragen.

  • 2. De samenstelling van de adviescommissie wordt vooraf bekendgemaakt op de website van de Kunstraad.

  • 3. Gedeputeerde Staten hebben de bevoegdheid om gemotiveerd van het advies van de Kunstraad Groningen af te wijken.

Artikel 17 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. Bij subsidies tot € 25.000 wordt in geen geval een tussentijdse rapportage gevraagd.

  • 2. Bij subsidies van € 25.000 of meer hoeft de subsidieontvanger alleen tussentijdse rapportages bij Gedeputeerde Staten aan te leveren omtrent de verrichte activiteiten als de subsidie een looptijd heeft van meer dan één jaar. Een dergelijke rapportage wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.

  • 3. Bij een subsidie tot € 125.000 wordt aan de subsidieontvanger geen verplichting opgelegd met betrekking tot:

    • a.

      de administratie van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onder b, van de Awb;

    • b.

      het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onder f, van de Awb, en;

    • c.

      het overleggen van een door een accountant opgesteld stuk.

  • 4. Subsidies tot € 25.000 worden door Gedeputeerde Staten:

    • a.

      direct, zonder voorafgaande subsidieverleningsbeschikking, vastgesteld;

    • b.

      ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht, of;

    • c.

      ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken na de vervulling van de opschortende voorwaarde indien sprake is van subsidieverlening onder opschortende voorwaarde.

  • 5. Bij het verstrekken van een subsidie als bedoeld in het vierde lid geldt voor de subsidieontvanger de verplichting om desgevraagd, op een door Gedeputeerde Staten van tevoren in de beschikking tot subsidieverlening aangegeven wijze, aan te tonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 6. Bij een subsidie van € 25.000 tot € 125.000 wordt bij de aanvraag tot vaststelling een activiteitenverslag overgelegd, waaruit genoegzaam blijkt dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, overeenkomstig het besluit tot subsidieverlening zijn verricht en aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en vervalt met ingang van 31 december 2026.

Artikel 19 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling tweejarige programmaregeling cultuur en erfgoed 2025-2026 provincie Groningen.

Ondertekening

Groningen, 15 april 2025

Gedeputeerde Staten van Groningen:

René Paas, voorzitter

Hans Schrikkema, secretaris

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling tweejarige programma’s cultuur provincie Groningen

Algemeen

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017 (Kaderverordening) en de Procedureregeling subsidies Groningen (Procedureregeling). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Kaderverordening en Procedureregeling. In de Procedureregeling staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht. Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Kaderverordening en Procedureregeling noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.

Artikelsgewijs

Artikel 10 Criteria en Verdeelsystematiek

Beoordelingsprocedure en wegingskader

De aanvragen worden op onafhankelijke wijze beoordeeld door de Kunstraad Groningen. De Kunstraad heeft voor deze gelegenheid een integrale adviescommissie en een pool van vakspecialistische adviseurs samengesteld die de aanvragen aan de hand van de beoordelingscriteria van de regeling beoordeelt. Deze adviseurs brengen specifieke kennis mee vanuit een bepaalde discipline en/of kennis van het Groningse culturele veld. Alle adviseurs zijn geselecteerd op basis van hun professionele deskundigheid binnen een of meer relevante disciplines en thema’s binnen de kunsten. Daarnaast is in de adviescommissie gezorgd voor bredere inhoudelijke kennis. Op deze manier borgt de Kunstraad het deskundigenoordeel van de adviescommissie.

De integrale commissie speelt een belangrijke rol in het zorgvuldig beoordelen en wegen van de subsidieaanvragen. Op basis van de vooraf vastgestelde criteria beoordeelt de commissie elke aanvraag op haar merites. De commissie bekijkt de aanvragen uit verschillende disciplines in samenhang, waardoor een integrale en evenwichtige afweging kan worden gemaakt. De commissie bespreekt de aanvragen in een gezamenlijk overleg, vergelijkt ze onderling en komt tot een gemotiveerd, onafhankelijk advies. De commissie wordt geleid door een ervaren onafhankelijk technisch voorzitter en ondersteund door één of twee secretarissen.

Alle adviseurs en commissieleden zijn onafhankelijk en hebben geen belang bij de door hen beoordeelde aanvragen of organisaties. Meer informatie over de samenstelling van de commissie staat uiterlijk op moment van publicatie van de regeling op de website van de Kunstraad Groningen, www.kunstraadgroningen.nl.

De Kunstraad Groningen toetst alle aanvragen die voldoen aan de formele vereisten om voor subsidie in aanmerking te komen aan de volgende drie criteria:

  • -

    Artistieke en/of inhoudelijke kwaliteit

  • -

    Haalbaarheid

  • -

    Betekenis voor de gemeente en/of provincie Groningen

Deze drie criteria worden toegepast om vast te stellen welke aanvragen het beste passen bij de doelstellingen van deze regeling. In de handleiding bij deze regeling staan de criteria verder uitgewerkt en toegelicht.

In eerste instantie wordt voor het toetsen van de criteria gekeken naar de ingediende stukken. Daarnaast wordt ook gekeken naar het verleden. De kwaliteit van activiteiten in het verleden, de ontwikkeling die de aanvrager doorgemaakt heeft en de reflectie daarop kunnen immers een indicatie zijn voor de toekomst.

Bij de beoordeling van subsidieaanvragen houdt de Kunstraad rekening met de aard, omvang en professionaliteit van de aanvragende organisatie. Grotere, meer professionele organisaties worden geacht over meer middelen en ervaring te beschikken, waardoor meer van hen mag worden verwacht. Kleinere of startende organisaties hebben mogelijk minder capaciteit en ervaring, wat meegewogen wordt in de beoordeling. Deze aanpak zorgt ervoor dat alle aanvragen eerlijk en in de juiste context worden beoordeeld, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke situatie en mogelijkheden van elke organisatie.

Bij de beoordeling wordt per criterium gebruik gemaakt van een waarderingsschaal in woorden, hetgeen de conclusie van de inhoudelijke beoordeling per criterium weergeeft. De waarderingsschaal voor de drie criteria – artistieke en/of inhoudelijke kwaliteit, haalbaarheid en betekenis voor de gemeente en/of provincie Groningen - is als volgt:

  • Uitstekend

  • Voldoende

  • Matig

Na een integrale weging van alle aanvragen door de beoordelingscommissie komt de aanvraag in één van de drie onderstaande categorieën terecht, te weten A, B of C:

  • Categorie A – aanvragen met de hoogste prioriteit

    • De aanvraag krijgt minimaal een uitstekende beoordeling op de criteria artistieke en/of inhoudelijke kwaliteit én belang voor de gemeente en/of provincie Groningen.

    • Op het criterium haalbaarheid krijgt de aanvraag minimaal een voldoende beoordeling

  • Categorie B – subsidiabel, mits voldoende budget

    • De aanvraag krijgt op alle drie de criteria minimaal een voldoende beoordeling

  • Categorie C – aanvragen die niet voor subsidie in aanmerking komen

    • De aanvraag wordt op één of meer van de criteria als matig beoordeeld.

De adviescommissie maakt een eindadvies, het bestuur van de Kunstraad stelt het vast en biedt het advies aan de provincie Groningen aan. De provincie besluit vervolgens wie voor subsidie in aanmerking.