Besluit van de burgemeester van de gemeente Delft houdende een Uitvoeringsbesluit tot de verlenging aanwijzing gemeentelijk cameratoezicht Papsouwselaan

De burgemeester van de gemeente Delft,

gehoord de beraadslaging in het driehoeksoverleg van 16 april 2025 met de officier van justitie en de teamchef van het basisteam Delft;

Overwegende dat:

• –

  de burgemeester van Delft op grond van artikel 2:62 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) in samenhang gelezen met artikel 151c Gemeentewet, de bevoegdheid heeft om te besluiten tot plaatsing van camera’s voor een bepaalde duur, ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats, als dat naar haar oordeel noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de openbare orde;

• –

  het cameratoezicht op en rondom de Papsouwselaan op 18 april 2025 afloopt;

• –

  uit informatie van de politie blijkt dat er sprake is van structurele verstoring van de openbare orde op en rondom de Papsouwselaan;

• –

  uit informatie van de politie blijkt dat de overlast op en rondom de Papsouwselaan voortduurt en dit het veiligheidsgevoel van ondernemers en bewoners aantast;

• –

  andere, minder ingrijpende, middelen ter handhaving van de openbare orde niet het effect hebben dat cameratoezicht heeft;

• –

  het cameratoezicht onderdeel is van het pakket aan maatregelen dat wordt ingezet op en rondom de Papsouwselaan ter handhaving van de openbare orde en het van belang is om het geheel aan maatregelen te continueren om tot structurele verbetering van de situatie te kunnen komen;

• –

  het verlengen van het cameratoezicht het veiligheidsgevoel en de leefbaarheid van/voor bewoners en ondernemers op en rondom de Papsouwselaan verhoogt;

• –

  de burgemeester de verlenging van het cameratoezicht proportioneel verantwoord acht, gelet op ernst van de verstoring van de openbare orde en de zwaarte van de in het geding zijnde belangen;

• –

  de betrokken bewoners en ondernemers op de hoogte zijn gesteld van de verlenging van het cameratoezicht;

• –

  dat het cameratoezicht derhalve voldoet aan de eisen die artikel 151c van de Gemeentewet stelt aan het instellen van cameratoezicht (zoals kenbaarheid van cameratoezicht, proportionaliteit en subsidiariteit);

• –

  de uitvoering van het cameratoezicht met de verwerking van de gegevens, plaatsvindt conform het bepaalde in art. 151c van de Gemeentewet in samenhang gelezen met de bepalingen van de Wet Politiegegevens. Dat betekent dat de beelden worden uitgelezen en bewaard door de politie en dat de beelden, uitgezonderd die waarop strafbare feiten zijn vastgelegd, na een periode van vier weken worden vernietigd;

• –

  het derhalve in het belang van de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is om in dit gebied voor een bepaalde duur cameratoezicht voort te zetten op grond van de Gemeentewet, ten behoeve van het toezicht op openbare plaatsen.

Voorts afwegende dat:

Het verlengen van de inzet van cameratoezicht noodzakelijk is ter handhaving van de openbare orde. De burgemeester heeft het belang van een effectieve handhaving van de openbare orde enerzijds en de daarmee gepaard gaande mogelijke inperking van het recht op privacy anderzijds tegen elkaar afgewogen. In die afweging moet aan het algemene belang om de verstoring van de openbare orde te herstellen en het terugbrengen van de rust in het gebied waarbinnen het toezicht plaatsvindt meer gewicht worden toegekend, dan aan het belang van de individuele burger om niet op camera te worden vastgelegd. De burgemeester houdt de situatie rondom de Papsouwselaan nauwlettend in de gaten en het besluit tot verlenging van het ingestelde cameratoezicht zal onmiddellijk worden ingetrokken indien het cameratoezicht niet meer noodzakelijk is voor de handhaving van de openbare orde.

BESLUIT: