Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 24-04-2025 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025

Intitulé

Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2025

De raad van de gemeente Renkum;

Gelezen het voorstel van 24 februari 2025

Gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en [de ]artikel[en] [3.1.1, vijfde lid,] 3.1.3, eerste lid[, 3.1.4, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2] en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

gezien het advies van de raadscommissie

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Gemeente Renkum 2025

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • 2.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • 3.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.De leden van de auditcommissie worden aan het begin van een nieuwe zittingsperiode van de raad door de raad benoemd.

Artikel 3 Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden

  • 1. De vergoedingen als bedoeld in de artikelen 3.1.1, 3.1.5 en 3.1.6 van het Rechtspositiebesluit decentrale politiek ambtsdragers worden maandelijks uitbetaald.

Artikel 4 Toelage raadslid onderzoekscommissie, vertrouwenscommissie en bijzondere commissies

  • 1.

    Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 310, - per maand.

  • 2.

    Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid (auditcommissie, werkgeverscommissie) van het Rechtspositiebesluit en artikel 3.1.2 (vertrouwenscommissie) decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend ter hoogte van het maximale bedrag zoals genoemd in artikel 3.1.2 en 3.1.4 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 5 Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden

  • 1. Voor reizen als bedoeld in artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.4.3 en 3.1.7 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers worden aan een raads- of commissielid vergoed: Onder de activiteiten als bedoeld in het eerste lid wordt in ieder geval begrepen:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoersmiddel het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt alsmede de parkeer- of stallingskosten, veerkosten en tolkosten;

  • 2. De gemeenteraad kan een delegatie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland, als deze door of vanwege de gemeente wordt georganiseerd. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 3. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4. Als een raadslid of commissielid een functionele beperking heeft, kan incidenteel een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.

  • 5. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 6 Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

  • 1.

    Raadsleden die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd hebben, worden eenmaal per jaar een bedrag toegekend ter hoogte van het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden voor één maand,, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, waarmee het raadslid voorzieningen kan treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een raadslid dat is benoemd in een plaats die is opengevallen als gevolg van tijdelijk ontslag van een raadslid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, op grond van artikel X12 van de Kieswet.

Artikel 7 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raadsleden

  • 1.

    Een raadslid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De maximale vergoeding van de scholing bedraagt €780 per raadslid gedurende de hele raadsperiode.

  • 4.

    De griffier beslist op basis van de overlegde stukken op de aanvraag van een raadslid.

  • 5.

    De uitbetaling van de kosten vindt plaats op basis van een overleggen van een factuur.

Artikel 8 Informatie- en communicatievoorzieningen raadsleden

  • 1.

    Een raadslid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een raadslid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na schoning is mogelijk tegen vergoeding van de resterende waarde van de voorzieningen in het economisch verkeer.

  • 3.

    Zolang een raadslid niet is afgetreden, ontslagen of herbenoemd, blijft voor hem het desbetreffende artikel van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dat luidde voor 1 januari 2019, en de op dat artikel gebaseerde nadere regels, van toepassing, indien hem in 2018 een tegemoetkoming of een vergoeding op grond van dat artikel is verleend.

Artikel 9 Vergoeding commissieleden

  • 1.

    Aan commissieleden wordt een vaste vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de raadscommissie en raadsontmoeting toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    De betaling van de vergoeding van commissieleden vindt maandelijks plaats op basis van ondertekende presentielijsten van de raadscommissie en raadsontmoetingen.

Artikel 10 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur;

    • betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 30 dagen na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 4.

    In afwijking van lid 3 geldt voor reiskosten ten behoeve van het bijwonen van vergaderingen een termijn van maximaal 6 maanden.

  • 5.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 11 Overeenkomstige toepassing

Het bepaalde in artikel 5 (Reiskosten), artikel 7 (Scholing) en artikel 8 (ICT-voorzieningen) van deze verordening is van overeenkomstige toepassing op raadscommissieleden, niet zijnde raadsleden.

Artikel 12 Intrekking oude verordening

De verordening Rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Renkum 2019 wordt ingetrokken.

Artikel 13 Citeerartikel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Renkum 2025.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2025

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 16 april 2025

de griffier, de burgemeester

dr. J. Cornips mw. A.M.J. Schaap