Regeling vervalt per 01-01-2030

Uitvoeringsregeling subsidie Doorfietsroutes en Verkeersveiligheid Noord-Holland 2025

Geldend van 25-04-2025 t/m 31-12-2029

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie Doorfietsroutes en Verkeersveiligheid Noord-Holland 2025

Gedeputeerde staten van Noord-Holland;

Gelet op:

artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

de door Gedeputeerde Staten vastgestelde beleidsplannen ‘Opgave verkeersveiligheid Noord-Holland 2030’ van 26 november 2019 en de door Provinciale Staten vastgestelde ‘Actieagenda actieve mobiliteit 2022-2027’ van 23 mei 2022;

Overwegende dat:

het wenselijk is om subsidies te verlenen voor infrastructurele projecten die de verkeersveiligheid bevorderen zoals omschreven in het beleidsplan ‘Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid Noord-Holland 2030’;

het wenselijk is om subsidies te verlenen voor infrastructurele projecten die ertoe leiden dat het doorfietsroutenetwerk wordt verbeterd zoals omschreven in het beleidsplan ‘Actieagenda actieve mobiliteit 2022-2027’;

samen met alle gemeenten in Noord-Holland (buiten de Vervoerregio Amsterdam) projecten zijn geprioriteerd en opgenomen in regionale projectenlijsten, waarvoor in de diverse Bestuurlijke Provinciaal Verkeer en Vervoer Beraden (PVVB) door de wethouders hun draagvlak is uitgesproken;

het beschikbare subsidiebudget voor de periode 2025-2027 is verdeeld over de 6 regio's waarmee een spreiding van de middelen is geborgd, waarna voor iedere regio binnen dit budget een projectenlijst is samengesteld;

uit deze projectenlijst een selectie van projecten die het lopende jaar uitvoeringsgereed zijn wordt gemaakt welke selectie op grond van de voorliggende uitvoeringsregeling in de Realisatielijst Doorfietsroutes en Verkeersveiligheid, is vastgelegd.

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie Doorfietsroutes en Verkeersveiligheid Noord-Holland 2025

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Uitvoeringsgereed project: een project dat blijkens een Definitief Ontwerp en ingevuld begrotingsformat gereed is om concreet te worden uitgevoerd.

  • b.

    Definitief Ontwerp: het infrastructurele ontwerp van het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd en dat ambtelijk is afgestemd met de provincie Noord-Holland.

  • c.

    Ontsnipperingsopgave: indien infrastructuur een barrière vormt voor diersoorten binnen het Natuurnetwerk Nederland dan is sprake van een ontsnipperopgave.

  • d.

    Regionaal fietsnetwerk: het netwerk van regionale fietsroutes en doorfietsroutes zoals vastgelegd in de Actieagenda Actieve Mobiliteit 2022-2027.

  • e.

    SSK-2018: een rekenmodel waarin kostenramingen worden gemaakt.

Artikel 2

Op deze regeling is titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3

Subsidie wordt verstrekt aan beheerders of eigenaren van openbare infrastructuur als bedoeld in de Wegenwet binnen de provincie Noord-Holland, met uitzondering van wegbeheerders in het beheergebied van de Vervoerregio Amsterdam, alsmede de Staat der Nederlanden en de bestuursorganen die daaraan verbonden zijn.

Artikel 4

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks na overleg met de beheerders en eigenaren, zoals bedoeld in artikel 3, een realisatielijst vast met infrastructurele projecten die uitvoeringsgereed zijn, met daarbij per project het maximale bedrag dat als subsidie verstrekt kan worden en het percentage van de kosten dat voor subsidie in aanmerking komt.

  • 2. Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van een project dat vermeld is op de in het eerste lid genoemde Realisatielijst en dat voorziet in de aanleg van verkeersveilige infrastructuur of een doorfietsroute binnen de provincie Noord-Holland.

  • 3. De te subsidiëren projecten, bedoeld in lid 1, omvatten de aanleg, plaatsing, uitbreiding of aanpassing van verkeersveilige infrastructuur of een doorfietsroute.

Artikel 5

Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

Artikel 6

Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 7

Een aanvraag om subsidie bevat in elk geval:

  • a.

    een inhoudelijke beschrijving van het project;

  • b.

    een situatieschets en het definitief ontwerp van het project;

  • c.

    een gespecificeerde begroting van de kosten van het project in het door gedeputeerde staten beschikbaar gestelde begrotingsformat;

  • d.

    een financieringsplan van de kosten van het project, waarin ook eventuele andere financiers zijn opgenomen.

Artikel 8

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen jaarlijks een subsidieplafond vaststellen.

  • 2. Gedeputeerde Staten kunnen jaarlijks een periode vaststellen, waarbinnen subsidieaanvragen kunnen worden ingediend.

Artikel 9

  • 1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag in de in artikel 8 lid 2 genoemde periode is ontvangen.

  • 2. Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorig lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt geweigerd.

  • 3. Gedeputeerde Staten beslissen uiterlijk 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 10

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    een project is gegund voor 1 augustus van het jaar voorafgaand aan de openstellingsperiode genoemd in artikel 8 lid 2;

  • b.

    een project financieel niet haalbaar is;

  • c.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd reeds zijn gesubsidieerd door de provincie Noord-Holland;

  • d.

    een project niet op de realisatielijst staat;

  • e.

    het project een maatregel bevat die naar het oordeel van Gedeputeerde Staten onvoldoende bijdraagt aan of negatieve gevolgen heeft voor de verkeersveiligheid of het regionaal fietsnetwerk;

  • f.

    het project een maatregel bevat die naar het oordeel van Gedeputeerde Staten onevenredig negatieve gevolgen heeft voor de doorstroming van het openbaar vervoer;

  • g.

    het project wordt uitgevoerd binnen gebied behorende bij het Natuurnetwerk Nederland en er naar het oordeel van Gedeputeerde Staten onvoldoende maatregelen worden getroffen om te waarborgen dat infrastructuur geen barrière vormt voor diersoorten, of om wildaanrijdingen te voorkomen.

Artikel 11

  • 1. Subsidie wordt verstrekt voor de volgende naar het oordeel van Gedeputeerde Staten noodzakelijk geachte kosten volgens SSK-2018:

    • a.

      de benoemde directe bouwkosten;

    • b.

      de benoemde directe kosten voor het verleggen van kabels en leidingen;

    • c.

      de nader te detailleren kosten tot ten hoogste 10 % van het totaal van de onder onderdeel a en b genoemde kosten;

    • d.

      de indirecte kosten tot ten hoogste 20 % van het totaal van de onder onderdeel a, b en c genoemde kosten;

  • 2. Subsidie wordt niet verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      saneringskosten;

    • b.

      engineeringskosten

    • c.

      overige bijkomende kosten, niet zijnde kabels en leidingen;

    • d.

      vastgoedkosten;

    • e.

      risicoreservering.

    • f.

      apparaatskosten van de aanvrager.

Artikel 12

  • 1. De subsidie voor de in artikel 4 genoemde projecten bedraagt het in de realisatielijst vermelde percentage van de subsidiabele kosten tot ten hoogste het in de realisatielijst genoemde bedrag:

  • 2. indien de kosten genoemd in het eerste lid gedeeltelijk anderszins worden gesubsidieerd, wordt een zodanig subsidiebedrag vastgesteld, dat het totale subsidiepercentage niet meer bedraagt dan 90 % van de subsidiabele projectkosten.

Artikel 13

  • 1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

  • 4. Indien toepassing van het vorige lid er toe leidt dat aanvragen gelijk eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 14

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht om:

    • a.

      het logo of de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen te plaatsen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit;

    • b.

      het project gedurende 10 jaar nadat het voltooid is in stand te houden.

    • c.

      binnen 3 weken na aanbesteding van het project hiervan schriftelijk melding te maken bij Gedeputeerde Staten;

    • d.

      bij verkoop of tenietdoen van het gesubsidieerde project binnen 10 jaar nadat dit voltooid is, hiervan direct melding te maken bij Gedeputeerde Staten.

  • 2. Gedeputeerde Staten kunnen in de subsidieverlening termijnen stellen waarbinnen het project moet zijn aanbesteed en wanneer het project voltooid moet zijn.

  • 3. Gedeputeerde Staten kunnen in de subsidieverlening op grond van artikel 4:38 Awb nadere verplichtingen opleggen.

Artikel 15

  • 1. Bij verkoop of tenietdoen van het project binnen de in artikel 14, eerste lid onder b omschreven instandhoudingstermijn van 10 jaar, kunnen Gedeputeerde Staten in een zo nodig gewijzigde subsidievaststelling als bedoeld in artikel 4:49, lid 1 onder c, Awb, de subsidie verlaagd vaststellen.

  • 2. De in lid 1 genoemde verlaging bedraagt ten hoogste 10 procent van de verstrekte subsidie, vermenigvuldigd met het aantal resterende jaren van de in lid 1 genoemde termijn.

Artikel 16

  • 1. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt ingediend binnen 8 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2. Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het eerste lid een formulier vast.

  • 3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag bedoeld in lid 1 tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 17

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2030.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als de Uitvoeringsregeling subsidie doorfietsroutes en verkeersveiligheid Noord-Holland 2025

Ondertekening

Haarlem, 15 april 2025

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

A.Th.H. van Dijk, voorzitter.

M.J.H. van Kuijk, provinciesecretaris