Algemene Subsidieverordening Huizen 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 31-05-2025

Intitulé

Algemene Subsidieverordening Huizen 2025

De raad van de gemeente Huizen,

in vergadering bijeen op 16 april 2025;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 maart 2025;

gelet op het bepaalde in artikel 147 jo. 149 Gemeentewet en artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht,

b e s l u i t

vast te stellen:

Algemene Subsidieverordening Huizen 2025

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Activiteit: activiteiten die bijdragen aan het algemeen belang van de inwoners van Huizen of die bijdragen aan het bereiken van beleidsdoelen;

  • 2.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • 3.

    Begroting: overzicht van de verwachte kosten en opbrengsten voor een bepaalde periode verbonden aan de doelstelling van de instelling;

  • 4.

    Bestemmingsreserve: een specifieke reserve, waaraan vooraf een bestemming is gegeven;

  • 5.

    Boekjaar: de periode 1 januari t/m 31 december;

  • 6.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Huizen;

  • 7.

    De-minimissteun: steun die wordt verstrekt op basis van een verordening van de Europese Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun;

  • 8.

    Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld;

  • 9.

    Incidentele subsidie: subsidie ten behoeve van een eenmalige activiteit van de aanvrager die van bepaalde duur is en maximaal twee jaar bedraagt;

  • 10.

    Onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

  • 11.

    Raad: de gemeenteraad van de gemeente Huizen;

  • 12.

    Structurele subsidie: een subsidie waarvoor structureel middelen in de gemeentebegroting beschikbaar zijn. Eerste aanvragen dienen om die reden altijd aan de raad voorgelegd te worden;

  • 13.

    Verdrag: Verdrag betreffende de Werking van Europese Unie (PbEU C 326/47).

Artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1. Deze verordening is van toepassing voor activiteiten op de beleidsterreinen die in de gemeentebegroting van de gemeente Huizen zijn opgenomen.

  • 2. Ten aanzien van subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid onder c van de Awb is deze verordening eveneens van toepassing tenzij het college anders heeft bepaald.

Artikel 3 Bevoegdheid college

  • 1. Het college is bevoegd te beslissen tot subsidieverstrekking.

  • 2. Het college kan regels (subsidieregelingen of nadere regels) vaststellen ten behoeve van het verstrekken van subsidies.

  • 3. Het college kan afwijken van bepalingen in deze verordening dan wel in een subsidieregeling, voor zover dit wenselijk of noodzakelijk is voor een goede afstemming met de overheden in de regio en efficiënte uitvoering van de activiteiten.

Artikel 4 Staatssteunregels

  • 1. Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kan het college bij subsidieregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen.

  • 2. Bij subsidieregelingen waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het desbetreffende steunkader.

  • 3. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.

  • 4. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten voor vergoeding in aanmerking die voldoen aan de eisen van het desbetreffende steunkader.

  • 5. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor zover de subsidieverstrekking voldoet aan de voorwaarden van het desbetreffende steunkader.

Artikel 5 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. Het college kan subsidieplafonds vaststellen voor budgetten die reeds beschikbaar zijn in de gemeentelijke begroting. In dat geval bepaalt het college bij een nadere regeling de wijze van verdeling van de subsidie.

  • 2. Een subsidie ten laste van de gemeentelijke begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Hoofdstuk 2 De subsidieaanvraag

Artikel 6 De aanvrager

  • 1. Een subsidie kan slechts worden verleend aan rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen en in nadere regels bepalen dat subsidie kan worden verleend aan aanvragers zonder volledige rechtsbevoegdheid of natuurlijke personen.

Artikel 7 Incidentele subsidies

  • 1. Het college kan incidentele subsidies verstrekken voor activiteiten met een incidenteel karakter, dan wel voor activiteiten die als experiment, proeftuin of project zijn aan te duiden en een einddatum hebben.

  • 2. Een incidentele subsidie wordt verstrekt voor een termijn van maximaal twee jaar.

  • 3. Incidentele subsidies kunnen maximaal één keer worden verlengd, mits daarbij de totale periode van de subsidie van de in lid 2 gestelde termijn niet wordt overschreden.

Artikel 8 Structurele subsidies

  • 1. Het college kan jaarlijkse en meerjaarlijkse subsidies verstrekken voor activiteiten met in beginsel een structureel karakter.

  • 2. Het college kan een meerjaarlijkse subsidie verstrekken aan organisaties die beschikken over een meerjarig werkplan of activiteitenprogramma dat naar oordeel van het college voldoende aansluit op meerjarige, gemeentelijke beleidsdoelstellingen.

  • 3. Meerjaarlijkse subsidies worden, met inachtneming van het begrotingsvoorbehoud, voor maximaal vier jaren verleend.

  • 4. Het college kan tussentijds om een rapportage verzoeken bij (meer)jaarlijkse subsidies.

Artikel 9 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

  • 1. De aanvraag voor een subsidie kan schriftelijk of elektronisch bij het college worden ingediend.

  • 2. Bij de aanvraag legt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens over:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelen en resultaten die daarmee worden nagestreefd, hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen, en in het bijzonder in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

    • c.

      een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat ook een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • d.

      als het een subsidie betreft die per boekjaar aan een rechtspersoon wordt verstrekt, de stand van de reserves op het moment van de aanvraag;

    • e.

      Als de aanvrager een onderneming is, wordt aanvullend gevraagd naar:

      • -

        een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

      • -

        een verklaring met betrekking tot de-minimissteun (de-minimisverklaring).

  • 3. Een rechtspersoon die voor de eerste keer subsidie aanvraagt overlegt daarbij een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, het meest recente jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar.

  • 4. Het college kan ook andere dan, of slechts enkele van, de in dit artikel genoemde gegevens verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende zijn.

  • 5. Bij subsidieregelingen kan van de voorgaande leden worden afgeweken.

Artikel 10 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag voor een bestaande jaarlijkse of meerjaarlijkse subsidie wordt ingediend uiterlijk 1 juni in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2. Een aanvraag voor een nieuwe (of bij bestaande: hogere) jaarlijkse of meerjaarlijkse subsidie wordt ingediend uiterlijk 1 maart in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 3. Een aanvraag voor een incidentele subsidie wordt ingediend minimaal 8 weken voor de geplande start van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 4. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

Artikel 11 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag voor een (meer)jaarlijkse subsidie uiterlijk 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

  • 2. Het college beslist op een aanvraag voor een incidentele subsidie binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 3. Het college kan de termijn genoemd in lid 1 en lid 2 voor ten hoogste 8 weken verdagen.

  • 4. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

Artikel 12 Weigeringsgronden

  • 1. Onverminderd artikel 4:25, tweede lid en artikel 4:35 van de Awb (algemeen geldende weigeringsgronden) kan het college de gevraagde subsidie in ieder geval weigeren indien:

    • a.

      de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op of onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

    • b.

      de activiteiten niet passen binnen het door de raad of het college vastgestelde beleid;

    • c.

      de subsidieaanvraag niet tijdig is ingediend;

    • d.

      uit de bij de subsidieaanvraag overlegde begroting blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd financieel niet haalbaar zijn;

    • e.

      er niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

    • f.

      de aanvraag niet voldoet aan de regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

    • g.

      er op een toereikende wijze reeds anders in de activiteiten wordt voorzien;

    • h.

      in hoofdzaak godsdienstige, levensbeschouwelijke of politieke vorming wordt beoogd of feitelijk verricht; in het kader van de toetsing wordt bij doelstellingen onderscheid gemaakt tussen eventuele grondslag en werkdoelstelling; om de werkdoelstelling gaat het in de eerste plaats;

    • i.

      de activiteiten niet algemeen toegankelijk zijn;

    • j.

      voor deelname aan activiteiten een onredelijk hoge toegangsprijs boven de normale inschrijvings-, lidmaatschapskosten of deelnemersbijdrage wordt verlangd;

    • k.

      de aanvrager doelstellingen nastreeft of activiteiten ontplooit of zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • l.

      als de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt;

    • m.

      in de bij de subsidieregeling bepaalde gevallen.

Hoofdstuk 3 Verlening van de subsidie

Artikel 13 Verlening van de subsidie / inhoud subsidiebeschikking

  • 1. De verleningsbeschikking bevat in elk geval:

    • -

      een omschrijving van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt verleend;

    • -

      de periode waarvoor subsidie wordt verleend;

    • -

      het maximale bedrag van de verleende subsidie;

    • -

      voor zover van toepassing: de wijze waarop het maximale bedrag wordt bepaald;

    • -

      de voorwaarden en/of verplichtingen die aan de subsidieverlening zijn verbonden.

  • 2. Indien een subsidieaanvrager voor één en hetzelfde subsidietijdvak meerdere subsidies heeft aangevraagd, kunnen deze subsidieaanvragen worden samengevoegd en afgehandeld in dezelfde verleningsbeschikking.

  • 3. Het college bepaalt en vermeldt in de verleningsbeschikking bij meerjaarlijkse subsidies:

    • -

      op welke bedragen de subsidieontvanger jaarlijks aanspraak heeft (met inachtneming van het begrotingsvoorbehoud) en;

    • -

      op welke wijze en op welk moment door de ontvanger financiële en inhoudelijke verantwoording wordt afgelegd en eventuele tussentijdse rapportages ingediend moeten worden.

Artikel 14 Betaling en bevoorschotting

  • 1. Incidentele subsidies tot € 5.000,- worden bevoorschot voor 100% van de verleende subsidie en bij verlening gelijktijdig vastgesteld.

  • 2. Structurele subsidies tot € 10.000,- worden bevoorschot voor 100% van de verleende subsidie en bij verlening gelijktijdig vastgesteld.

  • 3. Incidentele subsidies vanaf € 5.000,- en structurele subsidies vanaf € 10.000 worden in termijnen bevoorschot, waarbij de subsidie pas definitief wordt nadat deze is vastgesteld.

  • 4. Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:57 van de Awb worden teruggevorderd.

  • 5. Het college kan van het bepaalde in dit artikel afwijken.

Artikel 15 Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen

  • 1. Bij subsidies van meer dan € 100.000 kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds overleggen van een voortgangsrapportage;

  • 2. Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kunnen aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de Awb worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Artikel 16 Verplichtingen – Meldingsplicht

  • 1. De subsidieontvanger doet direct melding aan het college, zodra aannemelijk is dat het doel waarvoor de subsidie is verleend, niet of niet geheel zal worden bereikt of dat niet of niet geheel aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

  • 2. De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk, schriftelijk, over:

    • a.

      besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

Artikel 17 Verplichtingen – Inrichten administratie

  • 1. De administratie dient zodanig te zijn ingericht, dat aan de gemeente op elk moment inzicht kan worden geboden in de mate waarin de subsidieontvanger voldoet aan de aan de subsidieverstrekking verbonden verplichtingen.

  • 2. De subsidieontvanger houdt de administratieve gegevens gedurende ten minste vijf jaren na afloop van het boekjaar beschikbaar, tenzij het college hiervoor een langere termijn stelt.

Artikel 18 Niet-subsidiabele kosten

De volgende kosten zijn niet subsidiabel, tenzij in subsidieregelingen of nadere regels anders is geregeld:

  • a.

    kosten van consumpties en traktaties;

  • b.

    kosten van geschenken en attenties;

  • c.

    kosten van uitstapjes/reizen;

  • d.

    kosten van een eredienst;

  • e.

    kosten van artikelen bestemd voor verkoop alsmede van alle acties en activiteiten met het doel inkomsten te verwerven;

  • f.

    kosten van financiële en materiële bijstand;

  • g.

    uitgaven die dienen te worden beschouwd als terugbetaling c.q. doorbetaling van ontvangen baten; h. kosten waarvoor reeds uit andere hoofde subsidies worden verkregen.

Artikel 19 Vergoeding bij vermogensvorming

  • 1. In de gevallen genoemd in artikel 4:41 tweede lid, van de Awb is de subsidieontvanger het college een vergoeding verschuldigd.

  • 2. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding of verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de instelling wordt ontvangen.

  • 3. Indien het onroerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling door een onafhankelijke deskundige.

  • 4. Het college kan de vergoeding besteden aan een in overleg met de instelling gekozen bestemming.

Hoofdstuk 4 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 20 Vaststelling van incidentele subsidies tot en met € 5.000,- en structurele subsidies tot en met € 10.000,-

  • 1. Incidentele subsidies tot en met € 5.000 worden door het college direct vastgesteld bij verlening voor het aantal jaren waarop de subsidie betrekking heeft.

  • 2. Structurele subsidies tot en met € 10.000,- worden door het college direct vastgesteld bij verlening voor het aantal jaren waarop de subsidie betrekking heeft.

  • 3. Het college kan voor specifieke (categorieën) subsidies bepalen dat de ontvanger van een incidentele subsidie tot en met € 5.000 of structurele subsidie tot en met € 10.000 in afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid, een aanvraag tot vaststelling moet indienen bij het college. Indien het college hiertoe besluit, zijn de termijnen en wijze van verantwoording uit artikel 21 lid 1 en 2 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 21 Verantwoording en vaststelling van incidentele subsidies vanaf € 5.000,- en structurele subsidies vanaf € 10.000,-

  • 1. Bij incidentele subsidies van meer dan € 5.000 dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht.

  • 2. Bij structurele subsidies van meer dan € 10.000 dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college uiterlijk 1 juni in het jaar na afloop van het kalenderjaar respectievelijk kalenderjaren waarin de subsidie is verleend.

  • 3. De aanvraag tot vaststelling (verantwoording) van een subsidie bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

    • b.

      een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden inkomsten en uitgaven (balans, financieel verslag of jaarrekening);

  • 4. Voor structurele subsidies geldt:

    • a.

      dat subsidies tussen de € 10.000 en € 50.000 een getekende verklaring van de kascommissie wordt toegevoegd aan de aanvraag tot vaststelling.

    • b.

      voor subsidies vanaf € 50.000 er een getekende accountantsverklaring wordt toegevoegd aan de aanvraag tot vaststelling.

  • 5. Reserves:

    • a.

      een structurele subsidieontvanger die meer dan € 5.000 aan subsidie ontvangt mag een exploitatiereserve opbouwen, maar deze reserve mag niet hoger zijn dan 50% van de laatstelijk verstrekte subsidie. Voor deze berekening worden bestemmingsreserves niet meegerekend. Op de balans wordt deze exploitatiereserve weergeven.

    • b.

      de subsidieontvanger behoeft toestemming van het college voor de vorming van een bestemmingsreserve of de wijziging van de bestemming van een bestemmingsreserve. De hoogte van de bestemmingsreserve wordt door de instelling aan het einde van een jaar expliciet vermeld in het financieel verslag.

  • 6. Na indiening van de aanvraag tot subsidievaststelling stelt het college de subsidie vast voor 1 oktober volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking had.

  • 7. Het college kan bij verlening of op verzoek van aanvragers andere termijnen vaststellen, andere gegevens verlangen of afwijken van bovenstaande.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 22 Hardheidsclausule

Het college kan deze verordening in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

Artikel 23 Slotbepalingen

  • 1. De Algemene Subsidieverordening gemeente Huizen 2019 wordt ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de 8e dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

  • 3. Op aanvragen voor subsidie die zijn ingediend voor de datum genoemd in lid 2 zijn de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening gemeente Huizen 2019 van toepassing.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene Subsidieverordening gemeente Huizen 2025.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 16 april 2025.

De griffier,

De voorzitter,