Beleidsregels voor het verlenen van parkeervergunningen ondanks plaatsing op LUP & specifieke regels voor plaatsing adressen op LUP

Geldend van 25-04-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor het verlenen van parkeervergunningen ondanks plaatsing op LUP & specifieke regels voor plaatsing adressen op LUP

Het college van burgemeester en wethouders van Gouda;

gelezen het voorstel van 15 april 2025

gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen “Beleidsregels voor het verlenen van parkeervergunningen ondanks plaatsing op LUP & specifieke regels voor plaatsing adressen op LUP”.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1. Het college heeft in artikel 9 van het Uitvoeringsbesluit Parkeren Gouda geregeld wanneer er geen recht bestaat op een parkeervergunning. De adressen die voldoen aan de criteria genoemd in artikel 9 van dat besluit hebben dan wel geen recht op parkeervergunningen (VUP), dan wel hebben geen recht op de 1e vergunning.

  • 2. Bij uitvoering van het beleid zijn diverse overgangsregelingen opgenomen. Dit besluit beoogt deze overgangsregelingen overzichtelijk weer te geven.

  • 3. Per artikel is aangegeven wanneer dit artikel vervalt indien dit van toepassing is.

  • 4. De definities uit de Parkeerverordening gouda 2024 en onderliggende besluiten zijn overeenkomstig deze regeling van toepassing. Dat betekent voor de afkortingen in dit besluit het volgende:

    • a.

      LUP: Lijst uitsluitingen parkeervergunningen Gouda;

    • b.

      VUP: Volledige uitsluiting parkeervergunningen;

    • c.

      U1P: Uitsluiting 1e parkeervergunningen:

    • d.

      GROP: Geen recht op parkeervergunning.

Hoofdstuk 2 Verlenen bewonersvergunningen voor adressen voorkomend op de LUP

Artikel 2 Overgangsregeling LUP

  • 1. Het college verleent een bewonersvergunning indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan;

    • a.

      De aanvrager moet aantonen dat hij voor de uitbreiding van betaald parkeren stond ingeschreven op een adres in de betreffende vergunningsector;

    • b.

      De aanvrager moet aantonen dat er een wachtlijst is voor de parkeervoorziening die ten behoeve van het complex is aangelegd. Deze verklaring is van de VvE of de verhuurder afkomstig.

    • c.

      Het adres staat op de Lijst Uitsluitingen Parkeren.

    • d.

      Het adres stond nog niet op de GROP-lijst.

  • 2. De vergunning vervalt van rechtswege 6 maanden na verlening. Dit is in afwijking van artikel 3 van deze beleidsregels.

  • 3. Het is mogelijk om de vergunning te verlengen tot einde van het vergunningjaar, zoals bedoeld in artikel 23 Parkeerverordening Gouda 2024, in dit geval 28 februari 2026. Deze verlenging moet aangevraagd worden bij het college. Bij de aanvraag tot verlenging moet opnieuw aan voorwaarde lid 2 onder b voldaan worden. De nieuwe verklaring van de VvE of verhuurder mag niet ouder zijn dan 2 maanden.

  • 4. Het college verleent niet meer dan het maximaal aantal vergunningen, zoals bedoeld in artikel 4 Uitvoeringsbesluit Parkeren.

  • 5. Deze vergunning kan niet na afloop van de termijn, zoals bedoeld in lid 3, verlengd worden. Dat betekent dat na afloop van de termijn de vergunning wordt ingetrokken, dan wel vervalt, zoals bedoeld in artikel 30 Parkeerverordening Gouda 2024.

Artikel 3 Opnieuw verlenen verleende vergunningen die op de LUP staan

  • 1. Het college trekt een verleende bewonersvergunning niet eerder in dan per het einde van het vergunningsjaar, zoals bedoeld in artikel 23 Parkeerverordening Gouda 2024, in dit geval 1 maart 2026, indien:

    • a.

      De vergunning verleend is in strijd met de Lijst uitsluitingen parkeervergunningen;

    • b.

      Het adres op 10 december 2024 op de Lijst uitsluitingen parkeervergunningen stond.

  • 2. Het college verleent een bewonersvergunning indien voldaan wordt aan de voorwaarden van lid 1 b.

  • 3. Dit artikel vervalt van rechtswege op 28 februari 2026.

Artikel 4 Werkwijze verlenen vergunningen complex

Het college hanteert een werkwijze voor het bepalen of er bij een complex, met een eigen parkeervoorziening, toch parkeervergunningen verleend moeten worden. Deze werkwijze is als volgt:

  • 1.

    Voldoet het complex aan de huidige parkeernorm, zoals vastgelegd in het beleid?

    • a.

      Indien ja, dan hebben de bewoners geen recht op een parkeervergunning;

    • b.

      Indien nee, dan is lid 2 van toepassing.

  • 2.

    Zijn er voldoende parkeerplekken als er alleen bewoners zouden parkeren. Met andere woorden: wordt er voldaan aan de parkeernorm als bezoekers niet op eigen terrein parkeren?

    • a.

      Indien ja: geen parkeervergunning;

    • b.

      Indien nee: dan verleent het college het verschil tussen beide aantallen in bewonersvergunningen.

Hoofdstuk 3 Specifieke regels voor plaatsing adressen op LUP

Artikel 5 Geen plaatsing op LUP indien openbare plekken gerealiseerd

Indien bij een ontwikkeling besloten is om af te wijken van de parkeernorm, waardoor er openbare plekken aangelegd worden in plaats van parkeerplekken op eigen terrein, dan wordt die ontwikkeling niet op de LUP geplaatst.

Artikel 6 Geen plaatsing op LUP indien eigen parkeerplek niet bereikbaar meer is

  • 1. Indien de parkeerplek op eigen terrein fysiek niet meer bereikbaar is via de openbare ruimte, wordt het adres niet meer op de LUP onder U1P geplaatst. Het is niet mogelijk om een woning die op de VUP staat met dit artikel te verwijderen van de LUP.

  • 2. Dit is in ieder geval het geval als de bestaande uitrit wordt verwijderd, met toestemming van de gemeente Gouda. Bij verwijdering van de uitrit is er ruimte voor minstens één nieuwe openbare parkeerplek.

  • 3. Het moet voor de toepassing van dit artikel gaan om een garage of parkeerplek op eigen terrein die door toedoen van de gemeente niet bereikbaar meer is.

Hoofdstuk 4 Saldering

Artikel 7 Nieuw-voor-oud toegepast, dan naar rato parkeervergunningen beschikbaar stellen

Als er in de omgevingsvergunning of bestemmingsplan/omgevingsplan is bepaald dat nieuw-voor-oud wordt toegepast, dan is het maximaal aantal te verlenen bewonersvergunningen de nieuwe parkeerbehoefte waarvan het college heeft aangegeven dat deze in de openbare ruimte kan parkeren. Voor het aandeel bezoekersparkeren, dat in de openbare ruimte parkeert, worden geen parkeervergunningen verstrekt.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit besluit treedt in werking een dag na bekendmaking.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: “Beleidsregels verlenen parkeervergunningen ondanks plaatsing LUP 2025”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 20 maart 2025.

Burgemeester en wethouders van Gouda,

de secretaris,

drs R.C. Bakker

de burgemeester,

mr drs P. Verhoeve

Toelichting

Hier wordt kort toegelicht hoe de verschillende artikelen werken, alleen als deze een uitleg behoeven wordt dat hieronder toegelicht.

Artikel 2

Dit artikel regelt een overgangsregeling voor bewoners. Bij de invoering van gereguleerd parkeren is namelijk besloten om bepaalde adressen op de Lijst uitsluitingen parkeervergunningen Gouda te plaatsen. De overgangsregeling houdt in dat een inwoner een bewonersvergunning kan aanvragen als er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Bij bepaalde complexen zijn parkeervoorzieningen beschikbaar, maar is er een wachtlijst. Om inwoners tegemoet te komen kan er een tijdelijke parkeervergunning aangevraagd worden. Hierdoor kunnen inwoners wel hun auto parkeren in het gereguleerd gebied, terwijl ze wachten op een plek bij het complex. De parkeervergunning is 6 maanden geldig, maar kan nog een keer verlengd worden met een nieuwe verklaring. De regeling staat niet open voor inwoners die al op de GROP-lijst stonden, en geldt daarom alleen voor de adressen die later zijn toegevoegd.

Artikel 3

In het verleden zijn er parkeervergunningen uitgegeven aan bewoners die daar geen recht op hadden. Dit is pas later onderkent. Om deze bewoners tegemoet te komen trekt het college deze vergunningen niet in dan per een afgesproken datum. Voor de volledigheid is opgenomen dat dat betekent dat het college dus ook een nieuwe parkeervergunning verleend. Deze verlening is tot maximaal de in het artikel bepaalde datum geldig.

Artikel 4

Bij sommige complexen is er weinig parkeerruimte op eigen terrein. Dit artikel regelt een werkwijze waarop het college kan besluiten dat een aantal bewoners wel recht hebben op een vergunning. Voor de toetsing wordt aangesloten bij de huidige parkeernormen voor een representatieve vergelijking. Er wordt gekeken of het planologisch mogelijk is om aan de parkeernorm te voldoen, niet hoeveel plekken er aanwezig zijn. In bijzondere gevallen kan het college hier een andere afweging maken.

Artikel 5

Bij sommige ontwikkelingen worden geen plekken op eigen terrein aangelegd. Het college vindt dat deze ontwikkeling dan wel recht heeft op parkeervergunningen. Aangezien het aanleggen van parkeerplekken in de openbare ruimte een afwijking is van de parkeernorm, zouden deze bij ongewijzigd beleid op de LUP geplaatst moeten worden, er zijn immers geen parkeerplekken op eigen terrein aangelegd. Openbaar betekent in dit artikel dat het gaat om parkeerplekken waar eenieder kan parkeren, in eigendom van de gemeente, of via een andere constructie bij de gemeente behorend. Dit is ook van belang voor sociale woningbouw, omdat daar meestal openbare plekken worden aangelegd.

Artikel 6

In sommige gevallen kan het zijn dat de parkeerplek op eigen terrein fysiek niet meer bereiken is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn van een verzakkende stoep. Als het college akkoord is met de verwijdering van de bestaande uitrit, en er komt een parkeerplek voor terug, dan haalt het college dit adres van de U1P lijst.

Artikel 7

Bij sommige ontwikkelingen wordt in het kader van een goede ruimtelijke ordening besloten om een parkeerbehoefte te salderen. Dit betekent dat de parkeerdruk van het vorige pand wordt berekend, en dat voor deze parkeerbehoefte geen parkeerplekken op eigen terrein worden aangelegd. Dit principe is algemeen geaccepteerd als onderdeel van Goede Ruimtelijke ordening / Evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Aangezien het college op deze manier aangeeft het goed te vinden dat er in de openbare ruimte geparkeerd wordt, kan het college deze ontwikkeling niet vervolgens tegenwerpen dat ze geen eigen plekken gemaakt hebben. Dit artikel voorziet daarin. Als in de vergunning is bepaald dat er geen of een bepaald aantal parkeervergunningen verstrekt worden, dan gaat dat voor.